> ,' .■.• *.>.;:;v J'-' ;>>,V> >VV::*^t •^:,--.-éi-^ V- ^;/, .. «.< ^^^^ ^^ "v. ■•,*♦"'., ' s=^ '^-^ -"^ ^':;-? ■"■^:\ i:v"T--" W " -^^ '•■ ^■'^: •4. ■.^' 4" ' *•••• ,;- ., ♦.- »•.•. .,. ;.•,..•• , -i'.'. ■ ..••.. .•• V' •■-I' ' . ■ ; •*''..,• :»■ '** " '" ' :■■> ' '■ ^J«,■' '-'►i. V-* • :. •*,*."■ - ' ■' , . ■ . -■ . ^■. , ■'"^ ■•■- -. '• » ■ *• •• • ■■ ^■. 'ï' »r "• ■<■■».■■} -y :: ,.: ,{• . -y •■.,' '^'^v''" ^*'> ■' ' !' - ■' ■ • .V->'\ ■■ v^ .>,;-.^^. \.>'- V^'-^-' --t •:,..•• *-. V-i- • .- • ...V v^... >• A ■» , ... •i.lv..*, ^ ' .' •. . ... ■' .. - . ■■ . - - ,■ ■■■•I-.**-- ,:^ ••■ ■'■• - ."fe-"".'. ..•.•.•.»■-■■■ ■ . i". Presented to the LIBRARY of the UNIVERSITY OF TORONTO bythe INSTITUTE FOR CHRISTIAN STUDIES ^ ^ ^OR CltRJSri^.^ imi <0 % "^'TO, ONTARIO. m ALG EMEENE K E R K E L IJ K E GESCHIEDENIS, DER CHRISTENEN. A LGEMEENE KERKELIJKE GESCHIEDENIS, DER- CHRISTENEN, DOOR IJSBRAND '^AN /HAMELSVELD. A C è T TIEN DE DE EL. MET PLAAGT EN. * TE HAARLEM BIJ FRANgOIS BOHN, M D C C C I X. "i^ ^ AU6 2 71097 ~»^ INHOUD VAN HET ACHTTIENDE DEEL. VIJFDE BOEK. Bevattende het vijfde tijdperk ; van den tijd der kruislog- ten , of liet Pausfchap van gregorius VU, in de elfde eeuw, tot de Kerkhervorming in het begin der zestiende eeuw. ZESDE HOOFDSTUK, ToeRand der Monniken. Nieuwe Monniken- ordens. • . • • . Bladz. x, ZEVENDE HOOFDSTUK. Algemeene Gefchiedenis van den Godsdienst. Nieuwe plegtigheden. Heiligen. Reliquien. enz. • , , , » — . 224. KER. HAMELSVELD, HAMELS VELD , KERKELIJKE KERKELIJKE CESCH I EDENIS. GESCH I EDENIS. XVin. XVffl. VOOR DEN BINDER. Plaat I. te plaatfen tegen over . , Bladz. 7J. Plaat II. te plaatfea tegeu over • 306* KERKELIJKE GESCHIEDENIS. VIJFDE BOEK* BEVATTENDE HET VIJFDE TYDPERK ; VAN DEN TIJD DER KRUISTOGTEN, OF HET PAUSSCHAP VAN GREGORIUS VII, IN DE ELFDE EEUW, TOT DE KERKHERVORMING IN HET BE- GIN DER ZESTIENDE EEUW. ZESDE HOOFDSTUK. Toeftand der Monniken» Nieuwe Mcnniken-ordenu JLle Monnikenftand bereikte in dit Tijdvak , waar V van wij de Gefcliiedenis befchrijven, den hoogden ^^^ trap van aanzien en gezag, welken hij tot hier toe Hoofdffj had kunnen bereiken. Men hield dezen (land voor "^ C. G. zoo heilig en godzalig, dat de naam Religio of 'q^^ °[^* Godsdienst, bij uiiHuiting, den Monnikenilimd be- teekende. Zij hadden invloed on alle lotgevallen foeftand van de Kerk , en werden de Iteunpilarèn van hst niken» Pausfelijk gezag, zij ijverden om het heerfchend ge- loof uit te breiden , en allen , die zich daar tegen durfden verzetten, te onderdrukken. De Hervorming van de Orde der Èenediaijne» , bIoqI dei XVJII. Deel. A de ft KERKELIJKE V de eenige, die men in het begin van dit T-'dvak in BOEK het Westen kende, te Chiguy 'm Frankryk aaiige- Hoüfdft. ^^ö*^ ' overtrof fchielijk alle verwachtingen der Ti,)d- na C. G. genooten , bijzonder onder den zesden Al>t der zo.o- ••^^'^'°f^' genoemde Co:;pJ-eQ-/7iie van Clui^ny, hugo , die tot tot 151 /• oi- o^y y liet jaar iicp geleet'd heeft, en die fpoedig als een Conjrre- Heilige werd aangemerkt, van hem alleen waren eatie van . * r •. • i- ^ j Clutiiy. ^'^^^^ "^" 10,000 Monniken m dit veib.eterd genoot- fchap aangenomen. Het bevatte reeds in de Xllde eeuw omtrent 2,000 \\\ooi>\.Q\s'mFra}7kryk^Dititsch- land ^ Engeland^ Italië en Spanje onder zich; en deszelfs achting nam zoodanig toe, dat men heel fpoedig alleen die genen voor ware Benedictijnen hi^-^ld , die tot hetzelve behoorden. Ook waren de beide andere Congr&gatien der Heïvovmde Benedicrijm fier Kloosters van Camaldoli en van Vallomhrofa , waar van wij den oorfprong op zijne plaats gezien hebben, in bloeijcnden ihat. Reit^io GREGORius Vil , die misfchien zelve Prior te quadrata. cjugjjy geweest was , en waarfchiJDlijk in zijne vroe- ger jaren onder de Monniken behoord had, wordt door zijnen Levensbefchrljver paulus bernried ge- roemd , dat hij eene bijzondere regeling voor de Monniken , welke hij Religio Quadrata noemt , door zijnen zegen in Duitschlaud gegrond en uitgebreid licbbe. Deze beftond uit eigenlijke Monniken; (at- tonji Christi fervi ;} uit zoogcnoQmde Lcekebroeder^^ Qfratres harhati ^ ) die men gemeenlijk Converji noemde , en die door hunnen handenarbeid voor de behoeften der Monniken zorgden; uit eigenlijke, ia Klooaters cpgeQoteiie Nonnen^ en zulke Maag- den ^ GJESCHIEDENIS. 3 ; _ _— WILLEM, Abt van Hir/au; en siegfried. Abt van St. Sa/vator. Doch onder den opvolger van iiugo, Abt van piETERde C/ugfty, pONTius, (of PONCE,) v*rloor het ver- ^5^^^^''" maarde Cliigny veel van zijne achting. ponce Abt van maakte zich , door zijne verkwistingen , gehnat bij Clugny. de Monniken , tot hij na 10 jaren vol onrust zijne waardigheid nederleide in handen van Paus calix- TüS n, welke Paus hem en zijne opvolgers het voorregt gefchonken had , dat zij geborene Kardina- len der Roomfche Kerk zijn zouden. De Monniken verkozen toen hugo II tot hunnen Abt, en toen deze na drie maanden overleed, in het jaar 1122, petrus MAURITIUS , dic naderhand onder den naam van PETRUS den Eenvaardigen veel roem behaald heeft. PONTius was ondertusfchen naar Jeruzalem gereisd, maar in Frankryk wedergekeerd , brngt hij eene bende ftruikroovers bijeen , met welke hij in het jaar 11 25 Clugny overviel, de Monniken wegjoeg , die aan hem den eed weigerden , het Klooster plunderde, en de Kerkelijke gereedfchsppen wegvoerde; waar over de Paus hem in den ban deed, doch zijn kort daar op gevolgde dood maak- te een einde van deze verwarringen. Evenwel, het geen zeldzaam is, ftaat hij in fommige lijsten van A a Mar- 4 KERKELIJKE V Martelaren der Benedictijnen Orden onder de Hes'^ BOEK li^en. VI Hoofdft. Onder den Abt pieter herhaalde zich het Kloos^ na C. G. ter van Clugny. Deze petrus biauritius , de rtf^I?^^ Zoon van eenen Edelman in Auvergne.^ door zijne . Moeder reeds vóór zijne geboorte aan het Kloos- terleven toegewijd , was al vroeg zoo vermaard door godsvrucht en geleerdheid, dat hij in den ou« derdom van 30 jaren Abt van Clugny werd. Zijn ijver voor de uitbreiding van het gezag van zijn Klooster, maar ook tegen de Ketters van zijn' tijd was zeer groot, en zal ons in het vervolg nog nader bekend worden. Hij overleed in het jaar 1156 in Kersnacht. Een zijner Leerlingen, de Mon- nik RUDOLF, die zijn leven befchreven heeft, ge- waagt ook van verfcheidene wonderen, die hij ver- rigt zal hebben , evenwel is hij niet onder de Hei- ligen geplaatst, hoewel hij door den naam Venera' lilis , de Eenvaardige ^ onderfcheiden wordt. Hij heeft zich ook door fchriften bekend gemaakt. Hij heeft een Boek gefchreven tegen de Joden, en eene Overzetting van den Koran, als ook eene weder- legging van den aanhang der Saracenen ; doch zijn werk de miraculis [ai temporis Libri duo, doet hem weinig eer aan , gelijk ook zijne Predikatien en Latijnfche Gedichten. Zijne Brieven zijn belang- rijk , door verfcheidene gefchiedkundige -berigten van j^ebeurtenisfen van zijnen tijd. Behalve dit alles' heeft hij ook nieuwe grondregelen aan zijne Or- de voorgefchreven ; nog is 'er van hem overig* een voorfchrift , hoe men levensmiddelen ,. wijn ,, klee» GESCHIEDENIS. 5 Meederen voor zijn Klooster had te bezorgen, (Z);j- v pofitio rei familiaris Cluniacenfis.') ^'>^^ Behalve de Reformatie der Benedictijnen , virerd Hoofdft ook die der Orde van Citeaux^ of Cisfercium, in "s C. G. de Xllde eeuw, vermaard, voornamelijk federt zii '^^'^'°^^' BERNHARDus , den Tijdgcnoot van pieter den 1 — Eerwaardigen , tot haren voorflander had. De ffich- Ci'-'erci. ter dezer Orde was robert of rotrert. Zoon i\ïonni- van een* Edelman in Champagne, Alzoo zijne moe- keu. der van hem zwanger zijnde, gedroomd had, dat de Maagd mar ia , hebbende een' gouden ring in de hand , haar beloofd had , dat zij met den zoon zou trouwen , dien zij ter wereld zou brengen , werd ROBERT , reeds in zijn 15de jaar , Monnik in het Benedictijner Klooster Moutier la Celle, Eenige jaren daar na werd hij Prior van dit Kloos- ter en vervolgens Aht van St, Michel de Tonnerre ^ waar hij vergeefs de (Irenge regelen der Orde weder onder de Monniken zocht in te voeren. Eenige Kluizenaars in een naburig woud, die zich in de woestijn Colan verzameld hadden , verzochten hem toen, dat hij hun leidsman wilde worden, en wend- den zich tot den Paus, op wiens bevel robert zich aan hun verbond. Alleen verplaatfte hij hen uit het ongezonde Colan , in het woud van Moks- me , waar zij Kluizen van boomtakken en een klein Bedehuis bouwden. In het eerst waren zij zeer be- hoeftig, gingen bijkans naakt, en leefden enkel van peulvruchten. Maar eenige voorname Heeren in de nabuurfchap verzorgden hen zoo overvloedig, dat zij weldra dartel en weelderig werden, robert , A 3 die 6 KERKELIJKE V die hen niet zag te verbeteren , verliet hen , en ver<* BOES voegde zich bij andere Monniken in de woestijn Hoofdft. ^'^"^ of Juz , die flrenger leefden , en die hem tot na C. G hunnen Abt verkozen. Ondertusfchen hadden de ton?!? Monniken van Molesme berouw van hun gedrag; ■ en door den Paus onderfteund , bragten zij het zoo ver , dat robert hunne befturing weder op zich nam. Doch fpoedig bleek het, dat hun berouw geene andere reden had, dan omdat door zijne af* wezigheid hunne inkomllen verminderd waren. Ein- delijk befloot een groot deel van hen de regelen van den Heiligen benedictüs weder gemoedelijk te ge- hoorzamen , en met bewilliging van hunnen Abt zich naar eene eenzame plaats te begeven, robert wilde hen zelf geleiden , en zijne waardigheid te Molesme nedergelegd hebbende, begaf hij zich met twintig der ijverigfte Monniken naar Citeaiix , eer- tijds Cistercimn , vijf Franfche mijlen van D/'jo» , in het Bisdom Chalons , alwaar zij in het jaar 1098 eenige houten kluisjes oprigtten ; kort daar na bouw- de de Hertog van Burgondi'é daar voor hun een Klooster, hetwelk de Bisfchop van Chalons tot eenó Abdij maakte, waar robert Opziener was. Maat in het jaar 1099 keerde hij, op bevel van den Paus, weder als Abt na Molesme^ alwaar hij in het jaar iico dezer wereld overleed. Hij werd door Paus HONORius III onder de Heiligen geplaatst (♦). robert had tot zijnen opvolger als Abt te C/- teaux^ en beiluurder der Cistercienfer Orde, al- be- (*; MADILLON. Ann. Ord. S. Bened. T. V. p. 394. GESCHIEDENIS. 7 BERICH, Hie in het jaar 1100 den Paus pascha- v LIS II om zijne bercherming voor het Nieuwe Kloos* ^^^-^ ter verzocht , welke hij ook van den Paus ver- [joofdfl. kreeg. albErioh ftierf in het jaar 1109. Hij zal n^ C. G, de bruine of zw.irtachtige kleederen , zoo ais de •"^^^^''S. LOC 1^1^% Cistercienfen 'm het eerst droegen, met witte ver- — andcrd hebben , welke hun eigen gebleven zijn , uit- gezonderd dat zij in den fcapulier of het fchouder- kleed en den reismantel de oude kleur behouden hebben, waarom zij ook wel Graamv- Monniken ^ {Gri/ii,) genoemd worden. Deze verandering be- viel echter den ouden IVIonniken niet, en misfchien is, om dit misnoegen weg te nemen, het Verhaal vervolgens uitgedacht, dat de Heilige iVIaagd ver- fchenen zij , en hem een wit kleed voor zijne Mon- niken gefchonkcn heeft. Ten minflen ter gedachte- nis van deze verfchijiiing is 'er bij de Cistercienfer Orde een Feflst ingefteld : Descen/ïo B, Mariis Ftr- ginis in Cistercium, en de Orde heeft zich in het vervolg onder de befcherming der Heilige Maagd begeven, aan welke alberich reeds zijn Klooster gewijd had. STEVEN HARDING , een gcborcu Engelsman , werd in het jaar 1109 derde Abt van Citeaux, Deze fchreef eene nog fcherper tucht en armoede voor , en alle pracht van goud en zilver tot den Gods- dienst werd uit het Klooster verbannen. Dit gaf naarijver onder de andere Monniken, die de Cister- cienzcn als uitvinders van nieuwigheden bcfchuldig- den, waar uit naderhand verfchülen tusfchen hen in de Monniken van Chigny ontdaan zijn. Het A 4 KIoos- 8 K E R K E L IJ K E V Klooster was thans nog zoo arm, dat men bijna BOER vvonderdadige hulpmiddelen behoefde , om het te Hoofdil. onderhouden , echter kreeg het onder dezen Abt na c. G. STEVEN het eerst vaste goederen en landerijen ten J^«rio73. gelchenk. tot 1517. =" .. De Orde kwam volkomen in bloei, toen bern- BF.RN- HARD, CC vcrmaardc Abt, Schrijver en Heilige, in HARD van , , j • l. . • ri-- J n Clairyaiix ^^2*^^^^ trad, m het jaar 11 13. Hij was de Zoon van eeiien Edelman in Burgondi'è^ en kwam in het jaar 1091 ter wereld. Zijne Moeder aleth wijdde ^lie hare kinderen , zes Zonen en eene Dochter , terftond na hunne geboorte, aan het Kloosterleven, en voedde ze volkomen naar deze beftemming op. Toen zij van bernhard , den derden van hare Zo- nen, zwanger was, droomde zy, dat zij een klein, fpierwit, blaffend hondje droeg. Een Monnik, dien zij over dezen droom raadpleegde, voorfpelde haar, dat zij de moeder zou worden van eenen getrou- wen befcherraer der Kerk, die voor dezelve tegen de vijanden des geloofs zijne (lem flerk zou laten hooren. Zij liet dezen Zoon in het School te ^hatillon aan de Seine door Geestelijken onderwij- zen, alwaar hij buitengewone vorderingen maakte. In zijn Pdl en ingetogen leven geloofde hij als kind in den flaap de geboorte van jezus gezien te heb- ben. Als jongeling weerde hij alle aanvechtingen tot onkuischbeid af, en als hij eens een vrouws- perfoon te lang befchouwd had, fprong hij tot den hals toe in een' vijver koud water , waar in hij zoo lang bleef , dat hij bijna het leven verloor. Toen hij befloten had, in het Klooster Ciieaux t^ gaan. GESCHIEDENIS. 9 gaan, overreedde hij alle zijne broederen, behalve v den jongden, om hem te verzeilen , zelfs zijnen "o^* pudften broeder, die reeds getrouwd was, ^^^^ HooMÜ zich, na lang tegenftreven, eindelijk met hare be- na C. G. williging van zijne vrouw fcheidde, bovendien zij- I^3'''°73' ° " - ' •* toe 1517, nen Oom en andere bloedverwanten , zoodat hij met , een gevolg van meer dan 30 perfonen in het Kloos- ter kwam, tevens voor de vrouwen der getrouwden den opbouw van een Klooster te jfui//y bezorgen- de (*). Het Klooster te Citeaux was voor dezen aanwas te klein en te arm. De Abt steven, onderfleund door den Bisfchop van Cbalon , bezorgde de (lich- ting van een nieuw Klooster La Ferte, In het vol- gende jaar 11 14 werd een tweede Klooster Pontigny in het Kerspel van Auxerre gebouwd, maar het der- de in het jaar 11 15 i^Clairvaux werd het vermaard- fte van alle , doordien het bernhard tot eerften Abt kreeg, die onder den naam van /ibbas Clarcz^ vallenfis zoo vermaard is. De Abt steven ont- wierp vervolgens eenen grondregel voor de thans ontftaande Orde van Citeaux^ welken hij de Oor- honde der Liefde noemde , hoofdzakelijk overeenkom jnende met den regel van den Heiligen benedictus. Deze regel werd door de Bisfchoppen , in wier Kerspel Kloosters van deze Orde lagen , goedgcr keurd, met afdand van hunne regten op dezelve, en (*) De Abt WILLEM van St, Thierry bij Rheims^ m Vit» iS, Bernhardi Opp. Bemh. T. VI. /•. ii^z. fnq. A5 lo K E R K E L rj K E V en ook door calixtus IÏ in het Jaar 1119 c" <5oór BOEK andere Paufen bekrachtiffd. VI Hoofdft. D^ aanwas van deze Orde was groot en fnel. na C. G. Vijftig jaren na derzelver ftichting telde zij reeds jaario73. Abdijen, welk getal eene eeuw daar na zelfe tot 15 17, «^ -" ' ° ■■ tot 1800 was aangegroeid. Zoo groot was de roem der Godzaligheid van deze Orde , dat ieder land Kloosters van dezelve begeerde te bezitten. Het was echter voornamelijk de roem der Heiligheid van BERNHARDUS, die haar zoo veel aanziens gnf. De- ze had zich, toen hij nog Monnik te Citeaux was, fchoon zwakkelijk van ligchaara , reeds op de hard- fle zelfsverloochening en boete toegelegd. Hij zag en hoorde buiten zich bijkans niets; hij beklaagde tiiets zoo zeer, daii den korten tijd, welken hij aan den flaap bedcedde ; ook gebruikte hij enkel met tegenzin, en als het ware tot kwelling, eenige fpij- ze ; hebbende ook door menigvuldig vasten , waken en arbeid zijne maag volftrekt bedorven. Onder het arbeiden liet hij niet na te bidden ; in wouden gaf hij zich over aan geestelijke overdenkingen , zoodat hij plag te zeggen , dat eiken en beuken zijne leer- meesters in de uitlegging der Heilige Schrift geweest waren. Nadat hij Abt te Ckirvaux was geworden, verdubbelde hij deze (Irengheid van levenswijze. Halfnaakt, onder koude en lang waken, gebruikte hij meermalen met zijne Monniken enicel een moes van de bladeren van een* beukenboom , en hun brood, uit gerst, haver en boonen gemengd, was zoo ellendig, dat een Monnik, wien het eens voor- ge* GESCHIEDENIS. ii fezet werd , het onder vele tranen heimelijk weg- V nam, om het aan anderen, als een wonder, te ^'er- ^^^^ toonen, dat menfchen , en zulke uitgemergelde mi;n- Hoofdft. fchen , daar van leven konden. Dan verklaarde hij oa C. G. zich voor onwaardig, dat 'er iets goeds door hem T^'^'frf* " ' ^ tot 151 7« zou kunnen gefchieden ; dan brandde hij van Ibe- ■ geerte, en zag het als zijn' eenigen troost aan, (.^at hij het heil van velen mogt bevorderen. Hier voor gebeurden hem ook , zegt zijn vriend en LevensfcK> fchrijver willem, die rog voor hem overleed , Goddelijke verfchijningen , en bijzonder de gave der wonderwerken. Hij genas zieken op eene wonder- dadige wijze; liet midden in den regen eenen Brii^f fchrijven, zonder dut dezelve nat werd; bande eene verbazende menigte vliegen , die een Bedehuis ver- vuld hadden, zoo nadrukkelijk , dat zij alle doodi nedervielen; hij liet eenige j')nge Edelh'eden, die in de vasten zijn Klooster bezochten , en zelfs toen zich niet van de wapenen wilden onthouden, bif.T te drinken geven, waar op zij onwederftaanbaar ge- negen werden, om den Monnikenftand te aanvaar- den; hij behield in eenen twist met den Duivd voor Gods Rigterfloel de overhand ; hij verdreef ze* ven Duivelen uit het ligchaam eener Hertogin van Lotharingen , en wat dies meer is , waar van de Levensbefchrijver zegt ooggetuige geweest te zijn , en ze aan zich zelven ondervonden te hebben. Door dit alles verbreidde zich de roem van heiligheid van Clairvattx door geheel Europa^ zoo dat men aller- wege Monniken van daar begeerde, terwijl 'er ook tel- kens nieuwe Kloosterbroeders in hetzelve aankwamen. De ta KERKELIJKE V De berigten van dezen willem zijn vervolgd *\fi' *^'^°'' ^^" ^^^ ERNALD van Bonneval , gelijk niet Hootdft. ''g^ ^^" Heilige van de Middeleeuwen zoo veel Le- na C. G. vensbefchrijvers gehad heeft, als bernhard. IJve- «0^1517. ^^^ ^^^ BERNHARD volgeHs dczcn , in het voor- ■ ftaan van de belangen der Paufen. Ten dien einde te Milaan en Pavia gekomen , verrigtte hij vele wonderen. Naar Clairvaux terug gekeerd, had hij het genoegen, van verfcheidenen van zijne Monni- ken tot Bisfchoppen te zien verkiezen , ja zelfs, eenen tot Paus , onder den naam van eügeniüS" lü, gelijk wij in de Gefchiedenis der Paufen ge- zien hebben , als ook hoe veel invloed eernhard op dezen geoefend heeft. Nu vervolgt een derde Levensbefchrijver, gau- FRiED, die zijn Geheimfchrijver, en naderhand , Abt van zijne Orde geweest is , de Gefchiedenis van BERNHARD. Dcze befchrijft ons zijne hoedanighe- den , en onder dezen , zijne nederigheid , waar door hij fleeds poogde alle verwondering en toejuiching te ontgaan , en zich als een gewoon mensch te ge- dragen. Onder zijne zeldzaamheden meldt hij, dat hij, door zijne onthouding, allengs alle onderfcheid van fmaak in het eten verloren had. Nog zeldza- mer was de kracht zijner welfprekendheid , waar door zelfs de Duitfchers ^ die zijne taal niet ver- ftonden, nogtans door zijn prediken zoo aangedaan werden, dat zij op hunne borst floegen, en tranen ftortten. Hij meldt vervolgens den ongelukkigen iiitflag van den kruistogt, welken bernhard in het jaar 1 147 bewerkt had , en welken hij poogt te ont^ fchul» GESCHIEDENIS. i$ fchutdigen, met een aantal wondergenezingen , welke V BERNHARD ten zclfdeu tijde verrigt zal hebben ; "oek: Vervolgens verhaalt hij de dienften , welke bern- Hoofdff. HARD aan de Kerk gedaan zal hebben , door het ^ C. G, onderdrukken van de Ketterijen van abailard, gil- {q^^^J^^^* BERT VAN porrei , en den Monnik hendrik , waar van wij op zijne plaats meer zullen moeten' zeggen. Ten aanzien van de onophoudelijke wonderwer- ken van BERNHARD, meldt ons gaufrïed dit bij- zondere: dat deze heilige man het met zich zelvr fïiet eens was , hoe hij zijne wonderwerken behoor- de te befchouwen. Eindelijk zeide hij, uit de vol- heid van zijn hart, tegen zijne Monniken: „ Ik ,, verwonder mij zeer, wat deze wonderwerken be- „ duiden moeten ; of waarom het God behaagd' „ heeft , dezelve door zulken man te volbrengen. 5, Mij dunkt, dat ik van deze foort van wonderen' 5j niets in de Schrift gelezen heb. Want fomtijds* „ zijn wonderwerken door heilige en volmaakte „ menfchen ; maar ook door gewaande Heiligen ge- „ fchied. ïk ben mij zelven noch van volmaakt- „ heid noch van geveinsdheid bewust. Want ik: „ weet, dat ik zulke verdienden der Heiligen nief j, heb, die door wonderen in het licht moeten ge- „ plaatst worden; doch ik hoop ook, niet in de* ,, klasfe van die lieden te behooren, die vele won- 5, deren in den naam des Heeren zouden werken, ,, maar van den Heere niet zullen gekend worden.'^ Naderhand echter had hij 'er iets op uitgevonden j „ Ik weet, zeide hij, dat zulke wonderen niet op „ ds; ^ KERKELIJKE V „ds heiligheid van eeirien enkelen , ma^r op het Bofin ,, h eil van velen doelen: en dat God in den men;-cb , VI Hoofdft 3» '^ ^^^ ^^'^" ^^y dezelve werkt , niet zoo zeer op na C. G. „ di volmaaktheid, als wel op dat gevoelen ziet, Jaario73' q 01 den menfchen de deugd aan te prijzen, wei- tot 1517. " o r j 1 ^ 5, hl zij gelooven , dat in hem gevonden wordt. „ Want deze wonderen gefchiedcn niet voor die 5, g< jnen , door welken zij gefchieden , maar veel „ meer voor die, welke ze zien of weten. " Met dit al fchijnt het toch, dat bernhard in der daad gclo lofde , dat hij wonderen deed ; dit geloofden dui- zend 3en van zijne Tijdgenooten ; tijdgenooten verha- len 'er eene menigte van met al derzelver onitlan- digheden. En nogtans zou men te voorbarig zijn, indi en men daar uit wiide bewijzen de echtheid van deziï wonderen. Trouwens , dit is vooreerst op- mcv kelijk , dat wij in de fchriften van bernhard zelv en geen gewag van zijne wonderen vinden. Een'ï enkele plaats flechts uit zijne Brieven (♦) is ten c-.ezen einde door mabillon bijgebragt, en de- ze zelfs fpreekt daar van niet min dan duidelijk. AllcS komt dus op het gezag van anderen aan, Dar.r en boven waren die tijden gekenmerkt door ligt geloovigheid en onwetendheid, welke overal won- der en ontdekten , zonder te onderzoeken , zonder dat iemand üout genoeg ware, hen te durven tegenfpre- keii. Ook ontdekt zich in de meesten dezer won- denen het bijzonder oogmerk , om aan den Monni- kealland eer en aanzien te verfchaflèn, en andere wa- (*) Ej>. CCXLII. T. I. O/;», p. 240. G E S C H I E D E NM S. 15 ^if^n 2iel.fs (jpgerijmd , bij voorbeeld , het bannen v VAU vliegen uit de Kerk , en de gevolgen van deze ^^^^ wonderen waren niet een zuiver, rein geloof en ver- Hoofdft. betering van zeden , maar eene vereeriiig van den na C. G. Heiligen bernhardus, tot aanbidding toe, een ijver I^J'"'°73* 001 ter kruisvaart te trekken, of Monnik te wor- — — 5' ^en, of de Ketters te beftrijden enz. bernhard Zfi\{ was met wonderen ingenomen, zijn gebed was jneermalen, dat God wonderen mogt doen, dewijl de Predikers anders door hunne woorden niets kon- den uitregten, zoo dezelve niet door wonderteeke- fien Ijekrachtigd werden." De genen, die hem ver- zelden , hadden het hoofd zoo vol van wonderen , dat men menigwerf in het gedrang der menigte , won- der! hoorde roepen, zonder dat zelfs zijne vrienden door het gewoel zien konden , wat 'er eigenlijk voor- gevallen was. Zijn Levensbefchrijver gunfrid roemt bijzonder zijne zachtheid en nederigheid. Zijne zachtheid Itrckte zich zelfs tot de dieren uit, zoo dat hij me- nigen haas , door het teeken des kruis , van het ge- weld der honden , en menigen vogel uit de klauwen van havik of geit verloste ; men kan uit zulke Ibalt- jes opmaken, van hoedanigen aard vele der wonde- ren waren , die hem worden toegefchreven. Ook zal hij bij zijn leven afwezend in den geest aan an- deren verfchenen zijn, onder anderen , aan eenen Monnik , om aan denzelven het uur van zijnen dood aan ie zeggen. Kort voor zijn' dood verzoende hij nog de flad 'Jlaz met de naburige Vorsten. Hij overleed den i2oilea i6 KERKELIJKE V iolten Augustus 1153. Volgens zijn bevel, werd fioEK een kistje met de overblijfzelen van den Apostel Koofdft. THADDEus in het graf op zijne borst gelegd. Kort na C. G. na zijn dood verfcheen hij aan meer dan éénen ï"^''^^°^^' Monnik, ook aan amalrich. Koning van ferifm „ zalem^ wien hij de overwinning op de Saracenen beloofde, maar te gelijk een ftukje van het kruis van CHRISTUS , hetwelk de Vorst om den hals droeg, aan denzelven ontnam, en het naar Cïair^ vaux bezorgde. In het jaar 1274 heeft alexander III hem onder de Heiligen van zijne Kerk geplaatst, wien een bijzondere Feestdag gewijd werd, en iii het jaar 1301 fchreef innocentius III een Kerk- dienst voor, (^officium ^') welke op dien dag gebruikt moest worden. Wij hebben reeds in het voorgaande gelegenheid gehad , om van verfcheidene van zijne verrigtingen te fpreken ^ en hij zal, bij gelegenheid , ons in het vervolg nog voorkomen; wanneer wij ook vaft zijne fchrif[en zullen fpreken. Men noemde hem wegens de zachtheid van zijnen flijl den honigvloeim lenden Lteraar, (^Doctor meliifluus ^') en heeft hem met de oude Kerkvaders gelijk , ja boven hefi gerteld; luther zelf achtte hem meer dan de oude Kerkvade'-en, alleen vond hij hem niet regt- zinnig in de leer van den vrijen wil; ook hebbeö hem andere Proteftantfche Godgeleerden als een god- vruchtig en heilig man geprezen; waar uit blijkt, welke roemrijke nagedachtenis hij bij de Nakome- lingfchap heeft nagelaten. Mialve zijae drie Tijdgenooten , van welke wij GESCHIEDENIS. 17 gefproken hebben, is zijn leven in de naastvolgende V tijden nog van meer anderen befclireven geworden, ^®^* wier werken bij de uitgave van zijne fchriften ge- Hoofdf!, voegd zijn. Een onder dezelven (♦) vermeerdert de na C. G* wonderverhalen hem aangaande met vele voorbeel- 1''^^^°73* tot 1517* den. Zoo verloste hij eenS' eenen overledenen Mon- .. 1. — nik , door gebeden en Misfen , uit het Vagevuur j waar hem de Duivelen, naar zijn eigen verhaal, in cene verbazend diepe bron nedergelatcn hadden. Als zijne Monniken eens hunnen nachtgodsdienst hiel- den , zag hij bij elk' derzelven een' Engel flaan , die elks gezang, naarmate hij meer of miii aandach- tig was, met goud of zilver, of inlct of water, of in het geheel niet opfchrecf. Als hij eens in de Kerk alleen bad, en onder het gebed een Crudfiks kuste, merkte een Monnik op, dat hetzelve hem met uitgebreide armen omliclsdc. Aan ftervenden gebood hij dikwijls, met goed gevolg, in den naam van CHRISTUS , hunnen dood voor een' bepaalden tijd uit te ftellen. Te Freyburg in Brisgau, wekte hij eenen overledenen goddeloozen lasteraar, die op het punt Hond , om in de hel gefleept te worden , weder op, en gaf hem het kruis, om naar Jerufa^ hm te trekken. Doch onder alles, wat dit gefchiift van dezen Heiligen verhaalt, is dit het zonderling- fte , hoewel wij in het voorgaande bij wonderge- fchiedenisfen reeds iets dergelijks ontmoet hebben. Als zijn (*) T>e Vita S. Bernh. Abb. Liber VII. excerptui ex Libro , Ciii titulin : Exordium magnum Cistcrcieiife Dijlinct. II. . XVm. Deel. D 18 KERKELIJKE V zijn lijk onder godsdienftige ftatelijlïiieden openlijk BOEK ten toon lag, en zijne wonderkracht niet ophield, Hoofdft. ^'"^^ ^^" ^^^^" '■^ openbaren , die hulp bij hem zoch- na C. G ten, was het gedrang der aanfchouwers zoo groot, Jaano73. ^^^ ^^^^ Bisfchoppen en Abten , die daar tot de uit- toc isi/- ,1 vaart zamengekomen waren , bijna geen eerbied meer bewezen werd. De Abt goswin van Citeaux vreesde, dat, indien dit mogt aanhouden, de ge- heele Kloostertucht te Clairvaux te niet zou loopen. Na eenige raadplegingen trad hij eerbiedig tot het lijk van den Heiligen , en verbood hem , uit kracht van de fchuldige Monnikengehoorzaamheid , voor- taan eenige wonderwerken meer te verrigten. Sedert hielden ook de openbare wonderwerken op; hoewel hij, in het geheim, nog voortging, aan fommigen, bijzonder aan zijne Ordensbroederen , de verzochte hulp te bewijzen. Zijne Brieven zijn voor ons belangrijker, dan de- se zijne wonderdaden. In het eerfle Deel van zijne werken komen 'er 419 voor , behalve zulke , die door anderen aan hem gefchreven zijn. Deze Brie- ven zijn grootendeels aan Koningen, groote Heeren, Paufen, Kardinalen, Bisfchoppen, Abten en Mon- niken gerigt, en betreffen alle foorten van Kerkelijke gevallen van zijnen tijd, in welken hij groot aandeel nam gedurende zijn leven. De ftijl dezer Brieven is wel de zuiverde niet, maar toch vloeijend en le- vendig, fomtijds zelfs geestig, niet zonder zinrijke gedachten, kort en puntig. In verfcheidene der- zelven zegt hij aan de Paufen ftoute waarheden. Dus fchrijft hij in deii i78Iten Brief aan innocen- TI- GESCHIEDENIS. 19 TIUS II in het jaar 11 39, dat hij uit liefde tot hem V de algemeene klagtcn tegen den Pausfelijken Stoel ^^^^ wilde voordragen; dat alle geregtigheid in de Kerk f-jgof^jif^ te grond ging; de fleutels der Kerk vernietigd wer- na C G. den ; en het gezag der Bisfchoppen in verachting jot'^j^i^* geraakte , terwijl de Paus en het Roomfche Hof on- ■ deugende Leeken , Kerkdijken en Monniken be- fchermden en begunftigden. Hij was geftadig de groote voorflander van het Monnikenleven , hetwelk hij zelf in de uiterfle flreng- heid oefende; voorts was hij genoegzaam de aan- zienlijkfte Kerkleeraar van zijn' tijd, die zulk een gezag door den roem van zijne godsvrucht en hei- ligheid verworven had, dat zijne flem op de Kerk« vergaderingen, bij welke hij tegenwoordig was, het meeste gold. Zijne gevoelens omtrent de pligtea van het Monnikenleven vertoonen zich allerdnide- lijkst in een bijzonder gefchrift : Lwer de pracepto et Dispenfatione (*). In dit gefchrift floeg hij een zijdelingsch oog van Twisttufi- minachting op de levenswijze der Monniken van ^'^^^n de Clugiiy. Maar omtrent het jaar 11 25 fchreef hij ken vau een bijzonder fcherp gefchrift tegen dezelven : (^Jpo- Clugny logia ad Gulielmum S, Theoderici ahbatem) (f). In deszelfs eerfte afdeeling verdedigt bernhard zich, tegen het verwijt, als of hij de Orde van Clugnj wilde hoonen, en erkent, dat ook velen van zijne Cistercienfer Monniken niet naar den regel leven, C*) Opp. Tom II. p. 505-530. Cf) Opp. Tom. II. p. 53 f -545. B a en Cice» aux. at> K E R K E L rf K E V die pelfen dragen, als zij gezond zijn; vleesch en BORK yet etgn ^ op éénen dag drie of vierderlei fpijzen bij Hoofdft. hun brood eten , iietwelk de Regel verbiedt , en ra C. G, geen handwerk veriigten, hetwelk de Regel gebiedt. tot'^K'i'? Doch in de volgende afdeeling vaart de Schrijver he- ■. vig uit tegen de menigvuldige misbruiken en erger- nisfen der Monniken , onder anderen uitroepende : „ Ik ellendig mensch! waarom leve ik dan, om zulk een verval van onze Orde te zien? die Orde, welke in de Kerk de eerde geweest is; ja van wel- ke de Kerk haren aanvang heeft genomen, die on- der alle op aarde aan de Engelenkoren het meest gelijkvormig, en aan het Hemelsch yeruzakm het naaste is , zoo wel uit hoofde der kuischheid , als uit hoofde der brandende liefde; welker (lichters de Apostelen, en welker eerde voorbeelden die genen geweest zijn, die paulus zoo dikwijls Heiligen ge- noemd heeft." Niets heeft ondertusfchen den Heiligen bern- HARD meer kwaden naam veroorzaakt , dan even dit Boek. De Monniken van Clugny ftonden toen» maals in zoo hoogen roem, dat hij, die hen durf- de berispen, de geheele wereld fcheen te veroordee- len; ook waren zij zoo talrijk, dat bernhard zich een heer van tegen dr ijders op den hals haalde. Onder de Brieven van bernhard (*) ftaat een lange Brief van PIETER den Eerwaardigst, den beroemden Abt van Clugny, aan den Heiligen bernhard, in het jaar 1134. Deze Brief, welke de oorzaken on- der- (*) Episf, 229. HARD. GESCHIEDENIS. ai derzoekt van den twist tusfchen de Cluniacenfer en V Cistercienfer Monniken , is evenwel geene beant- ^'^^^ woording van het bovengemeld gefchrift van bern- Hoofdft. na C. G» Onder het Pausfchap van urbanus IV, omtrent 1^^ j^^* het jaar 1264, ontftond 'er ook verfchil tusfchen de • Cistercienfen zelven , over de verklaring van de hoofdoorkonde, Cherta caritatis genoemd, op wel- ke de Orde van Citeaux gegrond was, welke twist aanleiding gaf, dat de opvolger van urbanus IV, KLEMENS IV, in het jaar 1265, deze oorkonde, door eene bijzondere verordening, welke in de Orde Clementina genoemd wordt , cenigzins verr.nderde, en de regering en het regtsgebied der opperften van de Orde nader bepaalde. Terwijl de beide 0:dens van Chigny en Citeaux Orde van onderling kibbelden , niet alleen over de llrengheid ^''^°'^" ^ mouu der gebruiken, maar ook over de Tienden, welke die van Citeaux aan de JMonniljen van Clugny van zekere landerijen hadden behooren te betalen, welke twist zoo hoog liep, dat die van Clugny in het jaar II 50 het Cistercie;:fcr Klooster k Miroir ten gron- de toe flooptcn , ontftonden tegen het einde der Xlde eeuw nog twee Ordens , die beroemd zijn geworden, die van Grandmont en die der Karthuizers, De eerfte dezer Ordens werd gefticht door ste- ven van Tigerm, gemeenlijk naar de plaats van zijn eenzaam verblijf steven van Muret genoemd, den Zoon van eenen Vicomte 'm Am-er gne, die in het jaar 1040 te Thiers of Tigerno geboren werd. Van zijne ouders , die hem door gebeden , v.isten B 3 eu a« KERKELIJKE V en aalmoezen van God geloofden gekregen te heb» BOFCK jjen , van jongs af aan den Godsdienst gewijd , ver* Hoofdil. zelde hij , in den ouderdom van twaalf jaren , zijnen na C. G. Vader op eene bedevaart naar het ligchaam van den H. |^^'^j°^^" NiKOLAUS te Bari in Beneden -Italië, Op de terug- m- reize te Benevento krank geworden, bleef hij daar onder het opzigt van den Aartsbisfchop milon, die hem liet opvoeden en onderwijzen, en wegens zi^ine godzaligheid tot Onderdiaken en vervolgens tot Diaken benoemde. Daar was ten dien tijde in Ka- lahrië een gezelfchap JMonniken , beroemd door de ftrengheid van hunne levenswijze, welke door den Aartsbisfchop meermalen in zijne Kerkredenen ge^. prezen werd. Dit wekte onzen steven op , tot het befluit, om ook de wereld te verlaten , welk befliiit hij, met bewilliging van den Paus grego- fiius vil , in het jaar 1073 ten uitvoer bragt , en eene Orde (lichtte , bij voorraad naar den Regel van den Heil. benedictus , maar fpoedig fchreef ste- ven aan zijne Monniken eenen bijzonderen Regel voor, in welks Inleiding hij hun gebood, dat zij, gevraagd wordende , naar welken Regel zij leefden ? zouden antwoorden: naar den Christelijken Gods* dienst, den eerften en voornaamften Regel, namelijk van het Euangelie, uit welken alle Regels zijn voort» gevloeid. Zelve wilde hij niet voor een' Monnik^ noch voor een' Kanunnik^ noch voor een' Khiizs^ paar gehouden zijn ; namen , zeide hij , die te Hei* lig waren , of te groote volmaaktheid onderftelden , ^an dat hij zich dezelven zou kunnen aanmatigen, ^erst begaf steven zich naar Aureil ^ eenige mij- GESCHIEDENIS. 23 mijlen van Limoges ^ alwaar hij onder de leiding V van GAUCHER leefde, die daar Opziener van een '^°'J* Klooster was. Maar , als deze in de nabuurfchap Hoofdf!. ook een Klooster voor Nonnen ftichtte , begaf ste- na C. G. VEN, duchtende, dat deze nabuurfchap voor hem j^J"°f|j gevaarlijk mogt worden , zich in het jaar 1076 naar ». Muret, een' berg nabij Limoges^ waar hij voor zich tusfchen eenige digt met boomen bewasfene rotfen eene hut van boomtakken opfloeg. Om zich hier geheel aan Christus te wijden, ftak hij een' ring, het eenige, hetwelk hij van zijns vaders goed medegenomen had, aan zijnen vinger, en fprak daar bij de woorden: „ Ik, steven, verzaak den Dui- ,, vel en alle zijne pracht, (^pompae^^ ik geve mij „ zelven over aan God den Vader, aan zijn Zoon, „ en aan den Heiligen Geest." Thans fchreef hij zijne gelofte op, welke hij op het hoofd leide, on- der het uitfpreken dezer woorden: „ Almagtig m barmhartig Heer , Vader , Zoon en Heilige Geest ! die gij altijd dezelfde blijft, leeft en regeert, een drieëenig en eenig God ! Ik , Broeder steven , beloof, dat ik u , van nu af aan , in deze woeftijn , in het Katholijk Geloof, dienen zal, en daarom leg ik dit fchrifc op mijn hoofd, en fteek dezen ring aan mijn' vinger, opdat op den dag mijns doods deze gelofte en dit fchrift mij een fchild en verde- diging tegen de lagen mijner vijanden zijn mogen. Ik bid u, Heere, dat gij mij het Bruiloftskleed ge- ven , en mij onder de • Zonen der Heil. Kerk ftel- len, en mijne ziel, wanneer zij uit het ligchaam tot het bruilofcsmaal van uwen Zoon, 6 Heiligde Va- B 4 der! 24 KERKELIJKE V <3er ! zal overgaan , met het kleed uwer liefde be- BOEK ideeden, en met alle uwe Heiligen in uw Rijk in- Hoot'drt. brengen wilt enz." Ook voegde hij 'er nog bij : na C. G. „ Heilige maria! Moeder van onzen Heere jezus jaario73 (.^p^^jsTugf aan uwen Zoon en aan U bevele ik mij- tot 15»/ n, ne ziel 5 mijn ligchaam en zin aan (*)." Sedert leide steven eene heel gedirenge levens- wijze. Eerst maakten kruiden en wortelen, die ne- vens hem groeiden , zijn voedfel uit , tot dat eenige Herders, zijn verblijf ontdekt hebbende , hem nu en dan wat brood bragten, hetwelk hij met water gebruikte; fomtijds at hij meelpap, zoo laf als mo- gelijk was. Vleesch at hij nooit. Tegen de be- kooringen des vleefches en wellust ging hij Reeds piet een ijzeren panfier op het bloote lijf bekleed ; maar ten laatfien , zegt zijn Levensbefchrijver , had hij , in een geheel uitgedroogd ligchaam , eene vol- komene overwinning over zich zelven bevochten. Over dit panfier droeg hij 's winters en 's zomers eener- lei ligte kleeding. Zijn bed , hetwelk uit twee plan-^ ken , in eene zekere diepte van aarde gelegd , beftond , geleek meer naar een graf. Alle zijne gebeden , die hij menigvuldig deed , deed hij knielend , zoodat hij niet alleen aan handen en knieën eelt had , als een kameel ; maar dat hij zelfs zijn' neus krom gebogen had. Een jaar lang bragt hij in deze levenswijze door; vervolgens vervoegden zich nog twee anderen bij hem, (*) GERAUDi Vita S. Stephani in Marlen, et Dnrand^ 4mpU Collcct. VF. SS. T. VI. p. 1055. GESCHIEDENIS. fl5 hem. Allengs kreeg hij meer nabootfers , terwijl V nog anderen hem bezochten , aan welken hii ^°^'^ , Vl onderwijs en vermaningen, maar ook aalmoezen uit- HooWfï. deelde. Die bij hem bleven , mogten hem niet Abt "^ C. G. oï Leermeester . maar Verbeteraar. (Correcteur .") '^^^^°'^^' ' ^ '^ tot 15 17. noemen. Dat zulk een man in die tijden fpoedig den naam van wonderdoener kreeg , behoeft ons niet te verwonderen ; gelijk 'er dan ook wonderen van hem verteld werden. Hij fiierf den Sdien Februari] II 24. Men hield de plaats in de Kerk te Muret verborgen , waar hij begraven lag , opdat de rust van het Klooster, door den aandrang van het volk, om hem te vereeren, niet gelloord mogt worden, en toch gebeurden 'er, zoo men zegt, vele won- deren. Naauwelljks had pieter van Limoges , die aan STEVEN was opgevolgd, vier maanden lang het op- zigt over het Klooster te Muret gehad , of zekere reguliere Kanunniken van de Orde van den Heil. AUGUSTiNus, of volgens anderen zekere Benedictij- nen in de nabuurfchap, maakten aanfpraak op Mu- ret, STEVENS leerlingen wilden voor dezen onbillij- ken eisch liever wijken , dan te twisten ; zij zochten des eene andere verblijfplaats, en befloten , in de onzekerheid der keuze, dat hun Prior eene Misfe zou houden , en God met hen bidden , om hun zulke plaats aan te wijzen. En nu hoorden de Prior en eenige Monniken, onder het bidden, eene hemelfche ftem , ^velke tot driemalen toe zeide : naar Grandmont ! Daar op gingen zij , vol vreugde, naar dQZQ plaats. Hechts ééne mijl van Muret ge- 3 5 la- «6 KERKELIJKE V legen , alwaar zij zich Kluizen bouwden , en eene BOEK kleine Kapel , in welke zij het ligchaam van hun- Hoofdft. "£ïi ftichter overbragten. Zij hielden hier weder de na C. G. plaats van zijn graf verborgen , om den toeloop van ^J^j'^l^^^" volk te verhinderen, doch het werd fpoedig ont- ■ dekt, door de wonderen , welke daar bij gebeur- den; weshalve de Prior zich genoodzaakt zag, uit vrees voor den toeloop van menfchen , naar het graf te treden , en den Pleiligen te beftrafFen , dat hij het van hem geftichte gezelfchap van den engen weg, welken hij hen geleerd had, af-, en door 2ijne wonderen, den breeden weg, die tot het ver- derf brengt, opleiden wilde, dewijl hij in hunne nabuurfchap eene jaarmarkt aanleide. „ Wij zijn zoo nieuwsgierig niet , zeide hij , dat wij uwe won- derwerken zien willen; wij gelooven die van uwe Heiligheid genoeg. Wacht u dus, in het vervolg zulke wonderen te doen , welke uwe Heiligheid prij^ zen, maar onzen ootmoed vernietigen! Zorg niet zoo zeer voor uwen lof, dat gij ons heil zoudt vergeren ! Wij bevelen u dit ; wij eifchen het van uwe liefde. Maar indien gij anders handelt, zoo zeggen en verzekeren wij u flandvastig bij de ge- hoorzaamheid, welke wij u beloofd hebben , dat wij uw gebeente hier uithalen en in de rivier zullen werpen." Volgens het oud verhaal, bij zijn* Le- Vensbefchrijver, zijn 'er nog lang daar na wonder- werken door STEVENS hulp gefchied, doch niet bij zijn graf, ten miufle niet, dat 'er een toevloed van menfchen door veroorzaakt werd. Genoeg , deze wonderen bewogen Paus klemens III in het jaar 1189, GESCHIEDENIS. 27 1189, op aanzoek der Monniken van Grandmont , V zoo als zij thans genoemd werden, hunnen Stichter ^^^ onder het getal der Kerkheiligen aan te nemen. Hoofdfl. Meer dan vijftig jaren lang werd de Regel van ^^ C. G,> STEVEN in acht genomen , zonder befchreven te ''y!?{'^' ° tot I :> 1 7» zijn. De vierde Prior ^ steven van Lifiac ^ (lelde ., ze omtrent het jaar 1141 in gefchrift, en door den zevenden Prior gerard, den Levensberchrij\'er van den Stichter , werd deze Regel in dien vorm gebragt, waar in wij dien nog lezen. D^'zelve fcherpt voor alle dingen armoede en gehoorzaamheid in. Alleen wanneer de Monniken twee dagen zonder eenige on- derfleuning te genieten, gebrek aan het noodige ge- leden hebben, is het geoorloofd, dat twee Monni- ken van huis tot huis aalmoezen verzamelen. Na- derhand hebben de Paufen veel in dezen Regel ver- zacht, voornamelijk innocentius IV, in het jaar - 1245, die verfcheidene afdeelingen verwierp. Onder het Priorfchap van steven van Lijiac be- gon de Orde fneller toe te nemen. In minder dan 30 jaren kreeg zij meer dan 60 Kloosters. Deze, die men Cellen of Kluizen noemde , waren aan het Klooster Grnndmont onderworpen. Men gaf in de Giftbrieven aan deze Monniken ook den naam Bons" Hommes, Tusfchen de eigenlijke Monniken , Priesters en Geestelijken, en tusfchen de Leekebroeders ^ (^Con- verfi,^ welke zich alleen met de tijdelijke zaken der Orde moesten bezig houden , ontftonden dikwijls he- vige twisten, met welke Pausfen en Koningen ge- moeid waren, door welke de Orde in verval geraak- te, ' s§ KEPvKELIJKE V te , tot dat Paus joannes XXII de Orde hervormde ^?^J* in het Jaar 1317 , en tevens het Priorfchap van Hoofdfi. Grandmont tot eene Abdij verhief, welker eerften na C. G. Abt hij zelf benoemde. toE I-Ï7 Gelukkiger behield eene andere Orde der Karthtii- ■- zers , die kort na die van Grandmont gedicht werd , Ordeder j^^j-gj^ ^^^^ y^^j ftrenge levenswijze. Zij werd ge- zers ^e- fticht door bruno , omtrent het jaar 1040 , te Keu- ilicht jgfj geboren. Daar in de Stiftsfchool van St. cuni- EE.ÜJNO. BERT onderwezen, begaf hij zich naar Rheims, om" daar in de Domfchool zijne kundigheden uit te brei- den. Hier maakte hij zoo groote vorderingen, dat hij Kanunnik en Scholasticm ^ (Opziener der Dom-" fchole , ) werd , alwaar hij vele Leerlingen had , on- der anderen otto , naderhand Paus onder den naam van URBANUS II. Ook deed hij als Kanfelier der Kerk te Rheims omtrent het jaar 1073 gewigtigê dienften. MANASSES ï was toenmaals Aartsbisfchop van Rheims , een trotsch , hebzuchtig en geweldig Pre- laat, die Kerken, Abdijen en huizen der Kanunni- ken uirplunderde. Hij werd daarom in eene Kerk- vergadering te Lions in het jaar 1080, onder voor- zicting van eenen Pausfelijken Legaat, afgezet; en dit vonnis door gregürius VII bekrachtigd. Doch, als de Aartsbisfchop zich hier tegen met de wape- nen zocht te handhaven, deed de Paus hem in den ban, en federt doolde hij, onder zeldzame lotgeval- len, in verfcheidene landen rond. BRUNO en eenige andere Kanunniken te Rheims , (door deze buitenfporigheden van hunnen Aartsbis-- fchop GESCHIEDENIS. 29 fchop geërgerd en bedroefd, befloten in het jaar V 1080, de wereld scheel te verlaten. Dus verhaalt [soek VI een tijdgenoot guibert, Abt van Nogent, Maar ^qq^^jI^ tegen het einde dtr Xlllde eeuw vindt men eerst na C. G« fporen van een verhaal, hetwelk eene geheel andere l^^^^°73'' ^ ' '^ tot 1517-. beweegreden opgeeft , waarom bruno zich in de „ -, eenzaamheid begeven heeft. Dit verhaal komt hier op neder. In het jaar 1084 (lierf te Parys een al- gemeen vereerd Leeraar aldaar, die, als zijn lijk nu uitgedragen zou worden , op ec;ns riep : , , Ik fia voor het oordeel I " Men ftelde zijne begrafenis uit tot den volgenden dag ; toen riep hij andermaal : 5, Ik ben geoordeeld ! " En als men nog eenen dag wachtte , liet hij deze woorden hooren ; „ Ik ben door Gods regtvaardig oordeel verdoemd!" bruno, ontfleld , dat een zoo eerwaardig man verdoemd zou zijn, verloor allen lust, om langer onder de men- fchen te blijven. Hij vermaande zijne leerlingen , zes andere aanzienlijke Leeraars te Parys ^ hem daar in na te volgen, hun zijne gezindheid met het vol- gende versje inboezemende: Linquo coas ranis, cras corvis , vanaqiie vanfs, Ad Logicam pergo, quae mortis non timet ergo. Vervolgens begaf hij zich met hen naar den Bis- fchop HUGO van Grenohk ^ die, reeds vooraf door eene Goddelijke openbaring verwittigd, hun eene • verblijfplaats in zijn Bisdom aanwees. Deze vertelling werd in het Roomfche Breviarium of Gebedeboek , op den 6 len October , den Feest- dag van den Heil. bruno, ingevoegd, en verkreeg dus •o KERKELIJKE V dus des te meer geloofwaardigheid in die. Kerk* BOEK Doch in het midden der XVIIde eeuw heeft Paus Hoofdfl. URBANus VIII ze daar uit laten ligten ; evenwel na C. G. werd ze nog door den Jezuit tfleophilï ray- tot i-i- NAUD en den Paryfchen Godgeleerden andreas du M ■! saussay verdedigd, maar door joan launoi we- derlegd, hoe zeer naderhand de Karthiiizers nog gepoogd hebben, de geloofwaardigheid van dezelve te handhaven. Nadat bruno met eenige vrienden, waarfchijnlijk in het jaar loSo, Rheims verlaten hadden, leefden zij eenigen tijd te Saisfe • Font ai ne , in het Bisdom Langres, op de wijze van Kluizenaars, bij malkan- der. Doch naar grooter volmaaktheid ftrevende , begaf bruno zich op raad van roeert , Abt van Büolesme ^ met zes zijner medgezellen, onder de lei- ding van den Bisfchop hugo van Grenohle, Deze wees hun de woestijn van Chartreufe ter woning aan , een' bijna ontoegankelijken oord , tusfchen vreesfelijk hooge rotfen , die bijna altijd met fneeuw en nevel bedekt waren, twee of drie Franfche mij- len van Grenohle, Hier bouwden zij kleine Cellen of Kluisjes op eenigen afftand van malkander , in welken altijd twee bij eikanderen woonden. Deze plaats heeft aan de Orde den naam Chartreux gege- ven, waar van de naam Karthuizers met den tijd ontflaan is. Het begin der Orde zal in het jaar loSö , doch waarfchijnlijker in 1084 , te plaatfen zijn. BRUNO leide bij de fiichting van zijn nieuw ge- zelfchap den Regel van den Heiligen benedictus tea GESCHIEDENIS. 31 ten grofidflag. In de eerde tijden der Xllde eeuw V feefden deze Kluizenaars heel flreiig. Op Zondag *^^* deelde hun de huisbezorger brood en peulvruchten uit , Hoofdfl, welke ieder voor zich zelven kookte. Eene beek , nn C. G, door hunne Kluizen rondloopende , verfchafte hun j^!!"?f:?* tüt i5i/» water. Op Zondag en hooge Feestdagen kregen zij i^.i kaas en visch , als hun die van iemand gefchoiiken werd. Als zij al wijn dronken, was dezelve zoo verfchaald , dat hij niet beter was dan water. Een geitenharen deken bedekte hun bloote lijf, ook wa- ren zij voorts zeer flecht gekleed. Zij fpraken bijna geheel niet, en vraagden alles door teekenen. In hunne Kerk was, behalve een zilveren kelk, geen de minfte fieraad. Zekere Graaf van Nivernois zond hun veel zilvergereedfchap ten gefchenk , maar zij zonden het hem terug, en verzochten daar voor osfenhuiden en pergament , hetwelk zij noodiger had- den, omdat zij zich ijverig bezig hielden met bet affchrijven van Boeken , waar van zij eenen aanzien- lijken fchat verzamelden. Zij ftonden onder ecnen Prior ^ en de Aartsbisfchop van Grenohk bekleedde de plaats van hunnen Abt. BRUNO was naauwelijks zes jaren lang hun Op- ziener geweest, toen hij in het jaar 1090 door ur- BANus II, weleer zijn' leerling, naar Rome ontbo- den werd , om hem in de regering der Kerk met zijnen raad bij te ftaan. Hij gehoorzaamde , maar nu verlieten zijne leerlingen ook fpoedig Chartreufe ^ evenwel overreedde hij hen dra , om deze woon- plaats op nieuw te betrekken. Ondertusfchen kon hij het Hofleven te Rome niet lang verduren. Ook vindt 3ü KERKELIJKE V vindt men hem reeds in het jaar 1092 in de woes- BOEK tLjn te Torre in Kalahriê . alwaar hij eene nieuwe VI ■> j Hoofdfl:. Chartreufe aanleide. roger , Graaf van SicilVè en na C. G. Kalabri'è , hem op de jagt ontdekt hebbende , liet tot "^i ^1^7' ^^^^ ^^" Klooster voor zijne leerlingen flichten, die ■ het harde Kluizenaarsleven niet verdragen konden, en hier flierf bruno den 6den October iioi. In zijne laatfle oogenblikken leide hij zijne Geloofsbe- lijdenis af, inzonderheid belijdende , dat brood en wijn na de wijding op het altaar het ware ligchaam en bloed van christüs zij. Kort na zijn' dood werden, zoo als gewonelijk, eene menigte wonderen van hem verhaald, welke van zijne heiligheid moes- ten getuigen. Evenwel duurde het meer dan 400 jaren, eer hem de eere der Heiligverklaring in zijne Kerk te beurte viel. Eindelijk vergunde leo X in het jaar 1514 aan de Karthuizers ^ dat zij zijn Feest jaarlijks op den 6den October zouden vieren. En nu befloten de Monniken van zijn Klooster in Ka^ lahri'è zijn ligchaam uit het graf te nemen, en het met alle ftatelijkheid onder het hoog altaar van hun- ne Kerk te plaatfen; ja opdat de godsvrucht van zijne vereerders te beter voldaan mogt worden , fcheidde men het hoofd van het ligchaam; en zorid een gedeelte van het onderfte kinnebakken met twee tanden naar de groot e Chartreufe ; terwijl andere ftukjes van het hoofd onder de Karthuizen aan den Rhyn en te Parys medegedeeld werden. Eindelijk heeft GREGORiüs VII zijnen Feestdag in zijne Kerk algemeen ingevoerd. BRUNO heeft ook het één en ander gefchreven, hoe- GESCHIEDENIS. 33 hoewel verfcheidene fchriftcn, die op zijnen naam V gaan, aan den Bisfcliop bruno van Segni behco- ^^^^ ren. In eene veriilaring van de Brieven van pau- Hoofdft. LUS, Expo fit io in omnes Epistolas D, Pauli ^ is "^ C. G. dit merkwaardig, dat liij de leere van augustinus [^^ ^^\^^ aangaande de eeuwige voorverordiiiering in derzelver ■ iiitgeflrektheid heeft aangenomen. Toen BRUNO ftierf, waren 'er, behalve de twee UitbreJ- Karthuizen , in Daufineé en Kalabri'è^ geene ande- ^'"^ van re. In het jaar 1137, toen hun Prior guigues der Kar- overleed , waren 'er flechts drie nieuwe in Frankr^k thuizers* bijgekomen. Deze, die het vijfde opperhoofd der Orde was, fchreef haar het eerst hare verordenin* gen op, (Cartufice Confuetudines ^ welke vrij flreng waren. In 1258 vond de Prior ruffer, die eigen* lijk BERNHARD DE LA TOUR heette, zich genood- zaakt , deze verordeningen te vernieuwen , welke ver- nieuwing in een algemeen Kapittel der Orde in het jaar 1259 bevestigd werd , en doorgaans de ouch Statuten der Orde heet, te weten, de Orde was ver afgeweken van hare oude voorfchrifren , waar van de Monniken zich Dispenfatien hadden weten te bezorgen, waar door de Orde bij de Leeken ver- achtelijk was geworden. Zij droegen fraaije klecde- ren , en reden op paarden met kostbare tuigen enz, , waar tegen nu nieuwe voorfchriftcn gemaakt wer- den. Sedert is de Orde merkelijk toegenomen^ ook in rykdom en vermogen, evenwel hebben de Kat- thuizers hunne oorfpronkelijke flrengheid tot in <3e laatstverloopene tijden zoeken te bewaren , zoodat Van deze Orde getuigd wordt, dat zij de eenige gebleven XVni. Deel. C is. 34 KERKELIJKE V is , die in bet vervolg geene hervorming noodig ge- BOEK ijad beeft. Hoofdrt. Eenigermate echter mag men zeggen , dat eene na C. G. andere Orde , die namelijk van den Heiligen anto- jaario73. ^j^^g eene meer algemeen nuttige bedoeling ter tot I5I7 ' o D o .. hulpe van kranken had. De Heilige antonius is Orde van uit de Gefchiedenis der IVde eeuw, als het eerfte .!ü^«,„c voorbeeld van alle Monniken bekend. Naar hem AJNTOrMXUS noemde het gemeen in Frankryk in de XI en Xllde eeuw eene vreesfelijke ziekte , van welke men ons geen naauwkeurig denkbeeld gegeven heeft, het St. Anton'Cs Vuur ^ hetwelk ook het Heilige Vuur ^ en in eene oorkonde van het jaar 1254 zelfs het lleU fche Vuur genoemd wordt. Het lid van het lig- chaam , hetwelk daar door aangetast werd , ver- droogde zoo zwart, als of het verbrand was: en men vertoonde nog in onzen tijd zulke ledematen in het Hospitaal van het vlek St, Antcine 'm. DaU' finée; fomtijds rotte zulk een lid zelfs wel geheel af. ANTONius , die onder andere wonderen ook vele ziekten genezen zal hebben, werd bijzonder als helper in deze ziekte aangemerkt. GASTON, een rijk Edelman iwDaufinée^ tegen het einde der Xlde eeuw, was de Itichter dezer Orde , hij geloofde zijne gezondheid wedergekregen te hebben, door den bijüand van den H. antonius, wiens lig- ,chaam,zoo men voorgaf, in 1050 door jocELiN,een V, oornaam Heer in dit gewest , van Konflantimpolsn in eei X vlek van Daufinée , St. Didier la Mothe gebragt et7 i iaar in eene Kapel der H. Maagd geplaatst was. öAsi 'on's eenige Zoon, girinde of güerin, van de. GESCHIEDENIS. 35 déze ziekte aangetast wordende, begaf gaston zich V naar deze Kapel , en bad om de herlleJling zijns Zoons , ^^^^ iriet eene gelofte, dat zij beiden zich in het vervolg Hoofdü. aan lièt oppasfen en verzorgen van kranken zouden n-^ C. G* toewijden, waar op de Heilige antonius, zoo luidt fori5f7 het verhaal, hun verfcheen, zijne gelofte aannam, ■ en te gelijk beval , dat hij en aüen , die zich aan zlinen dienst zouden overgeven, zich met de letter T van hemelsblauwe kleur zouden teekenen , welke hij aan gaston op de punt van zijnen flaf vertoon- de , uit welken takken voortfproten , welke de ge- heele aarde bedekten, gaston vond zijnen Zooil gezond, en ook gereed, om het beloofde te vol* brengen. Zij begaven zich dan terftond naar St, Didier la Mothe ; gaven zich en hunne goederen over ten dienlte der armen, en bouwden een Hos- pitaal naast de nog onvoltooide Kerk , in welker Kapel het ligchaam van den Heiligen lag. Nu leiden Vader en Zoon den 28 den Junij 1095 hunne wereldlijke kleeding af, en trokken zwarte kleederen aan , met een blaauwe T geteekend. Spoe- dig verbonden zich nog zes andere perfonen met hen. urbanus II, die de Katthuizer Orde be- vestigd had , bevestigde ook deze , toen hij in het jaar 1096 de Kerkvergadering te Clermont hield. GASTON was de eerfte Grootmeester zijner Orde, en bleef zulks tot zijnen dood in het Jaar 1120. Paus HONORius III vergunde aan deze Orde in het jaar 1218, daar zij tot hier toe flechts Leeken ge- weest waren , om de drie Monnikengeloften af te leggen. Zij hadden al vroeg verfcheidene verfchillen C a met «6 KERKELIJKE V met de Benedictijnen , doch werden door de Paus>» BOEK fen gehandhaafd, bonifaciüs VIII verhief hun Op- Hoofdft. perhoofd tol de waardigheid van Abt, en veror- na C. G. dende , dat zij naar den regel van den HeiHgcn au- Jaario73 q^stinus leven, en zich reguliere Kanunniken zou- tot 1517. 7 Ö .1, - den noemen. ]l)q.zq Kanunniken maakten fpoedigen opgang, voornamelijk door de wonderen, welke bij het graf van den H. antonius gezegd werden te ge- beuren , hetwelk eene menigte Bedevaartgangers tot zich lokte. — Dat de Heilige antonius gewonelijk met een klein verken , hetwelk een klokje aan den hals draagt, gefchilderd wordt; en dat zijne Ka^ nunniken met een klokje of fchelletje huune komst tot het inzamelen van aalmoezen aankondigen , en ook van het gemeen daarom jaarlijks een gemest zwijn ontvangen, opdat hun vee niet van het An- tdui's Vuur aangetast mogt worden; deze omftan- dïgheden mogen op het getuigenis van eenen Pro- tejlanifchen Schrijver berusten. Eindelijk had deze Orde cene Hervorming noodig, welke in de eerfte jaren der XVlIde eeuw tot ftand kwam , doch al- leen door de Franfche Kloosters , vier Italiaanfche en vier Diiitfche , werd aangenomen. Ordevnn Doch zeldzamer in hare inrigting, dan alle ove- Fonte- j.jg2 Geestelijke gezelfchappen , die in deze eeuwen ontfliaan zijn, was de Orde van Fontevraud. Der- zelver {lichter was robert of rotbert , hij voert i\Q\\ bijnaam van Arhriszel ^ naar een dorp in Bre" tagne^ hetwelk thans Alhrefec heet, in het Kers- pel van Rennes , in hetwelk hij omtrent het jaar 1045 of 1047 geboren werd. Nadat deze in eeni- GESCHIEDENIS. 37 ge fleden \';in Frankryk onderhoud en onderwijs ver- V Icregen had; ging hij naar Parys, alwaar hij openlijk ^^^^ ■onderwiis gaf in de Godgeleerdheid. De Bisfchop Hoofdlt. van Rheïms ^ die geheel ongeleerd was, verkoos hem na C. G. tot zijnen Fikaris ^ om de wanorden in zijn Bisdom J^'^"°73. •^ ' •' cüt 1517. weg te nemen, waar in hij vier Jaren ijverig werk- zaam was; doch na den dood des Bisfchops, be- ducht voor den haat der Kanunniken , die hij had zoeken te hervormen, begaf hij zich naar Angers ^ waar hij andermaal Leeraar der Godgeleerdheid werd. Maar ook hier vond hij het zedenbederf zoo groot, dat hij befloot , der wereld geheel vaarwel te zeggen. Zijn eerfte weg bragt hem in de groote en woes- te wildernis van Craon ^ waar hij in gezelfchap van eenen Priester een ten uiterfte flreng leven aanving. Zijn voedfol beftond uit wortelen en kruiden ; de aarde diende hem tot een bedde, als hij den flaap vólftrekt niet langer weeren kon, en in plaats dat andere Kluizenaars met vellen van geiten of lamme- ren gekleed waren, droeg hij eene borftelige zwijnen- huid, om zijn ligchaam te meer te kwellen. Tegen zijne bedoeling werd dit voorbeeld der boete fpoe- dig bekend; men fnelde van alle zijden heen, om hetzelve te bewonderen , en velen begonnen , onder zijn opzigt, hem na te volgen. Derzelver getal ver- meerderde zoo fpoedig, dat zij drie gezelfchappen aanleiden, een van welken hij zelve befluurde, terwijl hij het opzigt over de beide anderen aan twee zijner leerlingen opdroeg, die hij voor de volmaaktften hield. In het jaar 1094 bouwde hij voor hun een Klooster en fchreef hun den zoogenoemden regel van C 3 den . 38 KERKELIJKE V ^en Heiligen augustinus voor. Zij verwisfelf?eti BOEK na eenigen tijd hun armhartig leven met de inrigting Hoofdft. ^^^ reguliere Kanunniken, robert zelve kreeg in na C. G. het jaar icpS van urbanus II bevel , om het Jaario73. j^j.^jg ^^ prediken , hetwelk hij met veel ijver deed, tot 1517. ^ •' , , j,j. waar door hij tevens eene menigte aanhangers voor zich verkreeg, voor welke hij eene verblijfplaats zocht en vond in de Provintie Poitou^ niet ver van de ftad Candes ^ in een wijd veld, met kreupelbosch en doornen begroeid , hetwelk men Fontevraud noemde. Hier bouwde hij in het jaar 11 00 eene menigte Kluizen, en dewijl hij aanhangers van beide kunnen bad , leide hij ook twee onderfcheidene Kloosters en Bedehuizen voor hun aan. Vervol- gens hield hij zich bezig, om ontuchtige vrouwen te bekeeren. Te Rouen ging hij in een hoerhuis , en wist al deszelfs bewoonflers te bewegen, dat zij hare levenswijze veranderden. De toeloop tot zijn gezelfchap was zoo groot, dat hij alleen voor de vrouwen drie Kloosters oprigten moest. Het ééne (/e Grand Moutier^ een woord, dat uit Monaste- rium ontflaan is,) bevatte 300 maagden en wedu- wen; in het tweede, (^de Si. Lazare,^ waren 120 melaatfche en kranke; maar in het derde, (de Ia Magdelaine , ) de gevallene. Voor de mannen werd een groot Klooster, en voor de beide geflachten eene gemeenfch appel ijke Kerk gebouwd, robert zworf ondertusfchen , als Apostolifche , (of Pausfe- lijke,) Prediker, geheel Frankryk rond, terwijl Paus PASCHALis II in 1106 zijne Orde bevestigde, die hij ook vervolgens oiimiddelijk aan den Paus onderwierp. Ou- i GESCHIEDENIS. 2<> Ondertusfchen had robert of roteert aan zij- V ne Orde eeiie zeldzame en in hare foort ecnige in- ^^^-^ ligling gegeven. Devv'ijl hij dezelve aan de Maagd Hoofdfl. »iARiA en aan den Apostel joannes gewijd had, na C. G. geloofde hij , ingevolge de woorden van den Zalig- i''''''"°73- maker, die aan dezen Apostel zijne Moeder, als — -— ' aan eenen Zoon , had aanbevolen , ( jToam, XIX. ^-^e Or- «6.) dat zijne Orde onder liet beftuur ecner vrouw, eene*^^ "^ die de plaats van marïa vervangen zou, ftaan vrouw tot moest , en dat aan de Abdisfe van Fontevraud niet J?^^"""^" iter. alleen de vrouwen, maar ook de tot zijne Orde be- hoorende Monniken, met derzelver Abten onderge- fchikt behoorden te zijn , als plaatsvervangers van den Apostel joannes. Deze zeldzame inrigting is op nog zeldzamer wijze vervolgens verdedigd. Men heeft, bij voorbeeld, gefchreven, dai de H. Maagd God zelven heftuurd hehhe , nademaal de H. Schrift zegt, dat JEZUS zijne moeder onderdanig geweest is (*> MABILLON (f) merkt aan , dat robert echter, gedurende zijn leven, het hoofd der Orde is gebleven, die hem haren Prczlatus en Magister noemde, doch heeft echter niet kunnen bewijzen, dat bij eenige andere Orde foortgelljke inrigting heb- be plaats gedad, als robert in de zijne invoerde. Misfchien had deze zeldzame inrigting zoo veel of meer invloed tot uitbreiding der Orde , dan de boetprecliking van robert zelve. Bij zijn leven wa- ren 'er reeds 3,000, en kort na zijn dood 4 of SjOOO (*) BAYLE Dict. Art. Fontevraud. Ct) Annal.Qrd, S. Bened. T. V. p. 425.. C4 40 KERKELIJKE V 5,000 Nonnen enkel in het Klooster Fonfevraud» BOEK dq Regel van den Heiligen benedictus was het Hoofdft. voorfchrifc voor al de leden der Orde. Aan allen na C. G. was het vleescheten verboden , zelfs aan de zieken. 10^1^17'^^ Nonnen moesten beftendig zwijgen ; alle gemeen- ■ . fchappelijk ter Kerke gaan, en met het flechtfte la- ken gekleed zijn ; de ftervende mogten de Sacramen- ten alleenlijk in de Kerk ontvangen. De Monniken, die niets in eigendom mogten bezitten, waren ver- pligt te zingen en de Mis te hooren, en de Lee^ Gebroeders tot handenarbeid. De eerfle mogten gee- ne Parochiekerken noch Tienden aannemen ; eedzwee« ren en de vuurproeve waren hun verboden; zij had- den flechts op zekere tijden verlof om te fpreken. Evenwel gaf robert in vele opzigten ontflag aan zijne Broeders en Zusters , maar hij zelf overtrof allen in waken, vasten en flecht voedfel, en ging altijd barrevoets. Hij kon echter, met al zijne vroomheid, kwade vermoedens en achterklap niet ontgaan; ook werd liij door verftandige lieden tot meer voorzigtigheid vermaand. De beroemde Abt goffried of got- FRiED van Fendome ^ naderhand Kardinaal gemaakt door URBANüS II, fchreef hem (♦): dat hij van hem gehoord had, dat hij met eenige vrouwen , wier opzigt hij aanvaard had , in eene te gemeen- zame verkeering zamenvvoonde , met haar dikwijls in het bijzonder fprak. Ja zich niet fchaamde, meer- ma- (*) GOFFRED Fendocin, Libr, IV, Ep. 47. in sirmon* Dl Opp. T. III. p. 549. GESCHIEDENIS. 41 malen bij en met haar te flapen. „Daar door fchijnt v „gij u zelven," dus vervolgt hij, „ gelijk gij boek j, voorgeeft, het kruis des Heeren Verlosfers waar- Hoofdfi. p, dig te gedragen, naardien gij de verkeerd ontfto- na c. G, ., kene drift des vleefches poogt uit te blusPchen. r^''''°/'5- 5, Indien gij dit thans doet , of eens vooral gedaan 5, hebt, dan hebt gij u een nieuw ongehoord, maar „ onvruchtbaar foort van Martelaarfchap, (^ Martijd ^j rium ^^ uitgevonden." Verders onderhoudt de Abt den goeden robert over het onvoegzarae, onvoorzigtige en gevaarlijke in dit zijn gedrag. Men heeft aan de echtheid van dezen Brief wel willen twijfelen, maar vergeefs, en mabillon erkent zel- ve, dezen Brief in een Handfchrift te Florence ge- zien te hebben, hoewel hij uit het Handfchrift, door siRMOND gebruikt, was uitgefcheurd. Ook is 'er nog een andere Brief van foortgelijken inhoud, wel- ke aan robert gefchreven zal zijn door riarbod, Bisfchop van Rennes; bayle is breedvoerig over dit een en ander in zijn Woordenboek, hoewel hij in de herhaalde uitgave van dat werk erkent , dat 'er geen ergerlijk gedrag bewezen is. ROBERT v^n^rbrisfelles overleed in het jaar 11 17, in het Klooster Orfan in Berry. In het vervolg verminderde het getal der bewoneresfen van Fonte- yraud zoodanig, dat het in het jaar 1248 flechts 700 bedroeg, ja 40 jaren daar na tot 360 gedaald was 5 jnaar daartegen had de Orde ook in Spanje en En* geland Kloosters aangewonnen. Naderhand ger;iakfe zij in Frankryk zoo in verval , dat de Paufen fcdert bet midden der XVde eeuw meer dan eeus op eene C 5 Her- 4» .KERKELIJKE V Hervorming derzelve bedaclit zijn geweest , wellie soEK ,31^1- zonder tegenftand aangenomen werd (*). Hoofdfl. -ï^o^ veel gelijkvormigheid *er ook ware tusfchen na C. G. de zoogenoemde reguliere Kanunmken en de il/ö/?- ■*^^^*°^^' «//t^;?, zoodat men zelfs van den éénen (land lig- telijk overging in den anderen, greep 'er nogtans Twisten j^y aanhoudendheid een naarijver plaats tusfchen de T*i 1 ^ \C il f* n de Moii- ^^"^ ^" anderen; te meer, omdat het niet zelden nikenen gebeurde, dat aan de Monniken de plaatfen en goe- Knnunni- ^gj.gj-j ^^-^ Kanunniken gegeven , of deze in het bezit van de eigendommen der Monniken gcfteld werderv Ook betwistten ^t Kanunniken aan de Monniken, het regt, om Kerkelijke ambten te beklceden. — Ee^ der voornaam üen, die de vooriegten der Kanunni' ^en boven de Monniken ten hoogfien top verhief, was LAMBERT, Abt van Si. Rt/fus, in eenen Brief, gefchreven, omtrent het jaar iiio (f). Maar aan den anderen kant hebben de Monniken eenen uit- muntenden voordander gevonden in den bekenden AT5ELARD , die iiisgelijks in eenen Brief hunne waar- digheid nadrukkelijkst verdedigde, gelijk ook zijn Tijiigenoot rupert. Abt van Duits; en inderdaad neigde ook de menigte tot hooger vereering van den Monnikenftand , gelijk ook de Monniken thans niet eens altijd de Priesterwijding noodig hadden, om als openlijke Leeraars te kunnen optreden. Desniet- temin bezat de zoogenoemde Wereldlijke Geestelijk- heid (*) iiELYOT Eijioire des Ordres Monajiiques Tom. VI, r. 86. fqq- (t) ïn MiiiiTEKE Thcs. Jnecdot. T. I. p. 329-332. GESCHIEDENIS. 43 lieid toch het gewone Leeraarambt; de Kanunniken V handhaafden zich door hunne, rijke ftichtingen , en ^°^* doordien zij de naasten waren , om den Bisfchoppe- Hoofdft. lijken Stoel te bezitten , in fpijt van de buiteufporig- na C. G. heden, waar mede zij befciiuldigd werden, en die Jot^Jj^^l zij zochten te ontgaan, door herhaalde Hervormin- . gen van hunnen ftand. Van daar in dit Tijdperk verfcheidene Congregatien of verzamelingen van r«- guliere Kanunniken. Zoo oniftonden in liet jaar II 14 te 'Jeruzalem de reguliere Kanunniken van het Heilige Graf, die door den Patriarch arnülf be- wogen werden, om zonder eenig bijzonder eigen- dom zamen te wonen, en die door Paus calixtu? II in 110.2 bevestigd zijnde, zich ook in Europa voortplantten. Nog vermaarder werd de Congrega- tie der Kanunniken van den Heiligen victor te Parys. lodewyk de Dikke liet deze Abdij omtrent het jaar 1113 voor hun bouwen, toen willem van Champeaux , Aartsdiaken in die Hoofdflad , zich fe- dert het jaar 1108 met zijne talrijke leerlingen in de Kapel van Si. Fictor begeven had, om daar zijij onderwijs te vervolgen. Kort daar na hebben de beide Kanunniken, hugo en richard van St. FiC' tor, den roem van het Klooster bijzonder vermeer- derd. De ftrenge orde, welke in hetzelve werd waargenomen , wekte verfcheidene Collegiaatkerken en Kloosters van deze foort op, om zich met dit Klooster in ecne Congregatie te vereenigen; doch welke naderhand weder gefcheiden is. Onder al de Hervormingen der Kanunniken heefc Orde der ^ich echter geene zoo uitgebreid, en zco veel aan- P''"'"°"" ftrr.tenfen zien 44 KERKELIJKE V zien en rijkdom verworven, als de Orde der Pre- eoEK fnonftratenfen, bartholomeus , Bisfchop van Hoofdft Laon^ wilde omtrent het jaar 1119 onder de Ka- na C. G, nunniken dezer ftad , die reguliere heetten , hoewel jaario73. ^j; gygn 200 ongeregeld leefden, als de meeste an- . deren ,. eene hoofdverbetering invoeren. Hij ver- en derzel- gocht daarom den Paus calixtus II, die zich toen o - gen hem uit met fcheldwoorden , en fpoog hem in het gezigt. norberg verdroeg dit met geduld , en dankte God, dat hij hem een zoo roemrijk lijden toezond. Zijn ijver in de werken van Godzaligheid werd verfterkt door een geval, hetwelk hem gebeur- de, als hij de Mis las. Eene groote fpin viel in den gewijden wijn, norbert had ze, volgens Ker- kelijk gebruik, 'er kunnen uithalen, omfpoelen en verbranden, en de asch in het water werpen, of in de Sacristie verbranden, maar zijn geloof, dat zij hem in het bloed van Christus niet fchacien kon, was zoo groot , dat hij ze doorflokte , en zijn ver- trouwen werd vervuld. Zl-n buitengewoon gedrag verwekte hem meer vij- anden behalve de Geestelijkheid. Als de Pansfclijke Legaat conon in het jaar 11 18 eene Kerkvergade- rhig te Frizkr hield, werd hij door de Aartsbis- fchoppen, Bisfchoppen en Abten bij den Legaat be- fchuldigd , als een onrustig en hoogmoedig man. nor bert verdedigde zich, maar vond weinig heul bij den Legaat. Eindelijk befloot hij, in Apostoli- fcbe armoede, in vreemde landen te prediken; hij ieide dan al zijne Kerkelijke waardigheden neder , verkocht zijne aanzienlijke goederen, en deelde het geid onder de armen; vervolgens floeg hij op weg, als een rondzwervend Prediker, alleen verzeld van twee GESCHIEDENIS. 47 twee bedienden, ziine reisgenooten. Dus kwam Mj, V gekleed in eene grove pij en barrevoets, ie Sf. GaU ^^^^ ies in Provence, alwaar de Paus gelasius II zich Hoofdfl, toen bevond, van wien hij, in het jaar 1118 , de na C. G, vrijheid verwierf, om als Boetprediker rond te f ei- ;qj"^JJ^5' zen. ^ Op deze wijze, trok hij, als een landlooper, half naakt met een bedelaarsrok , en als een boeteling, Verfcheidene Provinciën van Frmikryk door. Te Orleans bekeerde hij cenen Onderdiaken ^ die hem voorts verzelde. Te Valencien ondervond hij, dat de inwoners geen Hoogduitsch verftonden , zoo min als hij Fransch fprak. — Dit moet zeker bevreem- den, dat hij dit niet reeds eer ondervonden had. — Hoe het zij , hij bad God , dat hij wilde geven , dat hij voor zijne Toehoorders in eene vreemde Taal verftaanbaar werd : Dit gebeurde ook , zegt zijn Le- vensbefchrijver , en dit wonder bragt in elke ftad wonderbare bekeeringen voort, iiugo des fossees , Kapellaan van burkard, Bisfchop van Kameryk^ Werd zijn aanhanger, en is naderhand zijn opvolger geweest. Van dezen verzeld, voer hij voort, al reizende te prediken , en overal goed te ftichten. Als hij in de nabuurfchap van Gemblours twee vij- anden wilde verzoenen, en de één zich niet wilde laten verzoenen, wilde deszelfs paard niet van de plaats, voordat hij naar norbert geluisterd ha.i. CALIXTUS II, die ten dezen fijde Paus was, hield in het jaar 1119 de vermaarde Kerkvergadering te Rheims. Op dezelve verfchenen ook norbert en HUGO, en verwierven van den Paus bevestiging van 4$ KERKELIJKE V van het verlof, om te prediken, door voorfpraa^ BOEK van BARTHOLOMEUS, Bisfchop van Laon ^ die ook Hoofcin. befloot, NORBERT te gebruiken tot Hervorming vati na C. G zijne Kanunniken te Laon ^ waar toe de Paus hera jaario73 ^^ zijnen zin noodzaakte» norbert deed echter tol 1 5 1 7 • — vergeeffche moeite, waarom hij van deze onderne- ming afzag, hoewel hij den Bisfchop niet kon wei- geren, om in deszelfs Kerspel eene verblijfplaats te zoelven. Bij verfcheidene plaatfen, die hem in het Jaar 1120 gewezen werden, vond hij in het gebed, dat het Gods wil niet was, dat hij zich daar neder- zette. Eindelijk bragt hem de Bisfchop op een der ruwfte en afgelegenfte oorden, in een Dal in het woud van Coiic^ , waar het water , hetwelk van de naaste bergen afdaalde , een moeras maakte. Dit donker ongezonde Dal Premontrc , ( Prémontrè ^ Prctmonjlratum ^ Pr at urn monjïratum^') genoemd, liad eene vervallene Kapel , in welke norbert , biddende, een' geheelen nacht in verrukking door- bragt. Den volgenden morgen riep hij vol vreugde uit, dit was de plaats zijner ruste, en de haven zijner zaligheid, waar hij met andere dienaren des Heeren deszelfs lof zingen wilde; evenwel zou deze Kapel de Hoofdkerk van het Klooster niet zt^xï , naardien God hem in een gezigt daar eene andere plaats toe aangewezen had. Toen norbert en hugo, benevens een Engel' fche Geestelijke, in het jaar 11 20 bezit van PrémoU' irè genomen hadden, gaf de Bisfchop bartholo» wEus hun in plaats van de kleeding van boetelin- gen eene witte kleeding , welke de Maagd marïa GESCHIEDENIS. 45 Eelve aan norbert aangewezen zal hebben. Het v duurde niet lang, of zij kregen meer aanhangers, ^°^* onder anderen bragt norbert uit eene bloeijende Hoofdft ■ Leerfchool te Laon zeven jonge Lotharingers , en na C. G. met hen veel geld, naar Prémontrè . maar de £«. I^^'^'°73» tot 1517, gelfche Geestelijke , aan wien hetzelve aanbevolen ■« was, ging met dit geld bij nacht door. Des te meer prentte norbert zijnen leerlingen armoede en boetdoeningen in. Tot hier toe had norbert zijne leerlingen, zon* der gelofte te doen , de zoogenoemde Apostolifche levenswijze leeren onderhouden, maar thans fchreef hij hun den regel van augustinus voor, en zij leefden als reguliere Kanunniken ^ doch tevens paar- de hij met die levenswijze het een en ander, het- welk den Monniken anders eigen was , aanhoudende gebeden, eenzaamheid, onthouding van vleesch enz. In het jaar 11 22 ftichtte hij eene prachtige Kerk, vervolgens een Klooster, waar in aanzienlijke jonge Dochters denzelfden Regel waarnamen. Men ver- langde zijne tegenwoordigheid in Westfalen ^ alwaar GOTTFRiED, Graaf van Cappenherg^ hem zijn flot en zijn gebied fchonk, waar uit in het jaar 11 23 de nog bloeijende Proostdij der Premonftratenzen te Cappenberg in het Bisdom Munjïer ontftaan is, en de Graaf werd naderhand zelve een Heilige van de- ze Orde. De magtige Graaf van Champagne thie- BAULT wilde ook te Prémontrè aangenomen wor- den, maar norbePxT verklaarde hem, dat het Gods wil was, dat hij zou trouwen, en dat zijne nai:o- melingfchap talrijk zou zijn , waar aan de Graaf XVIIf. Deel. D zich ^ K E R K E L rj K E ^ zich onderwierp. De overwinning, welke norbèr'? BOEK in het jaar 1124 op den zoogenoemden Ketterfchen Hoofdil. aanhang van tanchelin behaalde, welke in het na C. G. vervolg befchreven zal worden , vergjootte zijnen tot"?! 7* ^^^^ » ^" ^^^^^ ^^^^ ^°^ ^^^ "^" ^^^^'^ ^^" ^y"^ — Orde. In het jaar 11 24 verkreeg hij de Pausfelijke beves- tiging van dezelve, die in het jaar 11 26 bekrachtigd werd. Hier tegen had hij, volgens zgnen Levens- befchrijver, veel te dulden van den Duivel en des- zelfs vervolgingen , die eens in de gedaante van een Beer met uitgefperde kaken en uitgeftrekte klaauvven op hem losging, maar dien hij door het teeken des kruis verdreef. Op zijn gebed werden de wolven zoo tam, dat zij zijne kudden bewaarden, en een derzelven ftond te Prémontrè als een fchildwacht tegen andere wolven enz. In het jaar 1126 predikte hij te Spiers voor den Keizer lotharius, met zoo veel toejuic^hing , dat hij als met eene algeraeene geestdrift tot Aartsbisfchop van Blnagdenburg, niet- tegenftaande zijne tegenkanting, verkoren werd. En nu zag men eenen Aartsbisfchop van Maagdenburg uit Spiers op reis gaan, in een flecht kleed, barre- voets , op eenen ezel. Hij werd te Maagdenburg prachtig ingehaald , maar zonder iets in zijnen uiter- lijken toeftel te veranderen , volgde hij enkel den ftoet, zoodat, toen hij in het Paleis meende te gaan , de poortier hem als een bedelaar afwees. Toen men dezen zijnen misflag bekend maakte , wilde hij vlugten, maar norbert zeide al lagchend tegen hem: „ Vrees niet, lieve Broeder I gij kent Blij GESCHIEDENIS. 51 mij en mijne onbekwaamheid tot deze waardigheid V beter, dan allen, die mij noodzaken in dit Paleis °°^^ binnen te gaan." Terdond bezuinigde de nieuwe Hoofdrt» Aartsbisfchop de uitgaven, die zijne voorzaten ge- "^ C. G. daan hadden , en fchreef zijnen huisgenooten zoo lori?!?! ftrenge zeden voor, dat zijn Paleis naar een Kloos- - ter geleek. Hij vond de meeste goederen van zijn Aartsbisdom in handen van naburige Heeren, maar eischte ze terftond van hen terug, op flrafFe van den ban. Hij noodzaakte zijne Geestelijken kuisch te leven , het zij dat zij echte vrouwen of bijzitten hadden. In het jaar 1127 deed hij koenraad , Hertog van Frankenland ^ in den ban, omdat hij zich tegen Keizer lotharius verzette , en in het volgende jaar leide hij de waardigheid neder van Ge- neraal en Hoofd zijner Orde, in welke hij door hu- GO werd opgevolgd , die de vervallene Kloostertucht in dezelve thans weder herftelde. Te Maagdenburg^ waar de Kojlegiaatkerk van St, Maria hare meeste inkomften verloren had, zoodat de Kammniketitwcn zoo onordenlijk als behoeftig leefden , ftelde hij in het jaar 11 29 in derzelver plaats een aantal van zij'» ne Premonflratenzen. Ondertusfchen had norrert , door ijverige ver* beteringszucht , zich den haat van een groot deel zijner Geestelijkheid berokkend, zoodat men zamen- zweeringen tegen zijn leven maakte, en zelfs in het jaar 11 29 een opftand tegen hem in Maagdenburg ontftond. Het volk plunderde de Mariekerk , en viel het Paleis van den Aartsbisfchop aan , die door zijne huisgenooten echter ter naauwernood bcwogan D 2 kon 52 KERKELIJKE V kon worden , den ftorm met de vlugt te ontwijken. BOER j^y begaf zich in het nabijgelegen Klooster op den Hoofdrt. Petersberg. Eindelijk vereenigde zich alles in Maag- na C. G, denburg weder , om hem eerbiedig terug te roepen. J^"J°^^' Terftond daar op volgde in \\ix jaar 1130 de Pau- 11 felijke fcheuring tusfchen innocentius II en ana- CLETUS II, welke norbert reeds twee jaren te voren voorzien wilde hebben , gelijk bij thans aankon- digde , dat binnen kort het Rijk van den Antichrist een begin zou nemen. De Heilige bernhard, wien hij dit insgelijks zeide, wilde dit niet geloo- ven (*), evenwel erkende hij vervolgens in ana- CLETüS, omtrent zoo als norbert, een' Anti^ christ , of een algemeen vervolger der Kerk ( f ). Ook bragt norbert veel toe, dat de Keizer lo- THARius zich voor innocentius verklaarde. Ook onderdeunde hij deszelfs gezag op de Kerkvergade- ring te Rheïms in het jaar 11 31, en bezocht met hem zijn Prémontrè, alwaar toen bijkans 500 van zijne leerlingen zoo getrouw naar zijne voorlchriftcn leefden , dat de Paus dezelve door eene eigene Bulle bevestigde. Na het overlijden van den Bis- fchop van Keulen, droeg de Keizer aan norbert de waardigheid van Aartskanfelier voor het Rijk van Italië op. Hij verzelde daarom dezen Vorst op den krijgstogt, dien hij in het jaar 1132 ten behoeve van Paus innocentiqs naar ItaJi'ê ondernam. Maar op de terugreize overviel hem eene ziekte, aan wel- ks. (*) Epist. LVI Ct) Epist, CXXIV. CXXXVI.. GESCHIEDENIS. 53 iAN Bif\PTisTA se-» RETH, ontwierp eene nieuwe Hervorming der Or- de, maar werd deswegens in zijn Klooster met ver- gift onigebragt. Hij was echter de Stichter der Karmeliter Nonnen. Eene naderhand zoo vermaard gewordene H. theresia, eene Spaan fche ]\i^tx 'm. de XVIde eeuw, ondernam in vereeniging met eenen Monnik dezer Orde, joan de la croix , eene Hervorming derzelve voor de beide kunnen, die te meer toejuiching gevonden heeft , hoe vernuftiger zij was in de kunst, om het ligchaam te kwellen en op GESCHIEDENIS. 57 op te offeren. Zij is eigenlijk de (liciiteresfe der V ongefchoeide Karmeliten en Karmelit'mncn , wier boek boetdoeningen en hardheid regen zich zei ven dikwijls Hoofdft, even zoo ongerijmd als wreed waren. Nog is 'er ia C. G, eene Tertiarier - Orde der Karmeliten , die in het 'or'^Jci^* jaar 1477 uit kraclit cener Bulle van sixtus IV ha ■ ■ ■ ■- ren aanvang genomen heeft. In dezelve worden lie- den van alle ftanden en gedachten aangenomen , on^- der voorwaarde, dat zij God, de Heilige Ma;)gd, en den Generaal der Orde , gehoorzaamheid en kuischheid beloven , eene bijzondere VleeJing dra- gen, en vele oefeningen van Godzaligheid venigten moeten. Nadat de Karmeliten^ op uitdrukkelijk bevel , zegt men, van de Moedermaagd, den Berg Karmel verlaten hadden, breidde de Orde zich zeer fnel in het Westen uit, en federt de later jaren der XlIIde eeuw kreeg zij een nieuw aanzien , door het fcapU" lier , {fcapulare , ) of fchouderkleed , een foort van bovenmantel, zonder mouwen, aan beide zijden open , waar van het ééne deel van voren , het an- der op den rug afhangt, zijnde de deelen op dizn fchouder zaamverbonden. Het is van graauwe wol gemaakt, ten minden vier duimen breed, en zes lang , met het beeld der Maagd maria verfierd, die aan deze Orde zoo genegen is , dat derzelver ledeii onzer lieve vrouwe broeders en zusten heeten ( iratres B. Maria Firg. de Mant e Carmelo. ) Dit fchouderkleed, hetwelk de Karmeliten over hun- ne witte kleederen dragen , zal volgens hunne Schrij- vers van den Hemel gekomen zijn. simon stock JD5 ifl 55 KERKELIJKE V in Engeland , haar zesde Generaal , bad in het jaar BOEK J246 de Heilige Maagd, gelijk zij zijne Ordensleden Hoofdil. ^^""^ Broeders noemde , mogt zij zich ook als der- na C. G. zelver Moeder vertoonen , en door een of ander tee- Jaario73. j^^^^ ^^^ ^^^^^ gunst ondcrfcheiden. (Onder anderen tot I5'7* "^ n • - bad hij : Flos Canneli , vitis florigera , fplendo'r coe* U , virgo puerpera , fïngularis mater mitis , fed viri nefcïa , Carmelitis da privikgia , JJella /naris ! ) Onder het bidden verfcheen zij hem met een groot gevolg, en fprak hem, houdende het fcapuHer 'm de hand , met deze woorden aan : ,, Dit zij een voorregt , {privikgium , ) voor u en alle Karmeli* ten! wie in hetzelve fterft, zal het eeuwig vuur niet lijden! " Verders verzond zij hem aan den toenmaligen Paus innocentiüs, die alle bezwaren der Orde verhelpen zou. Ook verfcheen zij, vol- gens verhaal der Karmeliten^ in het jaar 1320 aan Paus joANNES XXII, wien zij beval, de voorregten der Orde te bevestigen, en bijzonder dit, wat het fcapulier betrof. Zij beloofde ook, dat zij weke- lijks op Sabbath of Zaturdag na den dood van Monniken dezer Orde, van den hemel zou dalen, en allen, die zij van hen in het Vagevuur zou vin- den , naar den Hemel zou overbrengen. Dit had , zegt men , de Paus in eene bijzondere BuUe be- vestigd. Zulke vertellingen wederleggen zich zelve; onder- tusfchen heeft het fcapulier- of fchouderkleed der Karmeliten^ hetwelk zij ook het kleine Meed der Maagd maria genoemd hebben, zeer groote uit- werking gedaan. Om niet van de voordeelen te fpre- GESCHIEDENIS. 59 rpreken, welke de Orde daar van genoten heeft, V vele duizenden zijn 'er door bewogen , om zich, ^^^^ door het dragen van hetzelve, ten minfte in hunne ^qq^j^j^ laatfle levensftonden , van hunne zaligheid te vqtzQ' na C. G. keren. Ook is 'er in de jongde eeuwen nog eene 'oJ^J^j?* talrijke fcapuUer - broeder fchap ontftaan, die door dit ..- - teeken, door eene bijzondere vereering van de H. Maagd, en door zoogenoerade goede werken, heeft zoeken uit te munten. De Roomschgezinde Schrij- ver LANNOi heeft het fabelachtige van de verfchij- ning aan stock , en der zoogenoemde Sabbat imfche Bulle van joannes XXII overtuigend bewezen iti vijf Verhandelingen: De Simonis Stochti vifo ^ de Sahbatina Bull<£ Privilegio , et de Scapuhris Car» melitarum Soda Ut at e (*}, Alle deze Geestelijke broederfchappen zijn in de Domlni- XlIIde eeuw, als het ware, verdonkerd door twee ^^^'^ nieuwe Orden van Monniken , de Dominikanen en Franciskanen , die de voornaamfle zijn geworden onder de Bedelmonniken , en aan de Pausfelijke heer- fchappij uitnemende dienften hebben bewezen, waar door zij zich ook, niettegenfiiaande hunne gedurige twisten en verfchillen, en zelfs inwendige verdeeld- heden, hebben flaande gehouden. De eerfte dezer Orden heeft tot haren Stichter domini. eenen 5/)^«/^«r^, dominicus, die uit het Adelijk ^^■'' °^^ /, , , r- r. , MAN. gedacht GUZMAN zal afgeltamd zijn, hetwelk ech- ter door den Jefuifchen Schrijver van zijn leven in de (*) Op^. Tom. II. P. II. p. 385. 6o K E R K E L I J K E V de /^cta SS. Antverp ( * ) , in twijfel getrok- BOER ijen en betwist wordt. Daar in komt men meer Vi Hoofdfl. overeen, dat dominicus in het jaar 1170 re Qala- na C. G, ruega ^ (^of Ca/aroga ,) een vlek in Oud-Kastilië^ ,TJJtlx,'v^ het Bisdom Osma , geboren is. Voor dat ziine — — — moeder nog van hem zwanger was, zoo vertellen zijne Levensbefchrijvers , werd haar in eene verfchij- ning aangewezen , dat zij een klein hondje in haar iigchaam had, hetwelk een' brandenden fakkel aan den fliaart droeg, en daar mede te voorfchijn ko- mende , de geheele wereld fcheen aan te fteken ; dit zal beduid hebben, dat zij een' voortrefFclijk Predi- ker zou baren , die door het blaffen zijner heilige geleerdheid de zondaren zou opwekken, en het vuur, hetwelk christus op aarde gebragt heeft, door de geheele wereld verftrooijen. Ook verfcheen hij aan haar of aan eene andere voorname vrouw, als een kind met eene ftar op het voorhoofd, welke door de geheele wereld fchitterde ; als kind , (liep hij reeds liefst op den blooten grond, en fpeelde hij niet met andere kinderen. Hij beoefende de God- geleerdheid op de Hooge School te PaJeucia^ die naderhand naar Salamanka verplaatst is. Zich eenen naam van geleerdheid en heiligheid verworven heb- bende , verkreeg hij van den Bisfchop van Osma , in het jaar 1199, met de Priesterlijke waardigheid, den post van regulier Kanunnik bij deszelfs Kerk. Spoedig werd hij Onder -Prior van zijn gezelfchap. Nacht (*) Mcnf. Aug, T. L p. 358-ÖS8. , GESCHIEDENIS. 6t Nacht en dag bleef hij , vlijtig biddende, in de Kerk, V en vergoot tranen voor zondaren en ellendelingen. ^°^* Ook bad hij God voornamelijk , dat die hem de wa- Hoofdft. re liefde en beste middelen wilde fchenken , om het na C. G, heil der menfchen te bevorderen , zoo als weleer de ;^^^°l^' tot 1517* Zaligmaker. i. Zijn wensch werd fpoedig vervuld. Zijn Bisfchop nam hem mede naar het Zuiden van Frankryk ^ on- derweg bekeerde hij , na lang redetwisten , eenen Ketter. Te Rome gekomen, kregen de Bisfchop en hij de vergunning van den Paus, om aan de bekee- ring der Albigenzm te arbeiden, dominicus kweet zich hier ijverig, en bleef weldra in dit werk al- leen; en niet zonder gevaar, voornamelijk toen de Paus in het jaar 120S eenen ki'uistogt tegen hen liet prediken , evenwel volhardde dominicus , en ver- klaarde, als men hem dreigde, dat hij niet vreesde, want dat hij niet waardig was , een Martelaar te zijn. Allengs verzamelde hij een gezelfchap van lie- den om zich , die insgelijks aan de bekeering der Ketters arbeidden: nu voornemens om eene nieuwe Orde te (lichten, reisde hij in het jaar 1215 met hen naar Rome, alwaar de Paus hem zijne begeerte inwilligde, omdat hij zich grooten dienst van hem beloofde tegen de Albigenzen , die wel bij duizen- den door den kruistogt omgekomen , maar niet uit- geroeid waren. Evenwel ftreed dit verlof met een beOuit van de vlet ds al^emeene Kerkvergadering van Lateranen^ die het uitvinden van nieuwe Orden on- langs verboden had , ( ne quis de ccetero novam re- ligionem inveniat^ fed quicurtque voluerit ad reli- «i KERKELIJKE V gionem converti^ unam de approbatis fumatS) Doch BOEK jjet belang zijner zaak deed den Paus tegen dit be- Hoofdft. flui'^ handelen, dominicus nam den Regel van m C. G. AUGUSTiNus aan voor zijne Orde, met eenige by- torJ?!^?' voegfelen ten aanzien van het eten , vasten en an- , dere ftrengheden. In het jaar 1216 verkreeg hij van HONORius IIÏ eene vernieuwde bevestiging van zijne Orde, in drie handvesten, in welker laatfle van het jaar 1217, de Paus hen naar hunne hoofdbedoeling 5 het Prediken noemt, Fratres Pradicatores ^ gelijk zij naderhand Frêres Prêcheurs , Predikmonniken en Predikheeren genoemd zijn. In het jaar 1206 flichtte dominicus ook een Klooster voor Nonnen , in welk hij elf vrouwen bragt, onder welke negen door hem bekeerde Alhi* genzen waren. Vervolgens nam hij voor naar Afri* ka over te fteeken , om aan de ongeloovigen het Christendom te verkondigen; terwijl hij matthias van Parys intusfchcn tot Opperhoofd der Orde aan- llelde. Deze ftichtte in het jaar iai8 het eerfte Klooster der Orde te Parys. Dit Klooster, aange- legd in de ftraat van St, Jahoh ^ werd naar dezen Heiligen genoemd , en de bewoners van hetzelve heeten Jacobbis of Jakobijfien , welke naam aan deze Dominikanen tot in onze tijden eigen gebleven is, toen een geheel ander gezelfchap in dat zelfde Klooster zijne vergaderingen hield, en daar van den naam ^akohijnen ontleende. In het jaar 1218 kwam renaud of reginald. Deken der Kanunniken, te Orieans , een geleerd man , te Rome , alwaar hij ziek geworden , op de aaï5- GESCHIEDENIS. € 3 sanrpraak van DomNicus een gelofte deed, en vol- V gens dezelve, herfleld zijnde, lid der Orde werd. ^^^^ Dit wordt toegefchreven aan eene verfchijning van Hoofdft. de Maagd maria , aan hem , die hem in het mid- na C. G, den der heete koorts met eenen heiligen olie zalfde, J^^^^°73» en tevens ook aan dominicus zal verfchenen zijn , — — en dien een ordensgevvaad voor zijne Monniken zal vertoond hebben , hetwelk dominicus naderhand zijnen Monniken heeft voorgefchreven. Ondertus- fchen is het bewezen, dat dominicus zijne eigen- lijke ordenskleeding reeds vroeger gedragen heeft, zoodat deze geheele vertelling vervalt. Nogtans heeft men daar voor ten dienfle van hen, die dit gewaad vereeren , ( gt4i aliquam in veste e coelo allata pietatis partem ponunt ,') uitgevonden , dat reeds innocentius III dezen Heiligen in een gezigt gezien zou hebben, hoe dezelve in dat gewaad de Kerk van Later anen ondcrfleunde; en dat de Maagd MARIA in het jaar 1216 hem en den H. francis- cus in hetzelfde gewaad aan haren Zoon vertoond zal hebben, om zijnen toom tegen de wereld te verzachten. Ook wederleggen Dominikaner Schrij- vers het voorgeven der Franciskanen , als of dorii- Nicus van franciscus een touw met knoopen ge- vraagd zouden hebben, om zijn ligchaam daar mede te omgorden , dewijl dominicus altijd een ijzeren keten om het bloote lijf gedragen hebbe. In de jaren 1220 en 1221 hield dominicus twee Kapittels van zijne Orde, in welker eerfte hij alle bijzonder eigendom en vaste inkomflen aan zijne Monniken verbood, waar over naderhand de Domi- 64 KERKELIJKE V nikanen en Franciskanen vrij hevig geftreden heb* BOES \itxiy willende de laatstgemelden beweeren, dat do- Hoofdft. MiNicus dit voorfchrift van armoede van fran- Da C. G. ciscus zal hebben overgenomen , alhoewel de eerfle Jaar 1073. j^^g^gj^ erkennen , dat dominicus dit gebod later tot 1517. ' ° „ heeft gegeven dan franciscus. Voorts breidde zich de Oide nog bij het leven van DOMINICUS in verfcheidene landen van Europa, uit. Hij zelve overleed te Bologna, den 6den Au- gustus 1221. Terwijl hij leefde, wist men reeds veel van zijne wonderwerken te vertellen. Te Rome zal hij in het jaar 1220 eenen dooden opgewekt hebben ; eens op reize zijnde met een' van zijne Monniken, overviel hen eene zware regenbui, maar door het teeken des kruis maakte hy, dat geen en- kele droppel hen trof enz. In het uur van zijnen dood zag een Prior van zijne Orde in den llaap uit den geopenden hemel twee witte ladders dalen, een van welken Christus, en de andere maria vast- hield; op beiden klommen de Engelen op en neder; eindelijk werd tusfchen beiden een flocl gezet ; op welken een Broeder der. Orde zat, met het aange- zigt bedekt; waar op Christus en zijne Moeder de ladders ophaalden , en dus werd de doode onder het gejuich der Engelen in den Hemel opgenomen. Na zi;n dood vermenigvuldigden de wonderen, zoo- dat de nieuwe Generaal der Orde, jordan, die ook het leven van dominicus befchreven heeft, van den Paus GREGORius VII de Canonizatie van benedic- Tus in het jaar 1233 verwierf, nadat zijne (Irenge deugd bewezen , en zijne wonderen door eene me- nigte getuigen bevestigd waren. Hoe GESCHIEDENIS. 6i Hoe het eigenlijk gefteld ware, met het karakter V van DOMiNicus , met zijne kundigheden , en bijzon- ^^V^ der met zijne predikatien , wordt ons niet gemeld. Hoofdfl. Zijne Levensbefchrijvers verheffen hem fiechts met "^ C. G. uitbundige algemeene loffpraken, of fchilderen zijne |^j"°{'^* Monnikenftrengheid. Over dag was hij de aan- ■ ^ genaamde man , zeggen zij , in de verkeering , en werkzaam in het leeren en onderwijzen ; de nach- ten bragt hij zeer dikwijls door in de Kerken, on- der gebeden en tranen. Ook kastijdde hij zich el- ken nacht driemaal met eene ijzeren ketting; eens voor zich zelven; de tweede keer voor de zondaren in de wereld ; en ten laatften voor de genen , die in het vagevuur gepijnigd werden. Men heeft voordezen doorgaans als zeker aange- nomen, dat DOMTNicus de Inquifitie of het Ketter- gerigt in zijne Kerk heeft gedicht, en dat hij zelve de eerde Inquijiteur of Geloofsonderzoeker zal ge- weest zijn; hier van is echter geene blijk, doch het zou eene andere vraag zijn , of hij door zijn predi- ken onder de Ketters aanleiding gegeven hebbe tot zulk een gerigtshof ; meer hier van in het vervolg. DOMINICUS heeft ook het een en ander gefchreven, doch alles fchijnt van weinig belang geweest te zijn, en is grootendeels niet meer voorhanden. Men vindt daar onder eene verdediging van het toenmalige Ker- "kelijk geloof tegen de Ketters, en uirieggingen van eenige Bijbelboeken. Hij moge een ijverig en wei- meenend godsdiendig man geweest zijn , en een be- vorderaar van het prediken , hetwelk te dien tijde zoo verwaarloosd werd, maar hij was een gezworen -XVÜI. Deel. E vij. 66 K E 1^ K E L IJ K E V vijand van al wat Ketter heette, en een bijgeloovig^ DOEK hoogachter van eigenwillige Monnikenvrooniheid. Hoofdft. De opvolger van dominicus in het bezuur der na C. G. Orde was jordan , die ook het leven van dojviini- t t'^i^^? cus befchreven heeft, en berigten van zich zelven , ,__ bevattende verfcbeidene gezigten , openbaringen enz. In zijn' tijd kregen de Domin'i kanen het eerst vrij* heid, op de Univerfiteit te Parys , om openlijk te leeren. jordan was zeer werkzaam, om de Orde verder in aanzien te brengen. Eindelijk reisde hij naar het Heilig Land, om de Broederen aldaar te bezoeken, en overleed op de terugreize in het jaar 1237. Zijn opvolger was in het Jaar 1238 raymundus DE PENNAFORTE , een bekend verzamelaar van De- dretalen , dien wij als zoodanig reeds hier voor hebben leeren kennen. Reeds in het jaar 1240 leid- de hij zijne waardigheid neder , en leefde tot het jaar 1275 in zijn Klooster te Barceilona, wanneer .hij dezer wereld overleed. Behalve zijne verzameling der Decreiakn van gregorilts IX, heeft hij zich voorn:imeIijk toejuiching verworven door een hand- boek voor de Biechtvaders van zijne Orde en voor de Geestelijken in het gemeen, (^Siimim} de Poerit- tentia et Matrimonio ^^ hetwelk liet eerfte v/erk van die natuur was. De Orde maakte voorts fnelle voortgangen. Zij bragt ten dezen tijde de beide groote lichten in de «Sc^oö/yc/^^ Wijsbegeerte en Godgeleerdheid, voort al- BERT den Grooten én thomas van ^quino. Andere geleerde mannen op Univerfitciten , en bcbrijvers uit .de- GESCHIEDENIS. 6f deze Orde voortgekomen, de roem van heiligheid, V van wonderwerken , en godzalige ftrengheid , haar °°^* aanzien aan het Paufelijk Hof, hare vlijt in het pre- Hoofdft. diken en beftrijden der Ketteren ; ook de Inquifitie , na C. G. welke GREGORius IX in het jaar 1233 aan haar {ot^^5f/* aanbeval , dit alles vereenigde zich , om haren luis- '. ter te vergrooten, en haar ongemeen te doen toene- men. Zij heeft zich door geheel Europa uitgebreid, en ook in Azië^ ja zelfs in Abysfïni'é. Door de Reformatie heeft zij vele Kloosters en inkomften verloren, en niet min door de Jefuiten, en even- wel bezat zij in het begin der voorgaande eeuw nog 45 Provinciën , behalve twaalf Congregatien of bij- zondere Reformatien enz. Voor dezen hebben de Dominikanen wel beweerd, dat hun ftichter, behalve zijne Monniken en Non- nen, nog eene derde Orde, (^Tertiarii , Ie Tiers Ordre , vollediger Fraires et forores de militia 'Je^ fu Chrtsti, de Poenitentïa B, Dominici ,^ gedicht hebbe. Doch hun XXlIfte Generaal, raymund van Kapua, die in het jaar 1399 geftorven is, erkent, dat dezelve eerst na den dood van den Heil. domi- Nicus ontdaan is. Volgens hem had dominicus eenige vrome lieden verzameld , die zich bij eede verbonden, om de Ketters met de wapenen te be- dwingen en uit te roeijen. Deze noemde hij den krijgidienst^ (^mi/iiia,') van christus, en fchreef hun eene gemengde zwarte en witte kleeding voor. Doch na zijne Heiligfpreking in het jaar 1234, toen de zoogenoemde Ketterijen bijna vernietigd waren , veranderden ditzt lieden in eene foort van Boeteliii- E a gen , 68 K E R K E L U K E V gen ^ aan welke in het jaar 1300 de regel van aü- BOEK GUSTiiXUS vvcrd vooreefchreven. VI Hoofdft ^^^" ^^^^"^ °°^ DSMiNicus voor den uitvinder na C. G van den Rozenkrans Vv^illen houden, aoch wij heb- Jaari073. ^ ^j ^,^^j. ^ijn' tijd fporen van het gebruik van tot 151 7. j j 1 t. n deiizelven ; fchoon men niet kan onikennen , dat DOMiNicus dit gebruik zeer bevorderd heeft , en dat daar door in zijne Orde de Broederfchap van den Rozenkrans ontdaan is. Francis' Hoe aanzienlijk ook de Orde van den Heil. do- kanen. minicus zich verheven had, ecliter ontfiond 'er FRANCIS- ,-. .., , ,. , cus van genoegzaam ten zeilden tijde eene andere, die haar Asfifi. (Jen voorrang betwistte, en die zich voornainelijk daar op grondde, dat zij de eerfle Orde van EedeU monniken geweest is. Derzelver ftichter verbeeldde zich de volmaaktheid van het Monnikenleven daar door te zullen bereiken, als hij aan zijne Monnikcii allen bijzonderen eigendom verbood, om alleen van het bedelen te beflaan , hoewel hij zijn oogmerk niet bereikt heeft, alzoo zijne Monniken van het bedelen rijk zijn geworden, en langen tijd hevig onder malkanJeren getwist hebben, waar in deze volkomene armoede eigenlijk bedaan zal. De dichter van deze Orde, franciscus van As^ jifi , naar de plaats zijner geboorte, een klein dadje van het oude Umbri'é, in de middeleeuwen het Her- togdom Spokto, kwam daar in het jaar 1182 ter wereld. Zijne Levensgefchiedenis , befchreven door BONAVENTURA, die zelve een Heilige in deze Orde geweest is, vervolgens door eenen anderen Francis- kaner lukas vvadding, door helyot en anderen is GESCHIEDENIS. <5(, ïs voi zonderlingheden , wonderen en hemelfche ver- V fchljningen , welke niet -waardig zouden zijn , ge- ®°^* noemd te worden, indien het niet ware, om ons Hoofdft. den geest dier eeuwen te Iccrcn kennen. na C. G* TnnrioT^ De ftichter dezer Orde zal van de Ër'^jthréifche jj^^ j.j^J Sibylle reeds te voren verkondigd zijn, ook zal de '« • ■ Profeet zacharia (XÏ. 7.) van iietn voorzegd heb- ben, en één der Engelen Openh. VH. 2. is niemand anders dan franciscüs. Zijn Vader pietf.r ber- NARDONi was een rijk koopman. Zijne Moeder kon niet anders van hem verlosfen , dan in eeneii ftal op wat hooi, en dus had hij reeds in zijne ge- boorte gelijkvormigheid met den ZUigmaker. Bij den doop kreeg hij den naam joannes , maar dewijl hij al vroeg vlug Framch leerde ipreken met de Franfchen , met welken zijn vader handelde , gaf zijn vader hem daarom den naam frans of francis» cus. De Zoon zou insgelijks koopman worden , maar was genegen tot verkwisting, en een liefhebber van alle vermaken. In het Jaar 1201 werd hij in eenen kleinen oorlog tusfchen de fleden Asftfi en Pcrugia gevangen weggevoerd , maar voorfpelde aan zijne medegevangen toen reeds, dat zij hem een van de geheele wereld vereerd zouden zien. Na zijne be- vrijding eenen foldaat ziende , die flecht gekleed was, trok hij zijn' rok uit en gaf hem denzelven. Den daar op volgenden nacht zag hij in den flaap een groot paleis met wapenen , die met het kruis geteekend waren : op zijne vraag , w ien dezelve toe- behoorden , ontving hij ten antwoord , hem en zijne E 3 fol- 70 KERKELIJKE V foldaten. Daar op wilde hij eenen veldtogt bijwo» BoüK Hen , die in Beueden - Italië ondernomen zou wor- Ho'jfdfl ^^^"5 ^^^^ onderweg verfcheen God licm bij nacht, 11:1 C. G. en gebood hem naar zijne vaderftad terug te kee- J aan 073 • alzoo het voorgaande gezigt eene geestelijke lot 1517 ' ^ C Z3 ^ J , beteekenis had. Van toen at onttrok franciscus zich meer en meer aan het gewoel der gezelfchap- pen , en hield zich bezig met geestelijke oefeningen. Eens ontmoette hij buiten Asjtfl eenen melaatfchen , en begrijpende , dat hij zich zelven overwinnen moest, als hij eeu foldaat van christus wilde zijn, ftapte hij van het paard, kuste den melaatfchen, en gaf hem een aalmoes. Voortrijdende, zag hij den^ zelven niet meer, en dit nu voor een wonder hou- dende, befloot hij tot grooter dingen voort te gaan. Eens verfcheen hem christus aan het kruis, ter- wijl hij zijn gebed deed, en hij geloofde, zich te hebben hooren opwekken , dat hij zich zelven ver- loochenen, zijn kruis op zich nemen en hem volgen zou. En van dien dag af, leide hij zich met ijver toe op armoede en nederigheid. Eens zich onder eenen hoop Bedelaars aan de deur der Sr. Pieters Kerk te Rome vervoegd hebbende, wisfelde hij met een' van de'zelven van kleederen, en ftond dus in bedelaarsgewaad den geheelen dag onder de Bede- laars , zich verbeeldende , op deze wijze nader te zijn aan de Euangclifche volmaaktheid. Naar zijne vaderftad terug gekeerd, zocht de Duivel hem van Zi.ine godsvrucht af te fchrikken , door hem te drei- gen, dat hij den verfchrikkelijken bogchel van zeke- re oude vrouw , waar van franciscus altijd een af. GESCHIEDENIS. 71 afkeer gevoeld had , hem op den rug zou planten , V waarom hij den Duivel , met in holen en kuilen ^^ek VI buiten de Had zijn gebed te doen, ontweek. Hoofdlf Op zekeren dag in eene bouwvallige Kerk buiten na C G. As0fi zijn gebed doende, voor een Crucifix, hoor- J*'^^'"^°73' ■" , . tot 1517, de hij hetzelve dviemaal zeggen: „ franciscus, — — . „ ga en verbeter mijn huis, hetwelk, zoo als gij „ ziet , geheel vervallen is I " franciscüs , dit van het Kerkgebouw verllaande, verkocht eene par- tij lakenen van zijnen vader, en gaf het geld aan den Priester, om de Kerk te doen herftellen. Zijn vader, dit ontdekt hebbende, kwam woedend toe- fchieten met eenige nabtflaanden, franciscüs, die niet ontvlugten kon , drong zich beangst tegen eenen muur, die zidi opende, en hem voor het gezigt van zijnen vader verbergde. Na eenige maanden zich in een kuil verborgen te hebben gehouden , verfcheen hij weder in zijne vaderllad, alwaar zijne burgers hem voor krankzinnig aanzagen, hem be- rpotten en met drek en fteenen wierpen ; waar op 2ijn vader hem in boeijen floot. Zijne moeder be- vrijdde hem uit dezelve, maar de vader beklaagde zich bij de overheid, doch deze wees den vader tot de regtbank des Bisfchops. Voor dezen verfcheen FRAKCJscus waarfchijnlijk in 1206. Op den eisch zijns vaders , dat hij van zijn vaderlijk erfgoed afltand zou doen , gaf hij alles wat hij had , tot zijne kleederen toe, over, waar bij men ontdekte, dat hij een grof haren vel over zijn naakte lijf droeg. Nu gansch naakt, zeide hij tegen zijnen vader: „Tot 5, Uier toe heb ik u mijn' aardfchen vader genoemd; E 4 „ maai 7a K E R K E L U K E V „ maar van nu af kan ik veilig zeggen : Mijn va- BOEK ^^ (jgi-, die in de hemelen zijt; bij wien ik al mijn' Hoofdll. ?^ fchat beware, en op wien ik mijn vertrouwen en na C. G. ^^ mijne hoop gezet heb." De Bisfchop rees op , }^J"°J^' omhelsde hem, en gebood, dat men hem andere klee- •*- deren zou brengen enz. Vervolgens ging hij als een bedelaar in de wereld rond, en zijne geliefde bezigheid was weder het be- zoeken en oppasfen van melaatfchen , waar voor God hem ook de gave der gezondmaking fchonk. Nu dacht hij weder aan het herdellen der bovenge- melde bouwvallige Kerk , waar toe hij al bedelende zoo veel bijeenbragt, dat hij zijnen wensch voldoen kon , terwijl velen van zijne medeburgeren hem voor een' Heiligen hielden. Men begon hem te vereeren, waar door hij in ftaat gerankte, om nog twee an- dere Kerken te verbeteren , eene van welke op de plaats Portïcella of Portiuncula ftond , welke plaats aan de Benedictijnen behoorde; deze Kerk, aan de Maagd mar ia en de Engelen gewijd, behaagde hem meer , dan eenige andere plaats der wereld ; hier leefde hij twee jaren lang, en leide den grond tot zijne Orde. De (lichting der Orde wordt gemeenlijk gefield in het jaar 1208. In dit jaar hoorde franciscus eens, als de Priester in zijne geliefde Kerk de Mis las , deze woorden van den Zaligmaker voorlezen , met welke hij aan zijne leerlingen verbood , goud of zil- ver in hunne gordels mede te nemen, geen buidel, twee rokken , fchoenen of fliaven te hebben , en nu riep hij met vreugde uit , dat dit het juist was , waar GESCHIEDENIS. 73 waar hij naar verlangde. Terftond fchikte hij zich, v om deze levenswijze aan te nemen, welke hij als de ^^^* hoogde Euangelifche volkomenheid belchouwde. Hij [joofdft wierp alles, wat hij om en aan had, weg, behalve na C. G. eenen rok, welken hij den vorm gaf van een Mon- J"^^^°73» iiikenklced , aan hetwelk een kap of k:ipot , (capuccio ' capitium ^') vastgenaaid was, van een fpiis of pljra- miedaal fatfoen, omtrent zoo als de Herders in Ita- lië gebruikten, om bij flecht weder over het hoofd te halen. In de:?e kleeding gedroeg hij zich in de omgelegene oorden als een Boetprediker, en vond nu fpoedig navolgers. De eerfte was in het jaar 1209 BERNARDO DE QUINTAVALLA , ecu der aan- zienlijk ftc lieden te Aifijt; een Kanunnik van dezelf- de Ilad,PiETER CATANEO was zljti tweede leerling, waar bij zich in het jaar laop nog een derde voeg- de, ^GiDius, insgelijks een burger dier fiad. Met deze leerlingen woonde hij eerst in eene el- lendige hut aan een riviertje bij y^sfiji. Vervolgens gingen zij uit om te prediken , en werden hier en daar als landloopers behandeld , hetwelk zij alles, als eene eer om christus wil, met blijdfchap verdroe- gen. Toen in het jaar 1210 het gezelfchap tot een elftal was aangegroeid, oordeelde franciscus, dat het tijd was , hetzelve eenen gemeenfchappelijken regel voor te fchrijven , en die door den Paus te la- ten bevestigen. In dezen regel liggen blinde ge- hoorzaamheid, de ftrengfle kuischheid en verzaking van allen eigendom ten grondflag. Geen lid der nieuwe Orde zou Prior, maar alle flechts minder ^ro^ders , {fratres minores ,^ heeten, waar uit de E 5 naam 74^ KERKELOKE V naam Mtnoriten ontdaan is. Hunne Opzieners moe- "Bo?.^ ten ook Dienaars, (^Mim'stri,) genoemd worden. Hoofdfl. ^y moeten gezamenlijk arbeiden; doch min in zul- sa C. G. ke zaken , welke voor hun zielsheil nadeelig kunnen Jaario73. ^ggen. Zij zullen, onder geen voorwendfel hoege- EO£ 1517 ' . , =• n naamd , behalve alleen voor zieke medebroeders , geld aannemen, dewijl de Duivel die genen begoo- chelen wil, die geld voor beter dan fteenen houden. Als navolgers der nederigheid en ramoede van Chris- tus , zullen zij liefst onder verachte perfonen , ar- ' men , kranken , meiaatfchen , en bedelaars wezen. Wanneer de nood het vordert, zullen zij zich des te minder fchamen , aalmoezen in te zamelen , dewijl ook de Verlosfer, de Heilige Maagd en zijne Leer- lingen van aalmoezen geleefd hebben. Als iemand hun eene aalmoes mogt weigeren, zullen zij God daar voor danken, dewijl hun voor deze befchim- ping eens groote eer voor den Rigterftoel van Chris- tus gebeuren zal. Bijzonder zullen zij zich wach- ten voor verkeering met vrouwsperfonen. Als zij rondreizen, mogen zij niet het geringlle bij zich dragen; en als zij in een huis komen, eerst zeggen: Vrede zij dezen huize ! maar dan daar in blijven , en eten en drinken, wat men hun geeft. Als ie- mand hen op de wang flaat, zullen zij hem ook de andere toekeeren; en als men hun den rok ont- neemt, zullen zij dien niet weder eifchen. Zij zul- len geene beesten houden , en niet rijden , ten ware ziekte of dringende nood hen daar toe dwong. Hun zal ook van hunne Overften veroorloofd wor- den, onder de Saracenen en andere Ongeloovigen te GESCHIEDENIS. 75 te gaan , en hun , wanneer zij zien , dat dit God V beiiaa^t, dcszelfs woord te verkonüircn. Niemand ^^^^ . VI van hen mag tegen de Kerkelijke inrigung en zonder i-ioofd.'ï. verlof van zijnen Opperde prediken enz. na C. G. Nu fpofcdde FRANCiscus zich nanr Rome^ om )''^rï°73» *^ ' rot 1517, de bevestiging van den Paus te verjjrijgen. inno- ■ CENTius Ili wees hem in liet eerst met verachting af, maar door eene Openbaring den volgenden nacht vermaand zijnde, liet hij hem terugroepen, en beves- tigde dadelijk de nieuwe Orde, op voorwaarde, dat zy alleen aan hunnen Opperde en deze aan den Paus gehoorzaamheid zouden bewijzen. Van hier begaf franciscus zich met zijn gezel- fchap naar eene verlatene Kerk bij Horta , eene Pau- feüjke ftad op de grenzen van Toskanen ^ maar als de toeloop des volks hier voor hem te groot werd, floot hij zich met zijne leerlingen weder op in de kleine hut bij ^sfïfi. De Benedictijnen gaven hem de bovengemelde Kerk van St, Maria in Portiun" cula over, mids dat zijne Orde daar naar genoemd zou worden. Hier had franciscus den eerden nacht reeds eene verfchijning van Christus , verzeld van deszelfs Moeder, hem verzekerende, gekomen te zijn, om deze van hem en zijne Moeder geliefde Kerk met hem te verloven. Zij is ook met de daar tegendaande hut de grond en zetel der Orde geworden, uit welke dezelve zich verder verfpreid heeft. Naderhand is om deze Kerk of Kapel, even als om het. heilige huisje te Loretto^ eene prachtige Kerk gebouwd. De Pausfelijke bevestiging was oorzaak, dat de Or- 76 K E R K E L rj K E V Orde fpoedig in getal van leden aanwies, velen van BOEK welken nog ftrenger leefden dan franciscus, die Hoofdfl:. echter hun voorganger en voorbeeld bleef; hoewel na C. G. hij niet wilde, dat zij aan die geftrengheid hunne Jaario73. «ggondheid en leven zouden opofftren; terwijl hij £ot 1517. ö r hen tegen alle lediggang en luiheid vermaande , op- dat het oproerig vleesch door arbeid bedwongen mogt worden. Om die reden noemde hij zijn lig- chaam Broeder Ezel ^ en een lediglooper Broeder Flleg, Opdat hij de booze lusten des viceschs in zich geheel mogt te niete doen, \v\txry hij zich dik- wijls in een' kuil vol ijs. Hij at kwalijk zoo veel, als de hoogde nooddruft der natuur vorderde; ge- kookte fpijzen mankte hij onfmakelijk , en dronk niet ééns water genoeg. In het jaar 121 1 zond hij zijne Broederen weder- om uit door alle oorden van Italië, om te prediken, en de Orde werd bijna overal met nieuwe Monniken en Kloosters vermeerderd. Als hij eens in het jaar I21S in eene Kluis bij Siena fliep, werd hij door eene ftem wakker gemaakt, welke hem toeriep : ,, Daar is geen zondaar in de wereld, wien God niet vergeven zou , indien hij zich bekeert ; maar wie zich zelven door eene te harde boete ombrengt, die zal in eeuwigheid geene barmhartigheid vinden.'* FRANCISCUS herkende terftond, door eene Godde- lijke Openbaring, dat dit eene verzoeking des Dui- vels was, die hem nalatig in de boete maken wilde. Hij ondervond naKielijk fpoedig- ontuchtige bewegin- gen in geene geringe mate. Maar nu flond hij op; gÊCsfelde zich zelven met het koord hevig op het bloo- GESCHIEDENIS. 77 bloote lijf, en zeide: „ Zoo, broeder ezel, moet v gij gekl'pt worden; weet gij niet, dat deze rok den ^^^^ Monnikenftand, («// m hare vroegfle jeugd aan een na C. G. ftreng leven gewende, en onder anderen dagelijks J^''"'''°73« driehonderd gebeden opzeide, welke zij met fteent- ^ . jes aftelde. Öp raad van franciscus ontvlugtte zy, in den ouderdom van i8 jaren, haar vaders huis , in de Porthmcula - Kerk , alwaar haar fchielijk het haar door de broederen werd afgefneden ; vele maagden en vrouwen volgden haar voorbeeld, en zij werd in het jaar 121 2 de Stichteresfe van de tweede Orde van den Heiligen franciscus, de Orde der Klarisfen^ ook de Orde der arme vrou- wen genoemd. Deze ontvingen van den Paus den regel van den Heiligen benedictus , en werden Damimüftlnnen genoemd. In het jaar 1224 gaf FRANCISCUS haar nog een bijzonder voorfchrift , hetwelk in het jaar 1253 door den Paus voor haar tot een' algemeenen regel gemaakt werd. klara ftierf in het eerstgeraelde jaar , en is kort daar na door ALEXANDER IV Onder de Kerkheiligen ge- plaatst. Hare Orde is zoo talrijk geworden, dat zij in het begin der XVIilde eeuw nog bijna 900 Kloos- ters bezat , in welke zich meer dan 25000 Nonnen zullen bevonden hebben. Terwijl franciscus nog voor het beftuur dezer Heilige bezorgd was, (tond hij in twijfel, of hij zij- nen tijd te huis in heilige oefeningen zou doorbren- gen , dan of hij voort zou gaan , met openlijk te pre- diken. Hij raadpleegde hier over de Heil. klara , die hem verzekerde, dat het Gods wil was, dat hij tot -/llï'UeUr inv.dtl.tt/7u7f,. ,Cij vogelen: :mjnc broedei-s: niocl uwen ScLepper . pr ij zen en Loven, en ^. XVIU.». Blaaz- 75). GESCHIEDENIS. 7$ tot heil van anderen zou prediken. Zich daar op v fpocdende, om aan deze beflemming te voldoen, ^^^^ kwam hij op eene plaats , waar eene menigte voge- pioofdft, len waren, die hij groette, en ziende, dat zij met na C. G, gebogene hoofden hem aanflaarden, dus aanfprak: joJ"?f|* „ Gij vogelen! mijne broeders I moet uwen Schep- _ „ per prijzen en loven, die u met vederen bekleed, „ u vleugelen gefchonken heeft om te vliegen, en ,, eene zuivere lucht, die u ook zonder uwe zor- ,, gen onderhoudt en beduurt!" Over deze woor- den toonden zij, door het uitfleken der halzen, het openen der fnebben, en andere gebaarden, hunne vreugde. Eens wilde hij prediken, maar men kon hem niet verftaan , door het geweldig gepiep en geraas van eenige zwaluwen. Hij fprak ze aan , en zeide: „ Zwaluwtjes! mijne zustertjes! het is nu 5, tijd, dat ik ook fpreek, nadat gij genoeg gefpro- 5, ken hebt, zwijgt, tot dat het woord Gods voor- „ gedragen is ! " en — • zij zwegen. Men verhaalt nog meer dergelijke voorbeelden van zijne magt over de beesten; bij voorbeeld van eene krekel, die hij ook met den naam van zuster vermaande , om Gods lof te zingen ; waar mede dezelve zoo lang aanhield , tot dat FRANCiscus haar veroorloofde, uit te fchei- den ; als ook van een visch , die zonder zijnen zegen niet heen wilde gaan. In het Jaar 1212 befloot onze Heilige, onder J/«- hammedaanfcke Molktn te gaan prediken; maar werd eerst door tegenwinden, vervolgens door eene ziekte belet. Ia het jaar 1214 doorreisde hij Spanje^ met voornemen, om naar Marokko over ie gaan, maar werd 8o KERKELIJKE V werd op nieuw door eene ziekte belet. In het Jaar BOEK J215 woonde hij de groote Kerkvergadering van Hoofdft. Lateranen bij, op welke innocentius III openlijk na C. G. en plegtig verklaarde > dat hij deze Orde volkomen 10^517! goedkeurde. ■ Aangemoedigd door zoo veel geluk, hield fran- ciscus in het Jaar 1216 het eerfle algemeen Kapittel zijner Orde te Asfift^ alwaar befloien werd , tot uit- breiding der Orde allerwege broeders te zenden. De afgezondenen werden overal wel ontvangen, behalve in Dtiitschland ^ alzoo zij de taal niet verftonden , en alle vragen, onder anderen: of zij Ketters wa- ren ? met ja beantwoordden , waarom zij gevangen gezet, befpot en mishandeld werden. Maar daar- tegen verzocht franciscus in het jaar 1217 den Kardinaal ugolino tot Befchermheer van zijne Orde, hem tevens voorfpellende , dat hij eens Paus zou worden. In het jaar 1218 hield hij het groot Kün pittel zijner Orde, waar bij men zegt, dat meer dan 5,000 Franciskanen tegenwoordig zullen ge- weest zijn. Nu zond hij weder Predikers in alle gewesten der wereld , terwijl hij zelve met XÏI broe* deren, gelijk jezus van XII Apostelen verzeld was, in het jaar 1219 naar Egypte reisde. Hier voorzei- de hij aan de Christenen, die toen Damiate vero- verd hadden, de ong>.'lukkige uitkomst van hunne onderneming , en begaf zich in perfoon , met het uiterfle gevaar, naar den Sultan^ wien hij vermaaii- de, het Christendom aan te nemen, maar van wien hl-i veracht werd, waar op hij, door eene Godde- lijke Openbaring vermaand zijnde, naar Europa te- rug GESCHIEDENIS. .81 Tug keerde, evenwel, als men de Schrijvers dezer V Orde gelooven wil, zal hij vervolgens dezen Vorst, ^^^^ door middel van Franciskanen , bekeerd hebben. Hoofdfl. Gedurende het afzijn van franciscus, matigde na C. G, Broeder elias, diep hij tot algemeenen Fikaris zij- 1^^^'°73. ner Orde had aangelleld, zich aan, om verfcheide- ■ ne veranderingen in dezelve te maken. Meermalen zeide hij in zijne vermaningsuren aan zijne Broede- ren: dat de zuiverheid en heiligheid van hunnen Stichter niet aan allen verleend was; dat men zijn kven beter kon prijzen dan navolgen ; dat hij waar* lijk het een en ander had voorgefchreven , hetwelk de menfchelijke krachten te boven ging ; daarom moest veel wegens de gebrekkelijkheid der menfchen en wegens het verderf des tijds geduld, en veel ge- matigd of afgefchaft worden, elias haalde niet weinige leden der Orde aan zijne zijde over, maar de ijveraars, met hem te onvrede, ontboden hunnen meester terug. Deze in het jaar 1220 teruggekeerd, verfoeide de kostbare gebouwen, die ondertusfchen voor de Monniken gebouwd waren; hij fprak den vloek uit over eenen Overfte , die zonder zyne voorkennis een fraai Klooster met een Gebouw tot onderwijs in de wetenfchappen , (^Jludium^^ gedicht had; op deze wijze, zeide hij, zouden zijne Mon» niken meer geleerd , dan godzalig worden ; hij wilde liever , dat zij wisten te bidden , dan te lezen , en dus vernietigde hij deze School. Aan eenen ande- ren Overfte der Orde verbood hij zijne boeken te behouden , en aan eenen Novitïus ontnam hij zelfs zijn Pfalmbo.k , onder voorwendfei , dat men XVm. Deel. F gee- Sa KERKELIJKE V gcene boeken mogt bezitten, dewijl men van alle el- BOEK gendom afftand gedaan had. Hij zelve, zeide h^, Hoofda. '^^<^ voorheen ook begeerte nasr boeken gehad , na C. G. maar toen hij om Gods wil daaromtrent te verllaan , Jaar 1073, ^^^^^ gebeden het Euangelie had opejigeflaeen , vva- tüt I517. ^ '^ ICO? »- ren hem deze woorden in het oog gevallen: ,, Ulie- den is het gegeven, de verborgenheden van het Ko* ningrijk der Hemelen te weten , maar den anderen is het niet gegeven ; " daar waren 'er 200 velen , die angsivallig naar wetenfchappen trachtten , da£ die geen zalig was, die zich daar van onthield, oin alleen den gekruisten Christus te weten, Onbefchrijfelijk was in het jaar 1220 de vreugd© van FRANCISCU3 , op het vernemen , dat vijf van zijne Ordensbroederen te Marokko den marteldood ondergaan hadden. Trouwens , de Reliquien of OverbUiffelen dezer Martelaren , die fpoedig wonde- ren deden, bezorgden aan de Orde Kloosters, Ker-^ ken, Kapellen en gefchenken. Aan den anderen kant had echter franciscus t^n dezen tijde minder reden, om te vrede te zijn. Hij had in het jaar 1221 den door hem afgezetten Broeder elias weder tot Generaal -Vicaris van de Orde benoemd; maar deze maakte een raerkeliik onderfcheid tusfchen der- zelver leden, zoodat hij bijzondere achting betoon-^ de voor zulkcn, die in gaven, wetenfchap en ver- diensten uitmuntten. Om hem deze partijdigheid onder het oog te brengen, liet franciscus eens twee Broeders, die voor de eenvoudigRen gehouden werden, naast zich aan tafel zitten, elias dacht bij zich zelven : „ Ach, Broeder franciscus i-: uwe GESCHIEDENIS. 83 tiwe eenvoudigheid zal zeker der Orde fchaden; gij V laat onwelenden naast u zitten, en aciit geleerde °9^* mannen geheel niet 1 '* De Schrijvers dezer Orde Hoofdd. verzekeren , dat deze gedachten terltond aan fran- na C. G, ciscus geopenbaard werden. Hij antwoordde ook l^r^'^iy op dezelve, dat elia's hoogmoed en zijne men- ü fchelijke fchranderheid veel meer de Orde zouden benadeelen; ja hij voorzeide hem, dat hij, alhoewel naar den Goddelijken wil tot hoofd der Orde ver- klaard, evenwel een afvallige worden zou. In het volgende jaar 1223 fchonk Paus honorius aan de Orde het voorregt van den zoo vermaard geworden Portiuncula - aflaat ^ voor allen, die op den tweeden Augustus, als <\tw inwijdingsdag der Kerk van dezen naam , in die Kerk hunne aandacht zouden verrigten. De Franchkanen verhalen, dat de Stichter hunner Orde dit voorreü,t van jezus zelven, op voorfpraak van deszelfs Moeder, ont- vangen hebbe. Zoo vermaard is deze aflaat gewor- den , dat nog zelfs in de laatfle tijden menigmaal de toeloop naar deze Kerk van alle oorden meer dan 10O5O00 menfchen bedroeg. In der daad 'er behoort geduld toe, om zoo vel© zonderlingheden , welke eenen Dweeper zullen ge- beurd zijn , wiens hoofdoogmerk was , de wereld met godvruchtig fchijnende l'edelaars te vervullen , ra te fchrijvea , maar dit geduld wordt genoegzaam beloond , doordien de bloote opgave dezer wónder- gevallen den Lezer zonder verdere aanmerkini^en ge- noeg in (laat ftelt, om over derzelver geloofwaar- digheid en ware gefchapenheid te oordcelen, F 2 Al- «4 K E R K E L ÏJ K E V Alleen moeten wij hier nog bijvoegen het verhaaï BOEK yarj (jg lidieekenen van christus, welke francis- Hoofdft. cus van den Zaligmaker in zijn ligchaam zal be- na C. G. komen hebben , opdat hij toch aan denzelven vol- jQt'^J^^^' komen gelijk mogte zijn , zelfs in het lijden voor »■ ■ - het menschdom. franciscus, zoo luidt het ver- haal, had zich in het jaar 1224 op den berg AU verna begeven, om ter eere van den Aartsengel MicHAëL veertig dagen te vasten, tevens bad hij God, dat die Iiem zijnen wil zou bekend maken, ten einde zich geheel daar naar te gedragen ; onver- ziens ontftond de gedachte bij hem, dat God hem denzelven zou openbaren , als hij het Euangelieboek opfloeg. Hij liet zulks door zijnen reisgenoot doen , en driemaal vielen hem plaatfen van het lijden van CHRISTUS in het oog. Hier uit befloot de Heilige , dat, gelijk hij christus in zijn leven had nage- volgd , hij hem dus ook in zijn lijden gelijkvormig, moest worden. Op het Feest der kruisverhooging dan kwam, als hij ijverig in het gebed en geheel van de fmarten des Gekruisten doordrongen was , een Ser.ifv^n den hemel naar hem toevliegen. De- ze verzocht hem driemaal, dat hij hem iets geven zoude; en even zoo dikwijls vond franciscus een Ituk gouds, hetwelk hij hem aan kon bieden, daar door moesten zijne drie Ordens aangeduid worden. Vervolgens drukte jezus — want deze zelve was de Seraf — hem zijne lidteekenen aan handen , voeten en zijde in, niet zonder groote pijn en luid gefchreeuvv van onzen Htiligen ; tevens zeide hij hem eenige woorden , maar welke deze aan niemand GESCHIEDENIS. 85 geopenbaard heefr. Scucrt Z5g men aan de lianden V en voeten nasels of fpiikers van vleesch , doch wel- ^^f-J^ ke zich met het overige vleesch niet vereenigden ; Hoofdft. zij bleven fteeds opene vi?onden, gelijk ook de zijde, na C. G. en uit deze wonden liep fomtiids veel bloed: en het ;', °C^, gaan werd hem vooral moeijelijk. ■-■ Men heeft deze omflandigheden , zegt men, uit den mond van franciscüs zelven vernomen , en van den Droeder leo, die bij deze gebeurtenis te- genwoordig vv'as, en naderhand deze lidteekenen ge- woon was te verbinden. Vele anderen van zijne Ordensbroederen , ook de Heilige klara , hebben ze gezien, zelfs Paus alexander IV. Zij zijn na *s mans dood van vele inwoners van ^s/t/t vereerd en gekust ; ook zijn 'er vele wonderwerken door verrigr. De Maagd maria , Engelen en zelfs Dui- velen hebben 'er getuigenis van gegeven enz. Paus BENEDiCTUS XII heeft naderhand aan de Orden een Feestdag van de lidteekenen van den Heiligen fran- ciscüs , QFestum Stigmntum S, Francisci,) toe- geftaan, welke verwaarloosd zijnde, door taulus V, op verzoek van filips III, Koning van Spanje^ op nieuw bevoien is geworden. Behoeven wij wel cenige beoordecling van deze gebeurtenis hier bij te voegen, welker omdandigheden eerst na den dood van FRANCiscus verhaald zijn ? Van het onderzoek, op welke wijze !iij deze lidteekenen ontvangen heefr, zal elk Lezer ons ligtelijk ontdaan, of franciscüs zelve met behulp van zijnen reisgenoot zich d:e wonden veroorzaakt heeft, ten einde toch volmaakt F 3 aaa $6 K E R K E L IJ K E V aan christus gelrkvormig re zi 'n , dan of anderea BOEK ]^Q^ hebben weten te be.lriegen ? VI Hoofilih ^y mogen bij deze gelegen !ieid niet met (lüzwij- na C. G. gen voorbijgaan het boek, hetwelk in het jaar 1510 Jon !• T f^*7 "^ jf te Milaan in Folio gedrukt is, welke druk zeer — ^_ zeldzaam is. ITet voert ten opfchrift: Liber Con- Liber formitatum. Het is gelclireven in het jaar 1385, Confor- , j mitntum. ^^ nagelaten door bartholomeus de pisis , met den geflachtnaam albizi, een' Italiaanfchen Monnik van deze Orde, die in het jaar 141 1 overleden is. Naderhand zijn 'er verfcheidene uitgaven van in het licht verfchenen, doch meer of min verminkt. Het oogmerk van den Schrijver was , zoo als hij in eenen Brief aan het generaal Kapittel van zijne Orde te Asfift in het jaar 1399, door hetwelk zijn Boek plegtig bekrachtigd werd , zegt , om aan te toonen', dat CHRISTUS den Heiligen franciscus zich in alles gelijk gemaakt heeft, ten welken einde 40 Con- formttaten of gelijkvormigheden tusfchen hen wor- den opgegeven, ja meer dan ééns wordt francis- cus boven christus gefield. Men kan met regt dit Boek den volmaaktften onzin des Bijgeloofs noe- men, boven welken men niets ongerijmders en er- gerli'ikers denken kan. Het is daarom niet te ver- wonderen , dat de Proteftanten , in de eerde tijden der Hervorming, 'er gebruik van gemaakt, en het der Roomfche Kerk bitter genoeg voorgeworpen heb- ben. ERASMUS ALBER , een Predikant der Euange- lifche Kerk, gaf in het ja ir 1531 , zonder zich te noemen, met eene voorrede van luther, 'er een uit- GESCHIEDENIS. «7 uittrekfel van in het licht , onder den titel : der V Sarrevceter - Monniken Üileiifpiegel en Alkoran, ^^^^ Daar uit nam een Boekdrukker te Geneve , koen- Hoofdff, RAAD BADius , s;clegenheid , om een Fransch en ia C. G. Latijnsch uittrekfel van dit Boek, met bijtende ^^n- j^J'^J^J^* merkingen , onder den titel : r Alkoran des Corde- ■ liers ^ in het jaar 155Ö uit te geven, waar van een fraaije nadruk te AmJJerdam in 1734 met kunstpla- ten van picARD is uitgekomen in II Deelen in Oc- tavo. In de Roomfche Kerk zelve is dit aanfloote- lijk werk allengs met andere oogen befchouwd, dan in het eerst, toen het veel goedkeuring vond. Ver- ftandige Schrijvers befchouwden het met afkeer en verachting ; zelfs is het op de Roomfche Lijst der verbodene Boeken geplaatst. In het jaar 160;^ heeft iiogtans de Franciskaner Provinciaal hündrik sedu- Lius eene Apologie van dit werk uitgegeven, welke hem echter geene eere heeft aangedaan. Na den tijd, dat franciscus de eere der lidtee- Dood van kenen van Christus ontvangen zou hebben, leefde ^^^'^^^^' cus hij nog twee jaren , volgens berigt der Schrijvers van zijne Orden, in eenen ziekelijken, kwijnenden toeftand. 'Er was naauwelijks een lid aan zijn lig- chaam , hetwelk hem niet pijn veroorzaakte , zoo dat men hem van de édne plaats naar de andere moest dragen. Eindelijk, toen hij de aannadering van zijnen dood befpeurde, liet hij zich in de Por» tiuncula - Kerk brengen , waar hij zijne Orde ge- grond had. Hier wierp hij zich naakt op den bloo- ten grond neder , om ook in den fland der vol- maaktfte armoede te kampen en te fterven. Een der F 4 om- 88 KERKELIJKE V omllaande Ordensbroederen , dien hij zijnen Guar- BOEK diaan noemde , zijnen wensch bemerkende , gaf hem Hoofdft. ^^"' ^'^^' ^^" koord en een kapot, met bijvoeging, na C. G. dat hij iiem dit gaf, als eenen armen , die om Gods jaario73. ji ^^^ w^s^ en dat hij hem, uit kracht der hei- tot 1S17. j •> , lige gehoorzaamheid , vermaande , dit aan te nemen. De Heilige man deed dit ook met groote blijdfchap, zeggende: dat hij Christus daar voor dankte, dat hij , van alle dingen vrij , en zonder zelfs een eigen kleed te hebben, tot hem gaan kon, zoo als hij zelve aan het kruis had gehangen. Daarom gebood hij ook aan zijne Ordensbroederen , hem eenigen tijd na zijn' dood geheel naakt te laten liggen. In zijne laatlle oogenblikken beval hij hun voor alle dingen geduld, armoede en gehechtheid aan het geloof der Roorafche Kerk aan , en ftierf den 4den October 1226, Zijne Ordensbroeders weten nog veel meer omftandigheden van zijn overlijden te verhalen, bij- zonder de Schrijver van het Boek over zijne Gelijk- formigheden met ciiristus. Toen hij zou fterven , waren 'er vele Duivelen bij de hand, om hem mees- ter te worden, maar zij konden, wegens de menig- te der tegenwoordig zijnde Engelen , inzonderheid van den Serafijnfchen rang, niet doordringen, welke laatften zijne ziele in den Hemel voerden. Eerst evenwel ging zij in het Vagevuur, alwaar zij vele zielen uit hetzelve verloste, met welke verzeld fran- ciscus in den Hemel zijne intrede deed , en daar den voormaligen Stoel van lucifer bezette, op welken hij van toen af vergood, {Franciscus dei' ficatus^^ zit. Men GESCHIEDENIS. «9 Men had , uit hoofde van zoo vele wonderen , V als verhaald worden, door hem verrigc te zijn, mo- ^^'^^ gen verwachten, dat hii reeJs bij zijn leven zou ge- Hoofdll. canojiizeerd ge^'eest zijn. Dit gefchicdde ook reeds nn C. G, twee itren na zijnen dood door gregoriüs IX, die )^"'''°73« •■ - ' tot 1517. ook in het jaar 1230 zijn' rtcrfdag tot eenen alge- ■ meenen Feestdag verordende. Het kan ons niet verwonderen, dat eene Orde , Voorreg- die zulken beroemden Heiligen tot Stichter had, dje^cn^^nde door bedelarmoede tegen eene rijke en luije Geeste- leend. lijkheid afdak, en op eenen aflaat roemde, haar van den Hemel zelven gefchoiiken , eenen grooten op- gang maakte. Zij kreeg ook van de Paufen bet voorregt, om, zonder bewilliging der Bisfchoppen en Parochiepriesters , overal te prediken , ten minüe in hunne Kloosters en openbare plaatfen, ook mog- ten zij biecht hooren van elk , die bij hen kwam , en hem abfolutie geven. Nog kregen zij van de Pau- fen verfcheidene aflaten. De Zendelingfchappen ga- ven ook aanzien aan de Orde, welke zij onder de Ongeloovigen ondernamen. De Paufen, aan welken zij de onbepaaldfte gehoorzaamheid bewezen , had- den alle reden, om haar te begunfligen. Zij ver- kreeg verders roem , door , tegen de oogmerken van haren Stichter, ook geleerde leden onder zich te hebben, al vroeg telde zij onder dezelve de beroem- de Schoolfche Wijsgeeren en Godgeleerden alexan- DER HALRS en BON AVANT URA, zelfs tegen het einde der XlIIde eeuw den vernuftigen en fchrande- ren roger bacon, en den fcherpzinnigen Wijsgeer JOANNES DUNS SCOTüS. FRANClSCüS ZClve lefc F 5 wel 90 KERKELIJKE V wel eenige fchriften nagelaten, die ook gedrukt z'm, BOEK jjj-ijii. i^gj- 2ijn enkel middelmatige, Askecdsch-mo- Hoofdil. rele opftellen, gebeden, regelen voor de van hem m C. G. geiliichte Geestelijke Ordens en dergelijke , waar van tot 1517. FABRicius verfl:ig geeft (*). ■ Wat zal men nu na dit alles van het karakter van Knrakter franciscus zeggen, die van tljdgenooten en nako- ^Icri'c melingen zoo geheel ftrijdig is befchouwd gewor- den , immers , terwijl velen hem voor eenen uitre- kenden Heiligen hebben gehouden, hebben anderen hem aangezien voor eenen krankzinnigen van de eer- fte foort! Het boven van hem verhaalde zal, bij overweging , den Lezer zelven het best van hem eene beoordeeling doen opmaken, en hij zal bij (lot gewis erkennen , dat het 'er met het echte en ware Christendom Hecht uit zou zien , indien zulk een zonderling mensch een voorbeeld en fteunpilaar van hetzelve zou moeten uitmaken. ANTONius Reeds bij het leven van franciscus ontbrak het vanPadua j-,eni in zijne Orde niet aan wonderdadige navolgers ; onder dezen is een der voornaamlle antonius van Padua, de Befchermheilig der Portugezen, naar de (lad Padiia dus genoemd, waar hij meest geleefd heeft, en ook geftorven is. Hij was in het jaar 1196 te Lufahon geboren, en trad in het jaar 1220 in de Orde der Franchkanen. Nu kwam hij in ItaU'è , werd tot Priester gewijd , en te VercelU door den Abt thomas in den Godsdienst onderwezen. Hij heeft ook het een en ander, maar naauwelijks mid- (*) Bihl. med. et inf. Latin. 7", II. p, i8p. GESCHIEDENIS. 91 middelmatig, gefc h reven , waar onder vele Predika- V tien. Hij overleed in het jaar 1231, en werd reeds ^^^* In het volgende jaar door grrgorius IX gecanoni- Hoofdü. zeerd , wegens de menigvuldige wonderen , welke na C. G. hij zal verrigt hebben. Onder andere predikte hij , J^j"^ ' °f |" toe 15 1 7 • in navolging van den Stichter zijner Orde , eens ■■ voor de visfchen , aan welken hij na het eindigen der preek, den zegen mededeelde; waar op zij vol vreugde met hunne vinnen en (laarten floegen, hun- ne hoofden eerbiedig bogen , en zich toen in een' oogenblik in het water dompelden; nu wendde de Heilige zijne rede tot de Ongeloovigon, welken hij, door dit wonder , de waarheid van het Katholij'c Geloof bewees , en daar door velen der verllokllle Ketters bekeerde. De Orde heeft zich felert zoo zeer door Europa Talrijk- uitgebreid, dat, nietregenftaande zij in de XVlde |l^^^ '^^ eeuw vele Kloosters verloor, men in het begin der vorige eeuw nog meer dan 7,000 Kloosters van die Orde tellen kon, in welke meer dan 115,000 Mon- niken leefden; behalve nog meer dan 900 Vrouwen- kloosters, wel'ie over de 28,300 Nonnen bevatten. Eigenlijk waren het drie Ordens, alzoo ook de 7>r- tierzen of Leek?nbroeders 'er bijgekomen waren , ook waren de beide eerften weder in verfcheidene fcorten verdeeld. De uitbreiding en voorregten der beide Hoofdor- Hnatder dens der Bedelmonniken , en het gevoel van nadeel , ^"dere ^ hetwelk de voorige Ordens en de Geestelijkheid in ken'tegen het gemeen daar door ondervonden, maakten derzelver de Domi- afgunst fpoedig gaan Je. Overal verhieven zich klag- "^^^"^'^ ten 92 KERKELIJKE V ten over hen , waar van de blijken nergens fterker te ^9J'^ vinden zijn dan in de Gefchiedenis vsn den Engelfchen Hoofdft. Gefchiedfchrijver, mattheus paris, een' Benedic- na C. G. tyuer , die ten dezen tijde leefde. Deze berchrijft »^, ^^{, de (lichting van de Orde der Franc!ska?ien uitvoe- rig, en fchilJert derzelver Stichter met hem eigene en Fran- trekken. Onder anderen verhaalt hij , dat , toen ciskcincn» FRANC I SC us te Rome den Paus innocentius III. om de bevestiging zijner Orde verzocht, deze, het armhartige voorkomen befchouwende , Vi;aar mede FRANCiscus voor hem verfcheen, tegen hem gezegd hebbe : ,, Ga , Broeder , en zoek verkens op , met welke gij meer dan met menfchen vergeleken kunt worden ; wentel u zelven met hen in eene modderfloot rond, en hun uwen regel overgevende, hefteed uwen pligt als prediker aan hun." fran- ciscus boog zich op dit bevel, en eenige verkens ontmoetende , wentelde hij zich met dezelve zoo lang in dtn modder roi^d , tot hij van het hoofd tot de voeten bezoedeld was. Toen weder bij den Paus gekomen, zeide hij: Heer, ik heb gedaan, het gene gij bevolen hebt ; verhoor nu mijn ver- zoek! Toen de Paus hem in dezen toefland zag, berouwde het hem , hem dus bejegend te hebben , gebood hem zich te wasfchen, en vervulde zijne begeerte. Evenwel wilden de Romeinen zijne pre- dikatien niet hooren. Daarom zeide hij , na ver- fcheidene dagen vergeeffche proeven genomen te hebben , om hen te bewegen , tegen hen : Hij wil- de thans, om hen te befchamen, christüs aan de dieren en vogelen verkondigen. Zoo gezegd , zoo G E S C H I E D E KM S. 93 200 gedaan, ter (lad uitgegaan , gebood hij eene V menigte raven, gieren, ekfters en andere vogelen, ^^f in den naatn van Christus, het woord Gods aan Hoofdft. te hooren. Die deden zij , hem (til en onbewegeUjk "^ ^' G» aanziende, een' halven dag lang; hij herhaalde dit 'ót "5 17.' nog twee volgende dagen, wanneer eindelijk de Ro- ■ pj^imn met hunne Geestelijkheid 'hem eerbiedig in- haalden. Ook weet paris nog deze bijzonderheid van onzen Heiligen , dat zich , veertien dagen vóór zijnen dood, wonden aan zijne handen en voeten vertoond hebben, uit welke veel bloed vloeide, en eene heel diepe wonde in zijne zijde. Op de vraag- der Kardinalen, wat dit verfchijnfel beteekende, ant- woordde hij, opdat zijne Toehoorders des te vaster in den gekruisten gelooven mogtpn; tot hunne ver- zekering zou ook van deze wonden na zijn' dood geene fpoor meer zigtbaar zijn: en dit was ook vol- komen zoo gebeurd. Maar des te meer klaagt deze Schrijver in zijne Gefchiedenis op het jaar 1243 over de Do-minikanen en Fraiici:kanen, „ Het is veifchrikkelijk , zegt hij , en van eene treurige voorbeduiding , dat de Monniksfland fcdert drie, vier en meer honderd ja- ren geene zoo fchielijke omkeering geleden heeft, dan van die Ordens, welker Broeders naauwelijks 24 jaren geleden hunne eerfte woningen in Enge- land gebouwd hebben , die thans tot eene Konink- lijke hoogte opklimmen. Dezen zijn het , die in kostbare en dagelijks meer uitgebreide gebouwen en \^ hooge muren onfchatbare rijkdommen ten toon fprei- den, terwijl zij de grenzen der armoede en de gron- den 94 KERKELIJKE V den van hunne gelofre fchaamteloos overfchreden» ^^^^ Zij dringen zich heel vlijtig in bij ftervende Grooten Hoofdft. en Rijken, niet zonder nadeel en verlies der gewone na C. G. Pfarheeren ; zijn gretig op voordeelen , persfen daar- towsi?' '^^ biechten en geheime testamenten af, waar bij p»- zij zich zelve en hircne Orde alleen aanprijzen , en boven alle andere üellen. Reeds gelooft geen Ge- loovige zalig te kunnen worden , als hij niet door den raad van een Prediker- monnik of Minderbroe- der beftuurd wordt. Ia het verkrijgen van Privile- giën zijn zij heel zorgvuldig ; aan de Hoven van Koningen en Vorsten zijn zij Raden , Kamerheeren , Schatmeesters , Bruidsleiders en Bruiloftsredenaars, en Uitvoerders der Pausfelijke Geldafpersfiiigen ; maar in hunne Predikaiien vleijers, of zeer bijtende berispers , of ontdekkers van biechten , of onvoor- zigtige beftraffers. I>e eehte van heilige Vaderen, zoo als van den Heiligen benedictüs en augus- TiNus, gedichte Orden en derzelver leden worden van hen veracht; de hunne ftellen zij boven alle. Zij houden de Cistercienzen voor ruwe, eenvoudi* ge, halve Leeken, of liever Boeren; maar de Zwar- ten, (zoo Koemde men de Benedictijnen,^ voor trotsaards en Epikuristen. Hij merkt verders aan, dat de Pausfen hun de hand boven het hoofd hiel- den, en zegt op het jaar 1247, dat hij geloofde, dat de Paufen hen, tegen wil en dank, met fchen- ding van hunnen Ordesregel, en tot openbare erger- nis, tot hunne tollenaars, {telonarii^^ en boden, (^bedelli ^^ gemaakt hadden. Twlsien In Fraukryk maakten de Domnikanett zich ins- GESCHIEDENIS. 95 gelgks gehaat. „ Het volk, zegt de bovengemelde V Gefchiedrchrijver op het jaar 1257, befpotte hen, boek onthield hun de gewone aalmoezen , noemde hen f-joofdH. ïiuichelaars , voorloopeis van den Antichrist , val- na C, G. fche Predikers, vleiiervS en Raden van Koningen en J^^^'°73« rt tot 1517; Vorsten , verachters der Bislchoppen , flimma deel* nemers iii Koninklijke huwelijken , en onregtmatige derBedel- Biechtvaders , die, terwijl zij onbekende landen door- j^°""j ^" trokken, tot eene roekeloosheid in het zondigen aan- Univerli- leiding gaven." Maar in dit Rijk wikkelden zij zich p^'.Y^** in twist met de Univerfiteit van Parys, In het jaar 1221 hadden zij reeds eene plaats in dezelve gekre- gen, en als zij in 1229 bijna geheel verftrooid was, maakten zij zich van eene openlijke leerphiats in de Godgeleerdheid , {Cathedra MagiJlraUs in Theolo- gia^') meester. Zelfs na de herflelling der Univer- fiteit trokken zij nog eene zoodanige plaats tot zich , en bezetten de eene en andere met de bekwaamde mannen van hunne Orde , als roland van Cremona^ ALBERT de Groote , ( toen Alhertus Teutomcus , ) en HUGO VAN ST. CHER, of DE S. CARO. De Unl- verfiteit nam wel, ten einde voor te komen, dat de Monniken niet geheel meester werden, een befluit, dat in het vervolg geen Klooster eene Theologifche leerplaats bezitten zouden; maar de Dominikanen ftoorden *er zich niet aan. Evenwel bleef de rust eenigermate ftand houden tot het Jaar 1250. De Franciskanen volgden fpoedig dit voorbeeld der Dominikanen na ; en alexander. van Hales werd de eerde openlijke Leeraar der Godgeleerdheid uit hunne Orde. Om zich te handhaven verwierven de g6 KERKELIJKE V de beide Ordens in het jaar 1244 en 1249 Brieven BOEK van den Paus, in welken de Univeifiteit geboden Iloofdft. werd, hun de hooge waardigheden, als zij ze ver- nn C. G, dienden , mede te deelen. Maar in het jaar 1254 ,f!''!?'-' zaa; innocentius IV, door de menigvuldige klagten tot 1517. '^ 000 ^ tegen hen ingebragt , zich genoo.lzaakt , de regten der Wereldlijke Geestelijkheid te handhaven; doch dewijl hij kort daar na (lierf, ftrooiden de Dominicanen en Frauciskanen uit, dat hij door God geftraft was, en dewijl zij zich openlijk lieten verluiden , dat zij den Paus dood gebeden hadden , ontdond 'er een fpreekwoord : „ Lieve Heer , verlos ons van de Litanien der Bedelmonniken. " O ik verzamelden deze vrijwillige armen groote rijkdommen , waar door zij trotschen laatdunkend werden , en hunne Klooster- tucht fpoedig verviel , terwijl zij hun aanzien aan de Hoven dikwijls misbruikten. Weinig fclieelde 'er aan, of de Dominlkancn hadden den Franfchen Ko- ning LODKWYK IX , ook de Heilige bijgenaamd, ' bepraat, om de kroon neder te leggen , en een Monnik van hunne Orde te worden. Een van hen vraagde den Vorst eens , of hij wel zou wenfchen , zoo veel van den Zoon van God dagelijks in han- den te hebben , als het ligchaam van de Maagd ima- RiA in zich bevat had. Toen de Koning dit met ja! beantwoordde, onderrigtte hij hem verder, dat hij, om zalig te worden , alles verlaten, en het kruis van zijne Orde op zich nemen moest; alsdan zou hij fchielijk tot het Priesterdom opklimmen, en daireiijics in de I\lis den Zoon van God in handen bekomen. De Koning was door deze voortellingen 2e- GESCHIEDENIS. 97 getroffen ; maar toen hij het aan zijne Gemalin voor- V droeg, en deze het aan den Broeder des Konings ^* en aan hare kinderen bekend maakte, werden deze Hoofdft. zoo zeer tegen de Dominikanen vergramd , en ftie- na C. G* ten, zelfs in lodewyks tegenwoordigheid, zoo ^6-^^^"°^^* vige bedreigingen tegen hen uit, dat zij van hun « oogmerk moesten afzien. Na het jaar 1250 ontflonden, door de pogingen der Dominikanen , om meer Theologifche leerftoelen te Parys te bezitten, nieuwe twisten tusfchen hen en de Univerfiteir. Deze befloot in het jaar 1251 , dat geen Klooster meer dan eenen leerftoel in de Tlieologie door zijne Monniken zou mogen vervul- len. De Dominikanen zich hier over willende wree- ken, vonden in het jaar 1253 daar gelegenheid toe, wanneer de Leeraren der Univerfiteit zich te zamen bij eede verbonden , om het aan hun geweigerd regt over zeker groot bezwaar tegen de Burgers te Parys met allen ijver te zoeken. Alleen de twee Domini' kanen , die Leeraars der Godgeleerdheid waren , weigerden zich bij deze verbindtenis te voegen, en hun ambtgenoot de Franciskaan , verklaarde zich even zoo. Na hen vergeefs gezocht te hebben, tot vereeniging te bewegen , ontnam de Univerfiteit hun hunne leerposten. Hier over beklaagden zij zich ten Hove en bij den Paus , en verkregen van den laat- ften een bevel tot hunne hertelling. Nu kwam het zelfs tot gewelddadigheden tusfchen de partijen en de Univerfireit (telde in eenen Biief aan alle Pre- laten het onregt nadrukkelijk voor, hetwelk zij ge- leden had. XVm. Deel. G Tot 98 KERKELIJKE V Tot liaar ongeluk was alexander IV, een on- BOEK gemeen begunfliger der Monniken , Paus geworden. Hoofdft. Deze bepaalde in April 1255, dat de Kanfelier dej na C. G. Univerfiteit het regt zou hebben , om aan eiken We- J^^J°^^' reldlijken of Kloostergeesteüjken , dien hij bekwaam p zou vinden, verlof te geven tot het openlijk Leer- aarambt, en vernietigde het befluit der Univerfiteit tegen de Dominikanen. Deze brak daar op hare genooifchappelijke verbindtenis geheel af, om niet verpligt te zijn, deze Monniken daar in aan te nemen, maar dewijl dit enkel als eene nitvlugt werd aange- merkt, deden twee Franfche Bisfchoppen, als Ge- volmagtigden van den Paus, haar in den ban. In het jaar 1256 werd wel een vergelijk voorgefleld , waar bij de Dominikanen hunne leerposten behou- den, maar van de Univerfiteit afgezonderd zouden blijven, doch dit voldeed den Paus niet, die inte- gendeel vier van hare ijverigfte Leeraren van derzel- ver waardigheid en inkomflen beroofde , en hen zelfs uit Frankryk gebannen wilde hebben , en dewijl Koning lodewyk IX geheel op de zijde der Mon- niken was, noodzaakte hij eindelijk de Univerfiteit om toe te geven. De Bedelmonniken zegevierden volkomen, toen in het jaar 1257 twee van hunne uitdekendfte mannen, de Dominikaner tuomas van AQUiNO, en de Ffanciskaner boj^aventura, open- lijk te Parys met de Godgeleerde Doctorale waardig- heid bekleed moesten worden. Evenwel bleef de Univerfiteit haar regt zoo nadrukkelijk voorfiaan, dat de Paus tot aan ziin' dood toe in het jaar 1261 de Monniken door nieuv.'e Bullen geftadig te hulpe moest komen. De GESCHIEDENIS. 99 De voornaamfte verdediger der Univerfiteit tegen V de Bedelmonniken was willbm van Si, Amour^ ^o^* Doctor der Sorbonne, of van de Godgeleerde Fa- Hoofdll. culteit te Parys. Hij had zijnen bijnaam naar het na C. G. kleine ftadje St» Amour , in het Graaffchap Burgim- F^''^°73- tot J S m7 % die, zijne geboorteplaats. Hij behoorde onder de ■ vier Godgeleerden , welke de Paus uit Frankryk ge- willem bannen wilde hebben , ook moest hij met nog een Araour, ander gevangen gezet worden. De Dominikanen hadden hem in het Jaar 1254 bij den Koning en den Bisfchop van Pary^ befchuldigd, dat hij de eer van den Paus mondelijk en fchriftelijk aangetast had; hij werd echter onfchuldig verklaard. Maar de Monniken , die hem voor hun grootllen tegen- partijder hielden, bragten nieuwe bezwaren te voor- fchijn, dat hij hunne Orde gelasterd, en dwaalbe* grippen voorgedragen had. Ook daartegen verdedig- de hij zich volkomen in eene Predikatie. Maar in het jaar 1256 viel hij op zijne beurt hen aan, en fchreef tegen hen zijn zoo vermaard geworden Boek over de gevaren der laatfte tijden , ( de periciilis mvisfimorum temporum,^ zijnde deze titel ontleend uit 2 Timoth. IlI. i. welk Boek met andere hier toe behoorende gefchriften in het jaar 1632 in Quarto, te Konftans volgens den titel, maar in der daad te Parys gedrukt is. In hetzelve noemt hij wel de Be- delordens niet, maar fchildert de Monniken echter met zulke levendige kleuren, dat men in de toepas- fmg niet dwalen kan. Deze, inzonderheid de Do- minikanen , beklaagden zich terllond over hetzelve bij verfcheidene Franfche Prelaten, die zich thans G 2 te 100 KERKELUKE V te Parys bevonden. Maar de Schrijver verdedigde B^K zich, omdat hij niemand genoemd had. De Mon-* Hoofdft. "^k^" wendden zich toen tot den Paus, en wisten na C. G. zelfs den Koning te bewegen , dat deze oen Pau» toe i. 41. io8 KERKELIJKE V eene gelukkige en volmaakte eeuvv, de eeuw en het »oEK Euangelie van den Heiligen Geest genoemd, welke Hoofdft. de plaats der eeuw van den Fader en ó^n Zoon van na C. G, God vervangen zal ; welke groote verandering de ^^"J°^^' Bedelmonniken zullen voortbrengen ; en dit mag de m « reden wel zijn , waarom men dit Boek aan joachim heeft toegefchreven. Vijf en vijftig jaren lang was dit eeuwig Euan* geïie onaangevochten gebleven , toen het door Wil- lem van St, Amour in het jaar 1254 in zijn Boek : van de gevaren der laatfte tijden , en te gelijk door de overige Godgeleerden der Paryfche Univerfiteit werd aangevallen. Eigenlijk echter was het een nieuw gefchrift, hetwelk aanleiding tot dezen aan- val gaf, zijnde eene inleiding en opheldering op het- zelve, (^Introductorius in Evangelium jfEternum,') welk werk van het voorgemelde boek wel moet on- derfcheiden worden (*) , wordende dit laatfte aan eenen broeder gerhard toegefchreven. Toen de Univerfiteit van Parys in het jaar 1256 hare Afge- vaardigden aan den Paus zond, liet zij hem tevens verzoeken, om dit Boek van gerhard te veroor- deelen, als behelzende vele goddelooze leerftukken, te weten , in hetzelve werd beweerd , dat het Ëu- angeïie van je zus flechts tot het jaar 1260 zon duren , en dan zou een volmaakter Euangelie van den Heiligen Geest aanvangen, en met hetzelve een ander Christendom , van veel grooter aanzien , dan in de eerfte Kerk ; het tot hier toe enkel werk- (*) MosHEiM Kerk. Hijl. Deel V. Bladz. 115?. GESCHIEDENIS. 105 werkdadig leven zou in een befchouwend overgaan, V hetwelk zelfs Christus en de Apostelen niet volko- ^°^!^ men beoefend hebben ; maar eene nieuw op te ko- Hoofdff. men Orde zal daar het hoogfle voorbeeld van ge- na C. G, ven , en den waren weg ter zaligheid aanwijzen. fQj'^J^fl' Men voegt 'er bij , dat in dit werk ook geleerd is , , dat het geestelijk verltand van het Nieuwe Testa- ment zelfs in de Roomfche Kerk niet gevat wordt; dat de derde Orde der Uitverkorenen , of de volko- mene Bedelorde niet verpligt zij , haar leven voor den Godsdienst op te offeren; dat de fcheuring der Griekfche Kerk van de Roomfche een werk van den Heiligen Geest zij, en dat daarom Geestelijke man- nen niet verpligt zijn , aan de laatfte te gehoorza- men; dat de Griekfche Paus^ ( of Patriarch , ) meer geestelijk is, en zich meer in den ftaat van zalig- worden bevindt, dan de Latijnfche; dat het heil des Joodfchen Volks van den Vader, van het Roofn" fche van den Zoon, en van het Griekfche van den Heiligen Geest gewerkt wordt enz. Men begrijpt ligtelijk, dat de Schrijver van dit Boek aan de Bar- revoeter Monniken , of aan de Serafynfche Orde, zoo als zij zich allengs , even als haren Stichter, naar de wonderbare indrukfelen , welke een Seraf hem gegeven had, den Serafynfchen Vader noemde, alleen de hoogfte volkomenheid van het Christendom heeft toegekend; maar niet zoo klaar is het, waar- om hij den Griekfchen Patriarch boven den Paus van Rome verheft; hoe het zij, de Univerfiteit van Parys drong zoo fterk bij den Paus alexander IV aan , dat hij het Boek moest laten onderzoeken , dat lio K E R K E L IJ K E V dat hij hetzelve eindelijk veroordeelde in het Jaar 1255. BOEK. QqIj v^ertj hetzelve, op begeerte der Univerüteit , Hoofdlt. i" ^^^ Voorhof der Domkerk te Parys , openlijk ver- na C. G. brand. jaario73. p^j^^. gjjggj^ hadden de Bedelmonniken met ande- tot 15 17. . ren te ftrijden, maar zij waren het al fpoedig met Twisten malkanderen oneens. Zij betwistten malkanderen de monniken eerstheid van ontftaan , de Dominikanen beweerden , met mal- dat zij ouder waren, en dat zij zich welvoegelijker kandcren. j^g^^j^jgj^ . 2ij hadden met regt , hunnen naam en ambt van het prediken gekregen, en hun kwam eene Apos- tolifche waardigheid toe. De Minoriten of Min* derbroeders zeiden hier tegen : dat zij een firenger en nederiger leven om Gods wille verkozen had- den; hun leven was daarom waardiger, omdat het heiliger was; en de Broeders konden van de Orde der Dominikanen heel wel tot de hunne overgaan, als van eene lagere tot eene hoogere Orde. Maar de Dominikanen voerden hun te gemoet , dat fchooa de Minoriten barrevoets gingen, mannelijk gekleed, en met koorden omgord waren , hun echter het vleesch eten niet verboden was , zoo als aan de Predikmonniken; gevolgelijk moest men van der- zelver Orde liever tot de hunne overgaan (*}. Bij het verfchil onder de Wijsgeeren van dezen tijd, de Nominalisten en Realisten^ hielden het de Domini- kanen met de eerften, de Franciskanen met deze laatilen. In het Godgeleerd zamenflel verdedigden de Dominikanen het leerftelfel van augustinüs in zij- (*) MATTH. Parii. L c» p. 611. GESCHIEDENIS. ni ïljne volle fterkte, terwijl de Francïskanen tot het V Semipelagianismm neigden. Eindelijk waren ook °°^* deze, de Minderbroeders ^ ijverige aanhangers van Hoofdft. het in deze eeuwen opgekomen gevoelen aangaande "a C. G. de onbevlekte ontvangenis der Maagd maria, welke ['qJ^'^7\' de Predikermonniken nooit aangenomen en meerma- » len openlijk beftreden hebben. Onderling waren de Franciskanen zelve al vroeg Verfchil- oneens , en wel over het geen echter de hoofdzaak l?^ ^^} . ° Francis- van hunne Orde uitmaakte, de armoede. Reeds bij knnenoiir het kven van franciscüs , had de Broeder elias derling. zich afwijkingen van den Regel veroorloofd, gelijk wij gezien hebben. Als Generaal der Orde handel- de hij vervolgens nog willekeuriger, waar op zich eene partij tegen hem vormde van zulken, die ftren- ge ijveraars wilden zijn voor de inzettingen van den Heiligen; onder welken antonius van Padua één der voornaamflieH was. Deze bragten het zoo ver, dat elias in het jaar 1230 door den Paus werd af- gezet, en p. joAN parent tot hoofd der Orde verkoren werd. elias begaf zich in een van de Kluizen, welke franciscüs aangelegd had, alwaar hij een zoo ftreng leven leidde, dat men hem voor een* Heiligen begon te houden, terwijl hij heimelijk eene partij onderhield , die met hem overeen ftem- de over de noodzakelijkheid , om den Ordensregel te verzachten. Deze partij bragt in het jaar i23(), op een algemeen Kapittel der Orde, met onftuimig- heid te weeg, dat hij op nieuw tot Generaal der Orde verkoren werd , hetwelk door den Paus , die zich zijne zoogenoemde bekeering liet welgevallen, be- ïia K E R K E L IJ K E V bevestigd werd; evenwel wilden de ijveraars nïe<* BOEK mand anders als Generaal erkennen, dan parent» Hoofdrt. ELiAS wist zich ook te handhaven , zelfs met ge- na C. G. weid; fommigen van zijne tegenftrevers , die, naar iori?^7 ^* c.'ESARius van Spiers , welken zij aan hun hoofd . hadden , Cczfarinen genoemd werden , verzond hij in ballingfchap , andere werden in gevangenis opge- floten en hard behandeld, antonius van Padua moest ketenen en ftokflagen verdragen. Ook lag c-(ESARius zelve twee jaren lang gekluisterd in eeneii Kerker; en als hij in het jaar 1239 buiten denzelven gegaan was , terwijl hij door verzuim opengelaten was , om zich in de zon wat te verwarmen, gaf de Opziener van zijne gevangenis , een ander Franciskaan , hem een' doodelijken fiag. Eindelijk zette GREGORius IX ELiAS in het jaar 1239 nog* maal af; en albert van Pifa kwam in zijne plaats. Doch bij eene nieuwe verkiezing in het jaar 1244, als CRESCENzi van jfefi verkozen werd , poogde ELIAS zich bij den Paus innocentius IV weder in aanzien te brengen, door in deszclfs twisten met Keizer frederik II voor middelaar te fpelen; doch de Paus , bemerkende , dat hij in naam des Keizers veel beloofde, zonder volmagt daar toe te hebben, wees hem , in plaats van een naar willekeur om- zwervend leven , een Klooster tot zijn verblijf en gehoorzaamheid aan zijnen Generaal aan. Dit kon ELiAS niet dulden, waarom hij de Orde geheel ver- liet, en zich bij den Keizer begaf, bij wien hij den Pans en de Roomfche Kerk in het gemeen aller- fchandelijkst affchilderde. GESCHIEDENIS. ii^ Zijne partij bleef echter ftand houden ; en inno- V CENTius zelve kwam haar door eene zachtere uitleg- "^"L* ging van den Ordensregei te hulp , vastftellende , dat Hoofdft*, zij wel vaste goederen , huizen , huisraad en boeken na C. Gé konden hebben en gebruiken , maar het regt , de loJ'^Jrii eigendom en beheerfching derzelve zouden aan den ■■. Heiligen petrus of aan de Roomfche Kerk behoo- ren; en hier toe neigde ook de Generaal crescen- zi, waar over de ijveraars ^ die zich ook Geestelij- ken^ (Ze/atores, Spirituaks,') noemden, zich ver- geefs bij den Paus beklaagden. Eindelijk evenwel oordeelde de Paus het noodig in het jaar 1247, om hem af te zetten, joannes van Parma , zijn op- volger, hield zich nader aan het voorbeeld van FRANCiscüS, doch in het jaar 1256 bij alexan- DER IV befchuldigd zijnde, leide hij, op deszelfs raad, zijn ambt neder, en benoemde den vermaar- den BONAVENTURA tot zijneu opvolger , die dg waarneming der oorfpronkelijke regelen bevorderde, waar door de naam van Cafarinen nu geheel op- hield, ook volgden drie van zijne opvolgers tot het jaar 11278 denzelfden weg, In het volgende jaar gaf nicolaus III eene nieu- we verklaring van den gemelden regel, in eene ver- maarde Bulle naar het eerde woord Exiit genoemd, die ook in het Paufelijk Wetboek ftaat (*). Behal- ve andere voorfchriften , werd daar in de vastftel- ling van innocentius IV vernieuwd, de Monni- ken (♦) Sext. Decrctt. L. V. Tit. VI. de Verb. Signif\ C 3. pag. 1028- 103 7. XVUI. Deel. H tt4 K E R K E L IJ K E V ken zouden geene bezittingen, eigendom noch be- *9?|' heering hebben, maar alleen het eenvoudig vrucht» Hoofdft. gebruik der noodige zaken met der daad , zonder na C. G. eenig regt , {Jimplex iifus , non jurh fed facti ; ) £ori5i7 ^^^' eigendom zou aan den Room/eken Stoel voor- ■ behouden zijn. p. j. VAN Hier mede echter waren de verfchillen in de Orde nog niet geheel weggenomen. De flrengere ijveraars waren met deze BuUe niet te vrede ; hoewel nie- mand onder hen, in het voordragen van ongewone gevoelens , verder ging dan pieter joan van oli- VA. Deze was te Serignan 'm Languedok in het jaar IS59 geboren, en reeds in zijn twaalfde Jaar door zijne ouders in het Klooster van St, francis- cus te Beziers gebragt. Te Parys werd hij Bacca* laureus der Godgeleerdheid , en verwierf den roem van een geleerd en heilig man te zijn. Hij was een ijverig vereerder van den Stichter zijner Orde, en een ijve- raar voor de ftrenge waarneming van deszelfs Rege- len, waar door hij vele vijanden maakte, fchoon hij te gelijk vele aanhangers had, oliva heeft veel ge* fchreven , maar dewijl hij onder de befchuldiging van Ketterij geftorven is, zijn zijne fchriften gedeeltelijk vernietigd , gedeeltelijk in de Handfchriften in openbare Bibliotheken blijven liggen. Uit zijn Boek over de Maagd MARIA werden hem reeds in het jaar 1278 aanftootelijke gevoelens tegengeworpen, en hij door den Generaal der Orde, hiüronymus van AscoU ^ genoodzaakt, het Boek zelve te verbranden. Toen de Generaal der Orde imatthias van Aquas Spar- tas, die in het jaar 1288 Kardinaal werd, niet al- leen GESCHIEDENIS. 115 leen zich zalven alle gemakken vergunde, maar ook V toeliet, dat zijne Ordensbroeders in hunne Kerken °^^^ en bij hun bedelen geld verzamelden , hetwelk kin- Hoofdft. deren , die hen verzelden , voor hen ontvangen na C. G. moesten, verzette zich, behalve anderen, ook oli- ^^^'^ï^^^* ' tot 1517* VA hier hevig tegen. Hij was reeds in een alge- — — — meen Kapittel te Straatsburg in 1282 als een on- rustige Geest en Ketter befchuldigd, maar had her- roeping gedaan; doch in het jaar 1290 werd hij op nieuw aangevallen. Toen hadden verfcheidene Fran' eiskaner ijveraars met hem een gezelfchap gevormd, hetwelk de Congregatie van Narbonne genoemd werd. NicoLAUs IV gebood den Generaal der Orde RAiMUND GAUFREDY, dcze als lustverftoorders te ftraffen. oliva zelve werd ter verantwoording ge- roepen, doch ftierf te midden van deze verwarringen in het jaar 1297 in een Klooster te Narbonne. Zijne vrienden hebben van wonderen gefproken , door welke zijne heiligheid zou bevestigd zijn. Maar zij- ne vijanden bragten het bij den Generaal joan de MURO zoo ver, dat aan de Ordensbroederen verbo- den werd, zijne fchriften te lezen, welk verbod in het jaar 130a met zulke flrengheid werd uitgefpro- ken, dat Paus sixtus IV hetzelve eerst tepen het einde der XVde eeuw vernietigd heeft, verklhremle, dat in de gemelde fchriften niets te vinden wüs, ftrijdig met het geloof en de goede zeden. De Spiritualen , getrouwe aanhangers van oliva , konden niet verhinderen , dat klemens V op de Kerkvergadering te Fienne in het jaar 1312 de vol- gende ftellingen van oliva verwierp: dar het v^t7.t\\ H 2 vaa ii6 K E R K E L IJ K E V van God genereert en gegenereerd wordt ; dat de BOEK 2iel des menfchen, als iets redelijks, niet de wezen* Hoofdft. ly'^^ vorm van z'yn ligchaam is; dat ciiristus de na C. G. fteek met de lancie nog vóór zijn dood ontvangen jaario73. j^g f^ . gjj ^^j ^e kinderen door den Doop wel de tot 15 17. ' f 1 1 i_ - vergeving der Erfzonde bekomen , maar niet de ge- nade en deugden, joannes XXII liet zijne fcbriften nogmaals door eenige Doctoren in de Godgeleerd- heid enz. onderzoeken, die omtrent 42 Artikelen, voornamelijk uit de verklaring van oliva, over de Openbaring van joannes getrokken, hun oordeel velden. In het eerlte Artikel had oliva een'z^ve//- voudigen flaat der Kerk opgegeven , als door even zoo veel gezegden van den Apostel aangeduid, de- zen Artikel verklaarden zij voor Kettersch^ omdat de zesde en zevende Tijdkring boven de andere ge- field was. De zesde , had oliva gefchreven , begon eenigermate van den tijd van den heiligen man, on- zen Vader FRANCiscus; maar volkomener na het oor» deel van Babyion , die groote koere. Hier mede hangt het derde Artikel zamen van het oordeel der hoere , en van het beest met zeven hoofden^ als oolc van de nieuwe bruiloft des Lams met zijne bruid, al het- welk toegepast wordt op de verwerping van de Ba' hylonifche Oudheid, en de vernieuwing der geftalte van CHRISTUS. Dit wordt voor Kettersch ver- klaard, omdat OLIVA door de koere dQ Roomfche Kerk en ook de algemeene Kerk, voor zoo ver zij haar als hoofd erkent, verfliaat enz. Over het algemeen ftrookten deze Artikelen vrij wel met èm inhoud van het Eeuwig Euangelie , hetwelk men aan den Abc GESCHIEDENIS. 117 Abt joACHiM toefchreef, maar zoo flout waren de V Paufen nog door geen' Monnik aangevallen. Ook ^^'^ werden werkelijk vier Franciskanen , die deze Arti- HoofdfL kelen hardnekkig verdedigden , in het Jaar 1318 te "^ C. G. Marfiilk als Ketters verbrand. De Paus veroor- J^j j-j^J deelde het Boek zelve, waar zij in voorkwamen, in het jaar 1326. Ook moesten de beenderen des Schrijvers opgegraven en verbrand worden. Deze had wel in ubertino van Cafale^ eenen zijner leer- lingen, eenen ijverigen verdediger, die hem zocht te verfchoonen , maar hij kon zijne tegenpartijders Hiet voldoen. ï)qzq. twisten onder de Franciskanen over de wa- Celesti- re gedeldheid der hun voorgefcbrevene armoede, "^/ ^""^ hadden nog verdere merkwaardige gevolgen. De Sperhuakn bleven klagen over de verflapping van den regel hunner Orde. Hun Generaal matthias van Aqiias Spartas liet eenigen daarom gevangen zetten, die eerst na zijne afdanking in het Jaar 1290 in vrijheid kwamen. Vier Jareii daar na kwam ce- LESTiNus V op den Pausfelijkcn troon. Dewijl de- ze zich zoo moeijeiijk van zijn Kluizenaarsleven had iaten aftrekken, verzochten hem eenige Spirituaïen ^ dat zij, als een bijzonder gezelfchap, een Kluize- naarsleven zoo arm mogten leiden, als hun Stich- ter gewild had. De Paus bewilligde dit, onder voorwaarde, dat zij, in plaats van Minderbroeders^ voortaan Celestiner -Eremiten zouden heeten en gaf hun p. LiBERATus tot opperde. De Paus had zelve eene nieuwe Orde gedicht, die onder den jiaam van Celestinen en eenen heel fcherpen regel H 3 nog ïi8 K E R K E L IJ K E' V nog beflaat. De Celestiner Eremhen moesten ech- BOEK ter ^ onder zijnen opvolger bonifaciüs VIII , uit Hoofdft. hoofde van vervolgingen , op een Grieksch eiland na C. G. vlugten. Maar ook hier werden zij verdreven , en \TJ\V^' ^^ Latiinfche Patriarch van Konjlantimpolen deed ■ hen in den ban. Zij werden als Ketters te regt ge- field, eenigen (tierven onder mishandelingen in de gevangenis; anderen werden naakt door de ftraten van Napels gegeeield, en uit het Rijk gebannen. Fratrlcelli Doch door de vervolging nam hunne geestdrift toe. Even voor de laatfte jaren der Xlllde eeuw plantten zij zich voort, onder den Italiaanfchen naam Fratrkdli , of kleine Broedertjes , en fcheid- dcn zich geheel van de overige Franciskajien af (*), Deze Fratrkelli hadden even zoo wel hunne Lee- kenbroeders, of hunne derde Orde, (Terilarii,') als FRANCiscus zclve reeds deze inrigting gemaakt had. Bij wijlen heetten zij Bizochi of Bocafoti ; waar van de eerfte naam uit het Italiaanfche Bizo* cho, in het Fransch Beface ^ een bedelzak ^ ontdaan is, en het tweede waarfchijnlijk oorfpronkelijk eene gelijke beteekenis heeft. In Duitschland werden zij van het woord Beggen of Beggeren , ( dat is , Jierk of herhaald bidden of bedelen , ) Begharden , en in Frankryk Beguinen genoemd, alhoewel deze bena» mingen ook van andere gezelfchappen gebruikt zijn. Doch van deze partijen in het vervolg meer. Augustij- Behalve de Dominikanen en Franciskanen ^ ont- ner Ere- (^Qu^ign 'gr nog andere BedeJordens , maar welke inuea of nooit (♦) Men leze mosheim Kerk, Gefèh. Deel V. £1.136, GESCHIEDENIS. 119 nooit dien trap van aanzien en vermaardheid bereikt V hebben. Ëene derzelve, de Orde der yliigmtijner ^^^^ Eremiten, of Kluizenaars van den Heiligen au- Hoofdft, GusTiNüS, is, alhoewel de geringfle van allen, bij ria C. G. de nakomelingfchap vermaard geworden , doordien j J"?^!* uit dezelve in de XVIde eeuw de man is te voor- . fchijn getreden , die de gevaarlijkfte vijand der PaU' Kluize- fen en van derzelver Heerfchappij geweest is. Wij hebben al vroeg opgemerkt, dat augustinus geen Kluizenaar, noch Monnik, ook niet Stichter der nieuwe Kanunniken geweest is , en dat evenwel niet alleen de Reguliere Kanunniken^ maar ook de Au- gustijner Eremiten hunnen Regel van hem willen ontvangen hebben. Hier over is hevig getwist , doch van welken twist wij hier niet breedvoeriger willen fpreken, alleen zij het genoeg aan te merken, dat 'er voor de Orde der Augustijner Eremiten , Congregatien van Kluizenaars in Itali'é geweest zijn , die in het eerst geenen bijzonderen Regel hadden; en eerst van innocentius IV, in de jaren 1244 en 1252 , eenen Regel , die naar augustinus den raam heeft, ontvangen hebben. Soortgelijke waren de Kluizenaars van Toskane, en die, welke door zekeren joan bon in Normandi'é gefticht waren. GREGORius IX deed hetzelve ten aanzien der Bris» tinifche Kluizenaars, dus genoemd naar eene een- zame plaats Bristini in de Mark Ancona, Eindelijk vereenigde alexander IV alle deze en nog meer Kluizenaarsgenootfchappen door eene bij- zondere Bulle in het jaar 1265, onder den zooge- noemden Regel van den Heiligen augustinus, en H 4 gaf ï!2o K E R K E L IJ K E V gaf daar aan den naam van Ordo Eretnitarum S, EOEK y^uguitini. Deze kreeg tot Generaal den Broeder Hoofdft. LANFRANK, zïj vvcrd in de bijzondere befcherming na C. G, van den Apostolifclien Stoel genomen , en de Paus €.0^10 7 S^f hun zwarte kappen. Deze Orde werd toen m. 1 1.11 1 reeds in vier Provinciën Fraukryk , Duitschland , Spanje en Itali'é verdeeld, en is federt zeer aanmer- kelijk in getal toegenomen. Ondertusfchen zijn het geene eigenlijke Eremiten of Kluizenaars, maar niet anders dan Kloosterbroedcrs ; de inrigting van hunne Orde is eerst in de XVIde eeuw volkomen tot (land gekomen , en eenige bijzonderheden uitgezonderd , ziet men aan hen alleen gewone Monniken, welke pius V in het jaar 1567 eerst onder de Bedelmort" viken aangenomen , en na de Dominikanen , Fran^ ciskanen en Karmeliten ^ de vierde plaats heeft aan- gewezen. Het verval der Kloostertucht heeft reeds federt de XlVde eeuw ook hier tot Hervormingen en nieuwe Congregatien aanleiding gegeven, onder welke de ongefchoeide of harrevoeter Augustijnen^ die eerst in de XVIde eeuw ontftonden, de ver- maardfte en ftiengfte uitmaken. • Allengs werd echter de menigte der Monniken lastig zelfs voor den Paus, hoe zeer zij als Geeste- lijke k rijgsbenden mogten aangemerkt worden, om het Pausfeiijk gezag te fchragen, waar aan zij ook geheel onmiddelijk onderworpen waren ; maar hunne gedurige twisten, zoo onder malkanderen, als met de overige Geestelijkheid , maakten het voor de ÏVusfen ten uiterfte moeijelijk, om hen in toom te houden. Het was dus geen wonder, dat reeds in- NO- I GESCHIEDENIS. lai NOCENTius III op de Kerkvergadering van Latera- V nen in het jaar 1215 verbood, meer nieuwe Ordens ^^^ van Monniken te ftichten , opdat derzelver te groore Hoofdft. verfcheidenheid geene verwarringen in de Kerk zou "^ C. G. aanrigten, welk verbod ook door volgende Paiisfen j^'j 1517J vernieuwd is geworden. -■ In de XlIIde eeuw ontftonden echter, behalve de Orde der reeds gemelde, nog twee Ordens, welke hier ver- '■^"^°* dienen gewaagd te worden. De ééne derzelve is de Orde der Serviten ; van deze waren zeven Kooplie- den en Raadsheeren te Florence de ftichters , bijkans allen van de aanzienlijkfte huizen in Toskane. Deze allen leden zijnde van eene Geestelijke Broederfchap , wier voornaamfte pligt was , Lofliederen ter eere van de Heilige Maagd te zingen , bevonden zich op ha- ren Hemelvaartsdag in het jaar 1233, in haar Bede- huis , alwaar zij geloofden door hemelfche gezigten geroepen te worden, om de wereld te verzaken. Zij maakten daar mede terftond een begin, met het ver- koopen hunner goederen, en het geld aan de armen uit te deelen. De Bisfchop van Florence^ door hen geraadpleegd, vergunde hun een Bedehuis met eenen Altaar , om daar Misfe 'm te lezen , en dewijl zij enkel van aalmoezen wilden leven , veroorloofde hij hun, om openlijk te bedelen. Zij begaven zich dus in een armoedig huis buiten de (lad ; trokken flechte kleederen aan ; bedekten hun ligchaam met haren hemden en ijzeren kettingen ; leefden in eene volko- Eiene gemeenfchappelijke armoede , en verfchenen nu ifl deze toerusting in de (lad. Hier , zegt men , jyezen de kinderen, die nog aan de borst lagen, H 5 met laa K E R K E L IJ K E V met den vinger op hen, roepende: zie de dienareM BOEK fi^f Heilige Maagd, De Bisfchop raadde hen, de- Hoofdfl. zen hun zoo wonderbaar gegevenen naam te behou- B3 C. G, (Jen , van daar werden zij Serviten , of vollediger ^^"°j^* ^y^m S, Marine^ genoemd. Maar een jaar daar . na verwijderden zij zich op eei-ien tamelijken affland van Florence op den Berg Monte Senario , alwaar zij van een vervallen Kasteel eene Kerk, en verfchei- deiie Kluisjes bouwden, en onder gedurige Lofzan- gen ter eere van maria in het eerst alleen van wor- telen en kruiden leefden, en naderhand hunne aal- moezen door twee hunner te Florence lieten op- halen. Op raad van 'sPaufen Kardinaal - Legaat verzoch- ten zij den bovengemelden Bisfchop, om hun eenen Regel voor te fclirijven; maar, volgens het verhaal der Schrijvers van deze Orde, befpaarde de Heilige Maagd hem deze moeite, dewijl zij in het jaar 1239 dezen Monniken beval, ter gedachtenis van het lijden van haren Zoon , een zwart kleed , lederen gordel , een fcapulier en kap te dragen , en hun tevens den Regel van den Heiligen augustinus voorfchreef. Hunne Orde werd bevestigd door alexander IV, in het jaar 1255, doch innocentiüs V, die in het jaar 1265 Paus werd , verbood hunnen Generaal, Novitien aan te nemen, en was bedacht op de ver- nietiging der Orde; volgende Pausfen echter waren hun weder genegen , en honorius IV bevestigde in het jaar 1285 hunne Orde op nieuw, die in de XVde eeuw van martinus V al de voorregten der Bedelmonniken ontving. Men heeft deze Monniken ook GESCHIEDENIS. 125 ook genoemd: Broeders van het lijden van omen V Heere jezus Christus , als ook , omdat zij alle *°^* hunne gefprekken met de groetenis des Engels be- Hoofdft. gonnen : de Broeders van het Ave Maria, Deze na C. G. Orde is "NtX talrijk geworden , maar heeft nooit flerk 'o^Jri?* uitgemunt , alleen heeft in het begin der XVIIde . eeuw een enkel man haar grooten roem verworven, te weten, p. paülus sarpi, die van de Italianen FRA PAOLO, de Broeder Pauhts ^ genoemd wordt, en die in geest en verdienste grooter was , dan eene menigte der vermaardfte Monniksheiligen te zamen. . Van eene andere Orde , met deze der Serviten naauw verwandt, in Franhryk weleer naar hunne blauwe kleederen en mantels, Blanc - Manteaux ge- noemd, die in het jaar 1157 te Marfeilk ontllaan is, is het onnoodig, breeder te fpreken. Van de tweede der bovengemelde Ordens , die Orde der nog eenige aanmerking verdienen, kan men iets zeg- V'"^^^* gen , hetwelk van de beste der overigen niet gezegd kan worden ; dat zij namelijk ten behoeve des menschdoms is opgerigt , en daar toe ook tot onze tijden toe nuttig is geweest. Zij is de Orde der Trinitarier Geestelijken of van de loskooping van gevangenen. Haar oorfprong wordt weder verhaald niet zonder hemelfche verfchijningen gebeurd te zijn. Hare Stichters waren joan van matta, de Zoon van eenen Edelman in Provence^ geboren in het Jaar 1160, en FELix VAN VALOis , een Kluizenaar; door eenen Engel, zoo men zegt, geboden om naar Rome te gaan, en daar hunne beftemming te verne- men, droegen zij aan Paus innocentius IV in het jaar 124 K E R K E L IJ K E V jaar 1198 deze verfchijning voor, die hun vergunde BOEK eene nieuwe Orde op te rigten, vireljjer hoofdwerk- Hoofdft. zaamheid zou zijn , de gevangene Christenen bij de na C. G. Ongeloovigen te rantzoeneren of vrij te koopen. De Jaar 1073. p^^^ noemde ze de Orde der Heilisie Drie'éenheid ; Eot I5I7' — — — maar zij draagt ook den nnam: de redemtione capti- vorum* Tot kleeding gaf hij aan de Monniken van deze Orde, die anderen ook Kanunniken noemen, een wit kleed met een rood en blaauvv kruis op de borst, in welke kleeding de Engel verfchenen was. In Frankryk wedergekeerd , werden zij door den Koning filips augustus en andere Grooten zoo rijkelijk begiftigd, dat zij fpoedig verfcheidene Kloos- ters aanleiden. Eenige jaren daar na werd voor hen te Parys het eerde Klooster geflicht,op eene plaats, waar eene Kapel ftond, die aan den Heil. mathu- RiN gewijd was , waar naar men hen in Frankryk les Mathurins noemde, matïa overleed te Rome in het jaar 1213 of 1214. felix de valois was ongevaar een jaar vroeger overleden. Hun Regel vergunde hun vleesch noch visch. Ook mogten zij niet cp paarden, maar op ezels rijden, waar van hunne Orde ook Ordo Ajinorum , en zij zelve de Broeders op ezelen^ (^les Fr er es aux Anes^^ heet- ten. Nog in de jongde tijden , hadden de Trinita- rien tot hunne hoofdbedoeling de vrijkooping van Christen flaven, waar toe zij aalmoezen, zelfs in Protefiantfche Landen, inzamelden. Orde van Eerlang begeerde ook de Heilige Moedermaagd, onzelieve ^qq j^j^g ^^.^ verhaalt, eene dergelijke Orde; ten dien vrouwdcr ..,...,. „ ,, , , vriikoo- emde zal zij m het jaar 1218 aan eenen Edelman ping. uit GESCHIEDENIS. 125 Bit Latiguedok , pieter nolasque , verfcheiien V zijn, die reeds daar op bedacht was, om Christen *??* flaven te losfen, hem gebiedende, tot dit oogmerk Hoofdft. eene bijzondere Orde te (lichten. Toen hij dit aan "^ C. G. zijnen Biechtvader, den vermaarden raymund van jJqj 1517 PENNAFORT, toen Kanunnik te Barcellona^ ontdek- — te , gaf deze hem te kennen , dat hij dezelfde ver- fchijning had gehad. Om dit te volbrengen wend- den zij zich tot den Koning van Arragon^ alfon- zus V, die uit kracht eener volmagt, hem van den Paus vergund, hier in bewilligde. Reeds in het jaar 119a hadden eenige Edellieden in Kataloni'è een ge- nootfchap opgerigt, hetwelk voor de oppasfing vati armen en gevangenen zorgde. Christen flaven vrij- kocht, en de kusten der Middellandfche Zee tegen de aanvallen der Mooren befchermde. Deze voeg- den zich bij de nieuwe Orde, waar bij ook eenige Priesters kwamen, en men maakte fpoedig een ge- lukkig begin met het losfen van flaven , bij de Ara" bieren in het Spaanfche gebied. gregorius IX bevestigde deze Orde in het jaar 1234 , en gaf haar den zoogenoemden Regel van den Heiligen augus- TiNus. De Orde voert den naam : Onze lieve vrouw der losjing; in het Spaanschi JSJostra Senora de Ia Merced ; in het Fransch : Nosire Dame de la Merci. Met voorbijgaan van eenige Ordens, die in deze Humilia- eeuwen ontflionden , maar fpoedig te niet liepen (♦) , ^^°* ver- (*) Men zie eene lijst van dezelve bij mosheim Kerk, Qefchied. V DeelyBladz. 323. iftö KERKELUKE V verdienen de Humiliaten nog eenige melding, een *vT gezelfchap van eenige , waarfchijnlijk onder hen- Hoofdft. DRiK II, verdrevene Milanezen ^ èiQ zich 'mDuitsch- na C. G. land vereenigden , maar fpoedig weder naar hun va- Tflciri 07*^ tot 1517* ^^'■l^"^ iQxxxg keerden. In het eerst waren zij flechts I Leeken, die zich tot handenarbeid, en bijzonder het vervaardigen van lakenen , tot eene geringe kleeding , vele goede werken, en godsdienftige oefeningen ver- bonden. In het vervolg ontftonden daar uit twee Ordens: eene van Monniken en Nonnen; maar die bijeen woonden, om hun handwerk te oefenen; de andere van Priesters; doch deze bleven ook Leeken- broeders. innocentius III bevestigde ze in het jaar 1201. Lang bleef deze Orde bij haren handenar- beid, maar eindelijk werd zij, naar het gemeene lot der Monniken, rijk en dartel, en hare zeden zoo geheel bedorven, dat pius V in het jaar 1571 de geheele Orde vernietigde. Kerkelij- Hoe zeer fpoedig en vrij algemeen de Monniken ke wetten hunnen Re^el afweken , en tot zedeloosheid omtrent ^ ' deMoniii- overhelden , blijkt uit menigvuldige befluiten van ken. verfcheidene Kerkvergaderingen, alhoewel met wei- nig vrucht omtrent hen genomen. De Bisfchoppen onder voorzitting van eenen Pausfelijken Legaat in het jaar 1267 te Weenen vergaderd , geboden , dat , dewijl de Benedictijner Abten en Monniken in de meeste Kloosters een uitfporig en aanftote- lijk leven leidden, de Bisfchoppen alle half jaren, verzeld van twee Cisterjienzer Abten , de Kloos- ters der Zwarte Monniken in hunne Bisdommen bezoeken , en de misbruiken herflellen zou- den. GESCHIEDENIS. 127 den. (*) De vergadering te Saumur in het jaar V BOEK VI 1276 wilde niet, dat de Monniken zijden gordels en beurzen, mesfen met goud en zilver beflag, kost- Hoofdft. bare pelfen en ftevels , gelijk de Leeken , dragen na C, G. zouden (f). Die te Buda of Ofen in Hongaryen lH^lrij' in het jaar 1279 gebood, dat de Monniken hunne ■ Kloosters niet wilkkeurig verlaten, zonder verlof der Bisfchoppen geene Kapellanen bij Kerken worden, noch met honden en valken ter Jagt zouden gaan (§) en meer andere, die echter doorgaans weinig nut deden. Wanneer wij onze oogen vestigen op de Nonnen NonneiL. van dezen tijd , dan vindt men een aantal nieuwe gezelfchappen van dezelve, van welke reeds gefpro- ken is. Zij evenaarden , ja overtroffen zelfs , in ha- ren eerden aanvang, de Monniken in ftrenge levens- wijze , en dienden dus , om het Monniken- en Kloosterleven te meer aan te prijzen en uit te brei- den. Maar weldra eischte de Natuur hare regten weder, en de Nonnen verbasterden even zeer als de Monniken, en vervielen van de ftriktfte kuischheid en onthouding tot het tegenovergeftelde uiterfle. IVO, Bisfchop van Chartres ^ verzocht den Bisfchop van Meaux , dat hij toch zeker Nonnenklooster , hetwelk volkomen een Hoerhuis geworden was, op de ééne of andere wijze wilde hervormen (♦*). Zoo vindt men zelfs wetten van Kerkvergaderingen in l^ngelandy tegen de ontucht der Nonnen, en an- de- (*) /lp. HARD. T. VII. p. 584. (t) /. C, p, -Jn, (J) /. c. (**; Epht. 127, laS KERKELIJKE V dere tegen haar omloopen buiten haar KIoos- BOEK tej.^ enz. Hoofdft. Merkwaardig is de Regel van den vermaardes na C. G. ABELARD , welken hij voor zijne Nonnen in Para^ ^ ' ' cktus, op verzoek van hare Opzienfter , zijne ge- . liefde HELOizA, ontworpen heeft (♦). In eenen bij- zonderen Brief (f) vermaande hij haar , om , tot gemakkelijker verftand der Heilige Schrift, behalve de Latijnfche, ook de Hebreeuwfche en Griekfchs Taal te leeren. Op verzoek van heloiza befchreef hij haar in eenen bijzonderen Brief den oorfprong der Nonnen, welke hij van de vrouwen afleidt, die CHRISTUS in zijn leven verzeld hebben (§). Duizend jaren waren nu verloopen federt den oor- fprong van het Monnikenleven onder de Christenen in de III en IVde eeuwen , en hetzelve overtrof thans die vorige tijden, niet in de volmaaktheid, welke de oude Monniken zich hadden voorgefleld, maar in zonderlingheid, in het onnatuurlijke en bovenmen- fchelijke, en te gelijk niet zelden in het ongerijmde en kluchtige. Reeds werd dit omtrent het jaar 1400 aangewezen door eenen Monnik in een Hekel fchrift , hetwelk hij Brunellus , feu Speculum Stultormn noemde, en hetwelk te Keulen in het jaar 147 1 in Folio, en federt meermalen, en het laatst te WoU fenbuttel in 1662 in Octavo gedrukt is. De (*) Epist. VIII. Injlitutio in regiila fanctimoniaïium Opp. pag. 130-197- (t) Epht. VI. de Studio Litterariim p. 251-^63^ (§) ^J^' VII, de origine fanctimoniaïium jp. 129. GESCHIEDENIS. 129 De onderlinge twisten der Fraticiskanen over ïiet V ftrenger of gematigder waarnemen van de voorfchrif- ^^^^ ten van hunnen Stichter bleven nog fleeds aanhou- Hoofdff. den. Hun Generaal gonsalvo, begeerig, om de- na C. G. zelve, al ware het met geweld, geheel te bedwin- |^j"°J^* gen, verzocht in het jaar 1307 Koning karel van Napels^ dat hij de Scheurmakers en Ketters, waar 7^''^^'^ beri"'tv3n door hij de Franciskanen van de fbrenge gehoor- detwisten zaamheid verftond , uit zijn R.ijk mogt verdrijven, der Fran- De Koning beval deze zaak aan den Inquifiteur van onderling zijn Rijk aan, die hen gevangen zetten en pijnigen liet, en eindelijk te Napels openlijk met roeden deed geefelen, en uit het land jagen. Sommigen verloren hun leven, de overigen vlugtten naar den Paus te Avignon. Hier ontbood de Paus in het jaar 1310 de voornaamfte Spiritualen en derzelver partijen , die zich Fratres de Communitate noemden , maar kon hen niet vereenigen. Even min hielp het, dat de Generaal gonsalvo op een algemeen Kapittel in datzelfde jaar verfcheidene ftrenge geboden gaf; de Spiritualen hier mede niet voldaan, en der vervol- gingen moede, verkoren zich eenen eigenen Gene- raal , waar door zij hunne zaak flechts erger maak- ten. Eindelijk deed klemens V in het jaar 131 2 uitfpraak ten nadeele der Spiritualen , en veroordeel- de te gelijk eenige ftellingen van oliva, die bij hen zoo geacht was. Sommigen van hen keerden toen wel tot de gemeenfchap der Orde weJer, maar an* deren, bijzonder van de Italianen^ verftrooiden zicil in verfcheidene landen , voornamelijk naar Sicilië , waar zij de befcherming van den Koning frederik genuten. XVÜL Deel. I Na 5 I30 K E R K E L IJ K E V Na den dood van klemens V in het jaar 1314, BOEK grepen de ftrengere Franchkanen weder moed, en Hoofdft. maakten zich in Provence en Languedok qiet ge- na C. G weid van eenige Kloosters meester , waar op de tot"si7 ^o^^i^^^^Se Generaal der Orde in het jaar 1316 de ■ ,, hulp inriep van Paus joannes XXII , welke hen voor zich daagde , gelijk 'er ook G6 te Avignon verfchenen in het jaar 1317. Als zij weigerden aan 'sPaufen bevelen te gehoorzamen, liet ditzQ. hen in bewaring brengen, en beval de zaak aan den Inqui- fiteur hunner Orde aan. Vijf en twintig nogtans bleven wederftreven , en dezen liet de Paus nu, als eigenlijke Ketters, behandelen. Vier van hen wer- den in het jaar 14 18 te Marfeille^ op bevel van den Inquifiteur ^ verbrand , de overigen moesten hunne dwalingen afzweren ; een werd tusfchen vier muren gemetfeld. De Paus geloofde tegen deze ellendige Dvvéepers , wier hoofdmisdaad was, dat zij zich tegen zijn ge- zag verzetten, en hetzelve in twijfel trokken, dus hard te moeten handelen; dewijl zij talrijke navol- gers van een nieuw foort gekregen hadden. Wij hebben in het voorgaande gezien, dat 'er onder de Fratricelli , of ftrengere Franciskanen , even zoo wel eene derde Orde , (of Tertiarii ,) was , eigenlijke Le^kenbroeders ^ als de Heil. franciscus reeds deze inrigting gemaakt had ; en daar door werden de eerstgemelden nog meer gehaat. Dezen zocht de Paus in het jaar 1317 door een bijzonder Decretale uit te roeijen. Hij zegt daar in , dat tegen het Pausfe- lijk verbod eenigen van den onheiligen hoop, die Fra- GESCHIEDENIS. i^t f\ratriceUi , of Fratra de pauper e vita , ook 5/2«- V ehi , Beguini , en nog andere namen dragen , met ^^^^ verdoemelijke ftoutheid onderdaan hadden , eene Hoofdf!. nieuwe Orde aan te nemen ; zij verdichten , dat zij na C. G. den Regel van den Heiligen franciscus letterlijk ''\^'^J^^y' waarnemen , en onttrekken zich nogtans aan de ge- ,!■ hoorzaamheid van den Opperflen van deszelfs Orde; en bij andere befchuldigingen voegt de Paus deze, 3at zij de Kerkelijke Sacramenten verachten , en andere dwalingen menigvuldig uitRrooijen. Maar in een ander Decretale in het jaar 1321 geeft de Paus zich alle moeite, om den twist der Spirituahn met (ïe zachter Broederen over de flechte ordenskleeding en over voorraad van levensmiddelen , bij te leggen , doch hij weet 'er bij flot geen ander middel op, dan dSt de Generaal de Provincialen en andere Opperflea der Orde zullen bepalen, van welke lengteen breedte, grofte en fijnte en van welke gedaante het kleed zijn moet ; insgelijks of de Broeders zonder aanzienlijken voorraad hun levensonderhoud niet vinden kunnen. Ondertusfchen gebood hij den Spiritualen , onder ftrafFe van den ban , hunnen Generaal in alles te gehoorzamen , alzoo gehoorzaamheid de grootile deugd was. Hoe glimpig ook de beide Pausfelijke bevelen zijn DeFiatrl- mogten, echter was daar door ééns voor al het fein cclliwor- fit?n ver* tot vervolging gegeven. De Spiritualen , FratriceU ^jj-^^j^ Itn , en zoo als zij meer heeten mogten , werden nii van de Inquifitie zoo min als andere Ketters ver- fchoond. Uit een met de hand gefchreven Marte' laarsboek van deze partij, {Martijrohgium Spiri- I 2 tua» 1^2 KERKELIJKE V tualium et Fratricellorum ^') bij mosheiim (*), het- ^^^ welk zij in het jaar 1454 aan de Inquifitie te Car- Hoofdih <^^^fone in Languedok overgaven , biijkc , dat van na C. G. het jaar 1318 af tot op innocentius Vi , die in ^^^"°[^' het jaar 1352 den Pausfelijken troon beklom, 113 M perfonen van beide kunne verbrand zijn, en hij ge- looft, dat 'er in de XIV en XVde eeuw wel aooo om hunne gekantheid tegen de Pausfen , en dweep- zuchtige liefde tot armoede , een gelijk lot gehad hebben. Een voorbeeld, in eene oude oorkonde bij LiMBORCH (f), leert ons, hoe deze menfchen ech- ter hunne leerftellingen verichoonden. Zekere rai- MOND van Btix ^ (^de Buxo ^') een l^ertiarier van den Heiligen franciscüs, werd in de jaren 1321 en 1322 voor het Kettergerigt te Totdoufe ter ver- antwoording geroepen. Hij bekende, dat hij uit de Postille of de verklaring van Broeder oliva over de Openbaring van joannbs had hooren lezen, dat de daar in voorkomende Hoere met den gouden drink- beker , zittende op het beest met zeven hoofden en tien horenen, de Roomfche Kerk was; niet ten san- zien der geloovigen en uitverkorenen , maar met be- trekking tot de verworpenen; en dat, gelijkerwijze op het einde der eeifte Kerkinrigting de Sijnagoge, welke CHRISTUS gekruist had, deswegens verwoest was geworden , dus ook bij het einde van den tweeden ftaat der Kerk , die tot den Antichrist duur- de , over de vleefchelijke Kerk , welke het leven van (*) Kerk. Gefch. Deel V. Bladz. 306. (f) Achter deszelfs Hijl. Inquijit. p. 298. GESCHIEDENIS. 133 5ran christus vervolgde in die geestelijke mannen, V •die deszelfs armoede naar de regelen van den Heil. ^°-" FRANCiscus wilden in acht nemen, gerigte zou ge- HooWfl. houden worden; en als deze na den dood van den "?• C. G. .^»//Vj^r/V; zou verwoest zijn , zou in de Spiritim' H^f Jl'z.' ien de derde ftaat der Kerk opgerigt worden. Ver- ders geloofde hij, dat christus en zijne Apostelen niets eigcndoramelyks of gemeenfchappelijks , ten minfle niet in groote menigte, gehad hadden; en het tegendeel te zeggen , hield hij voor Ketterij. Aan óm Paus ontzeide hij het regt, om iemand van de gelofte van armoede of knischheid te ontheffen. Hij geloofde zelfs , dat de Paus , die Spiritualen had laten ter dood brengen, een Ketter was; hoewel riet, als Paus, dewijl hij zich van zijne Pausfelijke inagt niet ten kwade bedienen kon; maar als mensch, naar de boosheid van zijnen wil enz. Voorts bewijzen gelijktijdige Schrijvers genoeg, hoe velen van deze Ongelukkigen door de Inquijt- teurs het leven verloren hebben. Van het Jaar 1319 af werd een groot getal Beginnen van de beiderlei kunne aan de Wereldlijke Overheid , bijzonder in Languedok , ter ftraffe overgeleverd. De genen , die hier levende verbrand werden , (lieten fcheldwoor- den en vloeken uit tegen de Bisfchoppen en Inqui- fireuren ; op andere plaatfen wierpen zij zich zelven in de vlammen, dewijl zij dit voor hunnen martel- dood hielden. Te Narhonne gebeurde in het Jaar 131 1 het volgende geval, hetwelk veel opziens baar- de. De Anrtsbisfchop aldaar en de Inquiftteur pAS VAN BEAüKE wildcH ccneu Begi'.in of Bizoi, zoo I 3 als ,54 K E R K E L IJ K E V als zij ook genoemd werden, geregtelijk verhooren, ■ORK vvaar toe zij ook de Opzieners der Kloosters ea VI J r Hoofdfl. verfcheidene Doctoren zamenriepen. Het maakte al na C. G. een groot opzien , dat de gevangene ftaande liieid , l^^^f^l'^^,1' dat CBRisTus en de Apostelen niets eigens hadden KOI 1 5 ï /• »■'■' gehad , noch voor zich , noch in gemeenfchap ; maar het maakte een veel grooter opzien, toen de Lector der Theologie in het Franciskaner Klooster BERENGiiR. TALON vcrzekerde , dat dit eene heel regtzinnige leer was. De Inquifiteur gebood hem dit te herroepen ; maar hij beriep zich op den Paus. TALON werd voor een geleerd man gehouden, en beriep zich op eene Bulle van Paus nicolaus III , in welke van Christus hetzelfde gezegd was. Hij vervoegde zich te Avignon bij den Paus, maar deze reeds door den Inquifiteur vooringenomen , hield hem in een Klooster der Franciskanen opgefloten. Deze trokken zijne parij, terwijl de Dominikanen zich tegen hen verzetten , en beiden lelden zij mal- kanderen Ketterij te last. De Paus beval daar op in het jaar 1322 den beroemden Franciskaan \iv,'2.v:JïY^Q> DF. CASALi, zijn gevoelen te zeggen. Deze behoor- de wel tot de ftrenge partij zijner Orde en tot de Ijverige verdedigers van oliva, ook had hij den Pjus al verzocht, om in de Orde der Benedictijnen over te treden , ten einde alle vervolging te ont<» gaan; d^ch dit fchijnt hem geweigerd te zijn. On-» dertusfchen had men groot vertrouwen op zijne fchranderheid , en deze deed hij in dit geval ook uitnemend blijken , door eene heel fijne onderfchei-. ^ing te maken, jezus en zijne Apostelen konden aan- GESCHIEDENIS. 135 aangemerkt worden , als de algemeene Prelaten der V Kerk des Nieuwen Testaments , en in dit opzigt ^^^^ hadden zij gemecnfchappelijke goederen , om aan de Hoofdft. armen en de Dienaren der Kerk mede te deelen ; ^^ C. G. maar zij kunnen ook als bijzondere perfonen aange tori'^iri merkt worden, die de raadgevingen van Christus — — over den hoogden trap van volmaaktheid , (. 518. GESCHIEDENIS. 137 Pausfelijke Hof in dienst wns , fchrijft , dat men dit V voor eene groote nieuwigheid in de Koomfche Kerk ^^^'^ gehouden hebbe. Men geloofde , dat behalve de (loofdft. vijanden der Orde, bijzonder ook willem occam, n^i C G. die als Eugeifche Provinciaal op een algemeen Ka- J^^'"'°73» pittel der Orde te Perugia zeer ijverig geweest was, , den Paus getergd hebbe, om étz^ overhaasting te begaan. De Zaakgehistigde der Orde bij den Paus , BONAGRATiA, appelleerde in het volle Confiflorie in januari j 1323 van dit Dekreet van den Paus, en leverde hem een gefchrift over , om de hardheid en het wederregtelijke als ook het (Irijdige van hetzelve met de befluiten van vorige Paufen aan te toonen. Daar voor werd hij in een' ellendigen Kerker geworpen , in welken hij een jaar lang blijven moest. De Paus zocht door een nieuw Dekreet in November 1323 zijn voorgaande te regtvaardigen , en twee jaren daar na verbood hij iedereen het lezen der Postille van den beroemden oliva , hetwelk echter naderhand door siXTUs IV, toen deze onrusten geheel ge- dempt waren, weder toegelaten is. Alhoewel de Paus de Orde zelve niet ongenegen was, zoodat hij aan Inquifiteiiren uit dezelve, welk ambt zij thans nog, bijzonder in Italië^ met de Dominikanen deel- den, vele zaken opdroeg, echter daagde hij in het jaar 1327 den Generaal der Orde, michael van CESENA voor zich , omdat hij tegen de gemelde Decretalen was uitgevaren , en den Keizer lode- WYK van Beyeren, die zonder zijne fchuld van den Paus gehaat werd, met zijnen raad zou hebben blj- geftaan; maar deze appelleerde van den Paus, waar 1 5 op 138 K E R K E L IJ K E V op de Paus hem in het jaar 1328 zocht af te zd- BOEK tej, ^ niaar het algemeen Kapittel der Orde bevestig- Hoofdft, ^^ ^^^ veel meer in zijne waardigheid. Eindelijk m C. G. ontvlugtte hij , in het jaar 1328 , met occam en Sri^^r BONAGRATiA van Avignon naar Pifa. De Paus . zette hem toen cigeumagtig af, verklaarde hem on- bekwaam tot eenige waardigheid, en benoemde den Kardinaal bertrand de turre tot zijnen plaats- vervanger. Zoo dra miciiael dit te Pifa hoorde, appelleerde hij in 1328 voor de derdemaal van deti Paus aan de Katholijke Kerk en aan een toekomend Concilie. Ook waren hem verfcheidene geleerde mannen toegedaan in en buiten zijne Orde, buiten zijne Orde marsilius van Menandrino of van Pa* dua, maar onder de Franciskanen de beroemde oc- cam, BERiNGARius BOCHUsis , ceu Leeraar der Theologie, dien hij tot zijnen Generaal -Fikaris irt Italië aanfielde; franciscus de esculo of ascuj LANUS enz. Ook bleef hij tot aan zijnen dood in het jaar 1343 in zijne gevoelens, noemde zich fteeds het hoofd, (^Minister Generalis ^^ van zijne Orde, ap»- pelleerde te Munchen in het Jaar 1329 voor de vier- de keer van den Paus, en gebood zelfs, dat de Pausfelijke Legaat en Stadhouder gevangen zouden genomen worden. Wederzijds beflreden ook de PauS en MTCHAEL van Cefena malkanderen in gefchriften^ in de zijne befchuldigde michael den Paus van verfcheidene dwalingen en zelfs van ketterijen. De hevige twisten tusfchen den Keizer en ètn Paus verfterkten de Franciskanen in hunnen tegen- ftand tegen den Paus , waar in bijzonder occAivt zich GESCHIEDENIS. 139 zich onderfcheidde , die den Paus in een bijzonder V gefchrift aantastte , lietvvelk hij Compendium errorum ^^^-^ Joa. XXÜ noemde , en lietwelit met veel hevigheid ^oofdlt. is opgedeld, befchuldigende den Paus joannes XXU na C G. van verlcheidene KettLrijen , waar onder het merk- r!^'°^£* ■' ' tot iS'/» waardigfte is, dat hij den Paus verwijt, dat deze in ■ een Leerrede in het jaar 13 31 geleerd hebbe, dat de zielen der zaligen in den Hemel Gods aangezigt niet zien , en ook het Goddelijk wezen niet zien zul' len voor den jongften dag. Keizer lodevvyk verzuimde niet al vroeg vnn de- ze ergerlijke verfchillen tusfchen den Paus en een groot gedeelte van de Orde der Franciskanen ge- bruik te maken , en leide den Paus in meer dan een openbaar gefchrift dwalingen en ketterijen te last, terwijl niet alleen die beroemde Franciskanen ^ die *& Keizers en hunne eigene zaak tegen den Paus met de pen verdedigden , maar ook alle Spiritualen , Fratricellen ^ Begharden, en zoo als zij meer ge- noemd werden, in Duitschland befcherming en toe- vlugt vonden. Van daar de menigte van dweepen- de ledigloopers en bedelaars, die dit land federt overftroomd hebben. De Dominikanen integendeel, die de zijde van den Paus waren toegedaan , haal- den zich 's Keizers haat op den hals , en velen van hen werden ten lande uitgebannen. Deze twisten duurden dus genoegzaam de geheele regering van JOANNES XXII , die met het Jaar 1347 eindigde , voort. Wel werd in het Jaar 1329 ten minde een aan* Gevoelen merkelijk deel der oneenigheid tusfchen den Paus en ^^" ^^"' JOANNES de Ï40 KERKELIJKE V de Orde der Franciskanen bijgelegd. Op een alge- ^^^ meen Kapittel der Orde werd befloten, dat imicha- Hoofdft. EL van Cefena niet meer als opperhoofd derzelve na C. G. zou erkend worden , wordende in zijne plaats de tot 1517! ^y ^^^ ^^"^ geliefde Broeder gerhard oddonis ■■ verkoren. Ook nam de twist over de armoede van XXII. CHRISTUS een einde , door dat men de Decretaïen omtrent , r,- n den fiaat van nicolaus lil en de beflisnng; van de Kapittel- dergeluk- vergadering te Perufia met de verordeningen van ^ * den tegenwoordigen Paus zoo veel mogelijk plooide. Maar nieuwe, en voor het gezag van den Paus nog gevaarlijker twisten , konden echter bij zijn leven niet beflist worden, occam had hem, gelijk wij gezien hebben , onder anderen , als eene Ketterij , te last gelegd : dat de Paus ontkende , dat de zaligen voor den jongften dag tot het annfchouwen van God zelven geraakten , niettegenflaande zij door het Vage» vuur genoegzaam gereinigd waren. Een Engelfche Dominikaan ^ joannes vallensis, beftond het eerst in het jaar 1331, deze leere openlijk te ver- werpen ; maar werd , wegens gebrek aan eerbied voor den Paus, op bevel van eenen Inquifiteur, die een Minderbroeder was , in de gevangenis geworpen. De Pans handhaafde zijn gevoelen in het volgende Jaar nog (louter, en zocht hetzelve uit oude Kerk- vaders te bewijzen. Doch zoo dra een Dominikaan ' en Franciskaan , door hem uitgezonden, hetzelve begonnen te prediken , werd het door verfcheidene Godgeleerden der Univerfiieit te Parys als eene Ket- terfche nieuwigheid verworpen. Onder dezen was de Franciskaan nicolaus de lyra , en de Bis- fchop GESCHIEDENIS. 141 fchop DURAND DE ST. pouRCAiN , uit de Ofdc dcr V Dominikanen^ die 'er ook eene Verhandeling tegen boek Ichreef. üe Koning van Frankryk liet daar op in fjoofdft het jaar 1332 in zijn Paleis te Vincennes een aantal na C. G. Prelaten en Godgeleerden bijeenkomen, dertig van •'^^''°^^* » ^ ' ö tot 1517. dezelven gaven een befluit uit, bij wijze van eenen , Brief aan den Koning , waar in zij zeiden , dat de Paus, wiens onderdanigfte Dienaars en Zonen zij waren, deze ftelling inec als een leerftuk behandeld, of als zijn gevoelen voorgedragen, maar 'er alleen van gewaagd had , ( non asferendo feu opinando pro- tuier it ; fed folummodo recitando ; ) maar voorts dat dit gevoelen eene dwaling was. De Koning filips van Falois werd door deze uitfpraak zoo vertoornd tegen den Paus , dat hij hem , bij het overzenden van hetzelve , in eenen bijgevoegden Brief dreigde , dat hij hem levende wilde laten verbranden , Qqu'il Ie feroit ar dr e ^'^ als hij zijn gevoelen niet herriep. De Paus hier door ontfteld, antwoordde den Koning, dat hij de gezegde ftelling niet als een leerftuk beweerd, maar flechts als eene vraag aan de Godgeleerden voorgelegd had, en dat hij geene van beide de par- tijen volkomen had toegeltemd. Toen hij eindelijk in het jaar 1333 den dood voelde naderen , en be- fpeurde, dat hem wegens dit gevoelen nog zekere vlek aankleefde, verklaarde hij, in eene bijzondere Bulle, dat hij met de Katholijke Kerk geloofde, dat de gezuiverde en van hare ligchamen gefcheidene zielen in het Paradijs zijn, en God en het Godde- lijk wezen van aangezigt tot aangezigt zien , zoo ver haar toeftand zulks toelaat; maar zoo hij anders iets 144 KERKELIJKE V iets mogt geleerd hebben, het geen met het Katho» ^^^ lijk Geloof, de bepalingen der Kerk , de Heilige Hoofdft. Schrift en de goede zeden niet overeenkwam , dan na C. G. wilde hij het hier mede herroepen hebben. Dewijl tot'*is?7* ond^rfusfchen het gemelde vraagftuk nog fteeds on- . beflist bleef, onderzocht de volgende Paus bene- DicTus XII het in het jaar 1336 met de Kardina- len, Bisfchoppen en Doctoren in de Theologie, en 'er eene Verhandeling over gefchreven hebbende, gaf hij een bijzonder Decretale uit , waar in vast- gefteld werd , dat de zielen , die geene verdere zui- vering behoeven, allezins tot het aanfchouwen van God terftond geraken; verbiedende tevens, op ftraf- fe van den ban , het tegendeel te leeren. Vervol- Allengs bedaarde nu de fcheuring bij de eigenlijke ging der Minderbroeders grootendeels , terwijl de partijen zich den, zamen vereenigden tegen de bij hen gehaatte Fratrt" cellen en Begharden, De Franciskaner -Inquijiteurs vielen , op bevel der Paufen , op hen aan , verjaag- den hen of leverden hen ter ftrafFe over. De veer- tien zoogenoemde Luciferianen , mannen en vrou- wen, welke een Guardiaan der Franciskanen in het jaar 1336 te Tangermunde in de Mark Branden* burg^ door den Voogd van den Markgraaf liet ver- branden, behoorden misfchien ook tot deze partij. Maar hun lot verergerde voornamelijk in Duitsch' land^ toen karel IV, die Keizer, die zoo aan de Paufen onderworpen was , in het jaar 1347 den troon beklommen had. Hij fchilderde hen in eene zijner tegen hen gegevene wetten dus af: „ Uit- „ wendig nemen zij eene groote armoede aan, en* „ doea GESCHIEDENIS. 143 „ doen voor dezelve eene uitdrukkelijke gelofte, dat y 3^ zy namelijk niets eigens in liet bijzonder of ge- boek „ meenfchappelijk hebben zullen. Zij vertoonen HoofdCL „ ook deze armoede met bedriegelijke boosheid ui- na C. G, „ terlijk in hunne flcchte kleeding; maar inwendig ï^^'^^°73- „ zoeken zij , als de kleine vosfen , den Wijnberg , * „ des Heeren Zehaoth te verderven; alzoo toch de- „ ze fekte , gelijk bekend is , voor lang door de „ Kerk veroordeeld , en zoodanige armoede voor „ Kettersch verklaard is." Hier uit kan men ge- noeg opmaken, hoe veel overeenkomst zij hadden met de Spiritualen* Zij werden in Duitschland ge- noegzaam onderdrukt, en vlugtten omtrent het jaar 1372 naar de Nederlanden en Braband ; ook zag men nog overblijfrelen 'er van in Stettyn, Doch met al de pogingen , om de eensgezindheid Hervor- in de Orde der Franciskanen te herftellen , kon men '"'"g^^i niet verhinderen , dat zij in twee Hoofdpartijen ver- odre dei deeld werd. Reeds vroeger hadden zich meer kleine Francis- hoopjes in dezelve gevormd. Van de Coelestinerm ^^^^ Eremiien is reeds gefproken. De Congregatie der Clarentinen , welke angelo van Cordone in het jaar 1302 in de Mark Ancona ftichrte , bij de Rivier Clarena , eenc foort van Kluizenaars , die in eene grot of fpelonk leefden , duurde tot het jaar 1580 , wanneer zij vernietigd is gewor- den. Andere zoogenoemde Hervormingen der Orde hadden nog minder geluk, gelijk die, welke filip van Majorka ontwierp in het jaar 1228, maar wiens verzoek om bevestiging van zijn gezelfchap door Paus joannes XXII werd afgewezen, onder voor- 144 K E Pv K E L rj K E V voonvendfel, dat hij een Begharde v»^as. joan des BOEK VALLEES vond cenigen ingang in het jaar 1336 bij Hoofdd. BENEDicTus Xfl. Zijn gezelfchap woonde op eene na C. G eenzame plaats in eene ellendige hut te Bruliano , jaaiio73. p^l^^^ Q^jj^grino en Folipfii , tot het overlijden tot 1517. ö J J ■ van DES VALLEES in het jaar 1351. gentili van Spoleto volgde hem op, maar alzoo hij het regtsge- - bied van den Generaal der Orde volftrekt niet wilde erkennen, en befchuldigd werd, dat hij ook Ketters aannam, werd hij in het jaar 1355 gevangen gezet en zijn gezelfchap verdrooid. Obfer- Doch nu kwam 'er eene nieuwe Reformatie op, vamen en ^^jj^e (jg Qrde niet aannam , maar ook niet heeft Conven- ' tualen. kunnen onderdrukken, paolucci, (of de Kleine PAULUS,) van FoUgni ^ een leerling van des val- LEES en GENTILI, was derzelver ftichter. Deze kwam in het jaar 13 13, naauwelijks veertien jaren oud 5 in de Orde der Franciskanen ,• maar wilde en- kel een Leekebroeder zijn , om nederigheid te oefe- nen. Men moest hem eene afgezonderd kluisje ge* ven , omdat hij zoo luid (leende en zuchtte , dat niemand het digt bij hem harden kon. Na het ver- nietigen der Congregatie , begaf hij zich alleen , op den Berg Ceji, in eene hutte van boomtakken , in welke de Heilige frakciscus zich meermalen bege- ven had. Hier bouwde bij een klein Klooster met een Kerkje; maar de Franciskanen van de zachter foort noodzaakten hem , die plaats te verlaten. Hier op floot hij zich op in een toren te Foligni^ voor- heen eene gevangenis, welke de Heer dier ftad , UGOLINO DE TRiNci, zijn nabeftaandc , aan hem over- GESCHIEDENIS. 145 overgelaten had; alwaar andere Ordensgenooten zich V bij hem voegden , die zich met hem tot de volkomenfte ^^^^ armoede en aanhoudende geestelijke oefeningen ver- Hoofdft, bonden. Eindelijk verkreeg ugolino voor hun , na C. G. dat de Generaal der Orde hun vergunde zich in het Jo^J^fi* bovengemelde Kluizenaars -verblijf van BruHano ne- der te zetten. Het begin daar van werd gemaakt in het jaar 136!^, hoewel fommigen het gezelfchap fpoedig verlieten, alzoo men niets ellendiger dan de- zen oord kon uitdenken. Behalve de nabijheid van een meer, waar de kikvorfchen eindeloos kwakten, was dezelve met een moeras omringd , hetwelk een boosaardige lucht uitdampte. 'Er was eene zoo groote menigte flangen , dat zij de Monniken in den flaap aanvielen, en de geheele omtrek was zoo on- vruchtbaar als onbewoond. Van fommige boeren , op de naburige bergen , die eene foort van houten fchoenen, {focco, ) droegen, nam paolucci met zijne Broederen deze dragt over, waarom zij Socco- lanti of Soccodragers genoemd werden. Zij breid- den zich fpoedig uit, voornamelijk toen paolucci in het jaar 1374 de Fr a tri cellen en Begharden te Perugia in een openbaar gefprek overtuigde , met die enkelde aanmerking, dat de Heilige franciscus de gehoorzaamheid aan den Heiligen Stoel voorna- melijk had aanbevolen , welke zij hardnekkig weiger- den. Het gevolg hier van was, dat de Fratricelli de ftad uitgejaagd , en hun Klooster aan paolucci overgegeven werd. Allengs kwamen 'er onder de Franchkanen vier bijzondere benamingen op. Conventuaïen , of Cvn- XVUf. Deel. K ven- 14^ K E R K E L IJ K E V ventuale Minderbroeders ^ noemde men reeds fedefi BOEK het jaar 1250, al die leden der Orde, die gemeen- Hoofdfl. rchappelijk leefden ; Woudhroeders of Kluizenaars na C. G heetten zulken , die zich in kleine Kloosters en een- Kri^? ^^™^ plaatfen onthielden ; allen , die eene nieuwe , , levenswijze voor den dag bragten, en als het ware eene nieuwe Familie ftichtten, werden Familiehroe- den genoemd. Eindelijk ontftond ook de naam vaa Obfervanten , ( Obfervantes , Fratres de Ohfervati' iia^ of Regularis Obfervantia ^') of ftipte waarne-. mers van den Ordensregel; welke echter eerst van de Kerkvergadering van Konflans werd bevestigd. Sedert verdeelde zich de geheele Orde in twee hoofd- ta' ken , Conventualen , die voor de verzachting van den Ordensregel waren , en Ohfervanten , die den- zelven ftrenger in acht namen. Toen de groote fcheuring tusfchen de Paufen te- gen het einde der XlVde eeuw uiiberstte, werd 'er telkens van den Tegenpaus een andere Generaal der Orde benoemd. In Frankryk werden aan de Co«- gregatie van paolucci , die in het jaar 1389 ge* ftorven was, vele Kloosters en voorregten door de Provintialen ontnomen. Maar de Kerkvergadering van Konftans deed in het jaar 14 15 eene uitfpraak ten voordeele der Obfervanten» Vergeefs wendden zich de Conventualen aan den Paus martin us V, die in het jaar 1420 het befluit der Kerkvergadering bekrachtigde. Ondertusfchen liet hij , op begeerte van den beroemden Heiligen joan van capistra- NO , in het jaar 1430 te Asfiji een algemeen Kapit- tel der Orde houden, op hetwelk ook een vergelijk ge- GESCHIEDENIS. 147 fctroffeii werd, doch van hetwelk de ConvetituaUn V nog ftaande deze vergadering terug traden, en de *°^* Obfervanten op nieuw begonnen te vervolgen ; ein- Hoofdff. delijk werden de twisten onder leo X geëindigd in na C. G. eene algemeene vergadering der Orde in het jaar r!^!°{^* tot I5I7» 1517, in welke de verkiezing van eenen Generaal ■ der Orde werd opgedragen aan de Obfervanten en Hervormde Congregafien , die 'er verfcheidene wa- ren : Clareninen , Amadeisten , Colletanen , Kapuclj' nen^ of van het Heilige Ëuangelie^ en Barrevoet er s of Ongefchoeiden , ( Discakeati^ ) maar die zich voortaan allen Minderbroeders van de Reguliere Obfervantie noemen moesten. Zij verkozen dus GHRiSTOFFEL van For/i tot opperhoofd der Orde, ( Minister Generalis. ) De Conventualen verkozen een ander, aan wien de Paus alleen vergunde ótn naam van Magister Generalis te voeren; ook zou- den de Obfervanten in alle oorkonden den voorrang hebben, Hoe zeer deze tijden de Gouden Eeuw der Mon Verfcbil- niken mogren genoemd worden , hunne trntschheid, p^A^"" dartelheid en heerschzucht ftond der Wereldlijke nonni- Ceesielijkheid zeer tegen de borst, en bijzonder had- 'eher Theologifche waar- digheden. De Theologifche Faculteit floot hen daar- om in het jaar 1415 van haar genootfchap uit, ge- lijk ook op haar verzoek de geheele Univerfiteit deed, tot zij eene Bulle zouden bezorgd hebben , van woord tot woord , tegen deze overgefteld. Dewijl EUGENius thans de handen volhad met het Con- cilie van Bafel^ moesten de Doctoren en Baccalau- reën uit de Monnikenorden beloven, dezelve te zul- len bezorgen, hetwelk zij in het jaar 1443 deden. In het jaar 1456 werd de oude twist tusfchen de beide partijen weder vernieuwd , en nu bijzonder over de regten der Wereldlijke Geestelijkheid, ni- coLAUS V had in eene Bulle voor de Monniken het regt om biecht te hooren op nieuw bevestigd, maar de Univerfiteit verzette zich ook weder zoo Üerk tegen dezelve , dat 'er in het volgende jaar een vergelijk getroffen werd , hetwelk niet voordeelig was voor de Bedelmonniken, en waar tegen de Do- mi' GESCHIEDENIS. 151 mimkanen zich , hoewel vergeefs , nog een jaar lang V annkantten. Evenwel gingen de Pausfen nog fteeds ^9?i^ voort , om de Bedelmonniken tegen de Univerfiteit Hoofdft. en ook tegen de overige Geestelijkheid te befcher- "^ C. G. Taan 073, »"en. ^ Jot IS17. De Univerfiteit van Oxford had insgelijks niet zei- den met de Bedelmonniken, bijzonder met de /)ö. Metde minikanen , te ftrijden. Deze begonnen in het jaar t^it van 131 3 de AkademiCche wetten aan te vallen, als voor Oxtbrd. hen nadeelig, en op zich zelve onvoegzaam. Ook maakten deze Zwarte Monniken, zoo als men de Dominikanen noemde, zich omtrent het jaar 1390 gehaat, doordien zij, om het onderzoek in bun va- derland te ontgaan , zich de Akademifche waardighe- den in vreemde landen lieten opdragen. Hier over beklaagden zich de beide Hooge Scholen van Oxford en Camhridge bij den Koning, die nu den Domini- kanen gebood, de wettige orde niet te buiten te gaan. Deze onrusten duurden tot het jaar 1460, dewijl de Pausfen zich dan voor de ééne, dan voor de andere partij verklaarden, In dat jaar ftierf te Avignon richard, Aartsbisfchop van Armagh in Ierland , die te voren Kanfelier der Univerfiteit te Oxford en een groot vi.iand der Monniken geweest was; ook heeft hij een Boek tegen hen gefchreven: De Audi ent ia Confesfionum, Menigvuldig waren ook de twisten tusfchen de Met de Bedelmunniken en de Wereldlijke Geestelijkheid , die gereld- lijke door de Monniken in hare regten en voordeden be deeste- nadeeld werd. bonifacius VIII had wel door een IJjkheid, bijzonder De:retate in het jaar 1300 alle twisten K 4 tus- ija KERKELIJKE V tusfchen hen zoeken bij te leggen , door de bepaling BOEK van ^Q grenzen der voorregten van de Monniken, Hoofdft. ^" KLEMENS V liad deze Bulle bevestigd in het jaar na C. G. 1311. Maar echter was de oorzaak der twisten niet J^^'^^°^3' weggenomen. De Monniken, die bij het volk in - den roem van bijzondere heiligheid ftonden, eii zoo vele Aflaten en Heilige Reliquien bezaten, onttrok- ken het volk aan de gewone Geestelijkheid en ble- ven niet binnen de palen , hun door de Pausfen ge- field. Ook hadden de Monniken menigvuldige Exemtien of bevrijdingen van het Regtsgehied der Bisfchoppen van tijd tot tijd vveten te verkrijgen, waar over vele Bisfchoppen zich bezwaarden , ter- wijl de Monniken met woorden en gefchriften hunne zaak voorflonden. In het jaar 1384 fcheen het ech- ter, dat de Monniken weder onder het opzigt van hunne wettige Kerkelijke Opzieners, de Bisfchop- pen , zouden hebben moeten keeren , toen Paus ur- BANUS VI, één van de Scheur- Pausfen van dien tijd, wien zij in hunne Kerkredenen en op andere wijzen hadden mishandeld, hun het voorregt ont- nam om willekeurig te prediken en biecht te hooren enz., maar het gezag van dezen Paus werd niet al- gemeen erkend, en zijne befchikking werd door vol- gende Pausfen weder vernietigd. Trouwens, de Be- delmonniken hadden doorgaans eenen witten voet aan het Pausfelijke Hof. Eindelijk flichtte sixtüS IV in het jaar 1478 een foort van vergelijk, volgens hetzelve zouden de Parochiepriesters niet meer zeg- gen , dat 'er van de Bedelmonniken Ketterijen voort- gekomen waren , maar integendeel dat door hen, bij* GESCHIEDENIS. - 153 bijzonder door de Dominikanen en Franc'tskanen , V het Geloof en de Kerk veel gewonnen halden. Daar "^^* tegen zouden ook de Bedehnonniken niet keren , [loofdft, dat de Gemeente van cenen Parochiaan niet verpligt :ia C. G« was , op Feest - en Zondagen de Misfe in zijne lot"?!^^ Parochiekerk te hooren; hetwelk zij zonJer gewig- - tige reden niet verzuimen moest. Geene der beide partijen zou de Leeken op door de Kerk gedreigde ftrafFe overreden, om hunne begrafenis bij haar te verkiezen, dewijl dit volkomen vrijfliond. De Be- delmonniken zouden verders niet prediken, dat de Parochiekinderen niet verbonden waren , om ten minde op Pafchen bij bunnen eigenen Priester te biechten; evenwel zouden zij zelve daar door van het voorregt niet uitgefloten zijn, hetwelk hun vol- gens zekere fchikking toegedaan was. In hunne Predikatien zouden zij niet nadeelig van de Prelaten en Parochiepriesters fpreken ; ook aan dezen der- ielver Toehoorders niet zoeken te onttrekken ; en dezen zouden ook hen insgelijks minzaam bejege- nen. In het voorgaande hebben wij reeds gezien , hoe Gebrekea vele misbruiken en gebreken, in de vorige eeuwen, c" Her- bij de Monniken hadden fland gegrepen , en hoe o-en der vaak zij Hervormingen noodig hadden. De oude, Monni- rijke , en reeds voor lang meer tot levensgenot dan ^^"* tot infpanning van den geest geneigde Orde der Be- nedictijnen openbaarde inzonderheid ècz^ behoefte. KLEMENS V verordende daarom op de Kerkverga- dering te Vienne federt het jaar 131 1 ten aanzien ^ 5 de- 154 KERKELIJKE V dezer Monniken het volgende (*): Zij zouden de BOEK yQQj. hunne Orde pasfende befcbeidene kleederen dra- Hoofdft. gen 5 niaar zich van allerhande kunftige dingen , ook na C. G. van gordels , groote mesfen en fporen onthouden. tol 151^7 ^^^^ maanden zouden zij ten minde eens ter biech- ■ te, en op eiken eerften Zondag van iedere maand ten Avondmaal gaan. Hun Regel zou, als die in het Kapittel voorgelezen werd , om der jongeren wil, in de landtaal voorgelezen worden. (^Fulga" riter exponatur. ) Zij zouden zich van jagen en vogelen voiflrekt onthouden , gevolgelijk ook geene kleine honden en valken hebben. Ook verbood de Paus hun volftrekt , hun Klooster zonder verlof van den Prelaat te verlaten , of in hetzelve wapens te dragen enz. De Pausfelijke verordeningen waren echter in het jaar 1312 reeds weder vergeten, zoo- dat zij op de Kerkvergadering te Falend a vernieuwd moesten worden (f). In een Provinciaal Kapittel dezer Orde der zoogenoemde Zwarte Monniken te Westmunfter in het jaar 1422 bekende men ronduit, dat in dezelve vele grove buitenfporigheden waren ingeflopen, en men verbood aan de Abten hunne kostbare en ergerlijke Equipagien , (equitatura fcan* dalofa , ) als ook hunne verkwistingen ; en aan de Monniken hunne geheele afwijking van den Ordens- regel, in fpijs, kleeding, bezitten van geld, rond* zwer- (*) Clementinar. L. III. t. lo. de Statu Monachor, vel Canonicorum Regularium C. t. p. 1072. (t) HARD. /Iet. Concill. T. VII. p. 147 1. C ia. GESCHIEDENIS. 155 zwerven in fteden en dorpen, e. d. m. (♦) Men V heeft meer dergelijke verordeningen. Onder anderen *°^* beeft de Kerkvergadering van Konftam werk ge- Hoofdft, maakt van het Hervormen der Monnikenordens , na C. G, door het afTchafFen van verfcheidene Exemtien, en ;'. ._;, tot ij* f • het bevelen , dat de drie wezenlijke p dof ten van — — — elke Orde, ( tria Siihftantialia cujusciinqtie Heli' giom's , ) van gehoorzaamheid , onthouding en ar- moede , door alle Monniken frreng waargenomen , en de overtreders , behalve door Excommunicatie en Schor Jingy met gevangenis zouden geftraft wor- den. Hoe hoog ook de eerbied voor den Monniken- ftand in deze eeuwen gellegen was, nogtans klaag- de men fpoedig vrij algemeen over de groote menig- te derzelven, gelijk wij dan ook boven gezien heb- ben, dat de Pausfen het ftichten van nieuwe Ordeiis verboden, piüs II. vernietigde verfcheidene kleine Monnikengenootfchappen , maar daartegen rigtte hij twee nieuwe Geestelijke Ridderordens op, gedeelte- lijk ook op kosten van de vernietigde. Ook ontftonden 'er nog in de XlVde eeuw nieu- Orde der we Ordens , wel niet juist door Pausfen , maar door Ol'vita- godvruchtige lieden, die van het Bijgel lof dier tij- den befmet waren, dat men alleen in zulke Ordens een volkomen regt op den Hemel verkreeg Dus ontftond in het begin der XlVde eeuw de OrJe van Monte Oliveto , als eene Hervorming der Benedic- tijnen , waar van joan tolomei , een Edelman uit Sie- (*) HAED. T. VIII. p. 997. 1-6 KERKELIJKE V Siena, de (lichter was. Eerst fiond hij nnar den *°f-J^ roem Vitn een geleerd man te worden, en beoefende Hoofdft. de Wijsbegeerte. Maar eens een moeijeliik vraag- na C. G. (luk willende oplosfen , verloor hij zijn gezigt , het« TjiïirioT*^ ^Qjj^J^jwelk hij op voorbede der Heih'ge Maagd, zoo als ■ hij verzekerde, fpoedig wederkreeg. Daar op beflo- ten hebbende , zich aan haren dienst te wilden , hield hij in het volgende uur voor zijne. Hoorderen eene voorlezing over de verachting der Wereld , waar door verfcheidenen aangezet werden , om zich daar naar te voegen. Hij zelve verhet zijne familie in het jaar 131 3, en begaf zich raet twee Senato- ren van Siena , zijne Toehoorders , eenige mijlen ver van die (lad, in eenen eenzamen oord tusfchen rotfen en boomen , welke hem toekwam , alwaar hij zich met zijne medgezellen in alle foorten van ' lig* chaamskwellingen oefende. Binnen kort vereenigden zich meer anderen met hen. Zij werden in het jaar 1319 bij joANNES XXII als Ketters opgegeven, maar onfchuldig bevonden. Nu tot den Regel van be- NEDiCTUS gewezen , ontvingen zij den naam van Congregatie van onze Lieve Prot/^y van den 'Olijf- berg; of Kluizenaars van den Olijfberg; en tolo- MEi verwisfelde zijnen naam joannes met dien van BERN HARD. lu het cerst leefden zij veel ftrenger, dan hun Regel verordende, maar verzachtten allengs hunne levenswijze. De pest rukte den Stichter in het jaar 1348 weg. De Orde plantte zich vervol- gens vrij gelukkig voort. In fommige van hare Kloosters leide men zich op de Wijsgeerige en Godgeleerde Wetenfchappen toe; doch, hoewel zij Tho-» GESCHIEDENIS. 157 Thomisten zijn, echter wijken zij in vele ftukken V van tiet ftelfel van deze School af. Daar is ook een ^°^f- Nonnenklooster van deze Orde te Biponto in het Hoofdft. Nopelfche gefticht. «^ C. G. Kort na het midden der XlVde eeuw vormde zich [^^ J^J^* ook de Orde der yezuaten^ insgelijks in Toskanen, Derzelver Stichter, toan colombino, was ook één y^deder Jezuatea, der rijkfle en voornaamfte Edellieden te Siena , waar hij de waardigheid van Gonfaloniere bekleedde. Hij leefde in het huwelijk; en geldzucht en drift maak- ten hem niet beminnelijk. Onverziens veranderde dit alles, nadat hij het leven der beroemde Heilige, de Egyptifche maria, gelezen had. Thans was hij ongemeen milddadig jegens de armen ; matte zijn ligchaam af door kastijdingen , en bewoog zijne Gemahn ligtelijk, dat zij voortaan als Broeder en Zuster leefden. Hij veranderde zijn huis in een Gasthuis, waar hij armen, vreemdelingen en zieken ontving, onderhield, oppaste en bediende. Een an« der Edelman van «S/V;//? , franciscus de mino vin- CENTi, zijn vriend, ftond hem in deze liefdediens- ten bij. Ziek geworden zijnde en vindende , dat zijne vrouw en zijn vriend hem al te zorgvuldig op- pasten, floop hij heimelijk naar het armQe Gasthuis van de (lad. Zij konden hem ook flechts onder deze voorwaarde naar zijn huis terugbrengen , dat zij hem enkel grove fpijzen geven zouden. Eens zag hij bij de Kerkedeur eenen Melaatfchen liggen ; dezen droeg hij op zijne fchouders naar huis , wiesch zijne zwee- ren, en droPik zelfs van het water, dar.r hij hem mede gewasichen had. Zijne vrouw had des te meer , af. 158 K E R K E L IJ K E V affchuw van dezen kranken, en toen zij hem einde- ^^ lijk , op zijn aanhouden , wilde bezoeken , kwam Hoofdrl. haar, zoo als zij vertelde, aan zijne knmerdeur een m C. G. 200 heerlijke reuk in plaats van den gewonen flank tot IS17 ^^S^"' ^^^ ^y "'^ eerbied niet durfde binnentreden. . joAN en zijn vriend werden dezen reuk insgelijks gewaar, gingen bij den kranken; maar vonden nie- mand, waar uit zij befloten, dat het Christus zel- ve geweest was. Des te meer befloten zij, hem in de volkomenfle armoede na te volgen; zij fchonken hun gebeele vermogen san de Kerken en Hospitalen, en bedelden hun brood in de armhartigfte kleeding bij de huizen. Behalve haren hemden en geefelen, vonden zij dagelijks nieuwe martelingen voor hun ligchaam uit. Ten einde, naar hunne verbeelding, den Zaligmaker geheel gelijk te worden, zochten zij op de plaats zelve , waar zij als regeringsleden ver- eerd waren geweest , de algemeene verachting op zich te laden. Zij droegen water en hout in het Paleis, waar de Regering bijeenkwam, en veegden het vuilnis weg. Dewijl het Bijgeloof zulke levens- wijze tot heiligheid gemaakt had, kregen zij fchie* lijk navolgers; voornamelijk federt het jaar 1365, toen dit gezelfchap meermalen door de ftraten van Siena rondging, onder het zingen van liederen. Den nieuwen lei'en vverden harde proeven opgelegd. Niet zelden voerden zij hen op een* ezel zittende, met eene kroon van olijftakken op het hoofd , door de ftraten rond , terwijl de geleiders , die foortgelijke kronen en takken in de banden droegen , zonder op- houden riepen : Leve jezus christüs ! Hij zij ge- GESCHIEDENIS. 159 geloofd in eeuwigheid! Menigmalen voerden zij de- V zelven half naakt rond , met de handen op den rug ^^'^^ gebonden, hen befpottende en het volle vermanende, HoofdlL om voor dezen zondaar te bidden. Maar het ge- na C. G. wonelijkfte was , dat zij zulk eenen voor het beeld K!^'?j J* der Maagd marta op de openbare markt plaatften, — — — hem in plaats van zijne kleederen, ellendige lom- pen omhingetï, terwijl zij allen met kronen en tak- ken behangen Geestelijke Liederen aanhieven. In minder dan twee jaren had columbino meer dan 70 aanhangers , terwijl hij zelve rondging , en de zondaars vermaande , boete te doen. URBANus V kwam om dezen tijd in het jaar 1367 van Avignon naar Rome weder. Om van hem de goedkeuring der Orde te bekomen, ging colombi- NO met velen zijner aanhangers, met hunne gewone kronen en olijftakken hem te gemoet,tot aanCro«(f/o, daar hij aan land trad, en riepen hem toe: Geloofd zij JEZUS CHRISTUS.' Lcve de Heilige Vader! De- ze ontving hen wel , maar beloofde hun , voor hun- ne lappen, eene andere kleeding te zullen geven. Hij gaf hun ook kort daar na een' witten rok , eene der- gelijke muts en houten muilen aan de bloote voeten ter onderfcheiding ; waar bij des Paufen Broeder nog een' valen mantel voegde. De Orde, die zich in het eerst de ApostoUfche Klerken, (^Clerici,') noem- de, heette in het vervolg: de Congregatie der j^e- zuaten , ( naar het onophoudelijk gebruik van den naam jezus,) van den Heiligen hieronymus, dien zij tot Patroon verkozen had, naar den Regel van den Heiligen augustinüs. columbino ftierf om- trent i6o K E R K E L IJ K E V trent het jaar 1367. De Paufen hebben hem nader- BOER i^^^f^ j(j }^et Roomfche Martelaarsboek, ( Martij- Hoofdft. roïogium ,') geplaatst, en aan die genen aflaat be- na C. G. loofd , die op zijn Feestdag zijne Ordenskerk te tot 1-^17 ^^^^^^ zouden bezoeken. Meer dan 200 jaren lang m ■ ■■■ waren de leden dezer Orde flechts Leekebroeders , en enkel verpligt , om dagelijks 150 Paternoster' s en even zoo veel ^ve Maria's te bidden. Eerst met den aanvang der XV^IIde eeuw werd hun geoorloofd zich tot Priesters te laten wijden. In de meeste van hunne Kloosters hadden zij Apotheeken, en deelden de geneesmiddelen om niet onder de armen uit. In andere distilleerden en verkochten zij brandewijn, waarom zij op fommige plaatfen Gïi Padre deW aqua vita genoemd werden. Eindelijk toen zij in het Fenetiaanfche Rijk meester waren geworden, en de Republiek tot den Turkfchen oorlog geld noodig had, vernietigde klemens IX op derzelver verzoek in het jaar 1668 de Orde aldaar en over het alge- meen. Buiten ItaJi'è had zij zich alleen te Touloufe gevestigd. Eene Nicht van den Stichter, katha- RiNA coLOMBiNA , had ook een gezellchap van Nonnen van denzelfden naam en ftrenge levenswijze opgerigt. Eremiten De Eremiten van den Heiligen hieronymus van den yokden de '^ezuaien op den voet, en maakten vier H. IIIERO- ° "^ , . . „ . _ KYAius. ondel fcheidene Ordens uit in Spanje en Italië. De eerde , die eigenlijk den naam van Hieronijmiten voert, vormde zich door eenige Italiaan f che Mon- niken van de derde Orde van den Heiligen fr/^n- ciscus , die zich naar Spanje begaven , en daar Klui- GESCHIEDENIS. i6i Kluizenaarsverblijven aanleiden. Heel fchielijk von- V den zij navolgers , van welke de merkwaardigfte was °^^* piETER FERDiNAND PECHA , Kamerheer van den Hoofdfï Koning van JCasiiiië, pieter den Wreeden, Deze na C. G, verkreeg voor hun in het jaar 1373 de bevestiging J^^''^°73» van Paus gregorius XI, doch met die verandering, — __« * dat zij nu Kloosterbroeders werden, peciia nam nu ook den naam aan van zijne vaderflad ^ en noem- de zich FERDINAND vau GuadaJüjara, In Estre- madura kreeg deze Orde in het jaar 1389 het ver- maarde Klooster van Onze Lieve Vrouw van Gua- daïoupe. Het prachtigflie van alle hare Kloosters, ja van de Roomfche Kerk in het gemeen, is dat, hetwelk filips II, Koning van Spanje ^ xtx eere van den Heiligen laurentius , gefticht heeft, bij Escorial , niet ver van Madrid , federt het jaar 1557, waar aan zijne opvolgers ter verdere voltooi* jing millioenen dukaten befteed, en in hetzelve te gelijk het zoogenoemde Pantheon tot eene begraaf* plaats der Koningen van Spanje beflemd hebben. PIETER gambacorti , gemeenlijk pieter van Pifa genoemd, ftichtte een tweede dergelijke Con- gregatie van Kluizenaars van den Heiligen hiero- NYMUS ; hij was een Zoon van den toenmaligen Heer van Pifa en Lucca ^ en begaf zich omtrent het jaar 1377, in den ouderdom van 25 jaren, met verzaking van al de groote ultzigten van zijn llnis, op den Berg Montehello in Umbri'è ^ niet ver van Casfana^ van welken hij dagelijks afkwam , om zijn onderhoud in de naaste dorpen te bedelen. Daar door kreeg hij zoo veel geld, dat hy eene kleine XVm. Deel. L Kerk i^i. K E R K E L U K E V Kerk en woonplaatfen voor andere Kluizenaars, die BOEK allengs tot twaalf in getal bij hem verzamelden, ko» Hoofdft. bouwen. Zij namen den Htiligen HiERONviMüSf to£ na C. G. hunnen Befchermheilig en voorbeeld, alhoewel bij tot 1517.* ^^^'^^ ^^" Kluizenaar geweest was. Eerst heetten ■-- zij de arme Kluizenaars van Broeder p ie ter van jP//2r, en fchreven zich volkomene armoede, menig- vuldig bidden , vasten , geefelen , zuinig eien enz. , tot eene wet voor, welke echter in de X Vilde eeuw merkelijk verzacht werd. Eerst in het jaar 15Ó8 begonnen zij, op bevel van Paus pius V, de Moa- liikengelofte af te leggen. Behalve deze zijn 'er nog twee bijzondere Ordens van Eremiten van den Heil, hieronyjsius in dezen tijd in Spanje en Italië gefticht , welke tot onze tijden zijn ftaande gebleven; de éénen door eenen Spanf jaard, Lupo d'oLMEDO, die in het jaar 1433 gq- ftorven is; de andere door den Italiaan^ karei, van Montegraneli , dfe in het jaar 1417 overleed, en de Congregatie van Fiefoli bij Florence op» rigite. Lollütds, Een veel nuttiger, en voor de raenschheid waar» of CeUe- ^^^^^ gezelfchap van lieden , dan zoo vele , ledigloo-* brof^ders, pende, bijgeloovige Monniken, Kluizenaars en Be-» Alexianen jgjgjjjg ^ ontftond in de XlVde eeuw; namelijk de Lolharden of Lollarden , welke men weleer door-i gaans onder dweepachdge , ketterfche of zelfs on^ deugende aanhangen heeft gerekend , maar Welke men thans geregtigheid laat gefcnieden (♦). Men meen-. (*) MosHEiai Kerkgcfck. V. Dcd, Bladz» 324. volgg^ GESCHIEDENIS. 163 meende, dat hun ftichter geweest was zekere wal- v THER LOLLARD , die TRITTENHEIM (*) als het Op- ^^^^ perhoofd der Fratricellen , en eenen der ergfle Ket- Hoofdft. ters befchrijft, gelijk hij ook daarom te Keulen ver- na C. G. brand is geworden. Doch hij noemt hem niet lol- J^"^°73» tot 1 5 1 7» HARD, maar lohareus , en uit zijn verhaal volgt . niet, dat deze man, hoe hij ook geheeten mag heb- ben, ftichter der Lolharden zou geweest zijn. Der- zelver oorfprong is, volgens geloofwaardige berig- ten, deze: Kort na het jaar 1300 ondernamen eeni- ge godvruchtige lieden te Antwerpen , onder den naam van Aïexianen , of Broeders en Zuster^ van den Heiligen alexius , dien zij tot hunnen Be- fchermheiligen verkoren hadden , zich aan werken van barmhartigheid toe te wijden, door het oppas- fen van zieken en kranken , inzonderheid bij de toenmaals heerfchende pest en befmettelijke ziekre, en door het zorgen voor de begrafenisfen en het be- ftellen der lijken. Wegens hun matig en gefchikt leven , noemde men hen Matemans, naar hunne Cellen , of geringe woningen , CelHten of Cellehroe- dersi en omdat zij, bij het bezorgen en begraven der dooden , op eenen weenenden , treurigen toon liederen zongen , Lolhards of Lollards , naar hef oude woord lollen^ lullen^ lallen^ van waar nocr eene ftraat binnen Utrecht de Loüe/fraat genoemfï wordt, in welke velen van deze lieden woonden; ook werden zij , met een woord van gelijke betee- kenis , Nolbroeders genoemd. Dewijl deze goede men- (*) Chron. Hirfaug. T. II. p. 155. L a 1^4 K E R K E L IJ K E V menfchen dus liefdedaden verrigtten , en de plaats BOEK (Jer Geestelijken , die dezelve verzuimden en geheel Hoofdft. verwaarloosden, vervingen, kan men ligt btgriipen, na C. G hoe het gekomen zij , dat zij van dezelve gehaat , Jaario73 ^^^ ^^ Begharden vermengd, en veelal hevig tot 15 17. . , , vervolgd zijn geworden. Misichien vervoegden zich eenige dweepers en zonderlingen met hen, maar ze- ker (tonden zij den Bedelmonniken meest in den weg, omdat zij de giften der burgeren ontvingen, ter onderfleuning in hunnen liefdearbeid , welke de- ze Monniken gewoon waren te genieten. Hunne weldadige pogingen maakten hen bij het volk geëerd en geliefd, zelfs werden zij door Vorsten en Over- heden befchermd, die te wege bragten , dat de Pau» fen hen aan de magt der Inquifttenren onttrokken, en aan het regtsgebied der Bisfchoppen onderwier- pen, Ja op verzoek van karel den Siouten^Htnog van Burgundi'è , nam sixtus IV hen in 1472 onder de Geestelijke genootfchappen aan , die on- middelijk onder den Paus ftaan, en julius II gaf hun in het jaar 1506 nog grooter voorregten. De latere van hen afkomftige genootfchappen in de Ne- derlanden eu in Keulen zijn van hunne eerfte be- ftemming geheel afgeweken. Broeders Nog algemeen nuttiger was het genootfchap van van het Geestelijken en Broeders van het gemeen fchappelijk gemeen- , , ,, r 1 fchappe. i^"^^^^ 5 hetwelk gerkard or gerrit groot ook lijk leven jn de XlVde eeuw (ligtte. Zijn leven is door tho- S^^Il'l^^ MAS A KEMPIS of VAN KEMPEN bcfchreven. GER- HARD of RIT GROOT kvvaiii in het jaar 1340 te Deventer in GE RIT Qy^t-ysfel ter wereld. Zijn Vader , een voornaam GROOT. -^ -^ bur- GESCHIEDENIS. 165 burger dier ftad , zond hem op de Univerfiteit te V Parys , alwaar hij in zijn XVlIde jaar de waardig- ^^^ •heid van Magister verkreeg, en zich vervolgens in Hoofdft. de Godgeleerdheid oefende. Wedergekeerd bekwam " C. G. hij eenige Prebenden , en gaf zich aan allerhande ^^^ 1C17] vermaken over. De Prior van het Karthuizer - Klooster te Monnikhuizen bij Arnhem , die zijne medeleerling geweest was , wenschte zulk een ge • leerd man op eenen edeler weg te brengen, en hem te Utrecht ontmoetende , gelukte het hem ook , door ernfl:ige voortellingen hem te beweoen, om de we- reld te verloochenen, gerrit flond van alle zijne Prebenden af, en trok in plaats van zijne kostbare kleederen heel flechte aan , en ging voorts tot etne armoedige levenswijze over. Vervolgens begaf hij zich in het bovengemelde Karthuizer - Klooster ^ al- waar hij een ftreng leven leidde. Drie jaren dus doorgebragt hebbende , trad hij , op raad zijner Mon- niken , als Prediker te voorfchijn , waar bij hij eene algemeene toejuiching verkrecrg en de bekeering van velen zijner Toehoorderen bewerkte. Schielijk volg- de hem de nijd van Prelaten, Priesters en Monni- ken, die hem door laster zochten te benadeelen en zelfs het prediken te verbieden, gerrit ontweek hun een' tijd lang; zij zijn toch onze Prelaten, zei- de hij, en wij zijn fchuldig, hun te gehoorzamen. Men heeft nog eenen Brief voor hem , of misfchien van hem, aan den Bisfchop van Utrecht^ in wiens Kerspel hij Diaken was geworden , waar in om opening verzocht wordt der redenen, om welke het L 3 pre- 1^ K E R K E L IJ K E V prediken hem verboden werd. Dit verbod fchijnt BOEK evenwel niet lanof geduurd te hebben. VI Hoofdft. GERRiT had van zijn' Vader te Deventer een huis na C. G. en een aanzienUjk vermogen geërfd , dit alles be- }a^"o73 fteedde hij tot nut van het algemeen. Hij ver^ader- '- de welgezinde jongens en arme Geestelijken bij zich in groot aantal, die hij onderwees en vermaande, zorgende tevens voor het onderhoud der genen, die niet hem een godzalig leven wilden leiden. In een ander naburig huis rigtte hij een dergelijk gezelfchap op van vrome vrijsters , die zich in naaijen , breijen en andere vrouwelijke handwerken, maar voorname- lijk in eene Christelijke ingetogene levenswijze zoo lang oefenden, tot zij vrijwillig tot het Kloosterle- ven belloten. Hij wilde zelve aan alle zijne leerlin- gen een voorbeeld van volkomenheid zijn , maar dreef zijne zelfsverloochening en ftrengheid tot uiter- ften. Met dit alles worden zijne vlijt in het lezen der Heilige Schrift , zijn ijver , om eene nuttige boe- kerij te verzamelen, en zijne ftichtelijke opltellen zoo jn brieven als andere fchriften, bij uitnemendheid geroemd , voornamelijk zijne gelukkige gave van pre- diken, welke hij te Deventer en in vele andere (le- den, Zwül, Kampen, Leyden , Delft, Gouda, Am^ fier dam en andere aan den dag leide. Trouwens, hoewel geheel overgegeven aan den Paus, de Leer- ftellingen en het Kerkplegtige van zijne Kerk, en vol Mijftieke en Monniken grondbeginfelen, bezat hij tevens het goede en nuttige der betere Mijftieken. Hij bragt den Godsdienst, zoo veel hem mogelijk was. GESCHIEDENIS. tCy was, tot deszelfs Bijbelfche bron terug, en het is V blijkbaar, dat zijne praktikale manier van prediken ^^^^ hem zoo veel toejuiching verfchafte. Hij vermaan- Hoofdlh de ook , dat men de Zedekunde zelfs van sokra- na C G. TES, PLATO en SENEKA bchoorde te leeren. Het F^'"*^73' ' tot iST' Kamnieke Regt wilde hij alleen doorgeloopen heb- » ben, ten einde in de Kerkelijke wetten niet geheel vreemd te zijn. Van Scholastieke Wijsbegeerte of Theologie te fprelicn, kwam bij hem niet in aan- merking. Hij ftierf al vroeg in het jaar 1384, voordat hij zijn geliefd ontwerp volkomen ten uitvoer kon bren- gen. Kort na zijnen dood werden naar zijn ont- ' werp Kloosters aangelegd in den omtrek van Zwol ^ in welke men een gemeenfchappelijk leven leide, en lïiet handwerken de kost verdiende. Onder alle zij- ne leerlingen was florentius radewin , van den ■Leydfchen Dam in Holland , van aanzienlijke af- komst , een tijd lang Kanunnik te Utrecht , de voor» naamfte. Deze leide zijne P ebende neder , en ver- genoegde zich met een enkel Vikariaat bij eene Kerk te Deventer^ ook had gerhard hem beftemd, om zijn opvolger te zijn, en kloris nam dezen post met allen ijver waar; door alle de leden van het genootfchap in eensgezindheid , arbeidzaamheid en Christelijke zedelijkheid te houden. Niemand der- zelven noemde iets zijn eigendom ; allen leefden kuisch en fober met malkanderen. Om niet ledig en geheel behoeftig te zijn , moest elk boeken af- fchrijven; of kinderen onderwijzen; en al wat zij met hunnen arbeid verdienden, bragteu zij aan de 1» 4 voe- 168 K E R K E L IJ K E V voeten van hunnen Opziener. De ongeleerde ledea BOEK waren ijverig bezig in handwerken, floris zelve, Hoofdft. ^i^ gs^"^ groote vaardigheid in het fchrijven bezat, na C. G. bereidde ten minde het Pergament voor de Hand- tori^fz Schriften; die hij naauwkeurig doorlas en verbeter- ■t- de, terwijl hij heilzame voorfchriften uit de beste boeken verzamelde. Hij ftierf in het jaar 1400 , maar het genootfchap breidde zich (leeds verder uit, EüGENius IV en pius II fchonken ook aan hetzelve aanzienlijke voorregten. Inzonderheid maakte het genootfchap zich verdienftelijk door zijne Scholen , in welke velen der bekwaamde lieden in Duitschland en in de Nederlanden hunne eerde vorming ont- vangen hebben. Desniettemin werden zij meermalen door de nijdige Priesters en Monniken met den ge- haatten naam van Begharden en Lolhards gelasterd. Eindelijk, 'er waren ook vrouwelijke gezelfchappen van deze foort, die haren tijd tusfchen bidden, le- zen, handwerken en onderwijs van meisjes verdeel- den. Orde der Eene Orde, die in het laatde gedeelte der XVde Mini- eeuw opkwam, mogt meer bewondering van den fte^of "e"' g^ooten hoop wegdragen , maar zij dond ver achter ringde in wezenlijk nut. Deze is de Orde der Minimetj ^ broeders, jfjifjjj^n oï geringfteu^ die al de drengheid d^txEran* ciskaner Orde nog meenden voorbij te dreven. Der- zelver dichter, franciscus van Paula ^ dus naar ziine geboortedad in het Koningiijk NapeJs ge- noemd, werd geboren in het jaar 1416, op eene gelofte zijner ouderen, dat zij hun kind aan den H". FRANGiscüs van 4sftfi zouden wijden. Ingevolge daar GESCHIEDENIS. 169 idaar van zonden zij hem, een' jongen van 13 ja- v ren, naar het Franciskaner Klooster te San Marco boek VI in Kalabrië; alwaar hij fpoedig de flrengrte en ijve- j^Q^pj^^^ rigfte Monniken in de waarneming van den Ordens- na C. G. regel overtrof , onthoudende zich van alle linnen J^^''^°73. ° tot 1517. goed en van vleesch te eten. Na in pelgrimfchap . al de voorname plaatlen en Kloosters der Orde be- zocht te hebben , floot hij zich op eenen genoeg- zamen afrtand van hen in het hol eener rots, waar een fleen zijn bed, kruiden en wortels uit een na- burig woud zijn voedfel waren. Zijne Ordensge- nooten, die hem aan christus gelijkvormig willen maken, verzekeren, dat Engelen zijne geboorte be- zongen hebben, dat hij in zijn veertiende jaar van den Geest in de woestijn geleid, en van den Duivel verzocht, en door de Engelen gediend is geworden, een van welken hem een kapot opzette. Hoe het zij , onze jonge Kluizenaar verkreeg fpoedig den roem van heiligheid in geheel Kalabrië. — Reeds in het jaar 1435 kreeg hij leerlingen, met welken hij in de nabijheid van Paula Kluizen benevens eene Kapel bouwde, in welke zij te zamen zongen. Men noemde hen de Kluizenaars van den Heiligen fran- ciscus. De Sicilianen , van zijne deugden en won- deren gehoord hebbende , noodigden hem in hun eiland. Toen hij nu in het jaar ^464 met twee van zijne reisgenooten derwaards wilde overvaren , wei- gerden de fchippers hem mede te nemen, omdat hij de vracht niet betalen kon. Maar knap wierp de Heilige man zijnen mantel in zee en wandelde, met zijne reisgenooten, zoo als men vertelt, op denzel- L 5 ven. iro KERKELIJKE V ven, zonder omflag naar Sicilië over. Vier jarea lOEH (Jaar na keerde hij naar Kalabrïé terug, alwaar hij Koofdft. de armen in een' grooten hongersnood hielp. On- na C. G. dern sfchen had pius II van zijne wonderdaden ge- Jaar 1073 ^QQj.^ waarom hij eenen van zijne Kamerheeren tot 1517. -> ■> j — — zond, om 'er onderzoek naar te doen. Deze be- flrafte 's mans overmatige geflrengheid en nadeelige zonderlingheid , maar franciscüs nam , zonder hem te antwoorden , gloeijende kolen in de hand , zonder zich te branden, en zeide tegen den Kamer- heer, dat God hem zulke kracht gegeven had; dus kon men daar ligtelijk uit befluiten, dat hij ook in fiaat moest zijn, om de allerflrengfte boete te ver- dragen. De Kamerheer wilde zich hier op voor zij^ ne voeten werpen, en om zijnen zegen verzoeken, maar de Heilige man verzocht veel meer om den zijnen. Dit alles baande allengs den weg tot de bevestiging van dit nieuw genootfchap, welke six- Tus IV in het jaar 1474 onder den bovengemelden naam haar ter hand liet (lellen. Hij ftelde den (lich- ter der Orde tot haren algemeenen Opperde aan, en onttrok haar aan het regtsgebied der Bisfchoppen. Men moet verbaasd (laan over de menigte en ge- fleldheid der wonderen, welke de Gefchiedfchrijvers dezer Orde van haren Stichter verhalen, en welke duidelijk eene ongelukkige naarbootfing van de won- deren van JEZUS aanwijzen. Hij werd als jezus op eenen Berg verheerlijkt , en de Aartsengel mi- CHAEL bragt hem eenen Brief, in welken het woord Caritas , ( Liefde , ) met gouden letters in een he- melsblaauw veld ftond, hetwelk naderhand ook het wa- GESCHIEDENIS. 171 wapen der Orde geworden is; hij genas kreupelen v en lammen , fpijsde 300 menfchen met één brood boek £u eene flesch wijn , veel werd hij befireden van ^^oofdf! booze geesten , maar overwon hen (leeds. Doch na C. G, een' gevaarlijker vijand had de Heilige man aan zij i^^^*°73» nen Landsheer, den Koning van Napels^ ferdi- __i-. NAND den eerfien zelven ; misfchien omdat hij dien eenige beftraffingen en vermaningen gegeven had. De Koning zond eenen Hopman met Soldaten in het Klooster te Paterno ^ om den Heiligen naar A^^- peh te brengen. Doch , niet alleen de groote be- weging , welke daardoor onder de inwoners van Paterno ontftond, maar voornamelijk het bewonde- renswaardig gedrag van den nederigen Heiligen , deed zulk eene werking op den Hoofdman, dat hij, in plaats van zijnen last te volbrengen, den Koning deed begrijpen , welke gevaren daar mede gepaard gingen , en hem daar door tot andere gevoelens bragt. LODEWYK XI , Koning van Frankryk , naderde ten dezen tijde zijn levenseinde ; geen Vorst was ooit zoo bevreesd voor den dood, als deze. De- wijl de kunst der Geneesheeren was uitgeput , en Godsdienllige middelen, als geloften, bedevaarten, heilige Reliquien , geene werking deden , geloof- de de Koning, dat de groote Wonderman, frans VAN PAULA, de eenige was, die hem zijne gezond- heid zou kunnen wederbezorgen. Hy liet hem dus bij zich noodigen , maar de Heilige man , misfchien niet vertrouwende op zijn wondervermogen , wei- gerde te komen, lodewyk. wendde zich tot den Paus, 172 KERKELIJKE Paus, en op deszelfs bevel ging de Heilige man in het jaar 1482 op reize. In Napels ging de Koning met de geheele Hofftoet hem te gemoet; de Paus bewees hem grooter eere, dan aan regerende Vors- ten ; bood hem vergeefs Kerkelijke waardigheden aan ; maar fchonk hem daar voor het regt, om waschkaarfen en roozenkranfen in te zegenen, welke hij als gefchenken uitdeelde en door welke hij vele wonderen verrigt zal hebben. Bij zijne aankomst m het Rijk , zond lodewyk hem den Daufïjn te gemoet, en ontving hem vervolgens zelve met zijne Hovelingen , op eenigen afftand van zijn Kasteel Tours y hier wierp de Koning zich voor hem neder, met verzoek , dat hij bij God verlenging van zijn leven wilde uitwerken. De Heilige man antwoordde vry verftandig, dat de Koning dit alleen van God moest bidden en verwachten. Evenwel zegt men, dat hij den Koning gewilliger tot derven gemaakt zal hebben , hetwelk in Augustus 1433 volgde, ka- rel VIII, zijn Zoon, raadpleegde onzen Heiligen niet alleen in gewetenszaken, maar ook in (laats - aangelegenheden , maakte hem tot Dooppeet van zij- nen Zoon , en liet hem toe in Frankryk twee Kloos- ters te bouwen, en ftichtte een derde te Rome ^ hetwelk alleenlijk van geborene Pi-anfchen bewoond zou worden, franciscus van paula ftierf in Frankryk in het jaar 1507 , en leo X plaatfte hem in het jaar 1519 onder de Heiligen van zijne Kerk. De door hem gedichte Orde heeft haren eerden naam. Kluizenaars van den Heiligen franciscus. Biet behouden. Toen deze Monniken het eerde Kloos- GESCHIEDENIS. 173 Klooster te Mallaga in Spanje van ferdinand den V Katholijken en izabella kregen, noemde men hen ^^^^ de Broeders der Overwinning ^ omdat men eene op Hoofdft. de Mooren behaalde overwinning aan hét gebed van "^ C. G. Tont» T^-^o hunnen Stichter had toegefchreven. alexander '^^ j_j^' VI, die in de jaren 1493 en 1501 hunnen Regel be- — — krachtigde, gaf hun den naam , Minimi Fratres Eremitae francisci de paula , federt heetten zij Fratres Minimi en Minimi , de Min/ie of Gering- fte Broeders, Te Par'^js kregen zij nog eenen .bij- zonderen naam , welken zij nog in de jongde tijden gevoerd hebben. Te weten, dewijl men hunnen Stichter, toen hij aan het Hof van lodewyk XI kwam, den goeden man ^ (Je bon homme ,') noemde: e in den grond een fpotnaam , welken de Hovelin- gen hem gaven,) zoo heette ook hun eerfte Kloos- t^ te Parys , Ie Convent des Bons Hommes. Langen tijd had deze Orde geenen bijzonderen Regel, maar hield flechts het voorbeeld van haren Stichter voor oogen. Eindelijk gaf deze hun een voorfchrift van volkomenheid , hetwelk hem door den Heiligen Geest, zoo men zegt, was ingegeven. Deze Monniken, zoo wel Geestelijke als de Leeke- broeders, moesten een kleed, tot op de hielen han- gende , dragen , van natuurlijk zwarte wol , bene- vens eene kap van dezelfde kleur, tot op de heu- pen hangende; als ook zulken gordel met vijf knoo- pen; al hetwelk zij bij nacht noch dag mogten af- leggen. Het zoogenoemde vasten/even^ (^vita qua- drageftmalis , ) moesten zij zoo ftreng waarnemen , dat zij nooit vleesch, nooit iets, dat van vleesch komt , 174 KERKELIJKE V komt , ook geene eijeren , boter , kaas of eenige BOEK nielklpijze aten , uitgezonderd in zware ziekten ; al- Hoofdft. ^^^" ^^^ ^"" brood , olie en water geoorloofd* na C. G. Ook was hun een aanhoudend zwijgen opgelegd. Jaar 10 73 ggjjjj|yg ^q Minimen - Nonnen . wier Abdisfen Cor» tot 1517. . recirices heeten, bevonden zich ook vele Tertiarien bij deze Orde , of Wereldlijken , die , zonder de Orde aan te nemen , echter door het waarnemen vaii eenige voorfchriften , en het dragen van een kleitt koordje , aan de verdienden der Orde deel namen. De Adel Wij hebben op zijne plaats aangeteekend , hoe de mnnkt ^^ ^^^^ ^jch lieverlede hebbe ingedrongen in het bezit ter vnn de der vaste Prebenden en Kanunnikdijen , niettegen- Domka- f^aande gregorius IX zich in het iaar la-^a nog door een bijzonder Dscretale daar tegen verzet- te ; thans met de XlVde eeuw ging dit zoo ver„ vooral in DuHichland ^ dat zulken, die niet vaa Adel waren , daar geheel van uitgefloten werden* Vergeefs poogde de Kerkvergadering van Kon/lans dit misbruik afgefchaft te krijgen, ook verbood zij, het toelaten van jonge knapen , onder den naan» van Canonici Parvi , voor dat zij ten minfle den ouderdom van achttien jaren zouden bereikt hebben. Nonnen. Ten aanzien der Nonnen vindt men in dit Tijd* vak weinig verandering, alleen dat de meeste nieuwe Monniken -Orden ook hunne Nonnenkloosters had- den. Voor het overige , gelijk deze Kloosters in de XII en XHlde eeuw niet zelden verblijven van ontucht waren , zoo verklaarde cLr^MANGis thans dezelve over het algemeen , ten minfte in Frank» ryk , voor boeihuken. Ook verzekert d'ailly, dat GESCHIEDEN IS. r?^ dtt deze Kloosters erger verbasterd waren, dan hij V jich veiïloutte te zeggen. Wij vinden ook verfcliei- ^^^^ dene btfluiten en vastileilingen van Kerkvergaderin- Hoofda. gen en Bisfchoppen , omtrent de buiteniporigheden na C. G, der Ncn^.. I--73. Doch merkwaardiger dan dit alles, is de nieuwe , Orde van de Heilige birgitta, of, zoo als men Orde der ,.., . „ , H. BIR- haar gewoonlijk noemt, brigitta, in Zweden ge- gittaoF (licht, voor Nonnen en tevens voor Monniken^ die brigitta. met haar zamenwonen zouden. Zij was de dochter van BiRGER PETERSONS, een* Ridder, Koninklijke Raad, en Laghman^ (of fpreker van het volk op den algemeenen Rijksdag,) te Upfala^ en zal om- trent het jaar 1302 ter wereld gekomen zijn. Hare ouders waren naar de bijgeloovigheid der tijden vro- me lieden, en plantten hunne gevoelens op de doch- ter al vroeg over, die reeds met haar zevende jaar gezigten begon te zien. De Maagd maria bood haar eene kroon aan, en christus zelve fprak met haar over zijn lijden. Toen zij dertien jaren oud was, werd zij uitgetrouwd aan ulf gudmarson, Rijksraad en Laghman in Narike, uit welk huwe- lijk vier Zoons en vier Dochters geboren zijn. Even- wel waren deze echtelingen Tertiarien van de Orde van den Heiligen franciscus , wier ftrengheid zij zoo veel mogelijk in hun huis zochten na te volgen, BIRGITTA inzonderheid fliep van^ tijd tot tijd geheel gekleed op den blooten grond, of op eene plank, bragt een groot deel van den nacht in het gebed door; klcci-dde zich met een haren hembd ; bezocht de Hospicalen , waar zy de zieken bediende , en deel' 176 KERKELUKB V deelde vlijtig aalmoezen uit. Eindelijk begaven zij BOEK zich beiden, haar Gemaal en zij, in een Klooster; Hoofdft ^^^^ Gemaal ftierf kort daar na. Nu weduwe zijn- na C. G. de , verloochende biroitta de wereld geheellijk , en jaario73. j^ggon fpoedig den naam van eenen Heiligen te krii- ^ gen. MAGNUS ERiKSON regeerde toen in Zweden ^ een zorgeloos en wellustig Vorst, wien birgitta in bloedverwantfchap bellond. Zij beftrafte dezen Koning meermalen, en zeide hem in het aangezigt aan , dat hij flecht regeerde. Maar dewijl zij hier bij zich op de verfchijningen aan haar gebeurd beriep , noemde de Koning hare vermaningen , Karing " Sagor , oudewijvenpraat ; en vraagde gemeenlijk ha- ren Zoon, BiRGER ULFSON , die meermalen aan het Hof kwam: Wat zal onze Nicht, uwe Moeder, dezen nacht wel van ons gedroomd hebben? Toen hij naderhand de liefde van zijn volk verloor , en van zijne eigene Bisfchoppen in den ban gedaan werd; fchonk hij haar in het jaar 1348 eene Hoeve te Wadftena^ alwaar zij terrtond een Klooster het bouwen, hetwelk naderhand zeer vermaard is ge- worden, en voor hetwelk, van het jaar 1382 af, een Onze Lieve Vrouwen -Penning van elk perfoon in het geheele Koningrijk, die 16 jaren oud was , opgebragt moest worden. De droevige verwarrin- gen in haar vaderland, als ook de pest, welke het- zelve, gelijk geheel Europa^ federt het jaar 1349 verwoestte , bevorderde in het volgende jaar bir- gitta's bediiit, om naar Avignon en Rome te rei- zen , en daar het Jubeljaar te vieren; Vergeefs yaadde zij klemens VI , om zijnen Zetel weder naar GESCHIEDENIS. 177 flaar Rome over te brengen. In deze hoofdftad leef- V de zij zelve nog vele jaren, tot zij in het jaar 1370 ®??* van uRBANus V de bevestiging van hare Orde ver- Hoofdft. kreeg. Thans geboden haar gewaande Goddelijke "^ C. G. Openbaringen, om eene bedevaart naar jFeruzakml^Q^\'^{y* te doen , op welke zij van twee Zonen , eene Doch- ' ter , en nog twee Zweedfche Geestelijken verzeld werd. Niet lang na hare wederkomst ftierf zij te Rome in het jaar 1373. Hare Dochter katharina voerde haar lijk naar Zweden in het Klooster fVad' fiena, waar zij de eerfte Kloostervoogdes werd, en even als haar Moeder, in den roep van wonderda- dige heiligheid geftorven is. birgitta is in het jaar 1391 door bonifacius IX, op verzoek van MARGAREET , Koningin van het Noorden , plegtig gecanonizeerd. Haar Feestdag werd bepaald op dea fiSften van Augustus. Zelfs was hare oudfte Doch* ter insgelijks bijkaHS gecanonizeerd, doch inngceint* Tius VIII heeft dit in het jaar 1485 tot eenen meer gelegenen tijd ver fc hoven. De bedenking, dat birgitta van eenen Schisma* tiken Paus gecanonizeerd was, en misfchien ook eenige twijfeling aan de waarheid der verfchijningen en openbaringen van deze Heilige waren waarfchijn* lijk oorzaak, waarom de Zweedfche^ Deenfche en iVborji^^f^/c/^g Geestelijkheid het Concilie s-^wKonftam en den Paus joannes XXIII om eene ftatelLjke hei- ligspreking van birgitta verzocht. Deze is ook werkelijk gevolgd op den iden Februarij 1415, na- dat eenige Doctoren en Licentiaten gezworen had- den, dat birgitta vele wonderen gedaan had en XVm. Deel. M nog Ï78 KERK E*L IJ K E V nog bij haar graf deed. Doch dewijl de gemelde BOEK Paus kort daar na werd afgezet, befchikte men eene Hoofdft. derde Canonifatie ter bevestiging der voorgaande , n?. C. G. door den nieuwverkozenen Paus martin us V. Bg jaario73. ^^^^ gelegenlieid toonde gerson zich geheel niet I- gundig voor de Heilige birgitta, in zijn Boek, hetwelk hij ten dien tijde fchreef over de beproeving der geesten , ( Tractatus de probatione fpiritu* urn) (*). . Hij wil , dat men bij dit onderzoek voor- al dei) perf.ioü moet befchoiivven , die voorgeeft Goddelijke gezigten te hebben, en dan de gefteld- heid dezer gezigten zelve; verders moet men onder- zoeken, waarom deze gezigten zouden plaats gehad hebben, en waar toe zij zouden hebben moeten die- nen. Van gelijken inhoud is eene andere verhande- ling van GERSON, die niet lang daar na opgefteld is: Tractatus de diftinctione verarum vtfionum a falfis Ct). Wat nu de gezigten en openbaring van birgitta zelve betreft. Haar Biechtvader, matthias. Doc- tor der Theologie, en Kanunnik te Linköping , had haar het eerst tot een befchouwelijk leven opgeleid, en op hemelfche openbaringen opmerkzaam gemaakt. Maar de Prior van het Cistercienfer Klooster AU yasta , pieter , heeft ze grootendeels uit het Zweedsch in het Latijn vertaald, alfonsus , Bis- fch(>p van Cy'ènne^ heeft ze in VIIl Boeken ver- deeld, voor welke de bovengemelde matthias eene voor» (*) Opp. Tom. I. />. I. /. 37. (t; /. c. pag. 43-59. GESCHIEDENIS. 179 voorrede heeft geplaatst. De aanmerkingen van ger« V SON fchijnen ondertusfchen aanleiding gegeven te heb- ^^^ ben , dat de Kerkvergadering van Ba/al een nieuw Hoofdfl. onderzoek van dezelve in het jaar 1435 aan den be- na C. G. roemden Spaanfchen Dominikaan, ïheologant en loj^Jfi* Canonist , joan van torquemada , ( de Turre Cremata , ) aanbeval ; welk onderzoek gunftig voor deze gezigten uitviel. Zij zijn federt verfcheiJene- malen in druk uitgegeven. In deze gezigten is het dan de Zoon van God , die aan deze Heil. Vrouw verfchijnt, en met haar, als zijne Bruid, fpreekt; dan zijn het de beide an- dere perfonen der Godheid , de Maagd maria , goede en kwade Engelen, ook verftorvene Heiligen, die met haar , of onderling met malkanderen , fpreken. In fommige plaatfen verklaart zij zelve zich omtrent den toeftand, in welken zij zich bij deze openbarin- gen bevond. Zoo verzekert zij , dat zij eens te Rome in de Kerk Maria Maggiore biddende, in een hemelsch gezigt verrukt was geworden, terwijl haar ligchaam door zekere bedwelming, Qgravedo ^') maar toch geen' volkomenen flaap bevangen was. Over het algemeen geeft zij te verftaan , dat zij wa- kende onder het bidden , maar in eene foort van verrukking , ( in raptu mentis contempïatione fus- penfa^^ hare openbaringen ontvangen hebbe. Dit verdient aangemerkt te worden, dat zij zelve fom- tijds eenig wantrouwen aan de echtheid van hare gezigten en openbaringen te kennen geeft. Menigmaal ontbreekt aan hare gezigten het Goue- waardige en de overeenflemming met de Ciirisieliike M 2 Open- i8o K E R K E L ÏJ K E V Openbaring. Eens leerde haar joannes de Dooper ^ BOER dac »cr een. vogel is, dien men den Exter noemt - Hoofdft. welke zijne jongen lief heeft, omdat de eijeren, mt na C. G, welke zij voortgekomen zijn, jongen in zijn buik jaario73. ^yjj^gjj. ^^gj. ^jgge vogel zich een nest maakt van ou- I de en verdetene dingen: zoo wel om te rusten, als om zich voor den regen en te groote droogte te be- dekken; en eindelijk ook, om zijne jongen op te voeden; deze gewent hij op driederlei wijze te vlie- gen , door fpuwen , toeroepen en zijn voorbeeld. Deze vogel zal God zijn , uit wiens baarmoeder der Godheid alle redelijke zielen voortkomen; voor elke van dezen bereidt bij een ligchaam van aarde; en (lelt haar in veiligheid tegen den regen van booze daden ; en wat dergelijke kinderlijke vergelijkingen meer zijn. De Maagd maria onderrigt haar, dat Vader, Zoon en Heilige Geest te gelijk in haar ge- weest zijn. Op een* anderen tijd verzekert zij haar, dat zij voor hare gehoorzaamheid eene zoo groote magt ontvangen had, dat zelfs de onreinfte zondaar vergeving kreeg, wanneer hij zich met voornemei* van zich te zullen beteren en met een verbrijzeld hart tot haar wendck; ja wie haar zag, befchouwde- de Godheid en menschheid te gelijk, als in eenen fpiegel. Zij noemt het waarheid , dat zij zonder erfzonde ontvangen is geworden; zij verhaak haar, dat zij , na de befnijdenis van haren Zoon , dcszclfs voorhuid altijd bi.) zich gedragen, dezelve bij haar overliiden, benevens het van hem bij het afnemen van het kruis , afgevloeide bloed aan den Apostel JOANNES overgegeven hebbe; dat deszelfs opvolgers, we- GESCHIEDENIS. 181 wegens de toenemende boosheid der wereld, het één V en ander op etne reine plaats onder den grond be- ^^^ graven hebben , tot dat een Engel dit aan de vrien- Hoofdft. ^en van God ontdekt had , en zij voegt 'er bij: ^''^ C, G. Rome zou zich verheugen , ja van vreugde weenen , J^^J^^ °[^* als het wist , welken lieven fchat het daar aan be- ■ zit , zonder dien te eeren. Doch deze weinige voorbeelden zijn genoeg, om den geest dezer ge- waande openbaringen te leeren kennen. Het geheel is, eenige bekende zedelijke aanmerkingen en voor- fchriften uitgezonderd, een dweepachtig en verward gefnap van eene vvelmeenende vrouw vol bijgeloof, die zich waarfchijnlijk door hare inbeelding heeft bedrogen ; of ook door hare biechtvaders en gewe- tensbeftuurders misleid is geworden; zoo niet ove- rigens een groot gedeelte dezer gezigten van dezen zelfs afkom (lig is. Aan vele Grooten zeide zij fl:ou- te en bittere waarheden. Aan de Paufen t^Avis^mn kondigde zij, niet zonder bedreigingen en verach- telijke affchilderingen van dezelven , den wil van God aan, dat zij naar Rome terug moesten keeren. Zij zag de ziel van eenen overledenen Paus wegens verfcheidene misdaden in het Vagevuur. Maar bij- zonder laat zij CHRISTUS, éénen der Paufen van haren tijd , zeer flccht afbeelden. „ Ik bezwaar mij over u , zegt hij , gij Hoofd mijner Kerk , die op mijnen Stoel zit, welken ik aan petrus en zijne opvolgers met driedubbelde waardigheid en gezag ten Zetel overgegeven heb. Voor eerst, opdat zij magt zouden hebben, om de zielen te binden, en tan de zonde vrij te fpreken; ten tweede, opdat M 3 zy iS2 K E R K E L IJ K E V zij voor boetvaardigen den hemel openen, en ten unp.Tt écrie , opdat zij dien voor verdoemelingen en ver- Hoofdd. acbters fluiten zouden. Maar gij , die zielen be- m C. G hoort te ontbinden en mij te vertegenwoordigen , Jnario73 ^.^-j. ^^^rwaar een moordenaar der zielen, (aniwa- COt I5I7 « ^». 11 Tl . r;/;;; interfector. ) Ik heb petrus tot eenen Her- der en Hoeder mijner Schapen gefield; maar gi.) zijt dcrzelver verflrooijer en verderver. Gij zijt erger dm lucifer: want deze benijdde mij, en wilde mi,i flechts ombrengen , om in mijne plaats te heer- fciien. Maar gij zijt des te boozer, dewijl gij niet alleen mij ombrengt , naardien gij mij door uwe booze vvcrken van u vervreemdt; maar ook de zie- len door uw boos voorbeeld. Ik heb haar door mijn bl)cd verlost , en ze aan u als eenen getrouwen vriend toevertrouwd ; maar gij geeft ze op nieuw den vijand over, van wien ik ze verlost heb. Gij zijt onregtvaardiger dan pilatus, die mij ter dood veroordeeld heefr. Doch gij oordeelt niet alleen mij, als of ik over niemand heerschte, en niets goeds verdiende; maar gij verdoemt ook onfcbuldige zie» len , en laat de fchuldigen los. Gij zijt harder dan lUDAS, die mij alleen verkocht heeft; doch gij ver- koopt niet alleen mij, maar ook de zielen mijner uitverkorenen, om een' kleinen winst en ijdelen naam. Gij zijt affchuwelijker dan de Joden; want die hebben flechts mijn ligchaam gekruist; maar gij kruist en flraft de zielen mijner uitverkorenen, voor welke uwe boosheid en overtreding bitterder is, dan ecnig zwaard." Orde der Volgens zekere gewaande openbaring ftichtte zij eene GESCHIEDENIS. 183 cene Orde, wanr van zij den grondflag leide in het V omftreeks het jasr 1344 gebouwde Klooster fVadfie- ^^^ va , in het Kerspel van Link'óping , in Oostgothland. Upofdll. Behalve de hier voor gemelde acht Boeken van hare "'s C G. Openbaringen , gaf eenigen tijd na haren dood pie- \^l^^J^' TER , Prior van het Klooster Alvasta , aan de Monniken van IFadJlena, nog eene verzameling over "^''- ^^'^" van andere Openbaringen , we.'ke in zijn Klooster bewaard werden , en voor welker echtheid ook het getuigenis van htire Dochter katharina inftond. Dewijl deze in die eerfte verzameling niet zijn inge- lijfd, heeft men ze Revelationes Extravagantes ge- noemd. In dezelve is de bovenmenfchelijke oor- fprong van den Ordensregel en het Klooster, waar dezelve het eerst zou waargenomen worden, ge- grond. De Heilige zag de Maagd maria, die ha- ren Zoon om Wadfiena verzocht. Nu verfcheeii wel de Duivel, en beweerde om verfchillende rede- nen zijn regt op deze plaats ; maar biaria flelde hem andere redenen tegen, en christus wees haar eindelijk in dit pleidooi Wadftena toe. Zelfs gaf CHRISTUS zelve aan birgitta de ligging, de maat, en de geiieele inwendige inrigting van de Kerk in gemelde Klooster op , en op dezelfde wijze keurt hij den Regel van hare Orde goed , heldert denzel- ven op en breidt hem uit. Ook geeft de Maagd MARIA daaromtrent eenige voorfchriften. Inderdaad men zou zich zeer moeten bedriegen , of in alle de- ze gezigten en openbaringen vertoonen zich de Ab- dis, de Nonnen en Monniken van Wadftena al te fterk, die de Heilige na haren dood alles konden M 4 la- j84 k e r k e l ij k e V laten zien , hooren en zeggen , wat zij wilden ; zoa BOEK als zij dan christus onder anderen ook eene alge-p Hoofdft. ïnsens geldbelasting in geheel Zweeden tot het vol» ifca C. G. bouwen van meergemelde Klooster lieten uitfchrij»* *f '°73. yen. tp^ ^ BiRGiTTA wijdde hare Orde aan de vereering der Maagd MARIA ; maar zij werd de Orde van den Zaligmaker , ( S» Sahatoris , ) genoemd , omdat zij haren Regel van hem zelven ontvangen zou hebben; of de Orde van birgitta , naar den Regel van den Heiligen augustinüs. Eigenlijk zou het eene Nonnen-Orde zijn; met welke echter een gezelfchap van Monniken verbonden werd, die aan de Nonnen de Sacramenten bedienen, en haar anderen Geeste- lijken bijftand bieden zouden. Over beiden werd fiene Abdis gelleld : eene 'm het oogloopende gelijk- vormigheid met de Orde van Fontevraud ^ waar van jn de Gefchiedtnis op hare plaats verhaald is. Elk Klooster zou dus 60 Nonnen en 13 Priesters heb- ben, die de Apostelen, paulus medegerekend , ver- beelden; vier Diakenen, door welken de vier hoofd- leeraren der Kerk zouden afgebeeld worden ; en acht Leekenbroeders , (^ Converfi ; ") zoodat 'er, behalve de Apostelen, het getal der 72 Leerlingen van CHRISTUS uitkomt. Geene Non zou vóór haar ifUde, geen Monnik voor zijn asfte jaar aangenomen worden. De kleeding van beiden werd ook, zegt jnen, door christus zelven naauwkeurig bepaald, pa voorgefchrevene vasten en ftilzwijgen was vrij gematigd, maar zeer (Ireng het gebod, dat de Mon- jiiji^n en Nopnen gefcheiden zouden blijven. De GESCHIEDENIS. 185 Abdis van Wadflena had het algemeen beftuur der V Orde, welke echter tevens aan het regtsgebied en ''^'1* toeverzigt der 15t>lchoppen onderworpen bleef. Spoe- Hoofdft. dig breidde de Orde zich allerwege uit , en alzoo ^^ ^■- G« « • L j n 1 laan 073. £r ten aanzien van het waarnemen des Regels eene \^^^ j j^^ groote verfcheidenheid in de verfchillende Kloosters met den tijd was ingeflopen, liet innocentius VIII in het jaar 1487 eene algemeene vergadering der Orde houden, in welke eenige veranderingen en bij- voegfelen bij den Regel bepaald werden , en onder anderen het vereischte getal Nonnen tot het aanleg- gen van een nieuw Klooster op 20 bepaald werd. Eenige Geleerden van later tijd hebben beweerd , OfniR. dat BiRGiTTA ook ecue Geestelijke Ridderorde heb- ^^'^/^ ook eene be ingefteld, omdat 'er in hare openbarmgen breed- Ri^der- voerig van gefproken wordt, doch bij nader inzien orde heb- van dezelve is het blijkbaar, dat zij in het gemeen (^^j^i^ van de Ridderfchap fpreekt, en ten doel heeft, om de verbastering der toenmalige Ridderordens af te keuren en te beftraffen. JUj het begin der XlVde eeuw bevonden de drie Jofm^ter vermaarde Ridderordens , nadat de Kruisvaarten had- ^f j^j^j. * den opgehouden, zich wel buiten ftaat, om hunne ders van dapperheid in het Heilig Land te vertoonen , maar tP^ , ^ zij waren nog vermogend genoeg, om elders de On- geloovigcn te beoorlogen. De oudde derzelve, de Orde der Hospitaalbroeders van den Heil. joannes te 'Jeruzalem had zich, na het verlies van Ptoh' tnais, de laatfte bezitting der Christenen in Pales- tina ^ in het jaar 1291 naar het eiland Cyprus bege- ven, alwaar de Koning hendrik van Lu/ïgnanhsüT M 5 de iS6 KERKELIJKE V <^e ftad Limisfon in eigendom fchonk. In het jaar ^^^^ 1308 kreeg zij tot haren Grootmeester foulques Hoofdfl:. van Villaret ^ ^^7.0. veroverde het eiland Rhodus , Ba C. G. alwaar toen de Ridders hun vast verbilJF namsn, en jaano73. jjj,arom Ridders van Rhodus genoemd werden. Kort ïot 1517 * ■■■ daar na fchoek de Paus hun een gedeelte van de goederen van de Orde der Tempelhceren ^ maar meer voordeel had zij uit de verecniging met de Orde van den Heiligen simson van Konflantvnopolen en Corin- the en derzelver goederen, ook met eene foort van Hospttaalhroederen , die in de eerfte tijden der XIIFde eeuw ontdaan waren. De Ridders behielden het ei- land Rhodus tot het jaar 1522 , toen het door de Turken veroverd werd, maar zij kregen daar voor in het jaar 1530 van Keizer karel V, als Koning van Napels^ het eiland Maltha in de plaats, naar hetwelk zij tot in onzen tijd Ridders vnn Maltha geheeten hebben, Bnitfche De Orde der Duitfche Ridders was met het be- Sjüders. gjj^ ^gj. xiV^de eeuw zeer rijk en vermogend, maar ook geheel vervreemd van hare eerlle beftemming. Zij waren onlangs Heeren van geheel Pruisfen ge- worden, na eenen oorlog van 53 jaren met deszelfs oude inwoners ; ook was Lyfland aan hun onder- worpen , hetwelk de Zwaardbroeders veroverd had- den, die nu in de Duitfche Orde werden ingelijfd. Zij bezaten bovendien vele goederen in Duitschland, maar nu namen weelde en dartelheid onder hen de overhand. Toen in het jaar 1290 Ptokmais , de laatfte (lad, welke de Christenen in Palestina beza- ten, gevaar liep, van verloren te gaan, en zij van Paus QE'S C Hl E DE N I S. 1S7 Pau» uRBANus VI vermaand werden , tot ontzet der v ftad op te trekken, dreven zij openlijk daar den fpot ^^^^ mede. Hun toenmalige Grootmeester alleen bur- fioofdïl, KAPvD van Scfm'enden , doch die in de '"fohanniter- na C. G. Orde was overgegaan, verloor in de verdediging de- iQ^j^r^' ^er ftad het leven. Uit dezelve werd het hoofdver- ■ blijf dezer Ridders naar Venetië overgebragt. Eén der volgende Grootmeesters, gottfried , Graaf van Hohenlohe^ befpeurende, dat de Paufen der Or- .^e niet meer genegen waren, en dat de naarijver der Vorsten tegen dezelve toenam, hield in het jaar 1302 een Kapittel der Orde te Elburg , maar beproefde vergeefs de oude zedentucht te herftellen, waarom hij zijne waardigheid nederleide en naar Duitschland keerde. Zijn opvolger, siegfried van Feuchtwan- g^n, maakte Mnricnburg tot het hoofdverblijf der Orde, en daar hij geene kans zag, om de Orde zel- ve te hervormen , fchreef hij ten minde aan de ove- rige inwoners van Pruisfen flrenga wetten voor. Hij ontnam in het jaar 13 10 geheel Pomer ellen en dus LOok Dantzig^ met eene omliggende groote land- ftceek aan de Polen, die vergeefs daar over hunne klagten bij Paus klemens V inbragten, alzoo de Orde hem door aanzienlijke geldfommen op hare zij- de wist Qver te halen. En aan de uitfpraak van den Aartsbisfchop van Gnefen, als Gevolmagtigden van JOANNES XXd, in het jaar 1321, dat zij Po- merellen aan de Polen terug geven of eene fchaver- goeding in geld opbrengen zouden, weigerden zij te voldoen; maar als de Paus hun gebood in het jaar 1326, om zich niet te verzetten tegen den door- togt 188 KERKELIJKE V togt en inval der Heidenfche Lithauwers , verbon- BOFK (Jen niet Christelijke Polen en Hungaren , in de Mark Hoofdd. Brandeburg , alwaar zij gruwelijke wreedheden oe- m C. G. fenden, gehoorzaamden zij daar aan, hoewel on- jaario73. willig, werner van Orfeln was toen Grootmees- tot 1517. ^ ■' ^ ter der Orde. Aan hem heeft pieter van Dus' burg ^ een Ordens-Priesier, zijne Pruis fifche Gefchie- denis van 1220 tot 1326 toe, opgedragen, welke, hoe zeer vervuld met blijken van ligt- en bijgeloo- vigbeid, evenwel over de oudfle Gefchiedenis van Pruis fen en der Duitfche Orde veel licht verfpreidt , hetwelk men elders vergeefs zoeken zou. Nooit heeft deze Orde meer gebloeid dan onder den roemwaardigen Grootmeester winrich van Knip- rode van het jaar 1351 tot 1382. Hij verftond de kunst , om zijnen Ridderen een gevoel van hunne Geestelijke en Zedelijke waardiglieid in te boezemen', en deed alle Standen , tot ^^tw Landman toe , gelijke regten wedervaren. Behalve, dat hij nieuwe Scho- len oprigtte , vervulde hij ook de reeds beftaande met bekwame mannen. Uit Duitschland en Italit ontbood hij geleerde mannen naar Marienhurg. De Ordensbroeders begonnen nu zelve fmaak ifi de ge- leerdheid te krijgen. Noch de Geestelijkheid , noch de Paus konden iets tegen hem uitrigten, zoodra het op zijn aanzien als Vorst aankwam. Hij nood- zaakte den Bisfchop van Ermeland, hem drie (le- den af te ftaan; en drie Pausfelijke bevelen, om de- zelve terug te geven, maakten geenen indruk op hem. De Paus begeerde door zijnen Legaat een jaarlijkfche tiende van de goederen der Geestelijkheid iii GESCHIEDENIS. i8c^ in Pruis/en. Deze had dezelve reeds toegedaan , V maar de Grootmeester verbood hun te betalen, en ^^^^ de Geestelijkheid gehoorzaamde, winrichs opvol' Hoofdft. gers handhaafden lang of na zoo veel gezags niet na C. G. bij de Ridders als hii. Deze , trotsch op hunne J^^rio/a. •'- j 7 ^ tot 1517. magt , noemden zich thans Duitfche Heeren en - Kruisheeren ; maar hunne onderdanen en naburen, die nieuwe oorzaken hadden om zich over hen te bezwaren, veranderden dezen laatflen naam in Krui^ Jigers. Ondertusfchen werd hun gebied in het jaar 1402 nog met de Nieuw -Mark vergroot, doch zij konden, als het ware, hun geluk niet dragen. Zonder noodzakelijkheid ftortten zij zich in eenen ongelukkigen oorlog met Polen ^ op welks einde in het jaar 141 1 zg echter hun reeds verloren land we- der heroverden. Doch , alzoo zij voortgingen , hun- ne onderdanen als dwingelanden te drukken, floten eindelijk de Stenden van Pruisfen in het jaar 1440 een verbond tot handhaving van hunne regten en vrijheden. De Orde , die dit een oproer noemde , weigerde hun regt te doen; waarom de Stenden zich in het jaar 1454 aan den Koning van Polen ^ kasi- MiR IV, overgaven. Hier uit ontfl:ond een dertien- jarige oorlog , die met den vrede te Thorn , in het jaar 1466 eindigde , in welken de Orde geheel Voor- Pruis fen.^ of het thans Wen- Pruisfen ^ aan den Koning moest overlaten, en voor Achter- Pruisfen ^ of Oost -Pruisfen hem hulde doen en hem voor Leenheer erkennen moest. Te voren had de Orde reeds de Nieuw -Mark verkocht aan den Keurvorst van Brandenburg, Vergeefs deed zij naderhand po- gin- ipo KERKELIJKE V gingen, om zich van de leenroerigheid aan Polen ®^j" te ontflaan. In het jaar 151 1 verkoos zij denMark- Hoofdft. graaf albert van Brandenburg tot Grootmeester, na C. G. en noodzaakte hem , om de Polen te beoorlogen , jQ{ 15,7' ten einde hare onafhankelijkheid weder te krijgen, ■' maar hier door verloor zij nog het overige deel van Pruisfen^ hetwelk in het jaar 1525 in een Wereldlijk Hertogdom veranderd werd. Vernicti- Doch de Ridders^ Tempelheeren , of Tempeliers^ de Orde ^^^^ ^^ ^^^ ^^^S'" ^^^ XlVde eeuw een treurig lot. der Tem- Op belchukligingen van verfoeijelijke misdaden wer* pe leeren ^^^ ^ij nier gruwzame doodllraffen der meesten ge- of lem- ". psüereii. heel uitgeroeid. Zij bezaten verbazende rijkdommen, op welke zij trotsch, dartel, wellustig en weelderig waren geworden, zoodat het een algemeen fpreek- vvoord was : zuipen als de Tempeliers , (hoire comme les Templiers.') De Bisfchoppen haatten hen, om- dat zij derzelver regtsgebied volftrekt niet erkenden; de Vorsten waren over hen naarijverig en wantrou- wend , en men befchuldigde hen van trouweloosheid en verraad; fomtijds zochten zij zelfs zich van de Pausfen onafhankelijk te maken; waarom klemens IV hun herinnerde, dat zij zonder de befcherming der Kerk te grond zouden moeten gaan. Eindelijk berstte het onweder los tegen deze Orde, eene merk- waardige gebeurtenis , welke nog fteeds met duister- heden omzwachteld blijft , hoe veel ook in de laat- fte tijden daaromtrent in het licht gebragt is. Men heeft een tweederlei berigt nopens de wijze, hoe de geheime misdaden, welke men aan de Orde te last gelegd heeft , aan den dag gekomen; zijn. Volgens VIL- GESCHIEDENIS. 191 viLLANi, een vermaard Gefchiedfchrijvcr , omtrent V het midden der XlVde eeuw (♦), bevonden zich in ^^ eene gevangenis te Parys een Tempelier, te voren Hoofdö, Prior te Blontfaucon , in het gebied van Touloufe , "^ C. G. en een ander booswicht, noffodei, een F^orefjtij'^^^^\°^^^' ner. Deze, wanhopende , om ooit hunne vrijheid ■ te zullen bekomen , maakten zamen eene ajiïpraak , om de Tempelieren valfchelijk te befchuldigen , welke zij aan den Koning lieten bekend maken, die de- zelve , ter voldoening van zijne geldzucht , gretig omhelsde; hoewel de beide befchuldigcrs evenwel een' geweldigen dood moesten fterven. Ondertus- fchen is reeds aangemerkt, dat 'er geen Prioraat van dien naam in den omtrek van Touloufe beftaat,waar door dit verhaal niet weinig verdacht wordt. Een ander verhaal is genoegzaam op denzelfden tijd door AMAURY ANGIER vau Beziers, Prior van Aspiran in Rousfillon^ in zijne Levensbefchrijving — van KLEMENS V opgeteekend (f). Deze verzekert, dat een Burger van Beziers, squin van Florian^ en een afgevallene Tempelier, die op een Konings Slot in het gebied van Touloufe gevangen zaten , elkander hunne zonden gebiecht hebben , zoo als meermalen ten dien tijde gebeurde, omdat men aan misdadigers eenen Biechtvader weigerde, squin ver- nam toen zoo fchandelijke geheimen , dat hij die aan den (*) Hiftorie Fiorentine L. VIII. C. pa. in müiiator, SS, rer. Ital. T. XIII. p. 429. (f j Sexta Fita Clementis V. in baluzii Fit. Papar» Avenion. T. I. p. pp. /J^^. tpi K E R K E L IJ K E V den Koning meende te moeten openbaren, gelijk hij BOEK jn een geheim verhoor deed, door welk berigt de Hoofdft. K.oning zich geregtigd oordeelde, om nader onder- aa C. G. zoek te laten doen. Men ziet , dat de beide verha* Jaario73. ^ ■ ^^^^ derde overeenkomen, en men maakt ligt tot 1517. ' ° m het befluit op, dat befchuldigingen van misdadigers, die daar door op genade hopen, inderdaad weinig gewigt hebben. Hoe het zij, filips de Schoone fprak over hen federt 1306 meermalen te Lions en Poitiers met KLEMENS V, en liet hem ook door anderen de ver- foeijelijke ontdekkingen omtrent de Tempeiheeren mededeelen. Maar de Paus fchreef aan den Koning in liet jaar 1307, dat hij deze berigten voor onge- loofelijk en onmogelijk hield. Evenwel, voegde hij 'er bij, bedoten te hebben, deze zaak te laten on- derzoeken , waar van hij den Koning de uitkomst melden zou. Deze Brief fchijnt het gevoelen ge- noegzaam te wederleggen, dat onder de zes diens- ten , welke KLEMENS , eer hij nog Paus was , aan den Koning beloofd had, de zesde, die toen nog niet genoemd werd, op de uitroeijing der Tempei- heeren zou gezien hebben; gelijk wij reeds in zijne Gefchicdenis hebben aangemerkt. jAKOB van Molay , een Burgundisch Edelman , was toen Grootmeester der Orde, en had zijn ver- blijf op het eiland Cyprm. De Paus had hem be- volen , voor hem te verfchijnen , waar aan hij ook gehoorzaamde. Dit zal in het jaar 1307 gefchied zijn. Men heeft van hem nog twee advijzen , welke de Paus hem afgevraagd hadj het eerfle betreffende eeiien GESCHIEDENIS. 193 eenen kruistogt naar het beloofde land, en het an- v dere over eene voorgeflagene vereeniging van zijne ^^^^ Orde met die der Ridders van St. Jan. In het üoofdlh eerfte raadde hij alle kleine ondernemingen af, maar aa C G. deed verfcheidene voorftellen tot het ondernemen J''^^'°73« tot Ï517. van eenen grooten kruistogt; het andere, de veree- , niging, raadde hij volflrekt af. Deze beide advijzen zijn waarfchijnlijk reeds in het jaar 1306 opgefleld, eer het onweder over de Tempeliers nog losbrak. Ondertusfchen was Koning filips het onderzoek, hetwelk de Paus beloofd had , reeds voorgekomen. Op zijne heimelijke bevelen werden op eenen dag, den i3den October 1307, de Grootmeester en al de Tempelieren in geheel Fréinkryk gevangen geno- men. Terftond daar op maakte de Koning zicli meester van de woning van den Grootmeester te Parys, de Tempel, (^le Temple^^ genoemd, een groot gebouw, hetwelk nog overig is, zijnde met verfcheidene muren omringd, die met. torens bezet zijn; en in hetwelk in onzen tijd de ongelukkige LODEWYK XVI zijne laatfte dagen met zijne Familie heeft doorgebragt. filips bragt zijne eigene wo- ning , zijne fchatte-i en de Koninklijke Archieven daar in over; ook verklaarde hij al de goederen der Orde verbeurd. Vervolgens moest nogaret , de bekende Staatsdienaar des Konings , in de Gefchie- denis van bonifacius Vlil, het Domkapittel der Hoofdkerk en de Leeraren der Univerfiteit de reden melden, welke den Koning tot dezen (lap bewogen hadden; en twee dagen daar na werden de Geeste- lijkheid en een gedeelte der Burgeren in denKoninklij- XVIII. Deel. N ken t^4 K E R K E L IJ K E V ken tuin opgeroepen en hun de misdaden der Tem- BOEK peliers voorgelezen. Gaarn zou de Koning hun Hoofdft. regtsgeding terftond door zijne ambtenaren hebben na C. G. laten aanvangen, maar de Theologifche Faculteit, J^J"°^^' daar over geraadpleegd zijnde, gaf te kennen, dat ..... geen Werelalijk Rigter over befchukiigingen van Ket- terij oordeelen mogt, waarom de Koning aan zijnen Biechtvader , den Dominihaan en Inquiflteur , wil- LEM van Parys ^ last gaf, om de gevangenen, in tegenwoordigheid van getuigen uit den Adel , te ver- hooren. Het fpeet den Paus zeer, dat de Koning zich de regren van een' Geestelijk Rigter aangematigd had, waarom hij begeerde, dat de gevangenen en derzel- ver goederen aan twee Kardinalen, die hij ten dien einde gezonden had, zouden overgeleverd worden. De Koning beantwoordde hem nadrukkelijk, fprak met verfoeijing van de misdaden der Orde, en ver- klaarde, dat hij als befchermer van het Katholijk Geloof en der Kerk tegen haar was opgetreden. Evenwel gaf hij den Paus zoo veel toe , dat hij de gevangene Tempdiers aan de beide Kardinalen over- gaf, doch wat derzelver goederen betrof, beloofde hij, die getrouwelijk, ten behoeve van het beloofde land , waar toe zij oorfpronkelijk befliemd waren , te zullen laten befiuren. De beide Vorsten fpraken malkanderen thans te Poitiers in het jaar 1308, nadat de Konirrg op eenen Rijksdag aan zijne Stenden opening gegeven had , waarom hij de Tempelheeren had laten gevangen zetten. En nu kwamen zij over eenige geheime ar- ti- GESCHIEDENIS. 195 tikelen overeen, omtrent het beoordeelen der gevan- V genen, en de beheering van derzelver goederen, in- ^^^^ gevalle de Orde zou vernietigd worden. In het jaar Hoofdft. 1308 in Augustus gaf de Paus last aan den Aarts- ^^ C. G. bisfchop van Norbonne en verfcheidene Bisfchoppen i'''^'^'°73» en Aartsdiakenen, om in zijnen naam het noodige « te doen. Hij meldde hun, dat hij van den Koning en anderen de fchandeliike euveldaden der Tempel' heeren vernomen, en zelve 72 van hen verhoord, en aan drie Kardinalen volmagt gegeven had , om den Grootmeester en andere ledtn der Orde vergiffenis te geven, indien zij 'er om zouden verzoeken; het- welk ook werkelijk gefchied was ; maar dat dit kwaad door geheel Frankryk verfpreid was, waar- om zij hun onderzoek door al de Provinciën des Rijks moesten voortzetten. De Koning was over fommige van deze Pausfelijke fchikkingen onverge- noegd, maar werd fpoedig weder door den Paus te vrede gefield. Thans namen dus de geregtelijke verhooren eenen aanvang. 'Er zijn verfcheidene lijsten van befchul- digingen, welke tegen hen waren ingebragt. In eene Bulle, Faciens Mifericordiam ^ welke klemens in Augustus 1308 te Poitiers liet uitvaardigen, werd last gegeven aan alle Aartsbisfchoppen enz. om de gevangenen over 123 vraagpunten te hooren, welke hem, zeide hij, het eerst door den Koning waren aangewezen, die echter geenszins uit geldgieriglieid tegen hen was ingenomen, maar alleen handelde uit ijver voor het ware geloof; dat hem zelven nader- hand een aanzienlijk Ridder der Orde, en behalve N a het T9() K E R K E L IJ K E V het algemeen verhaal van alle Standen in Frankryk , BOEK 2elfs de belijdenis van leden van dit genootfchap Hoofdft. hetzelfde bevestigd hadden. E ene gelijiitijdige Bulle na C. G Regnans in Coelis , door welke de Paus eene alge- tot^K^r ™^^"^ Kerkvergadering aankondigde tegen het jaar ■i 1310 te Fienne , voegde hier nog 14 vraagpunten bij ; ook zond de Paus aan zijne Kommisfarisfen nog 31 artikelen ten gelijken einde. De voornaanifle punten van befchuldiging waren, dat de Tempelheeren , bij hunne aanneming in de Oide, CHRISTUS, of God , fomtijds ook de Maagd jviARiA , of ook alle Heiligen , moesten verlooche- nen — dat de nieuw aan te nemen het kruis of beeld van Christus befpuvven, het met voeten tre- den, en op allerlei wijze mishandelen moest; — dat dezelve , fomtijds ook degeen , die hem aannam , elkander op den mond , den navel , den naakten buik, ook op andere deelen en leden des Hgchaams kusten , welke de eerbaarheid verbiedt te noemen ; — dat men eiken nieuwen Ordensbroeder aanzeide, dat hij met de anderen ontucht kon, ja zelfs moest be- drijven ; — dat zij in elke Provincie Afgodsbeelden badden: te weten, hoofden met drie aangezigten, of met één , verfcheidenen ook met een menfchen- herfenpan gedekt, welke zij , bijzonder in hunne groote vergaderingen of Kapittels , aanbaden , en vaa welke zij rijkdommen verwachtten; — dat het in hunne Orde voor geoorloofi gehouden werd , iets op eene onrcgtvaardige wijze van anderen te beko- men , en dat elk van hen zweereii moest, dit te willen doen; — dat zy geloofden, dat de Groot- mees- GESCHIEDENIS. 197 meester de Broeders van zonden vrij kon fpreken , V alfchoon zij die piet gebiecht hadden, omdat zij zich ^^^ over dezelve fchaamden , of voor de ftraf boete bang Hoofdft. waren. Nog werden zij befchuldigd: dat zij eene na C. G. kat aanbaden en bij de Misfe de woorden der in wij- rQ^^j^jy ding weglieten. Eindelijk ook nog: dat zij in de ■ kruisvaarten de Christenen aan de Ongeloovigen ver- raden hadden, en zelfs voor het toekomftige met den Sultan van Babyion zulke verraderlijke overeen- komften hadden aangegaan. Wanneer één van hen ftierf , zullen zij zijn ligchaam verbrand en de asfche aan de nieuwe Ofdensbroederen ingegeven hebben; waar door zij in hunne afgoderij verderkt werden. Zij lieten geen kind doopen; maar ais zij 'er een bij een meisje gekregen hadden , waren zij gewoon , het ian het vuur te braden , en met het vet hun afgods- beeld te fmeeren. Over deze befchuldigingen werd in Novemberi309 de Grootmeester der Orde , jakob van molay , zelve te Pary}> door de Pausfelijke Kommisfarisfen verhoord. Üp de vraag: of hij de Orde verdedigen wilde? antwoordde hij: dat dezelve van den Apos- toHfchen Stoel bevestigd en met voorregten begun- (ligd was; en dat hij zich verwonderde, dat dezelve onverziens van de Roomfche Kerk onderdrukt zou worden; hij was niet verftandig genoeg, tot deze verdediging, alhoewel hij ze aan de Orde verfchul- digd was; ook had hij thans, als gevangene van den Paus en den Koning, geen penning, welken hij daar aan hefteden kon ; dus verzocht hij , om bij- ftand, opdat de waarheid van de Orde aan de ge- N .«i hee. 198 KERKELIJKE V heele wereld bekend werd. De Kommisfarisfen ver» BosK klaarden bereid te zijn, zijne verdediging te hooren; Hoofdrt. ^^^^ ^^^ ^" zaken van Ketterij en van het Geloof na C. G, geene Zaakwaarnemers en geregtelijke wijdloopigheid t r^^^ geoorloofd waren. Ondertusfchen lieten zij hem de — — — Pausfelijke Bullen en V'olmagien voorlezen, waar in ook vervat was, het geen hij reeds voor drie Kar- dinalen bekend zou hebben, dat zij namelijk, bij het aannemen in de Orde, Christus verloochend en het kruis befpot hadden, j;i dat fommigen van hen nog meer verfoeijelijke dingen bedreven hadden. Ook zouden hij en andere Groeten zijner Orde voor den Inq'.iifirtur paris, die hen volgens Pausfelijke volmagt verhoorde, alle befcbuldigingen bekend heb- ben. Toen dit den (}rootmeester voorgelezen werd, maakte hij twee kniisfen. voor zijn aangezigt , en gaf ook anderzins zijne uiterfte verbazing re kennen over het gene men van zijne bekentenis opgefchreven had. Indien de Kommisfarisfen andere mannen wa» ren, zeide hij onder anderen; zou hij geheel anders tegen hem fpreken. Zij herinnerden hem , dat zij niet hier waren , om eene uitdaging tot een kamp- gevecht aan te nemen, „ Dar wilde ik ook niet zeggen," hernam molay, „ maar wilde God, dat bet geen van de Sarocenen en Tataren in acht ge- nomen wordt, dat zij lasteraars het hoofd afflaan, of hen midden doorhouwen, ook in dit geval tegen zulke booswichten uitgeoefend werd. " Men gaf hem kort en goed te kennen , dat de Kerk die ge- nen, welke zii als Ketters vond, ook als zoodanigen oordeelde, en indien zij hardnekkig waren, aan de We. GESCHIEDENIS. 199 Wereldlijke Overheid overgaf. In een tweede ver- V hoor eenige dagen daar na, verklaarde de Groot- ^^^^ meester , dat hij voor den Paus (laan wilde , en Hoofdft. hem alles ter eere van Christus en de Kerk open- ns C G. baren. Doch , om zijn geweten te ontlasten , zeide iQ^^J^fy' hij den KoramisHirisfen drie dingen van zijne Orde: ^ vooreerst , dat hij geene andere Orde kende , bij welke de Kapellen en Kerken fraaijer verfierd wa- ren, die meer Reliquien hadden, en waar de Gods» dienst door de Priesters deftiger werd waargenomen; ten tweede, dat ook in geene Orde zoo menigvul- dig aalmoezen werden uitgedeeld, als in de zijne; eindelijk: dat ook geene Orde en geene Natie zich ter verdediging van het Christendom , tegen deszelfs vijanden , gewilliger in den dood geftort had , dan deze; dat deze vijanden ook het meest voor hen vreesden ; en dat het ongeluk van den Heiligen lo- DEWYK in Egypte voorgekomen zou zijn, indien men den raad der Grootmeesters van de Orde ge- hoor gegeven hiid. Men antwoordde daar op: dat dit alles niets baatte tot heil der zielen, indien het aan den grond van het Katholijk Geloof haperde; maar hij hernam terftond , dat dit waar zij , en dat hij ook ten vollen met dit Geloof overeenftemde. Onder dit verhoor kwam de vermaarde nogaret, Kanfelier van Frankryk, die deze zaak zeer ernftig aandreef, binnen, en verweet den Grootmeester, dat de Grooten der Orde wel in dienst van den Sultan SALADiN geftaan hadden : maar molay ver- dedigde hen daaromtrent niet kwaad. Het is hier cok opmerkelijk, dat men ons geene reden geeft, N 4 hoe 200 KERKELIJKE V boe de Grootmeester, die reeds tweemaal de mis- BOF.K daden, die men aanvoerde, en het plegen van onna Hoofdft. tuurlijken wellust bekend zou hebben , zich daar na C. G. over zoo verbaasde , en dit ronduit eene lastering Met hem waren tevens 139 Tempeliers reeds in het jaar 1307 te Parys door den Inquifiteur paris verhoord geworden. Vier derzelven wilden volftrekt van geene wanvoegelijkheid weten, welke in de Orde hegaan zou wezen. 133 bekenden, dat zij Chris- tus verloochend hadden , en fommigen verzekerden, dat zij 'er toe gedwongen waren. Slechts 68 be- leden, dat zij het kruis befpogen hadden; even zoo velen hadden het afgodifche hoofd vereerd , gedeel- telijk flechts gezien , en 9S bekenden wel , dat *er onnatuurlijke zonden in de Orde begaan werden , doch niet meer dan drie erkenden zich zelven daar fchuldig aan. De vervolger der Chroniek van Nan* gis^ die kort na dezen tijd gefchreven heeft, verze- kert, dat de Grootmeester geenszins van zich zel- ven twee der groffte van deze buitenfporigheden , maar wel van zijne Ordensbroederen erkend hebbe. Hij voegt 'er bij: „ dat f)mmigen der gevangene Tempelieren het een of ander of ook alles vrijwillig bekend hebben : eenigen , naar het fcheen , uit be- rouw; anderen door vele folteringen gepijnigd; of door bedreigingen en het gezigt derzelve verfchrikt; nog anderen door vleijende beloften verlokt ; ook fommigen door den honger geplaagd, dien zij in de gevangenis leden, en voords op velerlei wijze ge- dwongen. Velen ontkenden echter alles , en nog meer. GESCHIEDENIS. 201 'meer, die eerst bekend hadden, ontkenden weder, V en bleven bij het ontkennen ten einde toe; velen ^^^"^ van dezelven flierven door levensltraffen. " Ten HoofdfL zelfden tiide werden zulke verhooren in vcrfcheidene na C. G. andere Provinciën en Steden van Frankryk met de l^'''''^°73« •^ tot 1517. gevangene Tempelheeren gehouden , met gelijken uitflag. Een van hen te Caen wilde niets beken- nen; men bragt hem op de pijnbank ; en nu b( ken- de hij alles, nadat men hem ontflag van tijdelijke ftrafFen beloofd had. Van Augustus 1309 tot Mei 131 1 verhoorden de Pausfelijke Gevolmagtigden te Parys 231 getuigen, zoo wel Tempeliers als anderen , wier verklaringen , eenige weinigen uitgezonderd, alle tot last der Orde vielen. Een Tempelier, aimeri van villars , ver- klaarde, dat hij, door pijnigingen geperst, valfche verklaring had gegeven. Als hij vervolgens 54 Or- densbroeders op karren voorbij zag voeren, om ver- brand te worden , omdat zij niets hadden willen be- kennen , verleidde de vrees hem , om onwaarheden te belijden. Evenwel hadden 75 Tempeliers , die te Pa- rys gevangen zaten, in het jaar 1310 moeds genoeg, om uit hun midden pieter van Boulogne^ eenen van hunne Priesteren , tot hunnen algemeenen Zaak- waarnemer aan het Pausfelijke Hof te benoemen , en door hem , benevens acht anderen , cene verdediging der Orde in het gemeen en in bijzondere (lukken ook op eene algemeene Kerkvergadering aan te bie- den. Zij verklaarden al de door den Paus overge- szondene en hun voorgclezene artikelen voor hoogst- fchandelijk , ongerijmd , verfoeijelijk , leugenachtig N 5 en ' fio2 K E R K E L IJ K E V en volftrekt valsch. Tot eigenlijke verdediging der BORH Orde zeiden zij, dat dezelve op Broederliefde ge- Hootdit gro"^j ^" ter eere der MaagJ maria en ter befcher- na C. G. ming van het Christelijk Geloof gedicht was; dat Jaario73. (jggelve altijd eene heilige, onbevlekte, aan zijne in- tot 1517. • ^ , , . ,„__„ fteiling getrouwe Orde gebleven was. Elk, die m dezelve aangenomen werd , had armoede, gehoor- zp.amheid, kuischheid en volkomene ovrcrgeving aan den dienst van het Heilige Land beloofd; bij de aanneming had hij eenen eerbaren liefdekiis , en een kleed met het teeken van het kruis ontvan- gen , hetwelk zij ileeds op de borst droegen , tot eene eerbiedige gedachtenis van den gekruisten. Alle andere vertellingen verklaarden zij voor leugen- achtig. Ook fielden zij voor, hoe onwaarfchijnlijk het was , dat zoo vele voorname en deugdzame mannen uit verfchillende Natiën, die in de Orde ge- treden waren, zich niet openlijk tegen dezelv^e zou- den hebben opgedaan , indien zij 'er zoo vele fchandelijke dingen in ontdekt hadden. Doch de Kommisfarisfen vaardigden hen af met te antwoorden, dat zij gevangenen waren van den Paus, in wiens magt ook hunne goederen waren; dat dus het on- derzoek voortgang moest hebben , en dat aan de In- quifiteuren buitendien het regt toekwam, om over Ketterijen te oordeelen. Uit kracht van dergelijke volraagt van den Paus hield de Aartsbisfchop van Sens in Mei 1310 te Parys, hetwelk ook tot zijn Kerspel behoorde, eene Kerkvergadering ovev de zaak der Tempelieren. Op dezelve werd befloten, fommigen derzelven vol- ftrekt GESCHIEDENIS. 203 ftrekt vrij te fpreken; anderen, na het volbrengen v der opgelegde boete, in vrijheid te flellen; nog an- ^oek deren in eeneenge gevangenis te bewaren; velea voor Hoofdfl. akiid tusfchen vier muren in te fluiten; en eindelijk nn C. G, zulken, die in de Ketterijen teruggevallen v/aren , r!'^^°'^^' aan de Wereldlijke Overheid ter ftralFe over te ge- ven. Allen ontkenden nogtans tot het einde toe de hun te last gelegde misdaden , en verzekerden , dat zij tegen regt en reden ter dood veroordeeld waren , welke ftandvastiglieid bij het omftaande volk veel opziens verwekte. Vier Tempeliers hadden van den Aartsbisfchop op den Paus geappelleerd; maar de Pausfelijke Kommisfarisfen weigerden hun appèl aan te nemen, omdat die Prelaat niet onder hen (lond. Ten zelfden tijde werd ook te Senlis in het Kerspel van Rheims eene Sijnode gehouden , welke 9 Tem- peliers tot den brandffcapel veroordeelde. Zelfs groef men de beenderen van eenen lang overledenen Or- densbroeder te Parys op, om die, dewijl hij een ' Ketter zou geweest zijn , te verbranden. De Paus en de Koning waren ook buiten Frank- Lot der ryk niet min werkzaam, om de Tempelieren te doen fempe- veroordeelen. De eerfte zond onder anderen in het Engeland jaar 1307 eene Bulle aan eduard II, Koning van Engeland^ met vermaning, om hen in ziin land ge- vangen te laten nemen , waar aan de Koning vol- deed, niettegenflaande hij te voren ten hunnen be- hoeve gefchreven had , dat 'er geene reden was, om de fnoode uitflirooifelen ten hunnen opzigte te gelooven. Zij werden ook in het jaar 1309 ten getale van 47 door den Bisfchop van Londen en twee ao4 K E R K E L IJ K E V twee Franfche Geestelijken, welke de Paus daar toe BOEK gezonden had, verhoord; maar allen ontkenden zij Hoofdft. ^^ ^^" ^^ Ot^t toegefchrevene euveldaden, gelijk na C. G. uit het echte fluk van dit verhoor blijkt. Maar iorK^7 'V'^^^'"'^- getuigen , Franfche Tempeliers , die in En- Pil geland aangenomen waren, beleden het verloochenen van CHRISTUS en het befpuwen van het kruis. InSpanje. In de Spaanfche Koningrijken hadden de Tempe- liers niet dezelfde lotgevallen. Op eenen Brief, in welken de Koning van Frankryk in het jaar 1309 aan jakob II, Koning van Arragon^ de befchuldi- gingen tegen hen gemeld had , belastte deze aan twee Bisfchoppen en den Groot- Inquifiteur, om een ftreng onderzoek in het werk te (tellen. Maar de Tempeliers namen de toevlugt ten grooten deele in hunne Sloten en Kasteelen , en fchreven aan den Paus, met betuiging van hunne onfchuld, dat hun- ne goede zeden algemeen bekend waren ; dat zeer velen van hen zich nog bij de Ongeloovigen in fla- vernij bevonden , die immers van hunne ellende door het verzaken van het Christendom een einde hadden kunnen maken, dat men in allen gevalle de geheele Orde niet behoorde te vervolgen, indien 'er al eenige deugnieten onder gevonden werden. In- middels maakte de Koning, doch niet zonder hevi* gen tegenftand, zich meester van eenige van hunne Sloten , en liet de Ordensbroederen , die zich daar in bevonden , gevangen zetten , waar na de Paus aan den Bisfchop van Vakntia last gaf, om hun proces op te maken. In Kastilië liet ferdinand IV hen allen gevan* gen GESCHIEDENIS. 405 gen nemen, en hunne goederen verbeurd verklaren. V Maar op eene Kerkvergadering te Salamanca in het ^^^ jaar 13 10, werden zij na een naauvvkeurig onder- Hoofdfl, zoek onfchuldig verklaard ; hoewel men aan den "^ C. G, Paus het beflisfend oordeel overliet. \q^ 1517! In Italië werden de Tempeliers door den Aarts- bisichop van Ravenna voor eene Kerkvergadering ^" Italië, aldaar, ten dien einde in het jaar 1310 gehouden, ingedaagd. Zij ontkenden al de befchuldigingen , welke de Paus tegen hen overgezonden had. De Inquifiteurs drongen 'er op, dat zij op de pijnbank gelegd zouden worden, maar zulks wilden de Pre- laten niet gedoogen, en de Sijnode befloot eindelijk, dat de onfchuldigen onder hen vrijgefproken , maar de fchuldigen volgens de wetten geftraft zouden wor- den. Te Bologna regtvaardigden zich insgelijks fommigen , dat zij nooit eene van de ingebragte fchendaden begaan hadden. Maar de Aartsbisfchop van Pifa^ de Bisfchop van Florence en anderen, die van den Paus last gekregen hadden , om in Toskauen en Lombardyen onderzoek naar de Tem- pelheeren aan te (tellen, verhoorden getuigen, die dan voorgaven iets gezien , dan alleen gehoord te hebben , en geloofden volkomen overtuigd te zijn , dat de Tempelheeren aan alles fchuldig waren. Nadrukkelijker verdedigden zich de Tempeliers in In Duhschland. Hier had pieter van Aichfpalter ^ Duitsch4 Aartsbisfchop van Mentz^ insgelijks in het jaar 1310 eene Kerkvergadering bijeengeroepen. Maar onverziens kwam de Wild- en Rhijngraaf, (^Comes Silvestris et Rheni^') hugo, die Comthur der Or- den / 2o6 K E R K E L IJ K E V den was, en zich te Grumbach bij Meifenheim op- BOER hield, met twintig Ordensbroeders , in hunne Or- VI Hoofdft. denskleeding en alle wel gewapend, tot groote ont- na C. G. fteltenis der Prelaten , onverziens in de vergadering jaario73 j^jjijientreden. Toen de Bisfchop hem verzocht had tot 15 17 ^ j.. te gaan zitten en vraagde , wat zijne begeerte was? zeide hij : dar. zij gehoord hadden , dat deze Sijnode op Paiisfelijken last bijeengekomen was tot vernieti- ging van hunne Orde , die men van meer dan Hei- dcnfche ondeugden befchuldigd had ; dit was hun des te onverdragelijker, omdat zij onverhoord zou- den veroordeeld worden ; hij appelleerde daarom aan den Paus en deszeifs geheele Geestelijkheid ; ook protesteerde hij openlijk, dat de Ordensbroeders , die elders wegens zulke misdaden verbrond waren, alles ftandvastig ontkend, en op deze belijdenis pijn en dood ondergaan hadden. Ja, voegde hij 'er bij. God zelve had hunne onfchuld door een wonder- werk bevestigd, alzoo hunne witte mantels en roo- de kruifen door het vuur niet hadden kunnen ver- teerd worden. De Aartsbisfchop , die bang was voor onrusten, nam dit Protest aan, en beloofde, daar over met den Paus te zullen handelen , opdat zij gerust konden zijn.- Ook verkreeg hij wezenlijk in het volgende jaar volmagt, om hen vrij te fpreken, In de Ne- Hoe het hier te lande, alwaar thans Graaf wil- derlanden ^^^^ |j j q^^j. Holland en Zeeland regeerde , met het uitroeijen der Tempelieren toegegaan zij , is , onzes wetens , nergens naauvvkeurig genoeg aangeteekend. Tot in liet midden der XVIde eeuw leefde iemand te Zierikzee^ Mr. francois van sandyck , Secre- ta- GESCHIEDENIS. 207 taris der ïlad, federt den jare 1512 (♦), die dikwijls V plag te verhalen, dat zijn Vader den Brief gezien ^^-^ en gelezen had, op welks Opfchrift aan Baljuw, f j^Qf^^^^ Burgeraeesteren , Schepenen en Raden der ftad be- na C. G, volen werd, op zekeren beftemden nacht, om twaalf •^"J°^3' uren, bijeen te komen, om dan eerst den Brief te bpenen , en de bevelen , die zij *er in vinden zou- den , op lijfftrafFe , terftond ter uitvoeringe te doen brengen: waar toe zij zich van de hulp der ingeze- tenen, onder het doen van gelijke bedreiging, zou- den mogen bedienen. Den Brief, ten beftemden tijde, in den vollen Raad, geopend zijnde, vond men 'er een bevel in, om de Tempeliers, zonder uitftel, van kant te helpen. De Raad bragt hier op de flads- en andere arbeiders in de wapenen, begaf zich, met dezelven, naar het huis der Tempelieren: alwaar, de deuren met geweld opgeloopen zijnde, al wat men 'er vond doodgeflagen werd. Twee Tempeliers, die zich toen juist in een oneerlijk huis 5n de ftad ophielden, waren de eenigen, die dezen ramp ontkwamen. De goederen der Tempelieren werden, federt, zoo te Zierikzee ^ als in andere fteden dezer landen, gefchonken aan de Orde der Hospitalieren van St, ^an van Jeruzalem ^ of de Ridders van Maltha^ die hier te lande gemeenelijk St. 'Jam Heeren genoemd werden. Dus wage- NAAR (f), die echter tegen dit verbaal eenige be- denkingen maakt, en het met regt voor min naauw- keu- (*} BOXHORN Nederï. Hisi. Bladz. 185. ■ Ct) Vackrl. Hist. III Deel, Bladz. ipi, 192. 2o8 KERKELIJKE V keurig houdt, omdat 'er geheel geen gewag gemaakt BORtt wordt , van wieii deze Brief gefchreven en dit bevel Hoofdft. zou gegeven zyn. na C. G. Dus was in vele landen reeds alles bereid voor Jaario73, ^^ algemeene Kerkvergadering, op welke de zaak der Tempelieren beflist werd. Alhoewel het oog- Kerkver- merk van den Koning van Frankryk en den Paus teVienne. "'^'- o^^''^^ ^^^^ wensch bereikt was , evenwel was het algemeen gevoelen door verfcheidene verhooren en [Irafoefeningen vrij wat naar die zijde overhellen- de , naar welke deze beide Vorsten wenschtcn. ka- rel TI, Koning van Sicili'è , en Graaf van Proven- ce , had zelfs niet alleen naar den wil van den Paus al de Tempelieren in Provence laten gevangen ne- men-, maar ze terftond ter dood doen veroordeelen ; hunne fchatten met den Paus gedeeld , en hunne vaste goederen voor de Orde van St. Jan aangefla- gen. De Kerkvergadering kwam daar op bijeen en werd den i6den October 131 1 door den Paus geo- pend met eene plegtige redevoering. Eerst werd in dezelve gehandeld over de Exemtien of vrijdom der Monniken van het regtsgebied der Bisfchoppen , hetwelk ten voordeele der Monniken uitviel, gelijk wij boven reeds gezien hebben. Deze twist (lond in velband met de groote zaak der Tempelheercn , welke nu in de tweede plaats de vergadering lang bezig hield; na het voorlezen van het geen reeds ten dezen verrigtwas, begeerde de Paus het gevoelen derPrela» ten te weten. Al de Italiaanfche ^ Spaanfche, Dttit" fche^ Deenfche^ Engelfche , Schot fche en Terfche ^ ook de Franfche Prelaten , alleen de Aartsbisichoppen van GESCHIEDENIS. 209 van Rheims, Sens ^ en Rouan uitgezonderd, waren V 'er voor, dat men de Tempelheeren met hunne ver- ^^^* dediging hooren zou. Waarfchijnlijk was het één tjoofdn-, dezer Aartsbisfchoppen , die als zijn gevoelen ver- na C. G. klaarde: „ Het zou voor de Kerk van God en het {0^^5517! ganfche Christelijk Geloof ongemeen nuttig zijn , in — ■ dien de Paus , of naar ilrengheid van regt , of uit de volheid zijner magt , deze zeer kwalijk beruchte Orde, die, om zoo te zeggen, den Christelijken naam bij de ongeloövigen (linkende gemaakt , en menige geloovigen in de vastigheid des geloofs had doen wankelen, zonder vertoef, met verwerping van alle nietswaardige en lasterende aantijgingen vaa ge- weigerde verdediging , ambtshalve voiftrekt vernie- tigde, en derzelver goederen aan de befchikking van , den Apostolifchen Stoel overliet." In de daad vernietigde de Paus ook in Maart 1312 DePam in een geheim Confiftorie de Orde der Tempelheeren^ vernietig! ^ , , de Orde. alhoewel meer uit voorzigtigbeid ^ dan door eene ei- genlijke veroordeeling ^ (^per provljionis potius quam condemnationis viam , ) geheellijk , behoudende voor zich en de Kerk voor, de bepaling, hoe 'er met derzelver perlbnen en goederen gehandeld zou wor- den. Daar op volgde, in April van dat jaar, de tweede zitting van het Concilie, in welke de ver' nietiging der Orde, in tegenwoordigheid des Ko» rings , wien deze zaak zeer aan hei hart lag , van zijnen Broeder en zijne drie Zonen, openliik bekend werd gemaakt. Over de goederen der Orde werd nu befchikt, en dezelve grootendeels aan de St.Jans Ridders toegewezen. Ten nanzien der perfonen der XVilI. Deel. O Ten> tio K E R K E L IJ K E V Tempeliers werd bepaald: Eenige weinigen bij name BOEK uitgezonderd, over welke de Paus het oordeel voor Hoofdft. ^''^^^ behield, werden al de overigen aan de bijzon- na C, G dere Provinciale Sijnoden overgelaten. Deze zouden jaario73 ^^^ ^^ genen, die wegens hunne dwaliagen wette- — — > Itjke vri-fpraak ontvangen hadden, van de goederen der Orde een behoorlijk onderhoud toewijzen. Te- gen zulken , die hunne dwalingen bekend hadden, zou naar hunnen (laat en den aard hunner bekente- nis , de geflrengheid der geregtigheid door veel me- delijden verzacht worden. Maar onboet vaardigen , en die in hunne dwalingen terugvielen , zou de Ker- kelijke regtvaardigheid en ftrriffen treffen enz. Hoe echt deze berigten ook zijn , kan men *er zich niet geheel op verlaten , dewijl zij deze zaak alleen van de zijde, die de magt in handen had en befliste, voordragen. De handelingen dezer Kerk- vergadering zijn nooit volledig gedrukt, maar zullen zich nog in de gewezene Vatlkaanfche Bibliotheek bevinden ; misfchien zou men daar uit te weten kunnen komen , waarom de Paus de Orde alleen uit voorzigtigheid of voorziening , en niet naar ftrengheid van regten , vernietigde. De vergadering nam een einde met de derde zitting, den 6den Mei 1312, nadat 'er nog gefproken was van eene Her- vorming der Kerk ^ om welke men den Paus ver- zocht, ook werden tof eene Kruisvaart naar Syrië op het Concilie de tienden van de Kerkelijke goede- ren vrjor zes jaren toegeflnan. Wat 'er tegen ze- kere Ketters en omtrent de Sacramentsdag bepaald is geworden, zal in het vervolg moeten voorkomen. Van GESCHIEDENIS. 211 Van tijd tot tijd werden de bcfluiten nopens de V Tempelieren ten uil voer gebragt. In het jaar 131 2, ^^^ of in het volgende , (lelden drie Kardinalen te Pa- Hoofdil. rvj, na geraadpleegd te hebben met den Aartsbis- na C. G. fchop van Sens^ en eenige andere Prelaten en Doe- J^^. ^ J^^ toren in de Regten , den Grootmeester jakob van molay; cuy. Broeder van den Daufin van Fienne, DeGroot- mecster en Comthur van Normandië; hügo van peraldo, j^kob Groot - Vifitator van Frankryk , en nog een' vier- van mo- den. Grootprior van Jquitani'è, op een fchavot in ^A^ ,^ ^ den ingang der Hoofdkerk, en fpraken over hen, vm Ko- devvijl zij de ingebragte befchiildigingen openlijk be-"'"^"-^ l^diQn hadden, het vonnis uit, dat zij voor al hun brand. leven in eene gevangenis zouden opgedoten worden. Doch heel on\'er\vachts wederfpraken op édns de Grootmeester en de Comthur van Normandië den Kardinaal , die gefproken had , en herriepen tot al- gemeene verbazing hunne bekentenis. De Kardina- len gaven deze twee dus in bewaring over aan den crimineelen Rigter van Parys ^ ten einde een nieuw bed uit omtrent hen te kunnen nemen. Maar zoo- dra de Koning van dit geval hoorde, raadpleegde hij met zijne Hovelingen , zonder medekennis der Geestelijkheid , en liet hen beiden op een klein ei- landje der Seine verbranden. Zij bleven tot hun einde bij de ontkenning , en leden den dood met zoo veel ftandvastigheid , dat al de aarifchouwers zich ten (lerkfte verwonderden (♦). ,, Terwijl zij door een langzaam vuur verteerd werden, zegt vil- la- (*) Contiuunf. Cir on, Nangii pn^. 92. O 1 212 K E R K E L IJ K E V LANi (*), beweerden zij fteeds de regtzinnigheid eri BOEK onfchuld van hunne Orde, en bevalen zich aan God Hoofdü. en de Heilige Maagd aan. In den nacht, welke op na C. G hunnen marteldood volgde, werden hunne beende- t ^1^17 ^'^'^' ^'^ Heilige Religuien, verzameld en op heilige . plaatfen gebragt." Naderhand heeft men verteld , dat de Grootmeester in zijne laatfte oogenblikken nog overluid geroepen zal hebben: klemens , on- regtvaardig Rigter , en wreede Beul ! ik dage u , om binnen veertig dagen voor den Rigteriloel des hoog- llen Rigters te verfchijnen ! Men voegde *er bij , dat hij den Koning op dezelfde wijze gedaagd had, om binnen een jaar rekenfchap te geven. Zeker is het, dat deze beide Vorsten wezenlijk op den ge- melden tijd geHiorven zijn ; en misfchien is deze ver- telling daar uit ontdaan, ten minften het was de Paus niet, die hem heefc laten verbranden. Uiteinde Nu nam de Orde der Tempelieren in alle Chris- van deOr- fep{ai^(^en fpoedig een einde, doch onder verfchillen- Tempe. ^^ omfiandigheden. In Duiischland werden zij lieren. meestal verfchoonend behandeld. De Aartsbisfchop piETER. van Mentz was hun fteeds genegen, en bleef nog ai verandering in de gevoelens van den Paus verwachten, waarom hij niet dan tragelijk daar tos lïwam , om hunne goederen aan de Hospitaliers over te leveren. De Markgraaf van Brandenburg vergunde eerst in het jaar 1318 het overgeven van hunne goederen aan de Hospitaliers. Zelfs begaven zich Vule Tempeliers in deze Orcie. Te Gorliiz , het- (*) Iliit. Fiorcnt. L. VUL C. <^2. GESCHIEDENIS. 213 fetwclk met de Lausnitz aai) het Muis van Bran- V denburg behoorde, hielden zij eerst in het jnar 1319 ^^^ op , wanneer hun Tempelhof aldaar in Burgerge- Hoofdd. bouwen veranderd werd , waar van nog fporen ove- na C. G lig zijn. In Bohenvsn bezaten zij dertien vaste plaat- Inr^^^fl* fen , en in Praag een Ilof, met name Jeruzalem ^ . . . — hetwelk thans Sf. Laurens genoemd wordt. Zoo- dra zij hun beflisfend lot vernamen, leiden zij hun- ne Ordenskleederen af, en gaven liunne Sloten aan den Koning jan over, waar door zij hun leven be« hielden; uitgezonderd weinigen te Praag ^ die hunne woningen niet willende verlaren, vermoord v^rerden. In Uildeshehn werden zij verjangd of doodgcflagen ; men floopte hunne woningen , behalve hunnen Tem- pel, die nog onder den naam van St, Joris aan de Euangelisch - Lutherfchcn belioort. In Arragon zou de Orde bijna geheel gered ge- weest zijn. Hier werd in het jaar 1312 te Tarra" gona , door den Anrtsbisfchop willem van Rocca- berti , eene Kerkvergadering gehouden, om de zaak der Tempelier en naauwkeurig te onderzoeken. Zij werden op dezelve befcheiden, en alle klngten tegen hen overwogen. Het befluit was, dat deze Kerk- vergadering de uitfpraak deed , dat , dewijl zij aan geene misdaad of Ketterij fchuldig waren bevonden , niemand beftaan zou, kwaad van hen te fpreken. Evenwel, naardien het harde vonnis van den Paus nu eens vooral plaats had , bleef de vergadering eene poos twijfelachtig , wat zij ten aanzien der Orde befluiten zou. Eindelijk werd vastgedeld, dat de Tempeliers in de Bisdommen, v/aar zij goederen be- O 3 za- 2Ï4 KERKELIJKE V zaten , woning en onderhoud uit dezelve zoude» BOER ontvangen ; maar voor het overige aan deBisfchoppen Hoofdft. onderworpen zouden zijn, en een onberispelijk leven na C. G. leiden, tot 'er eene nadere beflisfing van den Paus 10^1 ^fy' ^^^^ ^^^" ^'^^ volgen. Welk befluit ook uitgevoerd ■■ werd. Maar deze zaak kreeg vijf jaren daarna eene nieuwe wending, toen de Paus, op verzoek van ja.- KOB II, K"ning van Arragon^ toeftond, dat de goederen der Orde zouden hefteed worden tot het oprigten eener nieuwe Orde, welke onder den naam van Monteza tot ftand kwamen. Even dus werd in Portugal van de gemelde goederen , met bewil- liging vau den P.ius, door Citw Koning dionysius, de Christus -Orde gedicht, waar van zoo aanftonds nog iet volgen z;d. — In KastiU'è integendeel kreun- de FERDiNAND IV zich niet aan het Pausfclijk be- vel, om de goederen aan de Hospitaal- Ridders in te ruimen, maar vereenigde ze met zijne overige be- zittingen. EDUARD II van Engeland nam dit bevei flipter in acht, doch onder betuiging in het jaar 1312, dat door het overdragen van deze goederen 9an de Ridders van St. Jan geen nadeel mogt ge- daan worden aan de regten van zijne kroon, noch aan zijne onderdanen. De nog overige Tempeliers in zijn Rijk wilden voor een gedeelte trouwen , maar de Bisfchoppen fionden dit niet toe, omdat zij ge- loofden, dat hunne gelofte nog fteeds van kracht bleef. Aanmer- Na deze eenvoudige opgave der berigten aangaan- kingen ^^ ^j^^e zaak, blijft het nog moeijelijk te beoordee- waarheid leïij wat 'er zij van de waarheid der befchuldigin- gen. GESCHIEDENIS. 215 gen , welke tegen de Tempeliers zijn ingebragt , te V Dioeiielijker , omdat de gelijktijdige Schrijvers zelve ^^^ zoo zeer daaromtrent verfchillen. villani merkt Hoofdft. aan, en hij zelve helt tot die zijde over, dat velen ria C. G. zeiden, dat de Teuipeliers met onregt onderdrukt \va- f^JVtll.' ren , en alleen , opdat men zich van hunne goederen meester mogt maken. Nog bepaalder fchreef om- '^'^^ ^^" trent het midden der Xlvde eeuw boccatius (*). gingen FiLiPS de Schoone had zoo wel de yoden uit zijn tes^n de Rijk verdreven, als de Tempelheer en van affchuwe- i;^t?^^' lijke misdaden befchuldigd, om dezelfde reden, na- melijk om een voorwendfel voor zijne geldgierigheid te hebben, die hij met hunne rijkdommen bevredig- de. In de volgende eeuw meldt ons de vermaarde Heilige en Aartsbisfchop van Florence^ antoni- Nus (f) , dat men algemeen dacht , dat de befchul- digingen tegen de Tempelieren alleen daarom uitge- dacht waren, opdat men hunne goederen zou kun- nen plunderen, hetwelk ook gefchied was. Met veel gematigdheid laat zich de Abt trittenheim (§} hier over uit: De Tempel -Orde, fchrijft hij, was de rijkfte van alle Ordens, en hare groote rijkdom- men zullen ook de oorzaak van haren ondergang ge- weest zijn. De gelijktijdige Monnik hugbert be- rigt, dat, toen hun Grootmeester, met 60 andere Ridders, te Far'^s gevangen waren, de overigen, uit (*3 Be Cafibus Viror. Illnfir. in bulaei Hht, UniveT" fit. Paris. T. IV. p. iio. (f) /lp. KAYNALD. ad a. 1307. n. 12. p. i3. CS) Chron, Hirfaiig ad a. 1307, O4 ai6 K E R K E L IJ K E V uit bekommering van een treurig lot, en om aan BOEK hunne vijanden den gezochten buit te onttrekken , Tloofdft. ^^ ^^^ onmetelijke goud en zilver der Orde in Kloos- m C. G. ters. Sloten, bosfchen en velden, maar inzonder- £01^1 s^r" ^^^^ ' 8^^y^ °^^'^ naderhand door de pijnbank ont- fi II waar is geworden, in oude putten en bronnen zeer geheim verborgen hebben; waar van naderhand veel ontdekt is geworden. Vervolgens begint trit- tênheim het verhaal van hunnen n.mp met de be- tuiging , dat hij geenszins voornemens was , daar door den Heiligen Roomfchen Stoel of den Paus te beleedigen, wanneer hij aantoont, dat dit met toe- ftemining van Paus klemens is uitgewerkt. Hij neemt , vervolgt hij , zijne Gefchiedenis flechts ge- trouvv uit oudere' voorgangeren , en laat aan het Goddelijk oordeel de uitipraak over, of de Tempel- heeren met regt of onregt zim veroordeeld gewor- den. Daar op brengt hii het boven aangehaalde be- risï bii van den vo'^rmaligen Prior der Orde, en zij- nen medegevangenen nüffodei, die beiden van hun- nen Grootmeester in de gevangenis geworpen waren; beide vol van eenen b'^ozen geest, om zich de vrij- heid te bezorgen , verfchrikkelijke misdaden tegen de Oi'de, val fc hel ijk , gelijk velen meenden, verdicht hadden; omdat zii wisten, hoe rijk dezelve vi^as , en hoe geldjiierig Koning fjlips, die daarom ligt aangtfpoord zou kunnen worden, om haar te ver- volgen. Onder de tien befchuldigingen tegen de Orde - welke zij aan den Koning zouden medege- deeld hebben, flaan ook deze, dat al de Tempel- heeren met de dwalingen der FratriceUen befmet wa- ren; GESCHIEDENIS. 217 ïtn ; dat zij den Paus , het gezag der Kerk en de V Sacramenten verachtten , met Kerkelijke boeten en ^??!^ de Sacramenten fpotien; en ook de Novitien^ die Hoofdf!. de Orde weder verlaten wilden , heimelijk ombrag- "^^ C: G. ten. De Schrijver voegt 'er bij, dat de Koning van (or^lr^^ deze -opening te fpoediger gebruik ma;ikte, hoe meer ■ hij buitendien der Orde ongenegen was , dewijl de- zelve zoo vele goederen m' zijn Riik bezat, en ge- weigerd had , hem de tienden te betalen , welke de Paus hem voor vijf jaren toegeltaan had. Ook had hij de toefliemming van den Paus tot het gevangen- nemen der Ridderen afgeperst, en hen op het wreed- fte laten pijnigen, om hun eene belijdenis af te dwin- gen, zoo als hij wenschte; maar zij hadden onder al de folteringen hunne onfchuld betuigd , en waren gedeeltelijk onder dezelve omgekomen. Wel hadden de Grootmeester en eenigen der voornaamden, toen zij voor den Paus gebragt waren , door de goede beloften van dezen , van den Koning en andere Grooten bewogen , ten einie hun leven te redden , en dewijl hun vergiffenis beloofd was, indien zij de befchuldigingen wilden bekennen , zulks werkelijk gedaan. Maar toen zij evenwel in de gevangenis te- ruggevoerd , en te Parys openlijk als boetelingen ten toon gefteld waren , had de Grootmeester zijne be- kentenis herroepen, en zich des doods waardig ver- klaard , omdat hij die zoo ligtvaardig afgelegd had. De Koning had ook de goederen der Orde 'w Franke ryk alle aan zich getrokken; andere Vorsten hadden in hunne landen insgeliiks gedaan , behalve eenigen , die dezelve aan de Geestelijken of aan de armen ge- O 5 fchon- ftiS K E R K E L IJ K E V fchonken hadden. — Aan den anderen kant hebben BOEK ^Q Franfche Schrijvers der XIV en XVde eeuw, Hoofdft. ook andere voorname Schrijvers , zoo als platina , na G. G. volaterranus , blondus , albert kranz en •Jq^^j°^^' meer andere, het geheel niet in rwijfel getrokken, ■II dat het een verdiend lot geweest is, hetwelk de Tempeliers getroffen heeft, Ondertusfchen waren 'er geene echte flukkcn of handelingen bij eenigen Schrijver aangehaald, welke echter alleen de zaak beflisfen konden, pieter du puY, (of puteanus,) was de eerde, die dit niet be- hulp der Koninklijke Franfche Archiven gedaan heefr, In zijn Boek : Histoire de la Comdemnatioii des Templier s ^ hetwelk kort voor zijnen dood te Parys . in 1650 in 410 gedrukt is, bragt hij verfcheidene uit- trekfels en zelfs geheele (lukken van Gerigtshandelin- gen met de Tempeliers bij, welke veel licht geven, fchoon hij anders zijn werk over het gelieel zoa heeft ingerigt, dat niet duister blijkt, dat zijn oog- merk geweest is, om filips den Schoonen te verde- digen. Doch na de laatfle jaren der XVIIde eeuw begon- nen verfcheidene Schrijvers, inzonderheid Proteflan- ten, te beweeren, dat de Tempeliers onregtvaardig behandeld zijn geworden , of ten minfle, dat men 'er geen beflisfend vonnis over ftrijken kan. Zoo oordeelde nicol. gurtler , een Hervormd Godge- leerde , in zijne Hifloria Templariorum , Amfterdam 1691 in Octavo^ en herdrukt en vermeerderd 1703, dat het wel moeijelijk is, vooraf tegen deze Orde oordeel te vellen; maar dat zich allezins ter vermin- GESCHIEDENIS. 219 dering der tegen haar ingebragte befchuldigingen , en V voornamelijk van de algemeenheid derzelve, veel met ^^^^ waarheid gezegd kan worden. — chr. thomasius .loofdft. zocht in eene Verhandeling : de Templariorum Eqiii- a:: C. G. tum Ordine Suhlato ^ Halae 1705 in 410. opzetteliik i'^l!'^i°'^^* '.Q\. 1 5 17* te bewijzen , dat de veroordeeling van de Orde der . Tempelieren volftrekt onregtvaardig is geweest. Hij beriep zich hoofdzakelijk daar op, dat in zoo onge- loofelijke befchuldigingen, als tegen hen werden in- gebragt, zelfs vrijwillige bekentenisfen geene bewijs- kracht hebben, maar dat velen door de pijnbank tot deze bekentenisfen gebragt zijn; dat zij dezelve na- derhand herroepen , en tot hunnen dood toe alles ontkend hebben; eindelijk, dat velen van hen nooit iets bekend hebben. — Met veel rijker hulpmiddelen voorzien , fchreef karel gottlob anton in het jaar 1779 eene Proeve der Gefchiedenis van de Orde der Tempelieren, bij welker tweede uitgave in 1781 in Svo. hij zich als Schrijver genoemd heeft. Deze vindt de Tempeliers volftrekt onfchuldig , doch gaat zekerlijk te ver, wanneer hij beweert, dat hunne ftrenge levenswijze hunnen val bevorderd hebbe. — Dit gaf aanleiding aan fr. nicolai , om zijne Proe- ve over de befchuldigingen , welke tegen de Orde der Tempelieren ingebragt zijn, en over het geheim van deze Orde, Berlin 1782 in Svo, uit te geven, waar bij nog in hetzelfde jaar een tweede Deel gekomen is. Deze Schrijver poogie aan te toonen, dat de gemelde be- fchuldigingen geenszins zoo ongeloofelijk zijn, als tnen gemeenlijk onderfteld heeft; maar dat de geest der toenmalige tijden ze veel meer waarfchijnlijk maakt; 2ao K E R K E L IJ K E V maakt; en dat zij bij velen der befchuldigden door BOEK hunne bekentenis en door andere getuigenisfen tot Hoofdft. zekerheid gebragt zijn. Ook geloofde hij in de Orde na C. G, verfcheidene graden ontdekt te hebben ; hij verklaar- ton^i'r ^^ ^^^ beruchte Afgodsbeeld , Baffometm , door ,i„,i» ,., PVijsheidsdoop ; en vond in hetzelve het Kahbalis' tisch-SljmboUsch Beeld des Scheppenden Gods; ge- lijk hij ook daar door tot fporen van Gnostieke ge* voelens onder de Tempeliers geleid werd. — De Heer anton heeft daartegen in zijn onderzoek over het geheim en de gebruiken der Tempelieren , Des fan 1782 in 8vo. eenige aanmerkingen voorgedragen , door welke over het wezenlijke der vraag veel licht verfpreid wordt. Eindelijk hebben twee Duitfche Geleerden gewig- tige ontdekkingen gedaan van echte en ooifpronke- lijke flukken. moldenhauer , Hoogleeraar in de Godgeleerdheid te Koppenhagen , vond in de Abdij te St. Germain des Pres Juist het handfchrift der Akten tegen de Orde, waar uit du puy een uittrek- fel medegedeeld had, volledig, op 120 bladen in Folio, in het Latijn, maar op vele plaatfen in de Oudfranfche , Limojïjnfche , en Katalonifche taal gefchreven. Dit gaf hij vertaald te Hamburg 1792 in 8vo. in het licht , onder den titel : Proces tegen de Orde der Tempelieren^ uit de origineels Akten der Pausfelijke Commisfie in Frankryk. Het lezen dezer oorkonde geeft voor eiken nadenkenden Lezer voldoening genoeg , om den loop van dit Proces met zekerheid te beoordeelen, „ hetwelk, gelijk de ■' Heer moldenhauer met regt zegt, door de zwart- fte, GESCHIEDENIS. 221 fte, met ongehoorde arglisiigheid gepaarde, vernie- V tiging , geheel van zijne voorgewende beftemming ^9^^ afdwaalt." Het is uit hetzelve zoo oogenfchijnlijk Hoofdft. klaar , als men verlangen kan , dat filips de Schoo- ^ C. G, ' ne^ vol vijandelijke gezindlieden jegens de Orde , l^Jiyj^* derzelver veroordeeling en vernietiging reeds vooraf . befloten had, eer 'er nog eenig onderzoek omtrent dezelve gefchied was; dat men de Ordensbroeders gedwongen had, om van hunne verdediging af te zien , en daartegen velen door de pijnbank bekente- nisfon afgeperst heeft, zoo als men ze verlangde en voorfchreef; dat de Pans alleenlijk lieverlede, en uit vrees voor den heel driftigen Vorst , bewilligd heeft, om de uitvoering van zijn ontwerp te bevorderen; dat 'er geheel geene Ketterij in . de Orde gevonden is ; dat wel bij het aannemen van nieuwe leden fom- tijds onzedige tooneelen, ook wel eene afged wongene verloochening van den Verlosfer, zijn voorgevallen; maar dat dit volftrekt geene algemeene gewoonte der Orde geweest is. Onder veel andere dingen leert men 'er ook uit, dat de geduchte Kop, baffome- Tus genoemd, niets anders geweest is, dan eene Reliquie , die in eene Vaas op het Outer der Kapel , in welke het Kapittel gehouden werd, bewaard werd. Met dit echte (luk ftaat een ander in verband , hetwelk de Heer riunter , insgelijks Hoogleeraar der Godgeleerdheid te Koppenhagen , in een Hand- fchrift der Bibliotheek Corfini te Rome ontdekt heeft, hetwelk in het Fransch in de tweede helft der Xllde eeuw opgefteld is. Het is het Boek der Statuten van de Orde der Tempelieren ^ waar van munter eene 22ft K E R K E L IJ K E V eene Hoogduitfche Vertaling gegeven beeft met op- boek helderende aanmerkingen te Bet/in 1794 in 8vo. Ook HooiUft. ^^'^^ '^'^^ zonder bedenken in de Voorrede fchrijven: na C G. ,, Het is thans volkomen uitgemaakt, dat al de be- 10^1 . 149. (t) FABRic. Bibl. Mei. et in f. Latin. T, IV. /. 21. (§) De reb. Hhpan. L XIII. C. 7. P3 {130 K E R K E L I[ K E V //è', in de later tijden der XlIIde eeuw de Heilige ^^" Schrift in de gebruikelijke taal van zijn Rijk heeft Hoofdft. ^^^^" overzetten. Omtrent het midden van die eeuw na G. G. bragt rudolf van hohenembs , op begeerte van jnario/s- j^^jg^^ koenraad IV, het Oude Testament in Duit- jot 1517, fche Verzen, die weleer in een Handfchrift van het Klooster Si, Gal/en bewaard zijn geworden (*)» Doch het blijkt genoegzaam, dat doorgaans Geeste- lijken en Mouniken voor hun vermaak, of op be- geerte van eenige Grooten, Overzettingen of om- schrijvingen, woordelijk uit de oude Latijnfche Over- zetting getrokken en vervaardigd hebben , welke wei- nig waarde hadden en onder de Handfchriften der Kloosters of andere verzamelingen begraven lagen , zoodat 'er de Leeken niets aan hadden. Een gefchrift van den beroemden Francisknner BONAVENTURA , BtbUa Pauperutn , is niet , zoo als men volgens den titel denken zou, een uittrekfel uit den Bijbel voor arme Leeken. maar eene aanwijzing voor Predikers , om hunne Toehoorders van den laagften ftand, de noodigfte voorfchriften omtrent deugden en ondeugden en andere onderwerpen van het geloof der Kerk uit Bijbelfche perfonen en ge- fchiedenisfen te verklaren, alle in eene Alphabetifche orde vervat. Over het geheel blijkt uit hetzelve ^ dat BONAVENTURA wciuig geweten hebbe, hoe men de Bijbelfche Gefchiedenisfen op eene nuttige wijze |)ehoore te gebruiken. In (*) usHER. Hist. Dogmat, cortroverfa inter Orthodo- xos et Pontificios de Scripturii et Sacris Fernaculh, pag, 152. GESCHIEDENIS. 231 In de volgende XIII en XlVde eeuwen bleven deze V eelfJe begrippen (land houden; even eens begonnen ^^^^ fomraigen wel door te zien , dat het corfpronkelijk Hoofdft. Christendom niet wel zuiver kon afgeleid worden uit na C. G. overlevering. Kerkvaders, befluiten der Concilien , {^^^J°J^' sneeningen der Scholastieken , Decretalen der Paufen - enz., maar dat men hetzelve van Christus en zij- ne Apostelen leeren moest; maar even eens bleven zij voortgaan, de Schrift aan het gezag der Kerk te onderwerpen. piETER d'ailly fchijut hier van iets gevoeld te pieter hebben , toen hij tegen het begin der XVde eeuw i^'^illy. zijne aanprijzing der Heilige Schrift opftelde, in den vorm eener Kerkrede, {Recommendatio facrae fcripturce ; fuper hanc petram nedificaho EccJefiam meam Matth. C. XVL i8.) (*) Hij zegt: de Kerk js op eene rots gebouwd. Maar wat deze rots is? is eene vraag , welke door de gevoelens der Heiligen zeer wijdloopig is geworden, augustinus verflaat daar door in eene plaats zijner fchriften petrus ; maar op vele andere plaatfen verklaart hij dezen rots- fteen van christus, en deze verklaring is wel de beste, PAULUS zelve noemt christus den rots- fteen^ i Cor. X. 4. en wie zou toch de vastigheid der Kerk gronden op de zwakheid van petrus ? Daar nu petrus gewankeld heeft en ook zijn plaatsvervanger niet vast gegrond is , waar over nog meer verfchillen ontdaan zijn: (^cum jam discrc' pent de fummo Petri facerdotie Pontiflces , et liti- gent (*) In jo. GERSON. Opp. T. I. Jppend. p. 603-610. P4 432 K E R K E L IJ K E V gent de fummo Pontificio facerdotes , ) wie zou dnn BOEK toch onderdaan te beweeren , dat iemand , wie ook , Hoofdft. '^y moge nog zoo zeer in heiligheid en waardigheid na C. G, fchitteren , hij mag een Priester , een Bisfchop , of l^^Wï PETRUS, of plaatsvervanger van petrus, of iemand tot 151/. ■I I ■.-. anders buiten Christus zijn, de grond, het funda- ment der Christelijke Kerk zou zijn? De Apostel zegt ronduit het tegendeel: Niemand kan een an^ der fundament leggen , dan hetwelk gelegd is , na» meiijk ^ CHRISTUS jezus. Doch hoe het zij, wij kunnen, naar den Geestelijken zin, door dezen rots- fleen de Goddelijke Schrift en de Heilige leere van CHRISTUS verdaan, welke van eene zoo derke en duurzame vastigheid is, dat de Kerk van christüs met regt op dezelve gegrond is enz. joAN De waardige leerling van. d'ailly, nog kundiger ■ ^*^ ' en vrijer onderzoeker dan zijn leermeester, joan gerson , fchreef insgelijks aan de Heilige Schrift het hoogde gezag in geloofszaken toe , en evenwel bepaalt hij dit weder naauwer van eenen anderen kant. „ Zij is, fchrijft hij in ééne zijner Verhan- delingen (*) , de regel des geloofs , tegen welke , wanneer zij regt verdaan wordt, geen gezag en gee- ne menfchelijke rede toegelaten mag worden; noch eenige gewoonte, indelling of gebruik geldt, zoodra men bewijzen kan , dat zij met de Schrift drijdig is. Deze regel is een gemeene grond voor ons ea 'de Ketters, welke wij zoeken te bedrijden." Maar ter- (*) Tractat. contra haerejin de communione haicorum • fub ittraque fpecie Ofp. T. I. pag. 457. GESCHIEDENIS. 233 terftond daar op beweert hij, dat de Schrift zich bij v (lot, ten aanzien van hare aanneming en zekere ver- boek VII klaring, in het gezag, de aanneming en goedkeuring /{oofdlh der algemeene Kerk , bijzonder der allereerlle , ont- na C G. bindt, welke haar en haar verftand onmiddeliik van P^-^'ïorS» •' tot 1517. CHRISTUS, door openbaring van den Heil. Geest . op het Pinkftcrfeest , en anders meermalen , ontvan- gen heeft. In een ander gclchrift (*) verzekert hij : de letterlijke zin der Schrift moet zoo beoordeeld worden , als de door den Geest ingegevene en ge- leide Kerk dien bepaald heeft ; maar niet naar ieders willekeur en verklaring. „ Deze woordelijke zin , voegt hij 'er bij , is eerst door Christus en de Apostelen geopenbaard, en door wonderwerken op-r gehelderd; vervolgens door het bloed der Martelaren bevestigd; verders van de Leeraren door hunne be- wijzen en gevolgtrekkingen tegen de Ketters ont- vouwd; en daar op door de heilige Kerkvergaderin- gen bedisfend bepaald geworden. Eindelijk hebben Kerkelijke en Wereldlijke Rigters tegen die genen ftraffen verordend, die fl:out genoeg zijn, om zich aan deze bepaling niet te willen onderwerpen, de- wijl 'er anders aan het kibbelen en twisten tegen de waarheid geen einde zou zijn." Zoo geloofden deze mannen , den Bijbel allen fchuldigen eerbied te bewij- zen , terwijl zij tevens ieder wilden noodzaken , denzelven niet anders te verklaren, dan zoo als de Kerkvergaderingen 5 die het geloof hunner eeuw in den» (*) Prope^tiones de fenfu litterali S. S. et de caufh Mrrantium tb pag. 3, P 5 234 KERKELIJKE V denzelven inbragten, onveranderlijk hadden voorge- «OF.H fchreven. gerson had zich, gelijk wij hier voor Hoofcift. g^^ien hebben , niet zeer gunftig uitgelaten over de Ha C. G gezigten en openbaringen der H. biPvGITTa , maar jaario73 ^•- ^^^^ andere gelegenheid moest hij, volgens het tot 1517-^ 00 jy b ,-- heerfchend leerllelfel, des te meer toegeven. Dus zegt hij in eene zijner Predikatien (*), dat de Heil. Geest fomtijds in later tijden aan de Kerk uitleggin- gen der Heilige Schrift openbaart, onder zoodanige leerdukken telt hij de leer: ila( de Maagd maria •niet in de erfzonde ontvangen is , ook : dai zij mei ziel en ligchaam in het Paradijs is. Op dezelfde wijze is na de invoering van het Feest der geboorte van den Heil. joannes , de geboorte van onze Lieve Fromv^ (^Dominae nostrae .,^ door de openbaring van eene eenige vrouw vastgefteld en meer foortge- lijke. Voorts is, volgens gersons gevoelen, eene aïgemeene Kerkvergadering de laatlle beflisfende Rig- ter in alle geloofszaken, en aan dezelve is de Paus ondergeichikt. me, VAN Hoe zeer ook andere verftandige Leeraars van de- cusa's 2en tijd de Heilige Schrift aan de willekeurige uit- over de ^^g^'"S ^^^ ^'^^^ » ^^ liever van hare aanzienlijke ktterder Godgeleerden onderworpen hebben , blijkt uit eene H.Schnft nierkwaardige plaats van den Kardinaal nic. van cusA (t). « De geheele Katholijke Kerk kan, naar zijne verzekering, niet tot de letter der Schrift, maar wel (*) Sermo de Conceptione B. Mariac Ftrginis Opp» T. UI' P. UI. p, I330. (*) Ep. VII. ad Qler, et Litteratos Bohemiae p. 857. GESCHIEDENIS. 535 we! tot haren geest verpligt worden; en wanneer de V letter niet dienftig is tot (lichting en voor den geest, ^^J* dan neemt zij aan , het geen meer daar toe dient. Hoofdft. Dus dwalen die genen, die de Kerk met menfche- na C. G. lijke gronden uit de letter beftrijden willen. Want de J^j j-^^] Kerk is een tijd lang zonder leiter geweest; Christus .. heeft de Kerk zonder letter gefticht, dewijl hij niets gefchreven heefc. De Schrift volgt de Kerk, welke eer is dan de Schrift, en om welke de Schrift is, en niet omgekeerd." Op deze wijs kwam het geloof der Christenen al-jo'NwEs- tijd neder op het gezag der Bisfchoppen of eigenlijk !|^^^" van den Paus; evenwel begonnen 'er mannen op te meruitde ftaan , hoewel flechts enkelde , die op het fpoor Schrift, kwamen der waarheid , en aantoonden , hoe vele vreemde leeringen op deze wijze waren ingeflopen; doch hunne ftem werd niet gehoord, en zij zelve, deze beminnaars der waarheid en vrijheid , met ver- kettering en vervolging beloond. De voornaamfte onder hen was wel joan wessel, hoewel hij ook BASiLiüS genoemd wordt, misfchien uit vervorming van zijn' naam ; ook heet hij naar zijn Vader en een Dorp in Westfaïen ^ waar misfchien zijne voorvaders geleefd hebben, hermans gesvort of gansfort. Hij werd omtrent het jaar 1419 te Groningen ge- boren , en genoot een' tijd lang onderwijs in het Klooster der Geestelijken des gemeenfchappelijhen levens bij Zwol. Vervolgens ftudeerde hij te Keu^ lm , waar hij een tegenzin kreeg in de Wijsgeer- te der Scholastieken, en zich voornamelijk aan die van PLATo overgaf, en ook andere oude Griek- fche 336 K E R K E L IJ K E V fche Wijsgeeren las. Benige Griekfche Monniken »oEK zullen hem in hunne taal onderwezen hebben. Van VII Hoofdft. ^^^"^ hy kennis in het Hehreeuwsch gekregen hebbe, na C. G, is onzeker , misfchien van eenige Joden. Hij reisde £ori?^7 vervolgens naar Heidelherg^ om daar de Godge- ■ leerdheid te onderwijzen , doch men liet hem dit niet toe, omdat hij geen Doctor was in deze we- tenfchap, en de waardigheid van Doctor wilde men hem niet geven, omdat hij niet tot de Geestelijkheid behoorde. Hij keerde derhalve naar Keulen weder, kwam vervolgens te Leuven^ en eindelijk te Parys^ waar hij i6 jaren heeft doorgebragt, en de Wijs- geerige partijen zocht te vereenigen, maar zelve een Nominalist werd. Men verhaalt, dat hij daar of te Bazel van nabij bekend is geworden met ^qw Kar- (linaal franciscus de la RovERE,en dat hij zich, toen deze in het jaar 1474 onder den naam van six- Tus IV tot Paus verkoren was , te Rome bevonden heeft; de nieuwe Paus had hem vrijheid gegeven, om eene gunst van hem te verzoeken, en wessel verzocht eeniglijk om een handfchrift van den He- breeuwfchen en Griekfchen Bijbel uit de Fatikaafh- fche Bibliotheek; en als de Paus hem uitlachte, om- dat hij niet om een Bisdom of eene rijke Prebende verzocht had , had wessel geantwoord : dat hij niets meer noodig had (*); fommigen echter twij- felen aan de waarheid van dit verhaal. Toen wës- SELS vriend, jan van wezel, van de Inquifiteurs ver- (•) UBno EMMius Effïgies et Vitae Profesforum Acad. Groningae et Omlandiae p. 18. GESCHIEDENIS. 437 vervolgd werd, was wessel ook bekommerd, maar V de ongemeene genegenheid der Bisfchoppen van ^^^^ Utrecht en Munfler jegens hem , fchijnen hem daar- Hoofdft. tegen beveiligd te hebben. Hij overleed in het jaar na C. G» 1180 (*). Jaario73. ^^^^ ^ J' ^ tot 1517. wessel werd wegens zijne groote en uitgebreide 1 geleerdheid, gepaard met ongemeene godvruchtig- • heid, genoemd het licht der wereld^ (^lux mundi;') maar zijne partijen , wier duisternis hij zocht te ver- drijven, noemden hem leermeester van tegenfirijdig-' heden ^ (^Magister Contradictlonum.^ De Akade- mifche Leeraars , en inzonderheid de Monniken , namen het euvel, dat hij den Heiligen thomas en andere helden der School , als ongeleerde lieden , verachtte, aristoteles zonder verfchooning aan- tastte, en over het geheel van de geheele Wijsgeerig- Godgeleerde kraam van zijne eeuw, en zelfs van het Kerkelgk leerllelfel merkelijk afweek. Ook voor- zeidc hij aan eenen van zijne vrienden, dat de lijd naderde, dat al die bewonderde Schoolfche Leeraars op derzelver eigenlijke waarde zouden vernederd worden. En wijzen zijne fchriften genoeg uit, dat hij de kennis van den Godsdienst uit den Bijbel poogde af te leiden , zonder zich aan de toenmalige voorgangers te kreunen ; bijzonder zijne verhandelin- gen: de dignitate et potestate ecclefiastica ; de Sa- cramento Poenitentiae , et quae fint claves Ecclefiae ; guae fit vera Communio Sanctorum , de thefaura Ecclefiae ^c, de Furgatorio^ in zijne verzameling van (*) c. H. GÖTZE Comnient. deJo.JVesfelo Lubecae 17 19. 23» K E R K E L IJ K E V van Verhandelingen, gedrukt onder den titel: Far' BOEK ^ago rerum theologicarum, Hoofdft. JAN VAN WESEL, (gemeenlijk joannes de ve* na C. G. SALIA genoemd ,) een vriend van jan wessel , ver- J^^^J°[^" dient naast dezen geplaatst te worden, omdat hij I insgelijks den Godsdienst der Christenen alleen uit JAN VAN de Heilige Schrift afgeleid wilde hebben. Eigenlijk heette hij jan burghard; maar was te Wezel ge- boren. Hij onderwees een' tijd lang de Theologie op de Hooge School te Erfurt i waar hij in het jaar 1456 Doctor in deze welenfchap geworden was ; en luther verzekert , dat hij uit deszelfs Boeken , met welke hij deze Univerfiteit befluurd had , Magister is geworden. Naderhand werd hij Prediker te Worms; maar hier fcheen hij van ^ be- velen van den Paus, van het Vasten en van den Aflaat, dwalingen te leeren. De Thomisten hadden deze gevoelens uit zijne Predikatien verzameld , en eenige aanhangers van den Pausfelijken Stoel bragten het zoo ver, dat hij in het jaar 1479 ^^ Mentz ter onderzoek van zijne dwalingen verfchijnen moest , hebbende de Aartsbisfchop diether , uit vrees voor den Paus, aan de Univerfiteiten van Heidelherg eiï Keulen gefchreven , dat zij ten dien einde eenige Godgeleerden derwaarts zouden zenden. Ook kwa- men 'er verfcheidenen , en onder dezen twee Domi" nikanen en Inquijiteiirs van Keulen» Volgens eene lijst van de leerftellingen , over welke men hem te regt flelde, gevoegd achter de Chroniek van Auers* herg^ {Chronicon ylbbatis Urspergenfts ^^ Z2l] jAlSf van \v£zel aan de Prelaten het regt ontzegd heb- ben. GESCHIEDENIS. 230 ben , om wetten te geven, dewijl Christus den y* Apostelen enkel bevolen heeft, om het Euangelie te boek verkondigen. Ook geleerde en wijze Christenen Hoofdft zouden , naar zijne meening , niet geregtigd zijn , na C. G. om de woorden van Christus te verklaren , het- tot^j^jf' welk CHRISTUS alleen doen kan. De y^fiaat was — — — volftrekt niets bij hem; aan de Glosfe gaf hij geen geloof; even zoo min aan de fchriften der DoctO' ren , zelfs der Heiligen. Van de Kerkelijke geboden oordeelde hij , dat zij niet zoo fterk verpligten , dat men zou zondigen met ze niet te houden. Hij ont- kende, dat in de woorden: U^v Koningrijk kome ! om het Hemelrijk gebeden wordt, dewijl dit niet tot ons komt. Hij erkende, dat zelden twee geleerden, zelfs in het geloof, met malkander eens zijn; nie- mand houdt het met mij , zegt hij , behalve het Eu- angelie, waar wij allen eens zijn. God heeft, naar zijn voorgeven, van Eeuwigheid een Boek gemaakt, in hetwelk hij alle zijne uitverkorenen heeft opge- fchreven; niemand hunner wordt daar in uitge- wischt. Dezen worden alleen door Gods genade zalig; en al wilden alle Priesters hen verdoemen of in den ban doen, zij worden evenwel zalig; zoo als die geen, wien God verdoemt, door alle Pries- ters en door den Paus zelven niet zalig kan wor- den. Hij vreesde, dat de toenmalige Doctoren de Heilige Schrift verkeerd en flecht verklaarden. Al- leen eendragt en vrede, zegt hij, maar niet de Paus en de Geestelijkheid, konden iets tot zaligheid toe- brengen. Wie de wereldlijke magt of overheid we- derftaat, verzet zich tegen de ordening van God. Al$ t^ KERKEL^KB V Als PETRUS het vasten zou ingefteld hebben, dan BOEK zou hij zulks misfchien gedaan hebben, opdat hij Hoofdft. ^y^' visch des te beter zou kunnen verkoopen, na C. G. CHRISTUS heeft geen vasten voorgefchreven , noch t n^Ir' ^^"'ö^ ^^^'"^ ^^" fpijzen verboden. Het heilig olijfel m . is niet beter dan gemeene olie, welke men eet. CHRISTUS heeft ook geen Feestdag bevolen te vie- ren ; hij heeft geen gebed geleerd , dan het Onze Vader i hij heeft geenszins aan de Priesters gebo- den , de zeven Canonieke uren te zingen of te le- zen. In de Mis heeft petrus de teekenen alleen door bet Onze Vader gewijd, en gebruikte ze ter- flond daar op met anderen; maar thans moet de Mispriester een uur lang en meer in de koude flaan, tot nadeel van zijne gezondheid. De Heilige Kerk heeft geen vasten ingefteld, noch in de vastentijd de bruiloften verboden. Thans legt men aan hun, die biechten , tot eene boete op , dat zij naar Rome , of eene andere afgelegene plaats, 'm bedevaart gaan, een ftreng vasten waarnemen, en vele gebeden opzeggen zullen; maar christus heeft alleen gezegd: ga heen en zondig niet meer! Zoo is de Christenheid door menfchelijke wetten bezwaard geworden. De Heil. Schrift zegt niet, dat de Heil. Geest van den Zoon van God uitgaat. Die naar Rome te bedevaart gaan, zijn dwazen, zij konden t'huis vinden en hebben, wat zij elders zoeken. Eindelijk wilde hij in de ^postoïifche Geloofsbelijdenis , bij de plaats: eene Heilige Kerk , het woord : algemeene niet bijgevoegd hebhen , gelijk ook hieronymus niet gedaan had ; omdat de algemeene Kerk, of de algemeene vergade- ring GESCHIEDENIS. 241 ring van alle gedoopten geenszins heilig is ; maar V veel meer het grootje getal daar van onder de ver- ^°^^ vvorpenen behoort. Hoofdft. Nadat de buitenlandfche Godgeleerden te Mentz na C. G. bijeen waren gekomen , nam het Kettergerigt over l^^ j _ ^ z.^ JAN VAN vvESEL , die ondertusfchen in het Francis' « kaner Klooster gevangen zat, eenen aanvang. Voor- af had hij onder eede moeten beloven, dat hij alle zijne Ichriften zou overgeven , opdat hij uit dezelve overtuigd zou kunnen worden., Eene langdurige zware ziekte had hem verzwakt, evenwel behandel- de men hem met den driftigften Ketterijver. Hij ont- kende fommige dingen gezegd te hebben , andere zocht hij goed te verklaren , terwijl hij zich ver- geefs op zijn' ligchauras-toefland beriep. De oogge- tuige , die dit verhaalt , merkt aan , dat hij , de eeni- ge ftelling van den uitgang des Heiligen Geestes uit- gezonderd, ten aanzien der overige geene zoo ftren- ge beoordeeling verdiend had; men had Hechts een langer uitftel moeten bewilligen , en hem een' raad- gever tocdaan; ook hadden al zijne partijen niet van den tcgengeftelden wijsgeerigen aanhang , ( de via ReaUum^^ moeten zijn. Zoo de Monniken niet van de begeerte gedreven waren geweest, om over eenen Wereldlijken Geestelijken , bijzonder zulk eenen , die hunnen thomas niet vereeren wilde , te zegepralen , dan zou men zachter en genadiger met hem hebben kunnen handelen. 'Er waren zelfs on- der de aanwezende Godgeleerden fommigen , die hun misnoegen over de hem ' afgedrongene herroeping en het verbranden van zijne Ichriften betoonden , en XVni. Deel. Q een S4« K E R K E L IJ K E V een van hen verzekerde , dat de meeste hem te- BOEK gengevvorpene Artikelen zich heel wel lieten ver- Vil Hoofdft. dedigen. luther, die *smans fchriften zoo vlij- na C. G. tig gelezen had , voegt *er bij : dat men ook dit on- J^J"°J3' der zijne dwalingen gefield had, dat hy niet wilde . * zeggen : Ik geloofd dat V een God is ; maar : Ik weet , dat V een God is, Hoe het zij , hij werd voor een' Ketter verklaard, en in het Augustiner Klooster te Mentz opgefloten , alwaar hij kort daar na gellorven is. Zoo ging het meer anderen , die reeds in de XI Vde maar menigvuldiger in de XVde eeuw denzelfden weg betraden, joannes tauler, joannes wik- LEF, JOANNES HUS , THOMAS VAN KEMPEN, HIE- RONYMUS SAVANAROLA cnz. , vvelke ons op eene andere plaats zullen voorkomen. Maar jan van GocH, dus naar zijne vaderftad in het Hertogdom if/f^/ genoemd , die eigenlijk pupper heette, mag hier niet met ftilzwijgen voorbijgegaan worden. Hij was een Priester te Mechelen , waar hij ook een Nonnenklooster naar den regel van augustinus ge- fticht had, wiens Prior hij was, en is in het jaar 1475 daar overleden. Men noemt onder zijne fchrif- ten bijzonder de volgende: van de vrijheid van den C'iristelijken Godsdienst; van de waarde der Heil. Schrift; van de fchriften der Scholastieken; vanden flaat der zielen na dit leven; van de wederherftel- ling des menschdoms door Christus en van de Monniks geloften, walch (*) heeft de beste be- lig- (*) Fascic. iV. Monumenioi'. niedii aevi. Pvisf. p. XIII* (i P' 73-239. GESCHIEDENIS. «43 rigten van hem verzameld, en onder anderen eene V Zamenfpraak, van hem opgefteld, in het licht ge- ^°^* bragt : De quatuor errorihus circa legem euavge- Hooidft, licam exortis , et di vofis et religionibus fictitiis ti^ C. G. Dialoi^us, In welke hij vooraf belooft, alles enkel Y^^\°J^' en alleen uit de bron der Kanonieke fchriften ie ^ ■zullen afleiden , terwijl derzelver gezag alleen omvC' derfprekelijk is. De dwalingeft , welke in deze za« menfpraak opgegeven en wederlegd worden , zijn : De eerfle, wanneer met de Euangelifche Wet de waarneming der Blozaifche verbonden wordt. De tiveede was de dwaling der genen , die de volmaakt- heid van het Christelijk leven alleen in het geloof flellen, en de geloofswerken voor noodeloos hou- den. De derde dwaling vindt hij in de Pelagiaan'- fche Ketterij, ecne Ketterij, zegt de Schrijver, welke wel van de Kerk veroordeeld, en met vele getuige- nisfen der Heilige Schrift verworpen is geworden , maar welke nog in veler harten te vinden is. Da vierde dwaling heeft bijzondere betrekking op de Monniken en derzelver geloften. Velen, zegt hij, zijn zoo dwaas, van te gelooven, dat tot de vol- making der werken van de Euangeliewet de ver- hindtenls van eene gelofte noodig is ; maar waar door zij de Euangelifche Ji'ijsheid in eene verbin- dende dienstbaarheid veranderen; niet ver van het Farizeefche Bijgeloof verwijderd zijn, en met de Ketterij van pelaghjs grootendeels o vereen ftc mm en, vervolgens wordt dit onderwerp geflaafd tegen de gezegden van den Heiligen thOiMas en de uitzon- deringen der ThomisteiJ. Q 2 Soort- 144 K E R K E L IJ K E V Soortgelijke meer doorzigtige mannen konden in- BOEK tusfchen weinig nut ter wezenlijke verlichting des Hoofdft. volks ftichten door hunne fchrifren, omdat dezelve na C. G. doorgaans in het Latijn waren opgefteld ; meer £ t^i^^?" vrucht konden gedrukte Overzettingen des Bijbels in de gewone moedertaal te wege brengen. En Overzet- nogtans ontrieden zelfs lieden van geest en vrijmoe- deuBijbel ^^g'^^id dezelve. Men moet , zegt gerson , de Overzetting van den Bijbel in onze taal verbie- den (*). Hij vreesde, dat door het onbepaald vrij lezen der Heilige Schrift eene ijdele nieuwsgierig- heid en neiging tot zonderlinge gevoelens al te veel voedfel zou ontvangen. Ook toont hij niet duister zijne bekommering, dat het heerfchend leerftelfel der toenmalige Kerk daar door te veel gevaar zou loe- pen (f). Geheel anders dachten twee Engelfche Geestelij- ken en Tijdgenooten : jan vviklef en jan trevi- SA , die beide den Bijbel in de taal van hun vader- land hebben overgezet. Van den eerden zullen wij in het vervolg fpreken; trevisa, een Priester uit Cornwall^ omtrent het jaar 1387, is minder bekend d:in hij , maar geeft hem in edele wijze van denken niets toe. hendrik wharton geeft van hem be- rigteii , en houdt zijne Bijbelvertaling voor dezelf- de, welke te Londen in het jaar 1550 in i2vo on- der (*} Lectlo altera contra vanam ciiriofitatcm Opp» Tom. I. P. I. p. 105. (j) Decem Confiderationes Princïpihiis et Dominis uts- , lisjïinae CoufiJ. V. Opp. Tom, IV- P. II. p. 623. GESCHIEDENIS. 245 der den naam van vviklef gedrukt is (*). — v Men heeft ook nog meer fporen van Bijbelverta- ^^^^ lingen in levende fpraken uit deze eeuw ontdekt. Hoofdït. usHER (t) gewaagt uit een oud handfchrift , dat na c. G, TAKOB MEERLAND den /^cheekn Bijhei in het Ne- F^rio^s. - , tot 1517. derduitsch heeft overgezet , dat hij deswegeus bij ■ den Paus is befchuldigd geworden, maar dat die, na zijn werk onderzocht te hebben , hetzelve heeft goedgekeurd. Men heeft naauwkeuriger berigten van Franfche Overzettingen. De oudfte van alle heeft GüiARS DES moulins, van het jaar 1291 af tot het jaar 1294 , doch eigenlijk alleen van de His- torifche Boeken des Ouden en Nieuwen Testaments vervaardigd, waar bij naderhand de meeste overige Boeken gekomen zyn. — karel V, die federt het jaar 1364 regeerde, liet door den Superior van het Concilie van Navarre , en Doctor der Godgeleerd- heid, nicolaus oresme , eene andere zoodanige Overzetting bearbeiden , doch welke meestal de voor- genoemde volgde. Sedert hebben meer anderen daar aan verbeterd; eene nieuwe Bijbeloverzetting, of liever omfchrijving , bragt jakob le grand , een Paryfchs Godgeleerde, in het jaar 1462 tot (tand. De eerrte gedrukte uitgave der Overzetting van guiars DES MOULINS kwam , op bevel van karel VIII, nog voor het jaar 1491^ in het lichte Van ItaliaanfcJie Overzettingen is de oudfle, die nog (*) Auctar. Hiit. Dogiuat. Jac. Usfen'i. de faiptinis fi facris veniaculis p. 424-438. eet. (t) /. c. pa§. 165. Q3 246 K E R K E L IJ K E V nog voorhanden is , van nicolaus malermi , een* 'v^'r Venetiaanfchen Benediktijner Monnik, in de tweede Hoofdil. ï^slft ^^^ XlVde eeuw gemaakt, en het eerst in het na C. G. jaar 1471 , en weder in het jaar 1477 gedrukt. Ook tot^i^i?* ^^''^" '^^ Spaanfche Overzettingen in den KastUi' - aanfchen en andere tongvallen, federt de gemelde eeuw, doch welke men minder kent. Bekend en merkwaardig zijn verfcheidene Hoog- duitfche Bijbelvertalingen van deze eeuw. De Kei- zer en Koning van Bohemen , wenzel , die federt het jaar 1378 op den troon zat, liet 'er eene van het Oude Testament vervaardigen , en dezelve in een Handfchrifc op Pergament in drie Deelen in groot Folio, met wonderbare pracht van prenten en verguldfel verfierd, bewaren , welke door lambe- cius befchreven is (*). In de XVde eeuw kwam 'er eene Overzetting in het licht van eenen Onbe- kenden, welke meermalen is gedrukt geworden. Ook zijn 'er in deze eeuw JSIederduitfche Bijbeloverzet- tingen eenigemalen gedrukt , welke gelijk ook de voorgaande merkwaardig zijn , voornamelijk om ver- fcheidene daar in voorkomende plaatfen, uit welke blijkt, dat men thans reeds met meer vrijmoedigheid omtrent den Paus en de leer der toenmalige Kerk begon te denken en re fpreken. Men zou echter te overhaast befluiten , indien men uit deze arbeidzaamheid omtrent den Bijbel wilde afleiden , gelijk fommige Roomschgezinde Schrijvers na de XVide eeuw hebben willen bevvee- ren, (*) Bihl. Cccftir, Findubon. L, II. p. 749. fq. GESCHIEDENIS. 247 ren, dat het lezen en het beoefenen der H. Schrift V door deze Bijbelvertalingen ook voor den gemeenen "^^* man gemakkelijk gemaakt zij geworden. Immers, Hoofdll. dezelve waren meest een arbeid van lediggaande i^a C. G» Monniken , en op verzoek en last van Vorsten , JqJ'^J?!?* Bisfchoppen enz. vervaardigd , en prachtig verfierd , . en werden in de Boekerijen der Bisfchoppen, Ka- nunniken enz. als zeldzaamheden geplaatst, ook wa- ren zij naar de gebrekkelijke Latijnfche Vertaling en in eene ftootende dikwijls onverftaanbare taal ver- vat. De Leeken mogten den Bijbel niet lezen, ge- lijk zij 'er nooit toe werden opgefpoord, zij moes- ten zich vergenoegen met de geboden der Kerk; en zelfs de Geestelijken konden van het lezen des Bij- bels geen voordeel trekken , dewijl zij zich moesten ■ houden aan den zin, die door de Kerk bepaald was. Behalve ja boven de Heilige Schrift werden Open- De open- haringen^ welke men voor Goddelijk hield, a^nge- y^J"^|u merkt en gebruikt als een bron van kennis van den hilde- Godsdienst. Deze Openbaringen , welke men in de ^^^ï^'^^s. gefchiedenis van deze eeuw (lap voor ftap ontmoet, bepaalden zich wei meest tot voorfchriften voor de Ordens van Monniken , de bevestiging van hunne heiligheid en wonderwerken, kleeding en andere ora- flandigheden , evenwel dewijl men niet twijfelde, of zij waren Goddelijke Openbaringen, werd ook alles aangenomen , wat zij behelsden , en wanneer bij voorbeeld , de Maagd maria , aan eenen Generaal der KarmeUten verzekerde, dat elk, die in een fca» pulier van die Orde flierf, zekerlijk zalig was, wer- den velen van de moeite, gelijk zij geloofden, ont* 9 4 fla- 848 K E R K E L IJ K E V flagen , om aan hunne bekeering te arbeiden. — BOEK Onder anderen zijn .wegens zoodanige Openbarin- Hoüfdft. S^" ^" ^^^ midden der XÏIde eeuw vermaard gewor- na C. G, den twee Duitfche Nonnen , de beroemdlte van jaario73. ^^jjjg ^^ Heilisie hildegardis was. Deze kwam tot 15 17. ° — —«-, in het jaar 1099 te Bockelheim in het Graaffchap Sponheim ter wereld. Haar Vader hildebert , een Edelman aan het Hof van gemelden Graaf, bragt haar in den ouderdom van vijf jaren in het Klooster Difihodenherg^ in het voormalig Vorsten- dom Tweebruggen, Hier een tijd lang Non en ver- volgens Abdis geweest ziinde, flichtte zij met iS van hare Zusters op eenen Berg aan de Rivier Nahe, tegen over de ihd Bingen^ in het Aartsbis- dom B'Ientz, een nieuw Klooster, waar zy naar den Regel van den Heiligen benedictus leefde. Men noemde dit het Klooster van den H. robert , of RUPRECHT , bij Bingen , ( /;; Monte S. Robert i de Pinguia , of in Pingis , ) omdat aldaar het graf zijn zal van den Heiligen ruprecht. Vorst der Bingiomn , ten tijde van den Frankifchen Koning pipiN. HILDEGARDIS kreeg niet alleen den naam, dat zij vele wonderen verrigtte,* maar zij beroemde zich ook, dat zij reeds in hare vroegfle jeugd open-» baringen van God ontvangen had. Bijzonder in het jaar 114I5 zoo als zij zelve in de Voorrede voor de Verzameling van hare Openbaringen verhaalt , kwam over haar uit den geopenden hemel een vurig licht van grooten glans , welk haar gehecle brein , hart en borst doordrong, gelijk aan eene niet bran- dende, maar alken verwarmende vlam. Nu verllond zy GESCHIEDENIS. 249 zy op déns de geheele Heilige Schrift , zonder dat V zij dezelve uit de Spraakkunde zou hebben kunnen *°^-''' verklaren ; ook had zij flechts , zoo als andere voor- Hoofdft; name jonge Dochters in de Kloosters , van eene na C. G, Non de Pfalmen leeren lezen, (namelijk in het L'X'il^l^ll' ^ •' tot I5Ï/» tijn. ) TRiTTENHEiM vocgt 'er nog bij , dat zij , — alhoewel ia de gemelde taal geheel vreemd, evenwel federt in deze taal hare fchrifcen opgefteld heeft. Hare gezigten , zoo vervolgt zij zelve , werden haar niet in droonien , of in den flaap , of in eene geest- bedwelming, of met ligchamelijke oogen , noch met de ooren van den uitwendigen mensch , gegeven ; maar zij ontving ze wakende en verflandig in een rein gemoed, met de oogen en ooren van den in- wendigen mensch, op openbare plaatfen, naar den wil van God. Hoe het daar mede toegegaan zij, was voor den vleelchelijken mensch heel zwaar, om te onderzoeken. Terwijl hildegardis van het jaar 1141 af, de haar gefchonkene Openbaringen tien jaren achter elkan- der bijeenverzamelde , welke verzameling zij Scipias noemde , welk woord men verklaard heeft , door fciens vias^ kwam de Heilige bernhard, in het jaar 1147, in Duiischland , om het kruis aldaar te prediken. Te Bingen gekomen , liet hij zich dit gefchrifc der Abdis vertoonen, las het vlijtig door, en zeide vol verwondering tegen zijne reisgenoo- ten: „ Dit gefchrift is iiiet van menfchen uitge- „ vonden; ook kan geen flerfelijk mensch het be- „ grijpen, ten zij hij inwendig en in zijne ziel door ,, de liefde tot gelijkvormigheid met God vernieuwd Q5 „is." ifp KERKELIJKE V „ is. " De Proost van het Klooster antwoordde »oRTt hem, dat, het gene hij zeide, waar was; alleen Hoofdft. ^^'^ Geleerden en Ongeleerden , Monniken en We- na C. G. reldlljken plaagden de ziel van deze dienaresfe van Jaario73. curistus door dagelijkfche tegenwerpingen ; zij „ praatten van herfenfchimmen; ( cerebri phantasmata ^') of van bedriegelijke verbeeldingen , welke booze geesten deze ongeleerde vrouw toezonden. Maar KERNHARD fprak dc magtfpreuk: dat hij zich niet verwonderde, dat de genen, die in de zonde flapen. Goddelijke Openbaringen voor drooracn hielden; de Apostel had toch reeds geleerd: dat de natuurlijke mensch niet kan begrijpen de dingen, die des Gees- tes Gods zijn enz. De goedkeuring van bernhard gold bijna zoo veel als de goedkeuring van den Paus, en ook deze volgde kort daar na. eugenius III, die zich doorgaans door den Abt bernhard liet leiden , van de Openbaringen van inLDEr;/\RDis gehoord hebbende, liet onderzoek naar dezelve dotn en fchreef aan de Heilige Abdis, met eene volko- mene toefteraming, dat hij hare Openbaringen voor Goddelijk hield , alleen met eene vermaning , om daar onder nederig te blijven. ïlij niet alleen, maar ook verfcheidenen van zijne opvolgers, de Keizers koenraad I en fredrrik I, en andere aanziene- lijke perfonen , bevalen zich in hare voorbidding aan, en verwaclitten goddelijk onderwijs uit haren mond. ERRNiïARD had alle reden, om danhbaar aan haar te zijn, alzoo zij eenigen tijd te voren aan hem gefchreven had , zijnen ijver ter bevordering van de kruisvaart prijzende, en hetn verzekerende, dat GESCHIEDENIS. 251 \.ht zij hem twee jaren geleden als een* man in de V zon flaande gezien had. Dus leefde hildegardis ^^^-* tot het jaar 1180, ook zich bezig houdende met Hoofdft. het opftellen van andere fchriften in de Latijnfche ia C. G. en Duitfche Taal, gregorius IX en innocentius ^^^j. ir\V IV lieten in de volgende eeuw hare wonderen on- -■ derzoeken, waar over men zich niet zeer behoeft te verwonderen , want fchoon de Paufen zelve geene wonderen deden en niet ligt onder de Heiligen ge- rekend werden , zij beoordeelden nogtaiis de won- derdoeners en heiligen alleen dan gunftig, wanneer dezen niet van het Geloof der Kerk afweken. Al- hoewel het niet blijkt, dat hildegardis gecanoni- zeerd is geworden, evenwel heeft zij eene plaats verkregen onder de Heiligen van hare Kerk , en ook in het Roomfche Martelaarsboek op den i7den Sep- tember. Wanneer men de verzameling der Openbaringen, welke zij zelve heeft nagelaten, en welke met die van de Heilige elizabeth zamen in druk gegeven zijn: (^Revelationes SS, Firginum^ Hildegardis et Elifahetha Schoen augi enfis ^ Ord. S, Benedict, Col, Agrijjp. 1628 in foJ,^ inziet, dan moet men zich verwonderen en medelijden hebben met zoo vele Godsdienstleeraren van dien tijd, die zulk een men- gelmoes voor Goddelijke Openbaringen hebben kun- nen houden. In eene vvijdloopige verfchijning bij voorbeeld , en verklaring van dezelve , werd haar de leere van het H. Avondmaal ontvouwd (♦). Zij zag (*) Libr. II. Fifio Sexta p. 58-80. 25» K E R K E L IJ K E V zag de Kerk in de gedaante eener vrouw onder- BOEK trouvvd worden met den aan het kruis hanffenden Vil Hoofdft. Verlosfer; bij het vieren van het Avondmaal Enge- na C. G. len tegenwoordig zijn; en tot het gebruik van het- jaario73 j viifderlei foort van menfchen toetreden. Som- tot 1517. -^ „ migen helfchitterend naar het ligchaam , en vurig naar de ziel ; anderen naar het ligchaam bleek , en donker naar de ziel; nog anderen harig naar het ligchaam en naar de ziel van vuiligheid Hinkende; verders anderen het ligchaam omgeven met heel puntige dorenen, en melaatsch naar de ziel; einde- lijk ook zulken , die bloedig waren naar het lig- chaam , en die naar de ziel aan een rottend dood aas geleken. Ook leerde zij door deze Openbaring, dat het Sacrament des Avondmaals, ter eere der Drleèenheid gevierd moet worden, met brood ^ wijn en water , dewijl elk van deze eenen perfoon der Godheid aanwijst ; ook dat men in hetzelve zoo wel het ligchaam als ook het bloed van ciiaiSTUs moet ontvangen: maar dat het eerfte, indien de Priester voor het florten van het bloed bevreesd is, even zoo wel genoegzaam is, als dat men aan kin- deren brood geeft en wijn onthoudt; voornamelijk, dewijl buitendien met het vleesch des Zahgmakers zijn bloed onaffcheidbaar verbonden is. Wil men eene Proeve van Taal en Stijl van deze Openbaringen , dan zij dit volgende genoeg , waar in de verfchillende kleuren verklaard worden van de vrouwelijke gedaante, door welke de Kerk afgebeeld wordt ; Qj^od amun vides , qiioniam a gutture , usque ad timbiUcum ipfitii imaginis quidam alius fplen-^ GESCHIEDENIS. 253 fphndor riibei co/oris eam circumdat; hoc est, guia V post doctriiiam Apostolorum cum Ecclefia ita robo- ^^^^ rata est , quod falutarem cihtim veraciter vahiit dis- f^oofdf! cernere, et eum ad interiora fortitudinis fuae trans- na C. G. inittere ^ furrexlt nohilisfima perfectio Ecc/e/iasticae ^^^'^^°^^' ' ■' j r j j j^j 1517. Keligionis , guae fiipernam dulcedinem flagranti ar- _«___ dor e degustavit ^ et fe asperrme conflringens ad coctionem fecretioris fortitudinis [e tetendit ; non ia- men ad divifionem carnalis amaritudinis perveniens , qiioniam copulam humanae conjunctionis abiecit , etc. (♦) niLDEGARDis begon in haar 65(16 jaar , of in het jaar 1163, nog een ander dergelijk werk, (Z/- ber divimrum operttm fimplicis hominis , ) te fchrij- ven , hetwelk insgelijks Openbaringen bevatte , welke zij gehad zou hebben. Buitendien heeft zij nog het een en ander gefchreven. Hare Tijdgenoote , de Heilige elisabeth , Abdis Openba- van het Klooster Schonau in het Aartsbisdom Trier, ^'"S^n ' vsn de H, niet ver van den Rhyn gelegen , is op dezelfde wij- f.lisa- ze beroemd geworden. Van haar 23n:e jaar af, of ^^'^^* federt het jaar 1152, viel zij, gelijk haar Broeder ECKBERT, Abt van het naburig j5f«é'^/c//;>;£'r Kloos- ter Schonau, verhaalt (f), inzonderheid op Zon- en Feestdagen, in verrukkingen, onder welke God haar buitengewone dingen zien liet. Weder bijge- komen zijnde, bragt zij eenlge gewaande Goddelijke woorden voort in de Latijnfche taal , alhoewel zij van O L. II. Fifio quinta p. 45. (f) Pro/ogus in Librum Fijiunum Elifabeth, Firginis cct. 254 K E R K E L IJ K E V van die taal weinig geleerd had, en over het geheel BOEK ongeleerd was ; doch alzoo zij fchroomvallig en de- Hoofdft. nioedig was , wilde zij Hechts weinig van dezelve na C. G. bekend maken ; evenwel verhaalde zij ze , op bevel »^!"^^^' van eenen Abt, aan haren Broeder. ■ I ■ De verzameling van hare gezigten is in vijf Boeken afi;ei1eeld , van welke de twee eerften bijzonder rijk zijn in afwisfelende tooneelen van deze natuur. Dan verfchrikt of verzoekt haar de booze geest in veler- lei gedaanten, dan, en wel dikwijls, verfchijnt haar de Heilige Maagd in ongemeenen glans, ook wel verzeld van andere Heiligen. Zij ziet den Heiligen Geest, als eene duive, geheeld. Engelen, eeiie me- nigte verftorvene Heiligen , velen van de elfduizend Maagden enz. In het vierde Boek is het volgende aanmerkenswaardig. Op het Feest van maria's Hemelvaart had zij aan de Heilige Maagd, op aan- fporen van eenen Monnik , gevraagd : of dezelve met de ziel alleen , of ook met het ligchaam ten Hemel gevaren was. Dit kon zij van haar niet te weten komen; maar in het volgende Jaar, op den- zelfden dag, werd zij door een gezigt, hetwelk een Engel haar verklaarde , onderrigt , dat maria op den veertigfien dag na haren dood opgeftann, en dus naar ziel en ligchaam in den Hemel was inge- gaan, wordende van den Zaligmaker met vele dui- zenden Engelen ingehaald. Doch de Heil. Maagd, die zich kort daar op zelve aan haar vertoonde , liet haar niet toe, om dit aan anderen, dan aan hare vereerderen, bekend te maken. Men leest wel niet, dat de Openbaringen van EU- GESCHIEDENIS. 255 ELISABETH van ecnen Paus of Heiligen van dezen V tijd, voor echt verklaard zijn geworden , maar hare 1°''''^ verbindtenis met aanzienelijke geestelijken, voornanie- Hoofdfï. lijk met de Heilige hildegardis, benevens de heer- "^ C. G, fchende fmaak dier tijden, fchijnen op hare gezigten '^^'^^°^^* den ftempel van geloofwaardigheid gezet te hebben, * De Abdis ondertusfchen , die in het jaar 1165 over- leden is , fchijnt een ziekelijk en angstvallig mensch geweest te zijn , wier verbeelding ongemeen verhit is geweest , en zelfs heeft het het voorkomen , dat eenige Monniken en haar Broeder zelve , op hare verfchijningen op menigerlei wijzen gewerkt hebben. Deze zoogenoemde openbaringen hadden alle drek- Kerkelij- king om de heerfchende denkbeelden en Godsdienst- !^^ 9^^ oefeningen te flijven, wier hoofdlleuijfel evenwel de Pausfclijke Wetten en de daarvan afhankelijke be- Ihiiten der Kerkvergaderingen vi^aren. Sedert eeu- wen was men reeds in de verbeelding, dat de regt- zinnigheid van het Geloof aankwam op de leer van de Goddelijke Drieeenheid , zoo als die bepaald was door de Kerkvergaderingen, en dat de Regtzinnig- heid volmaakt was, wanneer het voorgefchreven ge- bruik der Kerkelijke Sncramenten hier mede gepaard ging. Alles derhalve, wat bang was voor Ketterij, hield zich aan de GelGofsbsHjdenis der /Apostelen en de overige Geloofshelijdemsfen ; terwijl de Geeste- lijkheid de Kerkelijke gebruiken dagelijks alom leer- aarde. iNNOCENTius III heeft een gedenkftuk van zulk eene onveranderlijke Kerkelijke Regtzinnigheü aan zijne geloovige onderdanen nagelaten op de al- se- «56 K E R K E L IJ K E V gemeene Kerkvergadering van Lateraan in het jaaf BOEK 121 < van dezen inhoud: Vil Höordft, 5» Wij gelooven vastelijk," zoo luidt de eerfle na C. G. Canon van deze Kerkvergadering , „ en belijden j aan 073. ed^voudi^lijk, dat 'er een eeni^ waarachtig God is, tot 15 17. . . . eeuwig , oneindig , onveranderlijk , onbegrijpelijk , almagtig en onuitfprekelijk , Vader, Zoon en Heil, Geest; ^vel drie Perfonen ; maar één Wezen, ééne Zelfftandigheid , of allezins ééne eenvoudige Na- tuur. De Vader is van niemand, de Zoon van den Vader alleen , en de Heilige Geest van beiden te- vens , altijd zonder begin en einde. De Vader is de teelende, de Zoon de geborene, en de Heilige Geest de uitgaande; zij zijn allen van ééne Zelf- flandigheid, en malkanderen gelijk, even almagtig, en even eeuwig. Eene grondoorzaak van alle din- gen , de Schepper van al het onzigtbare en zigt- bare, geestelijke en ligchamelijke, die door zijne al- magtige kracht terftond van den aanvang des tijds twcederlei Ichepfelen uit niet gefchapen heeft , de geestelijke en ligchamelijke, te weten, de hemelfche en aardfche, en dus ook de menfchelijke, gemeen» fchappelijk uit geest en ligchaam beflaande. Want de Duivel en andere booze Geesten zijn wel van God in hunne natuur goed gefchapen; maar door zich zelven boos geworden; de mensch integendeel heeft door aanftoken des Duivels gezondigd. Deze Heil, Drieëenheid , welke naar het gemeene Wezen on- deelbaar, en naar de Perfonelijke Eigenfchappen on- derlcheiden is , heeft door mozes en de Heilige Pro- GESCHIEDENIS. 157 Profeten , en andere van hare Dienaren, aan het V menfchelijk geflacht, naar eene zeer gepaste inrig- °°j^ ting der tijden , eene zaligmakende Leere medege- Hoofdft. deeld. En eindelijk heeft de eeniggeborene Zoon «^ C. G, ^ -, 1 1 •• j Jaario73» van God, jezus christus , nadat nij van de ge- jq^ i^\% heele Drieëenheid gemeenfchappelijk met de mensch- - heid bekleed, (^incarnatus ^^ van maria, die altijd Maagd gebleven is, ontvangen, een waar mensch, uit eene redelijke ziel en menfchelijk vleesch beftaan- de, één perfoon in twee Naturen, geworden is, den weg des levens nog duidelijker geopenbaard. Alhoewel hij, naar de Godheid, onfterfelijk en voor lijden niet vatbaar is ; echter is hij , naar de mcnsch- heid, voor lijden vatbaar en fterfelijk geworden; ja hij heeft, voor de zaligheid van het menfchelijk ge- flacht, ook aan het kruis geleden, is geftorven, ter helle nedergedaald , van de dooden opgeftaan , ett ten hemel gevaren. Maar hij is met de ziel neder- gedaald, in het vleesch opgedaan, en met beide teri hemel gevaren. Op het einde der wereld zal hij komen, om de levenden en dooden te oordeelen^ eri eenen iegelijken te vergelden naar zijne werken , zoo Wel den verworpenen als den uitverkorenen. ï^&zé allen zullen met hunne eigene iigchamen, welke zij thans dragen , opftaan , om naar hunne verdienden te ontvangen, het zij zij goed of kwaad geweest zijn, de eerden met den Duivel eeuwigdurende ftraf- fe, deze met christus eeuwige heerlijkheid. Voorts daar is ééne algemeene Kerk der geloovigen , buicen welke niemand zalig wordt. In dezelve is jezus CHRISTUS te gelijk Priester en ook offerande , wienö XVlil, Deel. R lig- j»58 KERKELIJKE V ligchaam en bloed m het Sacrament des Altaars j BOEK onder de gedaanten van brood en wijn, waarachtig' Hoofdft. ^^}^ hevat zijn', terwijl het brood in het ligchaara, m C. G. en de wijn in het bloed , door de Goddelijke raagt ^^^^°^^' veranderd worden, opdat wij, ten einde de verbor- pi genheid der eeuwigheid te volmaken, dat gene van het zijne nemen , wat hij van het onze genomen heeft. En dit Sacrament kan inderdaad niemand ver- rigten, (^ conficere ,') dan de Priester, die wettig naar de fleutelen gewijd is, welke jezus Christus zelve aan de Apostelen en hunne Opvolgeren gege- ven heeft. Maar het Sacrament des Doops , het- welk , onder de aanroeping der ondeelbare Drieëen- heid , namelijk des Vaders , des Zoons , en des H. Geestes, in het water gewijd wordt, ftrekt zoo wel aan kinderen, als aan volwasfenen, wanneer het van iemand naar het Kerkelijk voorfchrift bedeeld wordt, tot zaligheid. En wanneer iemand , na het ontvan- gen des Doops , in zonde gevallen is , zoo kan hij door ware boete altijd herfteld worden. Doch niet alleen maagden en ongehuwden, maar ook gehuw- den, die God door een regt geloof en goed gedrag behagen , verdienen , tot de eeuwige zaligheid te komen." Door zoodanig een geloofsvoorfchrift hield men zich genoeg beveiligd voor alle Ketterfche nieuwig- heden in het geloof , doch behalve dat hetzelve reeds verfcheidene bijvoegfelen bij de oude Geloofs- belijdenis in zich bevat , hebben wij in de Ge- fchiedenis reeds vele voorbeelden aangetroffen , hoe het Christendom in geloof en zeden beide van. tijd GESCHIEDENIS. 25^ tijd tot tijd op eene grove wijze verbasterd is ge- V worden , en uit dit tegenwoordig Tijdvak kunnen '^^^'^ deze voorbeelden merkelijk vermeerderd worden. De noofdft. magt van den Paus was wel reeds federt de vijfde ^^ C. G. eeuw toe genomen en eenigermate gevestigd, maar '^^JgJ^* had dat toppunt van uitgeftrektheid en grootte ook — — in de Westerfche Kerk niet bereikt, waar toe zij gebragt was , federt bonifacius VIII in de ver- maarde BuUe Unigefjitus uitdrukkelijk had beweerd, dat het tot zaligheid volftrekt noodzakelijk zij te geïooven , ( ojnnino esfe de necesfitate fahttis , ) dat de Paus over alle menfchen te bevelen heeft» In- derdaad, federt de Paufen zich op deze magt en de onfeilbaarheid in het leeren beroemden , welke zij in naam van de Kerk^ aan welke dezelve zal gefchon- ken zijn, uitoefenden, was het eigenaardige van het Christendom verloren, hetwelk zich alleen op God- delijk gezag gronde, terwijl de Paufen en derzelver vereerers vergeefs gepoogd hebben , deze onredelijke aanmatiging van onfeilbaarheid te verzachten, door de verklaring, dat zij de overlevering ^ dat is, de oudfle , maar flechts mondeling van aanzienelijke Leeraren voortgeplante godsdienst waarheden bewaard, verzameld , beproefd en plegtig geftaafd hebben. Onder de nieuwe leerflukken , welke in dezen tijd' Schat de opkwamen , is de Schat der Kerke ééne der voor- ^'^'■'^* naamden, welke fchat ontftaan zal zijn uit de ver- dienden van CHRISTUS en van de Heiligen. Toen namelijk de Paufen federt het einde der Xïde eeMw aan allen, die deel zouden nemen in de kruisvaar- ten, volkomen aflaat^ dat is, eene geheele kwljr- R a feiicl. 26o K E R K E L IJ K E V fchelding van alle door hen verdiende Kerkeliihï' BOEK ftraffen der zonden, beloofden, zagen de Canom's-^ Hoofdft. ^^^^ en Scholastieken om naar gronden, met welke na C. G. zij dezelve konden verdedigen. De Franciskaner ^^^"^ °[^' ALEx ANDER VAN HALES , éc'n der aaiizienelijkde . Leeraren in de Godgeleerdheid te Parys , in het midden der XlIIde eeuw , flelde daaromtrent de vraag voor : of de Paus werkelijk van de vol komene Kerkelijke firaf ontflag , of aflaat ^ kan geven P En antwoordt op dezelve. Allezins , wanneer 'er een behoorlijk en genoegzaam berouw vooraf is ge- gaan , düch hij mag het alken om gewigtige rede* nen doen. Vervolgens komt hij op de toen gewone tegenwerping : „ Of God ftraft, of de menfcheh ftraffen : ontdaan de menfchen van alle flraffen , zoo volgt , dat -God firafc, en dat gevolgelijk de volkomene aflaat bij hem niets geldt." Deze tegen- werping lost hij op driederlei wijze op. Of men kan zegden, ichrijft hij, dat de Paus, bij het uit- deelen van zijne volle aflaat, evenwel te gelijk ftraft, nademaal hij de Kerk , of een lid derzelve , tot vol- doening verpligt. Of men kan ook zeggen , dat de Schat der Kerk, die tot voldoening der Kerk geo- pend wordt , voornamelijk uit de verdienden van CHRISTUS beftaat. Daarom kan men ook zeggen, dat God het kwaad, hetwelk vergeven wordt, als niensch en als God ftrafc, door lijden en genoeg- doening voor ons, en zoo ftraft, of heeft Chris- tus, als God en mensch, geftraft." Deze Kerke- lijke Schat leidt hij wel hoofdzakelijk af van de overtollige , ( Supererogationibys , } verdienften van CHRIS' GESCHIEDENIS. 2^1 CHRISTUS , maar niet minder ook van dergelijke V verdienften of goede werken der Heiligen , die veel ^°^^* meer gedaan hebben , dan zij naar de Goddelijke Hoofde. Wet fchuldig waren (*). Of hij de eerfte is , die na C. G. dezen Schat heeft uitiievonden , dan of men deze J^^'^'^^^' eer moet toekennen aan zijnen tijdgenoot, den niet — — min vermaarden albert den Grooten^ is onzeker. -Deze geeft nopens de aflaten zijne bepaling op (f), welke hij voor de beste houdt , volgens welke de aflaat genoemd kan worden : eene vrijlating eener opgevolgde flraff'e^ voortvloei jende uit den Schat der overtollige gosde werken der volmaakten , ( thefaiiro fupererogationis perfectorun.') — Want, vervolgt bij, ,, in dezen Schat heeft de Kerk de rijkdom- „ men der verdienflen en des lijdens van Christus, 5, der roemwaardige Maagd MARïA,van al de Apos- „ telen , IMartelaren en Heiligen van God , zoo wel 5, levenden als overledenen." Ondertusfchen blijkt uit het flilzwijgen van anderen van dien tijd, dat men dit gevoelen toen nog niet voor eene algemeen erkende waarheid gehouden hebbe. Maar alberts groote leerling , thomas van /iquino, heeft 'er meer toe gedaan, dat deze foort van bewijs opgang heeft gemaakt, daar hij verze- kert (§), dat deze Schat aan het geheele verborgene ligchaam der Kerke toebehoort , als waar in de Hei- (*) ALEX' HALES Suwma P. IV. Qucest 23. membr,^.6, (f) In L. IV. Sentcnt. Difl. XX. art. 16. (5) Super quartum Librum Magistri Sentent, Dift^ JfX. p. 121. f(jq. Tv 3 a62 KERKELIJKE V Heiligen veel meer werken van boete verrigt heb- foEK ben, dan zij behoefden te doen, (mithum operibus Vil „ |.,., poenitentiae fupererogaverunt ad menfuram dehitQ- na C. G rum fuorum, ) En van dezen lijd af werd de Ker- Jaario73 jje}jj}fe Schat door de Godgeleerden aangenomen, en './'^^,_^ de aflaten als eene toepasfing of gebruik van den- zelven befchouwd ; alhoewel fommigen , geliik fran- ciscus DE MAYRONis nog in de XlVde eeuw de verdienden der Iltiligen in ^tztw Schat niet naast de verdienden van christus geplaatst wilden heb- ben. — Tot dus verre was de Kerkelijke Schat flechts €en gevoelen der Godgeleerden, maar eindelijk maak- te KLEMENS V[, in het jaar 1349, van dit gevoe- len een Leeiduk van het Geloof, door zijne ver- maarde Bulle Unigenitus (*). Toen hij in dezelve het op handen zijnde Jubeljaar aankondigde, ver- ifiiaarde hi], dat christus voor zijne ftrijdende Kerk eenen of^eindigen Schat verworven , en dien aan den Apostel petrus, en deszelfs opvolgeren, had toevertrouwd^ om hem aan de Geloovigen uit te deelen. — j^Tot vermeerdering van dezen Schat," gaat hii voort , „ dragen de verdienften der Zalige Moeder Go'ls ^ en van alle Uitverkorenen^ van den eerfren regtvaardigen tot den laatften het hunne bij; en men behoeft voor deszelfs verteering noch ver- mindering te vreezen; zoo wel wegens de oneindige ver- (*) In Extravagant. Communibiis Libr. V. t. 8. de poenii. Cap. 2. in Corp. Jur. Canon. Ed. Boehm. Tom, II. pag. iip4. GESCHIEDENIS. aöj verdienden van Christus, als omdat, hoe meer 'er V door deszelfs toeëigening tot geregtigheid gebragt ^^^f worden , des te meer de hoop van hunne verdien- Hoofdft. den aangroeit." Na zulke bekrachtiging van dezen "^ C. G, Kerkdijken Schat in de algemeene Kerkewet van '0^1517^ eenen Paus, mogt aan denzelven niet meer getwij- — — — feld worden. Ook hebben de Paufen dcszelfs waar- heid federt altijd onderdeld; en 400 jaren na kle- MENS, heeft BENEDicTus XIV in zijne Jubel -BuUe van het jaar 1749 zich insgelijks op dezen Kerkelij- ken Sehat, welks verdeeling hem toebetrouwd was, onnrent in gelijke bewoordingen als kleriens , beroepen. Vergeefs verzette jan van wesel , van wien wij even te voren gefproken hebben, zich tegen dt-ze uitvinding van dien Kerkdijken Schat, men was daar mede ten behoeve der aflaten te zeer in zijn fchik , dan dat men naar de gegrondheid van deze meening onderzoek wilde gedaan hebben. Eene andere Geloofsleere , welke in dit Tijdvak Zeven haren oorfprong nam , waren de zeven Sacramenten, Sacra- Het uitgeflrekt gebruik en beteekenis van het woord ™^'"*^"' Sacramemum in de oudfte Kerk , en de onkunde met de oude Kerkfpraak, waren oorzaak, dat men de algemeene beteekenis des woords van alles, wat godsdiendig en heilig was, in den engeren en be- paalden zin nemende , voor heilige teekenen van Goddelijke genadebewijzen , al ligt Sacramenten 'm dezen bepaalden zin meende te vinden , waar de Kerkleeraars het woord meer onbepaald gebruikt hadden. Zoo was de Latijnfche Vertaling, welke het woord Mutjj^oj', Efez. V. 32. van het huwelijk I^ 4 ge- a(54 KERKELIfKE V gebruikt, door Sacramentum vertaalde , oorzaak ^ '^^■^ dat ook het huwelijk onder de Sacramenten eene Hoofdft. pl''i'its gekregen heeft ; van hier is het ook , dat men na C. G clan meer dan minder Sacramenten door Kerkleeraars tori^fr erkend vindt. De vermaarde Aartsbisfchop raba- •-— - — Nus MAURus in de IXde eeuw telt vier Sacramen* ten , den Doop , de Gewijde Olie , het Ligchanm en Bloed W2.n Christus, hetwelk iii de volgende eeuw door paschasius radbertus herhaald is , zonder dat wij met zekerheid zeggen kunnen, waar- om zij het Avondmaal in twee Sacramenten gedeeld hebben, en of paschasius niet minder Sacramenten geteld heeft, dan rabanus. Daartegen leerde Bis- ichop OTTO van B amber g^ in het jaar 1124, de door hem nieuvvbekeerde Ponimeranen ^ dat de Kerk zeven Sacramenten heeft : den Doop , het Vormfel , de Zalving der Kranken met Olie , het Avondmaal ^ de Boete ^ het Huwelijk^ en de Inwijding aer Gees^ iclijksn, In de Oasterfche Kerk ging het even eens met het woord Mu5">}f/oi', (^verborgenheid.^ De oudde Leeraars duidden met dit woord, behalve het C/zm- teiijk Geloof tn de Menschwording van cüristus , alleen den Doop en het Avondmaal aan. Maar van de Vide eeuw af vindt men in de fchriften van den onechten dionysius den Areopagiet zes zulke ge- heimvolle inftellingen en gebruiken, (of Sacramen- ten,^ genoemd: den Doop, het Avondmaal, de Wijding van den Heiligen Olie, de JVijding tot Kerkelijke Ambten , den Monnikenfland , en de pebruiken hij de Overledenen ; een getal , hetwelk THEOx GESCHIEDENIS. 265 THEODORus STUDITES in de IXde eeuw nog be- v paalder vastgefteld beeft. boek Gemeenlijk wordt petrus lombardus, de zoo j-joofdih vermaarde Leeraar der Theologie te Parys^ en Ie- na C G. dert het jaar 1159 Piisfchop dier Hoofd ftad , voor J^J^'°{^* tot I5I7» iden eerden gehouden, die de leer van de zeven Sa- ., cramenten openlijk heeft voorgedragen, Ondertus» fchen blijkt uit het bovengaande voorbeeld van Bis- fchop OTTO van Bamhergy dat deze leer reeds vroe- ger bekend moet geweest zijn bij de Godgeleerden; fchoon men niet gefciiiedkundig kan aanwijzen, hoe liet met de uitvinding en opfiering dezer leere zich hebbe toegedragen. Hoe het zij, petrus lombar- pus behandelde deze leere wijdloopig in zijn Boek, Jietwelk vervolgens het algemeene Leerboek der Kerk geworden is (*3 ; alwaar hij de bepaling opgeeft , wat een Sacrament is. Het is, zegt hij, een teeken eener heilige zaak; maar men noemt ook eene heii Uge verborgenheid dus , gelijk het Sacrament der Godheid. Nader noemt hij het met zijnen augus-?- TiNUs; De ztgthare gedaante eener onzigtbare ge- pade , welker beeld zij vertoont , en de oorzaak daar yan opgeeft; en vervolgens leert hij, en zoekt het te bewijzen , dat 'er zeven Sacramenten zijn. Men js in later tijden opmerkzaam geworden op eenen Scholastieken Godgeleerden dezer eeuw, bandin of PANDINUS, (misfchien was hij een Italiaan, ban- piNi,) en op deszelfs leerboek, Scntentiarum Li" ^ri IV, uit welk werk fommigen gemeend hebben, d^t (*) L. IV. Sententiar. Difl. I-XLII. p. 292-3 ?3. R5 t66 KERKELIJKE V dat LOMBARDus zijn leerboek ontleend hebbe; deze BOF.K 2al, meent men, flechts fn'ee Sacramenten geleerd VU Hoofdft. hebben; doch, fchoon hij 'er niet uitdrukkelijk ze- na C. G. ven noemt, volgen zij toch bij hem , in dezelfde j?.ario73 ^j-jg g|g i^y lombardus , ook komt het zeer waar- tot 1517. ^ ' J » — — - fchijnlijk voor, dat zijn werk later is dan dat van LOMBARDUS , en dat het een kort uittrekfel van het breedvoeriger werk van dezen bevat. Van LOMBARDUS tijd af werd dus de leer van zeven Sacramenten meer en meer bevestigd, hugo van iS";. Fictor , de vermaarde Kanunnik te Parys^ heeft in zijn Boek over de Sacramenten , doch het- welk eigenlijk een volledig Christeiijk Leerboek is, ( de Sacramentis doctrinae fidei Libri duo^ ) bij A&Z& Sacramenten nog geteld het wijwater, de be- flrooijing met asfche, de wijding der palmtakken , de fneijen, de waschkaarfen , de klokken, en meer andere gebruiken, omdat zij teekenen van heilige dingen zijn, en met het woord van God daar toe geheiligd zullen zijn. hugo noemde een Sacrament corporale vel materiale elementum, foris fenjïbiliter propojitum , ex fimilitudine repraefentans , ex infiitu^ tione Jtgnificam , ex fanctificatione conti nens , ö//« quam invifibilem et fpiritualem gratiam, scoT en occAM gaven weder andere befchrijvingen , doch waren het ook niet met malkanderen eens. Maar GRATIANUS bragt voornamelijk veel toe, dat deze leer algemeen werd aangenomen , doordien hij in zijne Decreten zoo breedvoerig van dezelven handelde, en dewijl zijne verzameling van de Pausfen goedge- keurd werd , was dit zoo veel , als of zij de zeven Sa- GESCHIEDENIS. nGj Sacramenten ook voor eene leere van hunne Kerk v erkenden. Tot dat eindelijk eügenius IV , op de ^oek VII Kerkvergadering te Florence in het jaar 1439, het j^jq^^^jj^^ vermaak genietende , dat hij de Armeniërs met zijne na C. G. Kerk vereenigde , hen onderwees , wat zij als leden J^^^^°73» " ' 7 j jQj 1517» van zijne Kerk gelooven moesten , en daar onder „n was dan ook de leer van zeven Sacramenten be- grepen. De Scholastieken bragten bij de Sacramenten vele gevoelens te berde , en onder deze was het ge- voelen der Tranfuhftantiatie ^ hetwelk eindelijk in dit Tijdvak eene leer der Kerk werd. Wij hebben van tijd tot tijd in de Gefchiedenis der Kerk ver- haald, welke veranderingen de Leer van het Avond- maal al ondergaan hebbe , en bij gelegenheid van de twisten over hetzelve in de IXde eeuw ook aan- geteekend, welke tegenfpraak de leer van de veran- dering van het brood in het Avondmaal ondervonden hebbe, hoe onzeker die leer nog in de Xlde eeuw gebleven zij, totdat eindelijk berekgarius met al zijne fcherpzinnigheid en vrijmoedigheid daar voor heeft moeten bezwijken. Evenwel was deze leer in de Xllde eeuw in de Trnnfub- Westeifche Kerk nog niet volkomen heerfchende ; ft^ntiatie. maar de Grieken hadden 'er zich reeds door het zamenflel van damascenüs aan gewend. De rede- rijk kundige bloempjes, waar mede de H. bernhard gewoon is , zijnen üijl te verfieren , maken dat hij zich omtrent deze leere niet duidelijk uitdrukt. On- dertusfchen fpreckt hij duidelijk genoeg van het Avond- 268 KERKELITKE V Avondmaal (*): Ook tot heden toe wordt ons dat' ^^^ zelfde vleesch gegeven^ maar geestelijk^ (^fed fpiri- Iloofdft. tualiter utique^') als hij 'er derhalve kort daar na lia C. G. op laat volgen : „ Ook hebben wij thans nog de tot i'cir »' "^^^^ zelffiandigheid ^ (^fubfiantie^ ) van dit m — „ vleesch; zonder twijfel niet anders dan in eert „ Sacrament'^'''' zoo kan dit bijvoegfel: haud du- Mum fane quin in facramento niet wel iets anders beteekenen , dan : fed fpiritualiter utique. Op eene andere plaats , waar hij opzettelijk dit onderwerp beliandelt (f) , vergelijkt hij de Sacramenten met ?ea' ring, die ten teeken eener te deelen erfenis ge- geven wordt. De ring , zegt hij , geldt op zich zelven niets; maar het gene ik zoek, is de erfenis. Op deze wijze heeft de Heere , toen hij zijn lijden naderde, zi.ine leerlingen met zijne genade la- ten beloonen , opdat de onzigtbare genade door eenig zigtbaar teeken medegedeeld werd." Eene vergelijk king, welke alle verandering uitfluit. Ook zijn tijd- genoot, de Abt van Duits, rupert, draagt eene leere voor, welke niet beftaanbaar is met de veran^ dering van het brood. Van deze beide Mijjiieke, en dus meer Dijbelfche Godgeleerden , onderfcheidt zich in de verklaring dezer leere, de aanvoerder der Scholastieken, pe- trus LOMBARD, hoewel hij zelve niet regt weet, \yat hij 'er van maken moet. Na zoo wel die ge-* nen (*) Sermo in Festo S. Martini T. III. Opp. p. 336. (t) Sermo de Coena Domini /. c, p. 175. GESCHIEDENIS. ^69 hen wederlegd te hebben , die zeggen , dat de god- V deloozen , zoo wel als de godvriichtigen , het lig- ^^^^ Chaam en bloed van Christus in het Avondmaal Hoofdd, ontvangen ; als die genen , die daar in enkel teeke- na C. G. nen vinden , wil hij bewijzen , dat het ware lig- :q!'^J°''?' chaam en het ware bloed van Christus op den al- - taar zijn , ja dat de geheele christus zelve onder elke van de beide gedaanten tegenwoordig is; en dat de zelfftandigheïd van het brood in het lig' chaam , gelijk de zelfftandigheïd des ^vijns in het hloed veranderd worden. ,, Maar, zegt hij, wan- neer 'er gevraagd wordt : wat voor eene verandering dit zij: eene formeele of fuhftantieele? of van eene andere foort? Dit ben ik niet in (laat te bepalen. Doch dit zie ik wel , dat het geene formeele is , de- wijl de voormalige gedaanten dezer zaken , gelijk ook de fmaak en het gewigt, overblijven enz. Ondertusfchen , terwijl men nog twistte, hoe de ^verandering van het brood in het Avondmaal ver- ftaan moest worden, werd het plegtige kunstwoord Tranfubjïantiatie federt de Xllde eeuw meer en meer gewoon. Dit woord komt het eerst voor in eene Predikatie van hildebert , Bisfchop van Mans , en eindelijk Aartsbisfchop van Tours , die om- ftreeks het jaar 11 34 geftorven is. Men heeft voor- heen gedacht, dat steven, Bisfchop van Autun^ het eerst dit woord gebruikt hebbe , doch men plaatfte zijnen leeftijd veel te vroeg in de Xde eeuw, terwijl men thans overtuigd is , dat hij in de Xllde eeuw thuis hoort. Een ander vermaard Leeraar in Frankryk , pieter van blois , fchrijft ook : „Ter- S70 KERKELIJKE V ,, Terwijl brood en wijn door de kracht des hemei- BOEK fchen woords in het ligchaam en bloed van chris- VII Hoofdft "^^^ veranderen, (^ tranfuhjlantiatis ^') blijven de na C. G. Accidentien , welke daar te voren waren , zonder Jaario73. z-,-^^^ gj^ ronder onderwerp. " ernesti (*) heeft tot 15I/.-' ^ . ^ ^ -' p. niet onwaarfchijnlijk gegist , dat Tranfuhftantiattê eene plompe woordelijke vertaling is van het woord Metamorphofls van ovidius. Eindelijk gaf innocentius III aan deze leer op de algemeene Kerkvergadering van Lateraan in het jaar 12 15 haar leerfliellig gewigt en kracht in zijne geheele Kerk, en verklaarde de verandering van het brood voor een werk der Goddelijke almagt. (/r<ï«- fuhftantiath pane in corpus^ et vino in fanguinem , potestate divina. ) Evenwel hielden hier mede de vragen en gevoelens der Scholastieken over de ver- andering van het brood niet op , maar vermeerder* den veel meer, ten aanzien van de wijze en oraftan- digheden dezer verandering ; maar ook zagen zij zich genoodzaakt, nog andere vragen te ontwikke- len, welke bij gevolg uit deze leer voortvloeiden | bij voorbeeld: wanneer een muis of hond het ge- wijde teeken opat , wat dezelve eigenlijk ontving of at? enz. Hoe het zij , men had vastelijk befloten , dit ker- fluk te handhaven , tot welke zeldzame en onge- riimde vragen en oplosfingen het dan ook aanlei- ding mogt geven, en geen wonder, daar het aan- zien van den Mispritster door dit leerlluk zoo zeer (*} In Anti'Muratorio p, 48. GESCHIEDENIS. 271 rijzen moest, gelijk men dan ook meermalen gezegd y heeft, dat zijne waardigheid en magt alle andere in boek de wereld te boven ging. Het ontbrak ook niet aan pjoofdö verhalen van wonderen , welke deze leer moesten na C. G. bevestigen; en welke zóo menigvuldig waren, dat J^^^''^/'3* , ' tot 151 7. ALEXANDER VAN HALES cr ecn bijzondcr vraagftuk -__«_ van maakte (♦) ; of men , wanneer na de zegening het vleescia van christüs in zijne natuurlijke ge- daante , als een kind , of als bloedig vleesch , ver- fchijnen raogt , dat ook zou mogen gebruiken ? Neen; antwoordt hij; maar men moet het in een heel rein kastje als eene Reliquie bewaren; en in zoodanig geval is het geestelijk gebruik voldoende. Wij zullen de moeite niet nemen, om den Lezer lastig te vallen met eene lijst van zoodanige wonde- ren, anders zouden wij ook gewagen kunnen van het Mirakel met eene Hostie, welk te Amfterdam zal gebeurd zijn, en waar naar nog eene ftraat den naam draagt van de heilige Weg, Ondertusfcheii waren *er nog in de XlIIde eeuw niet weinige God- geleerden van Parys , die , zoo zij al deze leer niet regelregt tegenfpraken , echter ook tevens andere mecningen daaromtrent voordroegen. Aan een van hen werd te last gelegd , dat , als hij zich in het jaar 1164 te Rome bevond, hij tegen eenen Kardinaal gezegd zou hebben, dat te Parys het gevoelen, dat CHRISTUS ligchaam niet wezenlijk in het Avond- maal tegenwoordig zij , vrij algemeen was ; maar dat (*) In L. TV Sentent. Quaest. LUI. Membr, IV. Artie. 1. fol. CCXVL b. 272 K E R K E L IJ I^ É V dat hetzelve alleen door de teekenen beteekend werdj,^ BOEK efj jjjit: dit ook zijne meening was; maar hij verde- Hoofdfl. digde zieh tegen dit verwijt in eenen Brief aan dett na C. G, Paus (*}. Zelfs nog in het begin der XlVde eemv tori^fr ^^^^'^ J^^' ^^" Parys , een Dominikaner Monnik j — — — een fcherpzinnig redetwister, zoodat men hem den bijnaam gaf Picque rasne of Point asne, (vertaald 'Joannes Pungensafinum ^ ) omtrent deze leer zijn gevoelen voorgedragen in een gefchrift, door j. al- Lix uit een handfchrift van het Klooster St. Victor te Parys in het licht gegeven : Determinatio de modo exiflendi corpus Christi in Sacramento Altarh alio , qiiam tenet Ecckfia. In dit gefchrift betuigt hij- de plegtige meening van de broodverandering goed te keuren; maar, voegt hij 'er bij, hij ver- ftoutte zich niet om te zeggen , dat dit volflrekt tot zijn geloof noodzakelijk was ; ( quod hoc cadat fiih fide mea ; ) doch de ware en wezenlijke tegen- woordigheid van CHRISTUS in het Sacrament des Altaars kon nog op eene andere wijze verdedigd worden. Te weten , men kon leeren , dat de fuh" fiantie des hroods onder hare acctdentien bleef ^ doch met zekere bepalingen : ( non in proprio fup-i pofito ; fed tracta ad esfe et fuppojitum Christi ; ita ut hac ratione fit unum fuppojitum in duahus naturisi^ en dit gefchiedde door middel der ligcha- melijkheid, {corporeitas ^^ welke met de broodheid, {paneitas , ) gemeenfchappelijke eigenfchappen heeft| zoodat het brood christus ligchaam, en dit het brood (*) BULAEUS Hiit. Univerf. Parii, T. III. /•. 373* GESCHIEDENIS. «73 brood zij. Deze wijze van verklaring draagt eenen V bijzonderen naam, Impanatio. boek Dar deze broodverandering ten dezen tijde ook in HoofdfL de Griekfche Kerk reeds vrij algeracene toeftemming na C. G* gehad hebbe , bewijzen twee plaatfen uit den ver- )^^"°73» maarden Uitlegger theofylactus (*> Op beide - deze plaatfen zegt hij: In het Avondmaal is niet blootelijk een voorbeeld, («frirvTrov, ) maar het lig- chaam des Heeren zelve, terwijl het brood ^ zoo als hij zich op de eerfte plaats uitdrukt, door eene on- uitfprekelijke kracht veranderd wordt ; (f^'.TXTToiuIxt ,) alhoewel het brood fchijnt te zijn. In de tweede plaats gebruikt hij het woord fAèr»/3oi\hirxt; en in beide voert hij deze reden aan: aan brood en wijn zijn wij gewoon ; maar van bloed en vleesch , voor* namelijk men fchen vleesch , hebben wij eenen afkeer j daarom heeft zich de goddelijke barmhartigheid naar onze zwakheid gefchikt. Welke zeldzame begrippen men zich voorts vail deze verandering in het Avondmaal gemaakt heeft, leert de twist, welke omtrent het jaar 1382 in het Koningrijk Falentia ontftaan is (f). De Parochie*' priesters aldaar leiden den kranken, welken zij het Avondmaal toedienden , onder anderen de vraag voor: Gelooft gij , dat dit, (de Hostie., welke de Priester in de hand had,) de Fader ., Zoon en Hei- lige Geest isP als de kranke ja zeide: dan ontving hij (*) Comment. in Matth. XXVI. in Mare. XIV. (t) BALuZi Notae ad Vitt. Papar. Avenionensf. Toni, I. pag. 13Ó8. XVm. Deel. S ft74 K E R K E L IJ K E V hij de Hostie. Een zieke Doctor of Leeraar, vvieti BOEK (Je Priester hetzelfde vraasde, zeide: Neen: het is Vil Hoofdft. fliichts het ligchaam van Christus, den Zone Gods; na C. G. oiaar niet de Vaader, noch de Heilige Geest. Toen Jaarro73 ^^^^ antwoord bekend werd, was men het niet ééns, 1 ■ , ■ welk het ware gevoelen was. De Inquifiteur raad- pleeside des wegens met de Godgeleerden , en ver- klaarde vervolgens de fteliing van den Priester voor kettersch* Dot:h één van de Parochiepriesters drong zich tegen de orde in, om in de hoofdflad te pre- diken, en riep, midden onder de Preek, eencn daar tegenwoordigen Notaris op , opdat hij den inhoud van een papier, hetwelk hij vertoonde, bevestigen zou. De Priester had 'er het volgende op gefchre* ven: „ Nademaal in jezus chuistus drie natt^ ren zijn, eene menfchelijke, geestelijke en goddeliy- ke^ gelooft gij dan, ó Christen, dat, wanneer een Priester u het dierbaar ligchaam van christus over- geeft, en u naar zijne menschheid vraagt, of door de woorden, welke christus op Witten Donderdag gefproken heeft, het ÜufFeliike brood in het ware vleesch van christus veranderd is geworden? Gij moet allezins ja ! zeggen. Wanneer hij u verder naar zijne geestelijke natuur vraagt, of gij namelijk gelooft, dat aldaar de heiige ziel van christus isr zoo zeg 0(»k: p, Vraai^t hij u eindeliik, over de Goddelijke [NJatuur, of deze Vader, Zoon en Heil.- Geest zi); zoo zeg ook: ja, dewijl alle drie de per- fonen daar wezenlijk zijn." Doch, terwijl de Pries- ter dit wijdloopig verklaarde, riep hem een koopman toe: s, Zeg veel meer, ó Christen! neen! neen!"' Ook GESCHIEDENIS. a75 Ook wederfpraken nog anderen den Priester, toen V hij van den Kanlel kwam. Het volk koos over het °^^J geheel partij tegen de Priesters ; ook traden de Be- Hoofdft. delmonniken op deze zijde, en 'er verliepen twee "^ ^' ö» jaren , eer deze twist door den Heil. vinceiNTIUS [q^ j^,- kon worden bijgelegd. Dat voorts in de laatile eeu- wen van dit Tijdvak allen, die de verandering van het brood in het Avondmaal ontkenden , als Ketters aangezien en behandeld zijn , zal ons uit her verder beloop der Gefchiedenis blijken. Aan den bovenge- melden jan van Parys werd reeds het waarnemen van zijn leeraarambt, om zijne leere van het Avond- maal , door fomraige Prelaten verboden. Een natuurlijk gevolg der Transfuhjiantiatie , de Het aan- üanbiddirip der eewtide Hostie^ als in welke chris- '^'''"'^".. Tus zelve tegenwoordig zou zijn, werd nu ook een de Hostie hoofdfteun voor deze leer. Men heeft wel over de oudheid van dit gebruik getwist , tusfchen de Roomschgezinden en ProteRanten , doch fchoon men reeds in de Vide eeuw bij de Grieken de gewoonte vindt, om het gewijde brood voor het oog der Ge- meente op te htfFen, zoo gefchiedde zulks alleen , om de aanwezenden te noodigen tot het gebruik des Avondmaals; dit gebruik vindt men ook vervolgens in de Wesrerfche Kerk , maar van de aanbidding; nog in de Xllde eeuw geene fporen, doch in de XHIde eeuw vindt men het in de Westerfche Kerk als een ph'gt voorgefchreven. In 1217 gebood honorius Ili (*), dat (*) In Drcretall. Gregor. IX. L. III, ///. e^\. de Celebrat. Mhfae C. 10. S a a?^ K E R K E L IJ K E V dat elk Priester zijne Gemeente zorgvuldig zal on» ^ER derrigten, dat, wanneer bij het vieren der Mis de Hoofdfl. heilzame Hostie opgeheven wordt , zich ieder een na C. G. eerbiedig buigen moet , als ook , wanneer dezelve 10^1^17 "^^'" ^^"^" zieken gedragen wordt. Deze buiging ■ werd om dezen tijd ook door eene Kerkvergadering te Saint es bij het voorbij dra gen der Hostie gebo- den , en daar voor tien dagen aflaat beloofd (*). Sacrn- X'ervolgens werd de leer van de Transfuhftantiatk jnentsdcg ^^ ^^^ jg aanbidding der gewijde Hostie^ voor de Westerfche Kerk, als het ware, geheiligd door een bijzonder Feest , hetwelk als allerhoogstwaardigst gevierd wordt. De oorfprong van hetzelve is zon- der eenige bedenking bekend , maar ftrekt niet zeer om hetzelve eerwaardigheid bij te zetten, juliana, eene Non in een Hospitaal buiten de poort van Luik ^ en federt het jaar 1230 aldaar Prioresfe , — zoo verhaalt het de Dominikaün bzovius uit eenen ouden Schrijver (f), en veel korter de Paus bene- DiCTUS XIV, in een werk, hetwelk hij nog als pPvOSPER LAMBERTiNi gefchreveu heeft (§) -- ftond in zoo beogen roem van heiligheid , dat zij meer- malen in den hemel verrukt werd, en in den Pro- fetifchen geest zelfs de gedachten der menfchcn be- kend maakte. Zoo dikwijls bijna als zij bad , zweeftle haar een wonderbaar gezigt voor oogen : de (*) HARDUIN. Concill. T, VII. C, 7. p. 847. (t) In annal. Eccles. ad a. I230. «. 16. (§) Comnent, de D. N. J. C. ejusqiie Matiis festis P. 1. 5. DXXXII. /^. A 21 f. GESCHIEDENIS. 27? (ïe Mnan , wel in haren vollen glans , maar aan een deel V van hare rondheid gebroken. Zij verftond door een "l^ff VII Goddelijk onderwijs, dat de Maan de Kerk, en de Hoofdft. breuk van dezelve het ontbreken van een enkel ''a C. G« Feest te kennen gaf, hetwelk God tot den wasdom '^j, j^j^^ van het ware geloof wilde ingelteld hebben; ook — - kreeg zij bevel , om met het vieren van hetzelve een begin te maken , en het aan de wereld aan te kon- •digen. Twintig jaren lang verhinderde hare nede- righeid haar, om dit bevel uit te voeren; terwijl zij bad, dat zulks aan een' waardiger perfoon mogt opgedragen worden ; eindelijk ontdekte zij het aan eenen Kanunnik te Luik , die het weder aan andere aanzicneüjke Geestelijken mededeelde, onder anderen aan den Aartsdiaken jakob , die naderhand den Pausfeiijken Troon beklommen heeft , onder den naam van urbanus IV. Deze allen waren eenparig van gevoelen, dat het ter eere van God en opwek- king van godvruchtige Christenen (trekken zou , wanneer 'er een bijzonder Feest ter gednchtenis der inzegening van het Heiiig Avondmaal ingefteld werd. Doch eene andere godzalige Maagd, isabella , eene vriendin van juliana , kreeg insgelijks om de- zen tijd, ais zij in eene Kerk te Luik voor een krucifix knielend bad, eene Goddelijke Openbaring, van dezen inhoud, dat zoodanig een Feest ftceds eene verborgenheid der Heilige Drieëenheid geweest was, maar nu was, in deze laatfte dagen, de tijd gekomen , dat dezelve aan de menfchen verkondigd moest worden. De beide vriendinnen besloten der- halve, om alles in het werk te ftellen, ten einde S 3 dit 27» K E R K E L IJ K E V dit oogmerk te bereiken, juliana liet door eenea *vn i^'^S"^ 9 i"'^*^ "^^^ geleerden , Geestelijken , eene Li- Hoofdih ï"rgie of Eeredienst voor dit Feest opftellen; en als na C. G. deze aan de Godgeleerden ter beproeving overgege- «0^1517'^^" was, oordeelden zij eenparig, dat dit werk niet uil I. van menfchen kwam , maar van den Vader des lichts zelven. Verfcheidene Geestelijken in het Bisdom Luik verzetten zich wel hier tegen, maar hun Bis- fchop HUGO voerde het Feest in op eene Sijnode in het jaar 12^6. Zijn dood echter maakte 'er weder een einde aan ; en alhoewel de Kardinaal - Legaat ïiuGO hetzelve ijverig aanprees, evenwel werd het flechts zoo lang gevierd, als hij zich in dezen oord onthield, juliana ftierf dus in het jaar 1257, zonder haren wensch vervuld te zien; doch hare leerlinge en vriendin eva, eene andere Non te Luik ^ bragt het zoo ver, dat ten minde de Kanunniken van Sf. Martin dit Feest zonder vertoef vierden. Thans kwam het op de uitfpraak van den Paus aan , voor wien de zaak gebragt was , welk lot dit nieuwe Feest hebben zou. urbanus jV oordeelde de zaak zoo gewigtig, dat hij 'er niet overhaast in te werk wilde gaan. Maar een ander wonderwerk, hetwelk te Bolfena , niet ver van Civita Fecchia , waar hij zich met zijn Hof bevond, in het jaar ï:?.64 gebeurde, bragt hem fpcedig tot andere ge- dachten. Wanneer een Priester aK'aar de leekenen van het Avondmaal inzegende , en aan de waarheid der verandering van het brood twijfelde: vielen *ei* bloeddruppels op zijn' linnen Koorkleed. Hij wikte die verbergen , door het kleed in plooijen te flaan , doch GESCHIEDENIS. «79 doch d:\ar door kwamen meer bloedige gedaanten V eener Hostie te voorfchijii; en dit kJeed is tot in de ^^[^ jongde tijden te Civita Fecchia ais eene Reliqiiie *H[oofdft. bewaard. Hier op verordende urbanus nog in dat- '^^ C. G. zelfde jaar 1264, door eene Bulle, dit Feest voor \TJ\1ll,'' zijne geht-elc Kerk, op den donderdag na de Pink- ■■ fterweek (♦), belovende aan allen, die hetzelve zou- den vieren , eenen aflaat van 40 tot 100 dagen. Men heeft echter naderhand pogen te ontkennen, dat de droomerijen van eenige vrouwen tot dit Feest aan- leiding gegeven hebben. Dewijl urbanus twee maanden Hechts na het uitvaardigen van zijne BuIIe llicrf, zoo bleef het vieren van het Feest overal achter, alhoewel hij zelve het gevierd had. Maar KLEMENS V herftelde het in het jaar 131 1 weder op eene Kerkvergadering te Vienn&^ door eene verorde- ning, welke eene herhaling was van de Bulle van URBANUS (f). Sedert is dit Feest , in de Kerkefpraak Festum Corporis Domini ^ gemeenlijk Sacramentsdag genoemd , in algemeen gebruik gekomen , en werd eenigermate het voornaamde , en in der daad het prachtigfte in de Roomfche Kerk. Dat urbanus ÏV ook het plegtig omdragen der gewijde Hostie op dit Feest, zoo als het nog gewoon is, te gelijk be- valen hebbe, vindt benedictus XIV waarfchijnlijk. Ook is het te gelooven, dat federt de vernieuwing van dit Feest, het bewaren en aanbidden der Hos- tie, (*) In Magfii Bnllario Rommio T. I. p. 145. (f) Clementinar. L. III. Tit. \6. de reliquiis et vette-' ratione SS- Cap. unie, p. loSo. S4 18e KERKELIJKE V tie, in een kostbaar kasje ook buiten de bediening »oER yan het Sacrament allengs meer de overhand gekre- Hoofdrt. ge" lieeft. na C. G. Men heeft ook als een gevolg van de leere der *! !'^!^r-* Tram fuhft anti a tie aangezien die voorname verande* tot 1517- * •' -' ^ - ring in het bedienen van het Avondmaal , dat men De Lee- de Leeken heeft uitgefloten van het gebruik van den he^ ffe" drinkbeker in hetzelve , hoewel deze verandering niet bruik van nnmiddelijk en noodzakelijk , noch alleen uit die leere den beker J5 voortgevloeid. Tot in de Xilde eeuw toe werd in het ^ . Avond- J^"" ^^'s Christenen , zonder onderfcheid , het Avond- n.ml uit- maal volledig , onder beide gedaanten van brood en ' * wijn , toegediend ; gelijk de eerlijke Kardinaal bona zelve erkend heeft (*), en gelijk duidelijk blijkt uit den Regel van Paus gelasius I, die de fcheiding van het brood en den beker uitdrukkelijk onder ftraf- fe van den ban verbiedt, dewijl zulke fcheiding van een en hetzelfde Sacrament niet zonder fterken Kerk* roof en Heiligfchennis gepleegd kan worden. Toen in de laatlte dertig jaren der Xlde eeuw de twist met berengarius over het Avondmaal op het hevigst gevoerd werd, verdedigde deszelfs partij LANFRANK wel ^tTramfuhflantiatie met allen ijver, maar hij onderllelde evenwel het gebruiken van het Avondmaal onder beiderlei gedaante als algemeen ge- woonlijk. In een Liturgisch gefchrift van eenen cngenoeraden uit dienzelfden tijd worden die genen beftvaft , die het ligchaam van Christus in den wijn doopten , en dus geloofden , het Avondmaal vot» <;*) Rer, Liturg. L. II. C. 18. Opp. p. 594. fq. GESCHIEDENIS. 2S1 Volledig bediend te hehben ; welk misbruik Paus V urbanus II op de Kerkvergadering te Clertmnt in ^°^^ het jaar 1095 insgelijks uitdrukkelijk verbood , wil- Hoofdft. lende, dat niemand bij den Altaar het ligchaam en "^ C. G. bloed anders, dan t\'^ bijzonder, nemen zal. lor!^^. Doch , omtrent dien tijd , werd het eerst van eeni- . ge Prelaten het voorftel gedaan , dat men aan de Leeken den drinkbeker in het Avondmaal niet be- hoefde te geven. R'^dulf, federt het jaar 1108 Abt van het Klooster van den Heiligen Tronc ^ (S, Tru- donis ,) in het Bisdom Luik, en in het jaar iiai Abt van St. Pantaleon in het Keulfche , geeft in zijn ongedrukt gedicht, bij bona aangehaald, de redenen daar voor op: „ Hier en daar, zegt hij, mag men de voorzigtigheid gebruiken, dat de Pries- ter aan zieke of gezonde Leeken niets van het bloed van CHRISTUS geve; alzoo 'er gemakkelijk iets van geftort kon worden , en de eenvoudige zou kunnen denken: dat de geheele jezus niet onder beiderlei gedaante zij. Hic et ïbi cautela fiat , m Vreshijter aegris Aut fanis tribuut Lakis de fangutne Ckristi; ffam fundi posfet leviter , fimplex^ue putaret , Qtiod non fub f pede fit totus Jefus utraqtie. Evenwel hadden deze voorftellingen in het eerst weinig ingang. De overeenftemming der voornaam* fle Myfiieken en Scholastieken van deze eeuw be- hield het oud gebruik beide van brood en wijn , bij voorbeeld , bernhard van Clairvaux^ hügo van St, Flctor enz. petrus lombardus , wiens ge- voelens en uitfpraken zoo veel invloed hadden, zegt S 5 uit- 28a K E R K E L IJ K E V uitdrukkelijk : „ Waarom wordt het Avondmaal BOEK onder eene tweeledige gedaante gebruikt , fchoon VII o o o Hoofdft. ^^^^ ^^ geheele Christus onder elke van beiden na C. G. is? Om te toonen, dat hij de geheele menfcheliike Jaario73. j^^jyy^ aangenomen heeft, om die geheel te verlos- tot 1517- ° ^ j fen. Want het brood ziet op het vltesch, en de wijn daartegen op het bloed , omdat de vvi'n het bloed werkt, ïn hetwelk, gelijk de Natuurkundigen zeggen , de zitplaats der ziel is. Het wordt daarom onder twee gedaanten gevierd , opdat de aanneming der ziel en des vleefches in christïts , en de ver- losfing van beiden in ons aangeduid wordt (*)." In de Xlllde eeuw integendeel nam de meening, dat men de kelk aan de Leeken mogt en kon ent* houden, merkelijk de overhand. In het janr 1313 werd de Transfubflantiatie als een Kerkelijk Leerftuk door iNNOCENTius III vastgeflield , welke Paus even- wel zelve in zijne fchriften blijken geeft, dat ook de vrouwen den beker nog ontvangen hebben. Mis- fchien heeft evenwel deze leer nu eene leer der Kerk geworden , aanleiding gegeven , dat men meer be- , zorgd geworden is, dat de Leeken het bloed van CHRISTUS (lorten mogter. Hoe het zü, alexan- DER VAN HALES, Ó.Q 'EngtX^che Franciskaner^ die de Godgeleerdheid met zoo veel roem tot aan zijnen dood in het j;iar 1245 toe te Parys ^ geliik te voren te Oxford, geleerd heeft, is reeds een getuige, hoe zeer de nieuwe gewoonte zich bad uitgebreid. On- der eene menigte vragen over het Avondmaal (lelt hij (*) L. IV. Dijïinct» Xf. p. 3i3- GESCHIEDENIS. 283 • hij ook deze voor: Is het wel geoorloofd^ het lig- V chaam van Christus enkel onder de gedaante des '^^^^ hroods te nemen ^ zonder hem te gelijk o der de ge- Hoofdft daante des wij'ns te ontvangen? Na de gronden voor na C. G. en teeen aangehaald te hebben, beduit hij, dat, '"'''^'°"^' ^ ^ ' - ' ' tot 1517. dewijl CHRISTUS onder de beide gedaanten geheel — — ontvangen wordt , men heel wel zijn ligchaam enkel onder de gedaante des hroods ontvangen kan; zoo als bijkans overal van de Leeken in de Kerk ge-» fchiedt. Evenwel was dit gebruik nog ver van algemeen te zijn , alzoo eene Kerkvergadering te Durham van het jaar 1220, de Priesters vermaande, om de Lee- ken , zoo dikwijls zij ten Avondmaal gingen , tg onderwiizen , dat zij toch niet aan de waarlieid van het ligchaam en bloed van christus twijfelen, de- wijl zij zeker dat gene onder de gedaante des broods ontvangen, het gene voor ons aan het kruis gehan- gen heeft, en in den drinkbeker, het geen uit de zij^le van Christus gertort is. Nog gewigtiger zijn hier plaatfen uit de fchrifien van albert den GroO' ten. Deze weet zoo weinig daar van, dat men den beker toen aan de Leeken zou onthouden hebben, dat hij veel meer (*) die genen wederlegt , die het gebruik des wijns voor overtollig verklaren , omdat de geheele chuistus onder de geda. t van het brood tegenwoordig is; maar zijn leerling, de HeiL THOMAS , fchijnt het eerst deze leere van den beker aan de Leeken te onthouden , met kracht voorge- daan (*} Libr. de corporc Christi et facraniento altavis. 284 KERKELIJKE V ftaan te hebben. Hij ftelt de vraag voor : Is het *v^? wtf/ geoorloofd^ het ligchaam van Christus te ge' Hoofdlh hruiken , zonder het bloed ? En hij antwoordt : na C. G. Zulks fchijnt ongeoorloofd te zijn , dewijl Paus ge- •[^jj j.^^_' LASius in zijn bekend voorfchrifc zulks verbiedt; ■ dewijl het drinken des bloeds tot de volkomenheid van dit Sacrament behoort, en dewijl dit tot ge- dachtenis van het lijiien van Christus ontvangen wordt , welk lijden meer door het bloed , dan door het ligchaam wordt uitgedrukt , zoodat men zich eer van het gebruik des ligchaams dan des bloeds zou dienen te onthouden. Maar daar tegen, zoo vervolgt hij, ftrijdt de gewoonte van vele Kerken, in welke het volk wel het ligchaam van Christus , maar niet zijn bloed ontvangt. Hier uit leidt hij die gevolg af: „ Naardien het den Priester toekomt, dit Sacrament te wijden en tot fland te brengen , welks volkomenheid in beide beftaat: zoo mag hij geenszins het ligchaam van Christus zonder het bloed nemen; maar omtrent anderen gebruiken eeni- ge Kerken de voorzigtige gewoonte, uit hoofde van het gevaar van een oneerbiedig gedrag , enkel het ligchaam van christus te geven." Deze groote Godgeleerde van zijnen leeftijd uit de Orde der Dominikanen zal velen aan zijne zijde overgehaald hebben, en dewijl ten zelfden tijde het Opperhoofd der Franciskanen bonaventura zich voor dit gevoelen verklaarde, is het niet vreemd, dat deze nieuwe gewoonte, om de Leeken van den Avondmaalskelk uit te fluiten, fpoedig van de aan- zienelijkfle Kerken in het Westen is aangenomen ge- wor- GESCHIEDENIS. 285 worden. In de latere tijden der XlIIde eeuw ziet V men in vele Kerken , in plaats van den gewiiden ^^^^ wijn , voor de Leeken de naderhand zoogenoemde fioofdll, fpoelheker te vooHchiin komen. Men goot bij den «^ C. G. overgeblevenen gewijden wijn meermalen gewonen l^^^^J^ wijn, en een Aartsbisfchop van Cantetbury ^ joan ^ ■ i ■ PEKHAM, gaf in het jaar 12S1 aan zijne Priesreren in last, om het volk te onderwijzen, dat, het geen hun in dezen beker gegeven werd , geen Sacrament was, maar enkel wijn, met welks hulp zij het ont- vangene heilige ligchaam gemakkelijker konden door- flikken, Ondertusfchen vindt men nog diep in de XlVde eeuw voorbeelden , dat men den beker ook aan de Leeken gegeven heeft ; trouwens blijkt uit hel geval van Keizer hendrik in het jaar 1313, die door den wijn in het Avondmaal vergeven zal zijn , dat de Leeken zeker den beker ontvangen hebben. Evenwel werd reeds omtrent het midden der XlVde eeuw de tegengeftelde gewoonte door de Paufen zoo zeer als wetiig en regtmatig aangezien, dat KLEMENS VII, in het jaar 1344, aan den Her- tog JAN van Normandiê^ oudften Zoon van Koning FiLiPS VI, op deszelfs verzoek, als een bijzonder voorregt, bij Dispen fatie bewilligde, dat hij, zoo lang hij leefde, den beker zou mogen ontvangen , hetzelve vergunde hij ook aan de Ouders en de Gemalin van dezen Prins , en in het volgende jaar aan den Hertog otto van Burgondi'è ^ docli onder voorwaarde, dat de Priester zich daar bij zoo ge- heim en voorzigtig zou gedragen , dat 'er toch niets van het bloed geftort, noch eenige ergernis gegeven moge a86 K E R K E L IJ K E V mogt worden. Op het einde dezer eeuw was het ^^^!^ zelft gevaaiiijk, op het algemeen gebruik van den Hoütdü. drinkbeker aan te dringen. Een Paiochiepriester te na C. G. Praags Meester matïhias van Jatiow^ onderwees L/^{^' her volk en noodiede hen uit, om den heker te COL Si/. I o))tvangen , welken hij ook ronddeelde.. Maar de hooge Geesiellikheid noodzaakte hem fpoedig, om te herroepen; hij ftierf in het jaar 1394., en zijne fclirifren werden in het jaar 1410, met andere zoo- genoemde Ketterfche fchriften, door den Aartsbis- fcliop van Praag veroordeeld. Bohemen was over het geheel het land, waar men het langst het gebruik van den Avondmaalskelk be- houden had. Dit land was door Griekfche Monni- ken tot het Christendom bekeerd, en bleef fteeds genegenheid behouden voor de oude gebruiken, de Piicvsrers lefden in den echt , de gewone landtaal werd bij den Godsdienst gebruikt, en dus ook het Avondmaal lai g onder de beide gedaanten van brood en wijn bediend ; maar toen karel IV omtrent het midden dezer eeuw de Univerfiteit te Praag fticht- te, en op dezelve vele Duitfche ^ Franfche en Ita^ Viaanfche Leeraren beriep, werden de vorige gebrui- ken , ook door uitdrukkelijke Plakaten van dezen Vorst, onder (Iraffe des vuuis, afgefchaft , eu daar onder het gebruik van den drinkbeker voor de Lee- ken. — Nog was 'er eene reden, waarom men in Bohe- men reeds in de XlVde eeav/ vele koene Leeraars van Hervorming vond, die onder andere verbaste- ringen van den Godsdienst eii der Kerk, ook het Avond' GESCHIEDENIS. a8^ Avondmaal onder eem gedaante beft; eden. Dcf-Fa/' V demen , die overal vei volga werden , namen gedeel- ®°^* telijk hunne toevlugt ouk naar Bohemen, alwaar de Hoofdfl. gefchiktheid lot eene vrijere denkwijze, voornamelijk na C. G, onder de heimelijke Grieken, grooter was dan in i^^^^°T3» tot 15 17, de meeste an ere landen. In het naburig Meisfen leefde in het begin der XVde eeuw pieter van Dregden , zoo als hij naar zijne vaderftad genoemd werd , ook een aanhanger der Waïdenzm, Deze had, na eenig verbliif te Praag, deze hoofdltad met vele andere Duitfchers verlaten in het jaar 1409, en lèdert in zijn vaderland Schoolonderwijs gegeven. Doch toen men hem als een* Ketter herkende , vlugtte hij weder naar Praag, alwaar thans federt het jaar 1400 als lid der Filozofifche Faculteit dezer Hooge School jakob van Mi fa leerde, gemeenelijk, om zijne kleine ligchaamsgeftalte , jacobellus , (de Kleine jakob,) in het Boheemsch jakaubez ge- noemd. Tegen dezen , die toen bij de Kerk van iS"^. B'lichael te Praag Parochiepriester was, zeide PIETER van Dresden: dat hij zich verwonderde , dat een zoo geleerd en heilig man de dwaling in de leere van het Avondmaal niet opgemerkt had, die reeds lang voor de Kerk zeer nadeelig was gewor- den, dat men het volk enkel het ligchaam des Hee- ren onder ééne gedaante gaf. jacobellus, hier door opgewekt , raadpleegde de Kerkvaders , en vond, dat zij het algemeen gebruik des bekers aan- geprezen hadden, hetwelk hij ook aan het volk pre- dikte, en het vermaande, om in het vervolg het Avond- a88 K E R K E L IJ K E V Avondmaal volledig te gebruiken (♦). De twisten BOEK jnet Hus over den Godsdienst, welke toen reeds Hoofdft. plaats hadden , kregen daar door een' grooten ftcun , na C. G, voornamelijk , dewijl ook zijn ambtgenoot sigmund 10^1^1^' R2EPANSCI hem bijftond. De Aartsbisfchop van . Praag deed hem wel in den ban , maar hij ging voort, met toejuiching over dit (luk te prediken, en de twist hield weldra de vergadering van Conftans bezig, ook werden 'er hevige fchriften over gewis- feld. Terllond toen jakob de misa in het jaar 1415 zijn gevoelen openlijk begon voor te dragen , weder- fpraken hem de Leeraars der Hooge School, maar hij verdedigde zijn gevoelen in een afzonderlijk ge- fchrift , waar tegen een Ongenoemde eenen langen Brief uitgaf, en poogde te bewijzen , dat het tegen het oogmerk van Christus was ^ dat men de Lee* ken beide de deelen van het Avondmaal toediende. Kort daar na volgde 'er een onder gefchrifc van an- DREAS BRODA , Doctor en Profesfor der Godgeleerd- heid te Praag ; tegen welken aanval jakob van Mi/a zich fpoedig in eene wijdloopige verantwoor- ding verdedigde ; een ander Ongenoemde poogde hem op nieuw te wederleggen, en deze maakre een onderfcheid tusfchen de oude Kerk en de nieuwe , welke volgens hem met den Roomfchen Bisfchop siLvESTER haren aanvang genomen heeft; ja men kan, zegt hij, den oorfprong der nieuwe Kerk eerst federt honderd of twee honderd jaren berekenen. In de (*^ AE^EAs sYLvius Hiit. Bohem, C. 35. GESCHIEDENIS. 289 de eerde Kerk gefchicdde alles eenvoudiger en gro- V rer ^ {fmpliciori modo et grosfori,') dan in de nieii- *^^* we, waar alles op eene waardiger wijze befchouwd Hoofdft, en behandeld wordt. Deze Schrijver vervalt zelfs "^ C. G. tot ongerijmde Hellingen , bij voorbeeld : De Paus jot'^J 5J7] kan voor de menfchen zonden maken , waar ''er gee- — »■* ne zijn, of waren: want naardien het reeds zonde is, loffelijke gewoonten der Kerk te overtreden, zoo is het zelfs doodzonde, aan PausfeJijke verordenin- gen ongehoorzaam te zijn. Ondertusfchen was te Konftans de Kerkvergade- ring opmerkzamer geworden op dezen twist. De groote goedkeuring, welke jakob van Mifa in zijn vaderland vond, ontrustte haar; hij werd desvvegens van den Bisfchop van Leitomifchel bij haar befchul- digd, die de vergadering bad, om deze toenemende Ketterij paal en perk te (lellen, huss zelve ver- klaarde zich nog te Konflam, eer hij gevangen ge- zet werd, in een bijzonder gefchrift voor den kelk der Leeken. De daar tegenwoordig zijnde Godge- leerden oordeelden het derhalve noodig, met hunne uitfpraak tusfchen beiden te komen. In Junij 14 15 maakten zij hun gevoelen in zes artikelen bekend , waar bij zij ook hunne bewijzen voegden. I. CHRISTUS heefc na zijn Avondmaal het Sacra- ment van zijn allerheiligst ligchaam onder de beide gellalten van brood en wijn ingefteld. II. Niettegenflaande deze inflelling en uitdeeling is het, naar eene loffelijke en goedgekeurde gewoon- te der Kerk, gebruikelijk geworden, dat dit Sacra- ment niet na het avondeten vervaardigd, noch van XVIII. Deel. T de 190 K E R K £ L IJ K £ V de Geloovigen ontvangen moet worden, iiitgezon- BOEK ^jerd bij eene ziekte , of in een ander doodsgevaar. VII Hoofdft ^ïï' Alhoewel in de eerfte Kerk dit Sacrament na C. G. van de Geloovigen onder beiderleie gedaante ontvan- jaario73. ^^^^ ^^ geworden ; zoo kon nogtans , ter vermijding , van eenige gevaren , met gelijke of nog grooter re- den, de gewoonte worden ingevoerd, gelijk zij wer- kelijk ingevoerd is, dat de Priesters, die het Avond- maal inzegenen , hetzelve onder twee gedaanten , maar de Leeken flechts onder ééne gedaante van brood nemen. IV. Deze van de Kerk ingevoerde en reeds zeer lang uit redelijke gronden waargenomene gewoonte, moet voor eene wet gehouden worden, welke men niet afkeuren , noch zonder het gezag der Kerk wil- lekeurig veranderen mag. V. Wie zegt , dat het Kerkeroof is , of iets on- geoorloofds , deze gewoonte als eene wet waar te nemen, dien moet men onder de dwalenden tellen. VI. Die genen, die het tegendeel van deze be- fluiten hardnekkig drijven, moeten als Ketters aan- gemerkt, en als zoodanige, verwijderd en geftrafc worden. Zoo onbedachte befluiten had men van enkelde Godgeleerden in den drift van verfehillende gevoelens mogen verwachten, maar dat zich een geheel talrijk genootfchap , aan welks hoofd zich een gerson bevond, regelregt tegen christus, de Apostelen en de oude Kerk verklaarde, kon uit geene andere drijfveer afgeleid worden, dan uit de vrees voor het gezag der nieuwe Kerk en derzelver voornaamfte Leer- GESCHIEDENIS. 291* Leeraren. Bovendien was de oude gewoonte thans v vernieuwd geworden in een land , hetwelk onder den ^^^^ blaam van Ketterij lag, zoodat men geloofde, daar- Hoofdft. om te minder te moeten toegeven. Het is dus geen na C. G. wonder, dat de Kerkvergadering zich naar dit goed' Jqj'^J?^?* vinden der Godgeleerden voegde en in hare XlIIde zitting den i5den Junij 1435 haar befluit in de vol- gende bewoordingen liet voorlezen : „ Nademaal fommigen in eenige landen der wereld zich onder- ftaan, om roekeloos te beweren, dat het Christen- volk het Heilige Sacrament des Avondraaals onder de beide gedaanten van brood en wijn moet ontvan- gen, en werkelijk ook hier en daar de Leeken onder de gedaante van wijn laten communiceren; en hard- nekkig leeren , dat men zelfs na het avondeten , of anders niet nuchteren, communiceren kan; en dit tegen de loffelijke door redelijke gronden geftaafde gewoonte der Kerk aanloopt, welke zij, op eene verdoemelijke wijze, als kerkroovend en heiligfchen- dig zoeken te verwerpen, terwijl zij van het hoofd beginnen: Zoo verklaart, verordent en bepaalt het tegenwoordige heilige, algemeene Concilie te A^ö.v» fiam, hetwelk in den Heiligen Geest wettig verga- derd is, dat, alhoewel Christus dii eerwaardig Sa- crament na het avondeten onder beiderlei gedaanten van brood en wijn ingcfleld en aan zijne Apostelen uitgedeeld heeft; nogtans , desnicttegenjiaande ^ het ioffelijk gezag der Heilige Kerkewet ^ en de gepre- zene gewoonte der Kerk in acht genomen heefr, en nog in acht neemt, dat dit Sacrament niet na hst avondeten bediend , maar van de Geloovigen nuchtc- T a rea C52 K E R K E L IJ K E - V r^n gebruikt moet worden; uitgezonderd wanneer zij lOEK 2iek zijn , of een ander geval van noo.d voorkomt , Hoofdft. hetwelk naar het regt of van de Kerk veroorloofd na C. G. is. En gelijk deze gewoonte, om eenige gevaren en tori^f? ^rg^""s ^^ vermijden, verftandig ingevoerd is: Zoo ■■.. .■■— heeft ook uit gelijke en nog grooter oorzaken kun- nen ingevoerd en in acht genomen worden, dat, alhoewel dit Sacrament in de eerfie Kerk van de Geloovigeti onder heiderlei gedaante ontvangen is y het evenwel in het vervolg van de inzegenenden , (<3 conficientibus ^^ onder heider lei gedaante^ maar van de Leeken alleen onder de gedaante des hroods ontvangen worde. Want, men moet vast gelooven , zonder eenigzins te twijfelen, dat het geheele lig- chaam en het geheele bloed van Christus zoo wel onder de gedaante des broods als des wijns waar- achtiglljk begrepen is. Dewijl derhalve deze gewoon- te van de Kerk en de Heilige Vaderen om verllan- dige redenen ingevoerd, en federt langen tijd in acht genomen is: zoo moet zij voor eene wet ge- houden worden , welke men niet veranderen , noch zonder het gezag der Kerk willekeurig verwerpen mag. Gevolgelijk moet het voor dwalend verklaard worden, te zeggen, dat het heiligfchendig of onge- oorloofd zij, deze gewoonte of deze wet in acht te nemen. En die genen, welke het tegendeel hier van hardnekkig bevveeren, moeten als Ketters uitgewor- pen, en door de Cisfchoppen of hunne ambtenaien, of door de luquififeuren der Ketterfche fnoodheid , in de landen en gewesten, waar tegen dit befluit iets beproefd of ondernomen is, volgens Kerkelijke en GESCHIEDENIS. 293 en Wettelijke verordeningen , welke ten beste van V het Katholijke Geloof tegen c!e Ketters en hunne be- °^J^^ giinftigers heilzaam uitgedacLt zijn , icherpelijk ge- Hoofdft. ftraft worden (*)." "^ C. G. Deze bcfluiten der Kerkvergadering van Konflam \q^ j^j^] voldeden jakob van Mifa niet , en hare uitfpraak ■ jaagde hem geene vrees aan. Integendeel, hij fchreef kort daar na eene verantwoording tegen de ecne en andere; ook ftoorde men zich in Bohemen zoo wei- nig aan deze befluiten, dat veel meer het Avond- maal allengs in de meeste Kerken onder de beide ge- daanfen werd uitgedeeld. Waar toe ook de uit- drukkelijke verklaring der Univerfiteit van Praag iij het jaar 141 7 niet weinig toebragr. Om deze rede- nen poogde de Kerkvergadering haar befluit te fl:a- ven , door een verbod , dat geen Priester , op ftraffe van den ban , aan eenen Leek het Avondmaal onder de beide gedaante zou uitdeelen. Ook fchreef ger- soN, op haren last, in het jaar 1417, eene verhan- deling tegen de Ketterij van het bedienen des Avond- maals aan de Leeken onder beide gedaanten , welke in de vergadering werd voorgelezen. In dezelve be- weerde hij,- dat men hen, die anders leerden, en daar toe de Heilige Schrifc misbruikten, niet met mondelijke of fchriftelljke fpitsvinnighede/i , maar door geregtelijke flrengheid en firafen behoorde te wederleggen. Alhoewel dit befliiit niet duister genoemd kan worden, fchijnt het echter bijkans onzeker te zijn, of (♦) HARDUiN. Act. Concil. T. VIII. p, 581. T3 294 K E R K E L IJ K E V of deszelfs oogmerk een algemeen verbod geweest za! BOEK 2ijn. THOMAS van Walden , een Engelfche Karmellter Iloofdft. Monnik en Doctor der Theologie, die zelve de ver- na C. G. gadering te Kon/lans had bijgewoond , en die in isTiur •^'^3'' §^^^^^^" '^^•> verzekert, ,,dat den Leeken niet - — algemeen verboden is, het bloed van Christus on- der de gedaante van wijn te drinken; maar dat het ook niet algemeen en zonder voorzigtigheid aan allen vergund is; naar de gewoonte der Kerk was het aan de voorzigtigheid der groote Prelaten overgela- ten, om eenigen van de Bedienaars van den Altaar, die door geloof, eerbied en godsvrucht uitmuntten, tot het gebruik onder beide gedaanten toe te laten; zoo plagtcn de Paus, eenige Bistchoppen en Abten te' handelen." Het fchijnt, dat men fomtijds eenige toegeeflijkheid wilde gebruiken om niet dergelijke on- lusten te veroorzaken in andere landen , als 'er in Bohemen ontdaan waren; het was ook eerst in het jaar 1437, toen de Cistercienfen op een algemeen Kapittel befloten, de Roomfche Kerk te volgen, die thans, om alle gelegenheid tot dwalingen af te fnij- den, het Sacrament alleen onder de gedaante van brood aan de Leeken uitdeelde, die zich daarmede behoorden te vergenoegen. In het jaar 1436 had de Kerkvergadering van Ba^ zei in dit ftuk aan de Bohemers toegegeven ; gelijk wij zien zullen in de Gefchiedenis der Hits/tien ; ondertusfchen was zij verlegen, hoe de eer der ver- gadering van Koulans te redden. Te Konftans was het voor Ketterij verklaard, wanneer men het ge- bruik van het Avondmaal onder écne gedaante voor iets GESCHIEDENIS. a(>5 iets ongeoorloofds hield. Op de vergadering te Ba- v zei wederfprak men dat befluit wel niet regelregt ; ^^^^ evenwel nam men een ander , volgens hetwelk deze Hoofdft. ftelling niet wei meer eene Ketterij heeten lion. In na C. G. hare XXXlle zitting , in December 1437 , liet zij het J^"°[^' volgende Decreet voorlezen (*): „ Opdat men ter _ verldaring der Katholijke waarheid duidelijker wete, wat men ten nutte en zaligheid van het Cliristen- volk, ten aanzien van het Heilig Avondmaal, geloo- ven en doen moet: zoo ftelt deze heilige vergade- ring, na een vlijtig en lang onderzoek der Schrift, der Heilige Kerkwetten , en der van de Heilige Va- deren en Doctoren voorgedragene Leeringen , ook na behartiging van al het overige, wat hier toe be- hoort, vast, dat wel de Geloovige Leeken, of com- municerende Geestelijken , die dit Sacrament niet inzegenen , volgens het bevel des Heeren , niet ver- bonden zijn , hetzelve onder beiderlei gedaante te ontvangen. Evenwel heeft de Kerk, welke door den Geest der Waarheid geregeerd wordt, die in eeuwigheid bij haar blijft , en met welke ook Chris- tus volgens de Schrift, tot het einde der wereld blijft, het regt, om voor te fchrijven, hoe dit Sa- crament aan de genen, die het niet inzegenen, (jwn Conficieiitibus ^') uitgedeeld behoort te worden; zoo als zij namelijk vindt , dat ter vereering van het- zelve en tot zaligheid der Geloovigen dienflig is. Het zij nu iemand onder ééne gedaante , of onder heide , naar de verordening of gewoonte der Kerk , com» (*) HA8DUIN. T. VIII. p. 1244. T4 39^ KERKELIJKE V BOEK VII Hoofdft. na C. G Jaar 1073 lot 1517 Gebruik des Avond- imals door kin deren af- gefchafr. communiceert : het flrckt echter den ivaardlgen com- municant tot zaligheid. Men ning ook geheel niet twijfelen, dat het vleesch niet alleen onder de ge- daante des broods, en het bloed niet enkel onder de ■ gedaante des wijns ; maar veel meer dat onder elke gedaante de geheele Christus te vinden is. Ook moet de loffelijke gewoonte, om den Leeken onder ééiie gedaante het Avondmaal te bedienen , welke van de Kerk en de Heilige Vaderen, om goede re- denen , ingevoerd , tot hier toe zeer langen tijd in acht genomen , en van Doctoren , die in de Heilige Schrift en in de Kerkelijke wetten zeer geoefend waren, reeds lang aangeprezen is, voor eene wet gehouden worden; zoo dat het niemand geoorloofd is, dezelve te verwerpen." Dus het geen zij in het jaar 1436 aan de Eohemers en IMoravi'érs met de eene hand hadden toegeflaan , namen zij door dit befluit , met de andere hand weder terug. Ook bleef gedurende dit geheele Tijdperk niet alleen eene zeer groote menigte Boheuiers en Bloraviërs bij het gebruik van het Avondmaal onder de beide gedaan- ten; maar dit werd ook nog van tijd tot tijd door aanzienlijke Godsdienstleeraren der Roomfche Kerk, hoedanig savonarola was, verdedigd. Onder de gevolgen van de leere der Tran^fnhflau' tiatie hebben fommigen ook gerekend de affchaffing der gewoonte , welke men in de oude Kerk had , om ook aan kinderen het Avondmaal te geven , doch de Transfuhflantiatie was al een geruimen tijd in de Kerk ingevoerd, zonder dat men het Avond- maal der kinderen afgefchafc had , hetwelk federt het GESCHIEDENIS. 297 het begin der Xllde eeuw allengs gcfchicdde. odo, v Bisfchop van Parys , omtrent het jaar 1175, ver- ^"ji* bood aan zijne Priesters volftrekt , om aan kinderen Hoofdft. niet eens ongewijde liostien te geven. In de Xlllde na C. G. eeuw kwam hier het aanzien van tiiomas bii, die |'!f'^^°^-^* •^ ' tot 15 17, wel de kinder- communie als afgefchafc aanziet , ,. maar ook de reden 'er bijvoegt, dat de kinderen , volgens den Heiligen augustinus, door het ont- beeren van dezelve , geen gevaar van hunne zalig- heid lijden. Ook verboden om dezen tijd eenige Frajjfche Kerkvergaderingen , dat aan kinderen geene gewijde Hostien gegeven zouden worden , alleen van het zevende jaar af zou het geoorloofd zijn. In an- dere Westerfche Gemeenten is deze gewoonte, naar allen fchyn, al vroeger afgefchafc, misfchien is zij ook bij dezelve niet zoo algemeen geweest. Behalve de verbasteringen van de leere van het Avondmaal overlaadde men dezelve ook met eene menigte van fpitsvinnige vragen en bedisfiiigen , waar in de Scholastieke Leeraars bijzonder hebben uitgemunt, welke tot niet anders dienden, dan om deze leere te verdonkeren , en toch bleven de harten koud omtrent het gebruik van het Avondmaal. Ver- geefs was het door de Tramfuhfiantiatie tot een dagelijksch wonderwerk verheven; vergeefs werd het aangeprezen als het heilzaamfte ofler voor levenden en dooden; de verzekering zelve, dat de bloote te- genwoordigheid bij hetzelve, en de fchikking, om het door eencn Priester te laten vieren, genoegzaam gelijke uitwerking had , als het dadelijk gebruik , moest dit gebruik onverfchilHger en zeldzamer ma- T 5 ken. £98 K E R K E L IJ K E V ken. iNNOCENTius III zag zich daarom genood- BOEH zaakt, om in I27< te bevelen (*), dat elk waar VU Hootitfi Christen in zijne Kerk ten minlten eenmaal 'sjaars na C. G op Pafchen het Avondmaal zou ontvangen. Het is ]aaiio73 ^ii^jg j^jgj. j.g verwonderen, dat de Leeken zich zoo cot 1517, ' gemakkelijk den beker lieten ontnemen. Zij haddeti iedert lang geene inzage in zaken van Godsdienst, en de Geestelijkheid overreedde hen zonder moeite, dat zij 'er niets bij verloren ; en zij ondervonden hetzelve, reeds door de gemakkelijkheid, met welke zij zich het zoogenoemde Misoffer ^ of als aandach- tige aanfchouwers , of voor hun geld te nutte kon» den maken. Handel Wij hebben reeds voorheen gezien , tot hoe vele met Mis- einden reeds van de Vilde eeuw af het Avondmaal , of liever de y?/7/e Misfen^ bij welke de Priester al- leen de genietende was , misbruikt werden. Goed weder en zielerust voor overledenen, konden even goed door dezelve bezorgd worden. Deze uitvin- ding was te gemakkelijk voor alle foorten van Chris- tenen , bijzonder voor de Rijken , die , gezond en ftervende , zich , zonder moeite , alleen voor hun geld allerhande weldaden verkrijgen konden, en te voordeelig voor de Priesters, dan dat zij niet fleeds voortgezet en tot het oneindige vermenigvuldigd zou ziin. De verordeningen der Kerkvergaderingen van dezen tijd, dat geene uiterfte willen gemaakt konden worden, dan in tegenwoordigheid van den Parochie- Gees- (*) Concil Later an, IV. Can. 21. ap. harduin. Tomm VII. pag. 35. GESCHIEDENIS. 299 Geestelijken, hadden ongetwijfuld onder anderen ook V dit eigenbelang ten doel, dat de Ilervende toch de ^^^^ zielmisfen niet vergeten mogt. Thans was 'er reeds Hoofdft. eene foort van koophandel met de Misfen ontftaan , na C. G. die federt niet weder heeft kunnen uitgeroeid wor- P^''ï°73. ° lot 1517. den. Men ziet wel, dat de Engelfche Bisfchoppen - dit voltlrekt niet wilden dulden. DeBisfchop vanvS*^- rum bijzonder verbood het opveikn der Misfen ; noch voor jaarlijkfche noch voor dertigjarige aflaat, zou een Leek of iemand anders iets genoodzaakt worden te geven, of in zijn testament te vermaken ; ook zou desvvegens geen waar noch fchijnbaar contract van Priesters en anderen gefloten worden; even min zouden de Priesters , op fbafFe van fchorsfiiig in hunne bediening, zich met eene overtollige menigte jaarlijkfche Misfen laten bezwaren, welke zij niet op eene welvoegelijke wijze konden lezen, en 'er daar- om andere Priesters toe huurden ; of ze aan anderen verkoopen moesten; doch zoo lang de Christenen zich verbeeldden , dat zij voor zich en hunne over- ledene vrienden door zielmisfen groote weldaden konden verwerven , kon het niet misfen , of zij be- itelden 'er eene groote menigte , en 'er was zulk eene verbazende menigte Priesters , dat deze , om hun beliaan te vinden, het lezen der Mis op zich moesten nemen. Nu oordeele elk , die lust tot onderzoek of verge- Boetdoe* lijkin? heeft, of men dit een en ander ware C/^w/(?///- "'"gen en Biecht ke Godzaligheid ^ of wel Bijgeloof noemen moet; ook ftonden deze zaken met eikanderen in verband, zoo als het Sacrament der boete , de Kerkelijke Schat van 300 KERKELIJKE V van de verdienden der Heiligen, de Aflaat, het BOEK Pausfelijke Jubeljaar , de Bedevaarten , het Vagevuur Hoofdft. ^" ^^ Oorbiecht. Kerkelijke Boetdoeningen waren na C. G. zeker zeer oud , maar thans weken zij geheel af van jaario73. j^^^^ eerfte beftemming, en veranderden geheel van toc 157* ■ aard. Eigenlijk beftonden zij in opgelegde of vrij- willige ligchamelljke oefeningen en lijden , waar mede zekere godvruchtige handelingen verbonden moesten worden. Een half naakt ligchaam, lastige kleeding, geesfelingen , vasten, bedevaarten en kruistogten, maakten de eerfte foort uit; menigvuldig bezoeken van Kerken, het hooren der Mis, opzeggen van ge* beden en aalmoezen de tweede. Door dit alles werd eene foort van genoegdoening daargefteld , welke dan de Priester in de Biechtftoel , dan de Bisfchop , dan in zekere gevallen de Paus voorfchreven. Men geloofde zich daar door niet flechts bij de Kerk , maar ook bij God zelven de vergeving van bedre- vene zonden en ontheffing van verdiende ftrafFen waardig te maken. Ook was het reeds lang eene gewoonte geworden , om zonder bewustheid vap zonden velerhande boetdoeningen op zich te nemen, waar van de voorbeelden in het Monnikenleven , in de Gefchiedenis der Kruistogten en der Heiligen van deze tijden, ons zijn voorgekomen. Omtrent de boe- te was 'er voor de Bisfchoppen en Biechtvaders door verzamelingen van Kerkelijke wetten en Boeken over de boete gezorgd ; ook gratianus had van de boete gehandeld in zijn groot werk ; maar thans kwam 'er een bijzonder Boek uit van den beroem- den RAYMüND VAN PENiAFORT , doot hcm waar- fchijn- GESCHIEDENIS. 301 fchijnlijk omtrent het jaar 1230 op bevel van den V Froviiiciaal zijner Dominikaner Orde in Spanje op- ^'^^-'^ gefield. Het voert den titel Summa de Poenitentia Uoofdft. et Matrimonio ^ en kwam fpoedig onder den naam na C G, van Summa Kawiundiana in abemeen ffebruik. En J^^'"'°73« •^ ^> » dot 15 17, thans beflaat de hoete en oorbiecht als een Sacrament ,, eene voorname plaats in de fchriften van deze eeuw; wijdloopig handelden daar over petrus lombard en THOMAS VAN AQUINO. Doch aan de voorfchriften , door deze Schrijvers gegeven, hield men zich niet naauwkeurig, immers in bijzondere gevallen en ongemeen zware zonden , werden willekeurig de zonderlingfte boetdoeningen opgelegd. Keizer otto IV, die in het jaar 121 8 overleed, liet zich in zijne laatfle ziekte dagelijks van Priesters geefelen, en van zijnen Kok op den hals treden. Een Bisfchop van Hildesheim zeide daarom , het ware onmogelijk , dat een zoo boet- vaardig Vorst zelfs üechts één uur in het Vagevuur zou kunnen verblijven. Evenwel verfcheen hij, na zijnen dood , aan eene Abdis , zijne nabeflaande , welke hij klaagde: dat hij in het Vagevuur gepijnigd werd, en bad, dat zy, in verfcheidene Kloosters, tien duizend Pfalmen voor hem zou laten bidden, en wel op die wijze , dat de tegenwoordig zijnde bij eiken Pfalm tien geefeiflagen ontvingen; en dat bij elk vers een Ave Maria en Pater Noster ge- fproken, en terwijl de geefeling gebeurde, de Pfalm De pro fundi s opgezegd zou worden. Nadat dit volbragt was, meldde hij aan zijne bloedverwante in eene nieuwe ongemeen glansrijke verfchijning , dat hij 302 KERKELIJKE V hij thans tot de eeuwige heerlijkheid was overge* BOEK ggajj Q¥^^ gen Qj-aaf van Namen , die te zelfden Hoofdft. ty"-^^ ftierf, biechtte aan vier Abten te gelijk, en liet na C. G. zich , in zijne laatflie dagen , van zijne Biechtvaders , •Ü?^!?^?' met een ftrop om den hals, op ftraat rondvoeren, tot 1517* p zeggende, dat hij als een hond geleefd hebbende , ook als een hond wilde fterven (f). Ook vertelde men niet zelden wonderen , welke gebeurd zou- den zijn 5 om te bewijzen , hoe welbehagelijk de belijdenis van zonden en de boete aan God waren. Een jong mensch te Parys , die in het jaar 1199 niet in (laat was, door zijne tranen en fnikken zijne verfoeijelijke buitenfporigheden mondeling te biech- ten , fchreef ze op ; maar toen het fchrift geopend werd , vond men , dat alles was uitgewischt (§). Een reeds geltorven Dtiitfcher in het jaar 1212, werd , nadat hij reeds de llrafFen des toekomenden leveiis had leercn kennen , alleen daarom van God opgewekt , opdat hij nog eene heel flrenge boete van zeven jaren zou kunnen oefenen (**). Geefe- De vrijwillige boetdoeningen , zoo wel om daar laais. door, als het vvaie. God tot medelijden en verge- ving van begane zonden te bewegen, als ten be- hoeve van anderen en om de zielen uit het Vage- vuur te verlosfen , gelijk zich de Monniken en Hei- ligen met dat oogmerk zelven kastijdden , ver- basterden in dit Tijdvak zelfs in eene fecte van dwee- (*) RAYNALD- ad a. 1218. n 37. 38. (t) ld. n. 39. (§) ld. ad a. 1199. n. 45. Q*) ld, ad a. 12 12. n. 45, GESCHIEDENIS. 303 dweepers en geestdrijvers, welke men ten laatfte v voor ketterii verklaarde. Men had reeds in het voor- ^^}f VIÏ gaande Tijdperk veel werk gemaakt van het geesfe- Hoofdft. len van zich zelven , en dit gevoelen van de hooge ^^ C. G. waarde van deze ApoUoVifche tucht ^ dit zuiverings- J^'^ ^ ^^ tniddel, zoo als men het noemde , waar door men ■ geloofde, voor vele jaren vooruit boete gedaan te hebben , plantte zich in de tegenwoordige tijden voort. ROBERT PULLEYN , (of PULLUS,) de be- roemde Leeraar in de Godgeleerdheid te Paj-ys en Oxford, omtrent het midden der Xllde eeuw, prees dezelve aan in zijn Godgeleerd Zamenftel (*): „ Daar is," fchrijft hij, „ eene genoegdoening, welke de natuur van elk in (laat is te dragen; even- wel eene ruwe, maar Gode des te aangenamer, hoe vernederender zij is; wanneer namelijk een ieder zich naakt voor de voeten van den Priester neder- werpt , en van denzelven met roeden laat kastijden.'* Vorsten zelfs gebruikten dit verflerk middel van hun- ne godsvrucht zoo wel, als lieden van alle andere ftanden. lodewyk IX , of de Heilige , Koning van Frankryk , liet zich telkens , na het doen der biecht, van zijnen Biechtvader met vijf kleine ijzeren zaam- verbondene kettingjes, die hij in een ijvoren doosje bij zich droeg, geefelen; (^disciplinam recipiehat ,') ook plag hij aan zijne kinderen en vertrouwde vrien- den zulke kettingdoosjes te gelijken einde te veree- ren. Als zijn Biechtvader de flagen te zacht deed , gaf hij hem een teeken , dat hij beter toeflaan moest. Doch (♦) Z. VU. Sentent, C. 3. 304 K E R K E L ÏJ K E V Doch een derzelven had dit van zelve en zoo hard BORK gedaan, dat de Koning 'er vrij wat door lijden HoüVdft. ïïïocst. Evenwel Het deze hem daar niets van mer- ns C. G. ken , maar zeide het eerst na deszelfs dood , en Jnni-1073. ^^^j^jg boertende, aan zijn* nieuwen Biechtvader. ^ Van die genen integendeel , die zich aan deze geefe- ling niet onderwierpen, werden vreesfelijke gefchie- denisfen uit de andere wereld verhaald, hugo, de zoo aanzienlijke Kanunnik van St, V'ictor te Parys, in de Xllde eeuw, had eene zoo teedere huid, dat hij zich deze tuchtiging noch in het geheim, noch in het Kapittel zijner medebroederen ooit liet geven. Een van dezen, zijn vriend zijnde, verzocht hem, kort voor zijn fterven , om hem na zijn* dood te verfchijnen. Hij deed dit werkelijk, en verzekerde, dat hij het wel had ; maar , voegde hij 'er bij : 5, Omdat ik mij in mijn leven niet heb laten geefe- ien , zoo bleef 'er bijna geen ééne Duivel in de hel, toen ik naar het Vagevuur ging, die mij niet een' geduchten flag gaf." Onverwacht was het dus niet, dat eindelijk een verbazende hoop menfchen zich vereenigde , die hun- ne geefelingen openlijk verrigtten, zonder dat men de naaste reden van deze zeldzame tooneelen weet : De redenen, welke schoetgen gaf (*) , vallen te veel in het algemeene of theologifche ; eene uitge- zonderd, welke hij uit den Dominikaan bzovius aanhaalt, dat de binnenlandfche oorlogen , door wel- ke (*) De Secta Flngellantium Commentatio C. 2. p. 10. fq. Upfiae 171 1. in ^vo. GESCHIEDENIS. 30J ke Italië heel langen tijd veel geleden had, de Ita- V lianen hebben kunnen bewegen, om op eene buiten- ^^^ gewone godsdienftigheid te denken , ten einde deze Hoofdft, rampen te doen ophouden. Misfchien hebben toen ^^ C. G, ook Monniken of Geestelijken in de Biechlftoelen op lorisir* de geefeling van zich zelven aangedrongen , als het i« zekerfte middel, om zich voor alle zonden met God te verzoenen, sigonius (♦) verzekert ook wezen- lijk, dat een Kluizenaar, die een' grooten naam van heiligheid had, op Goddelijke aandrift die van Pe- rugia vermaand had, om zich door boetdoeningen de Goddelijke genade te verwerven , naardien zij an- ders binnen kort door eene fchandelijke ziekte zou- den omkomen. Hoe het zij, een Monnik te Padua tegen het einde der Xillde eeuw, geeft daar van een berigt, hetwelk met deze gisfiilg vrij wel overeen- komt (t). „ Om dezen tijd," fchrijft hij op het jaar 1260, „ als geheel Italië met vele ondeugden en euveldaden befmet was , greep eene fchielijke en nooitgehoorde aandoening , ( compofttio , ) eerst de inwoners van Perugia , vervolgens de Romeinen , eindelijk bijkans alle Volken van Italië , aan. De vreeze van Christus viel zoo zeer op hen , dat edelen en onedelen , ouden en jongen , kinderen zelfs van vijfjaren, naakt behalve de fcbamelheid, zonder eenige fchaamte de ftraten der ftad in Procesfie paar aan paar rondgingen. Elk van hen had een' geefel van riemen in de hand , waar mede zij zich , onder zuch- (*) De Regno Italiae L. XIX. (t) Monachi Fadiiani Qhronic. L. III. ad a. l35o. XVm. Deel. V gotS K E R K E L IJ K E V zuchten en huilen, over de fehouders hevjg geerel- *vfr ^^"» ^^^ ^^^ '^^^ ^'^^^ uitgutde; en terwijl zij heele Hoofdft. beken van tranen vergoten, als of zij met ligcha- na C. G melijke oogen het lijden van den Zaligmaker zelve {^"°^^" zagen , riepen zij de barmhartigheid Gods en de ■ ' hulp van zijne Moeder aan; zij baden demoedig, dat hij , die zich reeds met ontalüjke boetelingen had laten verzoenen, ook hen, die hunne misdaden beleden hadden, wilde verfchoonen. Dus liepen zij niet alleen bij dag, maar ook 's nachts, inden hard- den winter, met brandende waschkaarfen , bij hon- derden , duizenden , ja tienduizenden , door (leden en Kerken; en wierpen zich ootmoedig voor de al- taren neder , terwijl de Priesters met kruifen en vaandels vooruitgingen. Hetzelfde deden zij in dor- pen en vlekken; zoodat velden en bergen fcbenen te weergalmen van de ftemmen van het geroep tot God. Ten dezen tijde hielden alle Miizijkinftfumen- ten en Minneliederen op. Overal hoorde men ia (leden en dorpen het klaaggezang der Boetelingen ; fteenen harten werden door deze treurige tonen ge- roerd, en zelfs de oogen der verharden konden zich niet van tranen onthouden. Ook de vrouwen ble- ven nijt zonder deelneming aan deze Godsvrucht; niet alleen geringe, maar ook aanzienlijke Matronen, en teedere Jonkvrouwen, deden dit in hare wonin- gen, met alle eerbaarheid. Thans verzoenden bij- kans allen, die tweedragtig waren, met malkander; woekeraars en roovers haastten zich , om het kwa- lijk veikregene goed weder te geven ; en anderen , die iri menigerlei misdaden gewikkeld waren, bele- den •on «lat V(l^icunl en ocrpeM U'iiejjejï te 'Vi'm"i^j>''Hli:i;ieM r/l(n..]i))..Bla<(lz,,56o. GESCHIEDENIS. S<^7 aen hunne zonden ootmoedig, en verbeterden hun V ijdel gedrag. Men opende de gevangenisfen ; de ge- *°^ vangenen werden losgelaten , en aan de ballingen Hoofdft, vergund , om in hun vaderland terug te keeren. In na C. G. der daad, mannen en vrouwen verristten zulke wer- i^^^^°7Z* ^ tot 1517, ken van heiligheid en barmhartigheid , als of zij . vreesden, dat de Goddelijke Almagt hen door vuur uit den hemel zou verteeren ; of de hevigfte aardbe- ving hen onverziens verflinden; of andere plagen hen treffen zouden , door welke de Goddelijke geregtigheid gewoon is, de zondaren te ftraffen. Over deze on- verziene bekeering, die zich over geheel lia/ië door verfcheidene landen uitbreidde, waren met regt niet alleen middelmatige verftanden , maar ook wijze man- nen verwonderd, terwijl zij overwogen, van waar deze zoo onftuimige drift voortkwam : bijzonder daar deze ongehoorde foort van boete niet van den Paus ingezet was, die toen te ^nagni zijnen Zetel had; en ook geen Prediker of eenig ander perfoon van aanzien hen door invloed of welfprekendheid bewo- gen had; maar het begin daar toe door eenvoudige lieden gemaakt was, wier voetftappen Geleerden en ongeleerden terflond gevolgd waren. Doch werkelijk was het de genade van den Heiligen Geest, die gee- ne langzame maatregelen van ondernemen kent; maar haastelijk waait , waar zij wil ; deze ontftak het hart van éénen mensch met het vuur van hare liefde , en ontvlamde door deszelfs voorbeeld ook de overigen." Duitfche Chroniekfchrijvers der naastvolgende eeu» wen befch rijven deze omgangen van geefelaars om- trent op gelijke wijze ; alleen voegen zy 'er nog bij , V a dat tot 15,7 ^08 KERKELIJKE V dat dezelve, om niet gelvend te worden, het hoofd BOEK bedekt hadden, en dat zij drie en dertig Jaren hng Hoofdfl ^^^ gedachtenis van jezus levensjaren op deze we- na C. G. reld , zich tweemaal op eiken dag gegeefeld hebben* i^l^l^/i ^^'9 l^unnen het den bovengemelden Monnik niet kwalijk nemen, dat hij in zijnen tijd met velen van de tijdgenooten dit voor een onmiddelijk werk van de Goddelijke genade aanzag; maar elke onpartijdige waarnemer zal 'er geheel anders over oordeelen , omdat zoodanige eigcnvvillige godsdienst en kastij- ding van het ligchatim geheel ftrijdig is met den echten Geest van het Christendom. Dat eenige goede handelingen en zachter zeden 'er de onmidde- lijke gevolgen van zullen geweest zijn, bewijst niets meer , dan dat zinnelijke aandoeningen van eene onge- wone levendige . natuur op de verbeelding en het hart van den grooren hoop een tijd lang gewerkt kunnen hebben ; ten minfle de duurzaamheid van deze verbe- tering van zedfu was zeer kort, alzoo men dezelfde oude wanordens in ha/ië fpoedig weder aantreft. Ondertusfchen nam deze drift fchielijk een einde, alzoo zij geene onderfteuning of goedkeuring vond bij de Paufen of Geestelijkheid; ook verboden ver- fcheidene Vorsten deze dweepers uitdrukkelijk, om in hun land te komen; zoo als manfred, toert Koning van Sicilië, die in fpijt van den Paus dat Koningri:ik bezat, en vreesde, dat onder dit voor- wendfel een leger Pauslelijke aanhangers in zijn land Hiogt vallen; ook verbood de Marchefe pallavi- ciNi hen onder zware bedreigingen in zijne landen rond te luopen. Een aantal van deze Boetelingen was GESCHIEDENIS. 309 was reeds in het jaar 1261 over de Alpen gegaan, V en in Beyeren e:ekomen , maar de Hertogen van ^^^-^ Beyeren wilden hen in hun land niet dulden. In Hoofdfl. hetzelfde jaar bevonden zij zich ook in Bohemen , na C. G. waar zij van den Koning ottokar verjaagd wer- ^^^""'"^S* den; op dezelfde wijze was het in Polen ^ Mets feu _____ enz. Evenwel vertoonden zij zich in Dtiitschland, -In het jaar 12.61 waren 'er 1200 in Straatsburg ge- komen, waar bij zich vervolgens nog 500 anderen voegden. In het jaar 1296 kwamen 'er in die ftad 28 anderen in witte kleederen, mat zakdoeken om het hoofd, dis zichzelven de ftad rond voor alle Kerken geefeldcn. Deze lieden worden in de volgende eeuwen ook nog in de Gefchiedeiiis gevonden. Men noemt ze in het haliaamch Flagellator'f^ in de Latijnfche Chronieken heeten zij Flagellantes , Fïagellatores ^ en Fiagellarii ^ bij de Duitfchers: Geefelbroeckrs ^ Flaglers en Ben geler s ^ de eerfte namsn van geefe- Jen en het Latijnfclie Flagellum , de laatfte naar den hengel of knuppel , welken zij ter hunner verdediging droegen. Met de XlIIde eeuw ging deze dwceperij zoo ver en maakte zoo groote opfchuddingen , dat men de geheele fecte der geefelaren heel fpoedig algemeen zocht te onderdrukken. In het jaar 1303 komen 'er fporen van deze dweeperij voor; maar de vreell-liike Pest, welke van het jaar 1347 af een groot deel van Europa zes of zeven jaren verwoestte ,, gaf op nieuw aanleiding , tot eene vernieuwing van deze boete , opdat door dezelve , gelijk men meende , V 3 Gods 3IO KERKELIJKE V Gods toom mogt afgewend worden. In het jaar BOEK I24P ftonden de geefelaars in groote menigte op; Hoofdft. meermalen gingen 'er 70 of 80 met zweepen met na C. G knoopen voorzien te gelijk door de ftraten ; die zich Jaar 1073. j^^ troepen verdeelden, en velen tot godvruchtige na- tot 1517, ^ ' ^ ° t volging opriepen. Zelfs vrouwen geefelden zich op de ontblootte borst. Over het algemeen namen zij vele nieuwe Godsdienstoefeningen waar; abfolveer- den malkanderen van de zonden; predikten Apokrij- fe Leeringen, waar door zij merkelijken haat ver- wekten tusfchen de Geestelijkheid en de Leeken. Op hunne togten door Italië en Duitschland kwa- men 'er 200 onder ecnen aanvoerder en twee Leer- aren te Spiers , waar zij zulken fchijn van heiligheid vertoonden, dat men hen op 'slands kosten onthaal- de. Te Straatsburg en /Iken waren 'er ontallijke. KAREL IV zou in de laatstgenoemde ftad gekroond worden, maar moest uit honfle van de menigte de- zer lieden en van anüere vreemdelingen de plegtig- heid naar Bon verleggen. Dewijl de ^oden ten de- zen tijde befciiuldigd werden , dat zij de pest ver- oorzaakt hadden, hielpen de geefelaars velen van dezelve verbranden , maar verloren ook daarom fora- tijds door de Joden het leven, In Polen, waar ins- gelijks een zwerm van dezelven gekomen was , ver- bood de Aartsbisfchop van Gnefen , hen aan te ne- men. In de XlVde eeuw verbreidde zich deze aan- hang in vele Duiifche fteden, in Zwitferland , de Nederlanden , Engeland, tot zelfs te Avignon, den loenmaligen Zetel der Pausfen. KLEMENS Vi, aan wien karel IV gefchreven had. GESCHIEDENIS. 311 "had, dat hij eene fecte behoorde te beperken, welke V anders ligtelijk de geheele wereld zou kunnen ver* ^^'^^ leiden , liet des wegens in het jaar 1346 aan den (loofdft. Aarts bisfchop van Maagdeburg een fcherp Breve na C. G* tegen hen uitgaan ; waar in hij hen eene van den P^"°73« " i-> 7 j ^Qj 15 17» duivel verleide menigte eenvoudige menfchen noemt, ■ die beweerden , dat curistus te Jeruzalem aan den Patriarch aldaar verfchenen was , en hem dingen gezegd had, die Ilrijdig waren met de H. Schrift. Bijzonder bcfchuidigt hij hen , dat zij met verwaand- heid de fleutels der Kerke gering achtten, en tot verachting van de Kerketucht , voor zich uit het kruis des Heeren , en aan weerskanten van hetzelve een zwart kleed droegen , dat zij onder den naam van boete eene ongewone levenswijze voerden , vaste , maar naar de regten verbodene bijeenkomHen hiel- den ; ook tot andere van de gewone zeden der Ge- loovigen afwijkende handelingen vervielen; en einde- lijk roekeloos genoeg waren, om voorfchriften voor zich te ontwerpen, welke dwalend, ongerijmd en bij God en menfchen gehaat waren. Naardien ook, zegt hij, de meesten van hen, of hunne aanhan- gers, onder een vroom voorwendfel wreed handel- den ; Joden en vaak zelfs Christenen ombragten ; de goederen van Geestelijken en Leeken plunderden ; zich het regtsgebied hunner Overheden aanmatigden, en voorts veel bedreven , dat ongeoorloofd was ; zoo verbiedt hij dezen aanhang voor altijd, en be- geert, dat de Prelaten derzelver leden door Kerkelij- ke en Wereldlijke UrafFen kastijden, en allen, met hulp der Overigheid, tot zijn nader bevel gevangen V 4 zou- 312 K E R K E L IJ K E V zouden laten zetten. Evenwel wil hij hier mede BOEK geenszins verbieden, dat de Christenen de hun Ker- Hoofdft. l^eJy'^ opgelegde, of vrijwillig met een goed oogmerk na C. G en zuivere Godsvrucht opgenomene boete , in hunne torio-'' woningen of elders , doch zonder bijgeloovige ge- •«. bruiken, en genootfcliappelijke verbindtenisfen van verbodene natuur, voltrekken, en op deze wijze door hunne oefening in goede werken God dienen konden. Het zijn dus geen Ketterijen welke de Paus dezen aanhang te Inste legt. Hunne hoofdmisdaad was eigenlijk , dat zij willekeurig eene plegtigheid invoer- den en procesfien hielden zonder voorkennis en goed- keuring der Geestelijkheid. Ook heeft men gedacht, dat KLEMENS, om deze eigenwillige boete te keer te gaan, zijn Jubeljaar op het jaar J350 uirgefchreven zal hebben. Ondertusfchen kon het niet anders, of deze Geefelaars, voornamelijk toen zij zich aan den Paus en de Geestelijkheid niet wilden onderwerpen, moesten fpoedig voor Ketters uitgemaakt worden , en wezenlijk gebood ook gregorius XI, in het jaar 1372, aan de Kettermeesters in Diiitschland ^ dat zij hen als Ketters zouden behandelen , omdai zij de Kerkelijke Sacramenten loochenden^ waar van de zin waarfchijnlijk is, dat zij zich in de Gods- dieitftige plegtigheden niet wilden voegen naar den wil der Geestelijkheid. In de eerfte tijden der XVde eeuw werden hun ook velerlei dwalingen in het geloof te laste gelegd. Zij hadden zich , niettegenftaande de vervolgingen 4er Paufen en der Inquifiteuren , ftaaa^e gehouden, ea GESCHIEDENIS. 313 tn verfchenen tlians op eens in Thuringen, Even- V wel fchijnt het Genoot fchap der Flegicrs, (Tritarum ^^^^ Socieias ,) waar van een oud Schrijver gewaagt , in Hoofdft, de jaren 141 1 en 14 12 niet tot deze Geefehiars be- '>'' C. G. hoort te hebben, maar een Genootfchap van onrus- [^^ \Ji7\ tige Edellieden geweest te zijn. Maar in het jaar ^ 14 14 traden de Geefelaars weder in het Thuringfche gewest Sangerhaufcn te voorfchijn. De heide IJroe- ders FREDERiK de Strijdbare en willem, Landgra- ven van Thuringen en Meisfcn ^ lieten het aan den Doctor der Theologie, Dominikr.an en Inquifiteur, HENDRIK SCHÖNEFELD over , om hiin vonnis uit te fpreken. Deze Het 34 van dezelve in de gemelde flad voor zich komen, en hield hun hnnne dv^^alia- gen voor; de meesren van hen herriepen dezelve , drie uitgezonderd, die hij liet verbranden. Op een' ander tijd bragt hij 'er nog 91 op den brandftapel, onder welken ook hun Leeraar koenraad schmid was, die zich veel aanhangers verkregen had, en zulke ftrafoefeningen woonden de beide Vorsten meermalen bij. Van hunne dwalingen hebben twee van hunne Tijdgenooten , gtbelinus prrsona , Deken te Bielefeld en Officiaal van den Bisfchop van Paderborn , en nog vollediger -de Sakjtfche /liigiistiner Monnik diedeuik vrie gefchreven. vrie geeft 'er vijf- tig op, van welke de volgende de voornaamftc zijn: De fecte der Kruisbroederen^ QCrucifratres ^^ gelijk hij hen noemt, die omtrent federt 60 jaren de we- reld, al geefelende, rondtrekt, beweert, haren oor- fprong uit eenen Brief van den hemel genomen te kebben, welken een Engel te Rome op het Altaar V 5 van 314 KERKELIJKE V van den Heiligen petrus gelegd had. Sedert had ■BOEK Qq^ (3eji Paus eri der geheele Geestelijkheid hun Iloofdit. geestelijk ambt en gezag ontnomen ; dewijl deze na C. G ftand zulks zoo wel verdiend had , als die kooplieden lori^^r hunne verdrijving uit den Tempel door Christus. ■ Sedert dien tijd hadden geene Kerken of Kerkhoven, water, zout, asch en olie door eenen Priester ge- wijd kunnen worden; de zoogenoemde Kerken wa- ren flechts rooversholen ; en de Priesters , die de Sacramenten bedienden, geestelijke moordenaars; het opzingen der Kerkelijke Liturgie was een honden- gehuil; in plaats van den waterdoop was van God de doop met eigen bloed ingefteld, zoo als zij dien oefenden ; zoo hadden ook alle andere Sacramenten hunne kracht verloren; ja, als christus in het Avondmaal tegenwoordig zou wezen, dan moest hij al lang opgegeten zijn, al was hij zoo groot als een berg ; dan zouden ook de Priesters erger zijn , dan de verrader judas, omdat zij christus voor een' enkelen penning verkoopen; en dit Sacrament was blootelijk een koekoek^ een goochelfpel der Prieste- rcn. Zij ontkenden, dat de biecht aan eenen Pries- ter noodzakelijk was, om vergeving der zonden te verkriigen ; men wreef zich door dezelve enkel aan een morsfig zwijn; maar het vrijwillig geefelen nam de groffte zonden weg, en hielp in den dood meer, dan een geheel pond olie in het laatfte oliefel uitge- ftort. Insgelijks verwierpen zij alle aflaten. Zij ge- loofden, dat de Antichrist al lang geregeerd had, nademaal hij uit de Prelaten en Priesters beftond; hunnen koenraad schmid hielden zij voor he- NOCH5 GESCHIEDENIS. 315 NOCH, dien God uit de wereld in den hemel opge- V nomen had; en deze zou eens het laatfte oordeel ^^^f houden. Naar hun gevoelen had God de zielen van Hoofdft. alle menfchen terfloml in het begin gefchapen, en i-i C G, in het Paradijs geplaatst. Alle eden zijn wel dood '^t^'J^jl' zonden i doch het is den Geefelaren eer geoorloofd^ ...^ voor de Inquifiteuren vahch te zweeren^ dan hunne fecte te verraden , terwijl zij den meineed met geefelen verzoenen kunnen. Daar is geen Fagevuur en de gebeden voor de dooden helpen deze! ven niets ; alle plegtigheden , voor dezelven waargenomen , die- nen enkel voor de nagelatenen tot troost en vullen den buidel der Geestelijken. Het Kruis van Chris- tus en de Beelden der Heiligen kunnen zonder af- goderij niet worden aangebeden. Alleen het Feest van CHRISTUS geboorte^ en de fterfdag van maria kunnen gevierd worden. Latere Schrijvers hebben hier nog de eene en andere befchuldiging bijgevoegd, bij voorbeeld: dat zij voorgaven, dat het door hun geefelen uitgedreven bloed zich vermengde met het bloed van Christus ; dat zij zich de gave van wonderwerken hebben toegefchreven , en één van hen had zich voor den Zoon van God uitgegeven. Men merke op, dat al deze befcluildigingen van de vijanden der Geefèlaars worden bijgebragt, dat wij 'er zoo veel uit zien, dat A&zo. lieden den haat der Geestelijken zich hebben op den hals gehaald, en dat waarfchijnlijk , zoo men van hen zelven iets om- trent hunne gevoelens mogt kunnen lezen , blijken zou, dat 'er onder de dvveepende Geefelaars ten on- reg- 3^6 K E R K E L IJ K E V regte lieden betrokken zijn, wier brein niet zoo ge- BOKK j^ggi verwrikt was. Vil Hoofdft. Zonderling is liet, dat de Geefelaars in Arragon na C. G. in eenen vermaarden Heiligen den Dominikaner vin- l.t T?f^ CENTius FERRERius ccnen openbaren verdediger iOi 1 5 1 7« ». vonden. Men weet dit uit eenen Brief van gerson aan denzelven in het jaar 1417 gefchreven: Epis- tola mis fa Maghtvo Vincentio ^ Ord. PraedicatP, Dei feminiverbio ferventisfimo , contra flagellant ies (*) , in welken hij denzelven daar van poogde af te trekken, zonder dat men weet, welke uitwer- liing deze Brief bij ferreri gehad hebbe. Doch GERSON fchreef vervolgens nog eene opzettelijke ver- handeling tegen deze Geefelaars (f) , in welke h^ vele goede zaken regen het Bijgeloof aanvoert , zon- der te bedenken , dat zijne redenen ook krachtig vva« ren tegen elke foort van eigenwilligen Godsdienst. De Geefelaars fchenen nu allen verftrooid te ra- ken, evenwel vertoonden zij zich nog nu en dan. In Pruis/en was deze aanhang in het jaar 1445 ia zulke achting, dat hun vrijheid gegeven werd, in het geheele land rond te gaan , te koopen en te verkoopen. Daar tegen werden weder in het jaar 1454 te Sangerhaufen 22 Geefelaars van beide kun-!- nen verbrand , welke , gelijk eene oude Chronick zegt , ten uiterüe hardnekkig waren in te beweeren , dat alle boosheid oorfpronkelijk was van de kwade «§^ (*) Opp. Tom. II. P. II. pag, 658, Ct) ^' c- P^S' Ö60-664. GESCHIEDENIS. 317 «eden der Geestelijkheid. Evenwel vindt men nog V in het jaar 1501 een aantal derzelven in Duitsch- ^^^* iaud. Zij kwamen, gelijk men verhaalt, uit Italië, Hoofdft. in grijze rokken , mêt ontblooten hoofde en voeten , na C. G, dragende een klein houten kruisje in de hand ; zij JoJ^gi^* behandelden geen geld ; dronken wijn noch bier ; — aten, uitgezonderd zondags, flechcs eenmaal daags, en gebruikten enkel groenten en wortelen met water en zout. Hunne boetdoeningen namen met de vijf jaren een einde. Maar de Biechtvaders van Christenen , die zich Oorbiecht als Biechtkinderen aan hun toevertrouwden, fchre- ven aan dezelven op eene geregelde wijze boetdoe- ningen voor. Te weten, in dit Tijdvak had eene Pausfclijke wet het eerst aan alle Westerfche Chris- tenen als eenen pligt opgelegd, om voor hunne ei* gene Priesteren op zekere tijden eene volledige belij- denis van zonden af te leggen , en zich aan de boe- te te onderwerpen, welke deze hun zouden oplegt gen. In de oudfte eeuwen der Kerk was eene open- bare belijdenis van grove zonden bekend ; iu de Vde eeuw had leo I eene geheime belijdenis aangepre- zen, doch alleen zware misdaden bedoeld; tot in de IXde eeuw was het nog geene verpligting, dat men. alle zijne zonden aan eenen Priester belijden moest. De Kerkvergadering te Chalon ^ in het jaar 813, ten tijde van karel den Groot en, meldt twee gevoelens over de belijdenis der zonden; eenige wilden dezelve alleen aan God beleden hebben; anderen geloofden, dat dit ook aan den Priester gefchicden moest. De vergadering erkende het een en ander voor eene nut* ti- 318 KERKELIJKE V tige gewoonte; leerde, dat God eigenlijk alleen ds BOEK Ver gever ^ {Remisfor ^') der zonden is; en erkent, Hoofdft. ^'^^ ^^^ ^^°^ ^^ biecht voor den Priester enkel na C. G. leert ^ hoe men van zonden gereinigd moet worden, tot "^17* ^^^ *" ^^ ^"^ volgende eeuwen was 'er geene ■ algemeene wet over de noodzakelijkheid, om voor den Priester te biechten , alhoewel de Heil. bern- HARD , HUGO cn RicHARD van St. Fictor , ook piETER vanC/ugny , meer op deze belijclenis der zon- den hebben aangedrongen, dan hunne voorgangers. De bekende gratianus in zijne Decreten voert wel de gronden voor en tegen aan , omtrent de noodzakelijkheid dezer biecht, maar laat het oordeel echter aan zijne Lezers over, dewijl het een en an- der van wijze en godzalige mannen beweerd was. De bekende Roomfche Correctoren hebben wel op die plaats van gratianus aangemerkt, dat het toch zeker was, dat 'er van eene doodzonde eene facra- menteele biecht moet afgelegd worden ; maar de be- wijzen, die zij bijbrengen, zijn latere Pausfelijke be- velen; dus blijft het zeker, dat omtrent het midden der Xllde eeuw, in een van de Pausfen goedgekeur- de verzameling van het Kerkelijk Regt nog niets naauwkeurig daaromtrent bepaald is. iNNOCENTius III deed dit eerst in het jaar 1215, op de Kerkvergadering van Lateraan , in den be- roemden Canon : Omnis utriusque Sexus ( * }• ,, Elk geloovige van beiderlei gedacht, zegt hij daar ia, zal, tot rijpe Jaren gekomen zijnde, (^ad annos dis- (*3 Cone. Later. IV. Can. 12. ap. HARD.r. Vil./». 35. GESCHIEDENIS. 379 discretionis ,') alle zijne zonden aan zijnen eigenen V Priester, ten minfte eens in het jaar, getrouw be- ^°™ lijden, en naar zijn vermogen trachten, om de hem Hoofdft. opgelegde boete te vervullen , terwijl hij ten minfle "^ C. G. op Pafchen het Sacrament des Avondmaals eerbiedig Jot"?fi* gebruiken moet; ten ware hij misfchien , naar den ■ ■ - raad van zijnen eigenen Priester, om eene behoorlijke reden goed mogt vinden, zich van dit gebruik voor eenen tijd te onthouden : anders zal hij bij zijn leven niet in de Kerk toegelaten worden , en na zijn' dood geene Christelijke begrafenis bekomen. Deze heil- zame verordening zal daarom ook naauwkeurig in de Kerken afgekondigd worden, opdat niemand een voorwendfel vinde in zijne onwetendheid, doch in- dien iemand, om eene regtmatige reden, aan een' an- der zijne zonden wil biechten: dan zal hij daar toe eerst verlof van zijn' eigen Priester verzoeken en be- komen; naardien de ander anderszins niet ontbinden of binden zou kunnen. Maar de Priester zal be- hoedzaam en voorzigtig zijn , opdat hij , op de wijze van eenen bekwamen Geneesmeester, wijn en olie in de wonden van den gewondden giete; hij zal zorgvuldig de omftandigheden des zondaars en der zonde navorfchcn, ten einde daar door verftandige kennis te bekomen, welken raad hij hem geven, en welke hulpmiddelen hij gebruiken moet, terwijl hij velerlei proeven neemt tot genezing van den kran- ken. Doch hij wachte zich , dat hij noch door Woorden, noch door eenig teeken, noch op eenige andere wijze den zondaar verrade; maar indien hij wijzer raad behoeft, mag hij dien, zonder den per- foon 3*o K E R K E L IJ K E V foon te noemen, bij een ander met voorzigtigher^ BOEK halen. Want die zich zou verftouten, om de zoii- VII Hoofdih ^^9 ^^^ ^" ^^" Biechtftoel geopenbaard, te ont- na C. G. dekken, dien bevelen wij, niet alleen van de Pries- 1^^''^'°"^' teilijke bediening te ontzetten, maar ook, ten einde , beüendige boete te doen, hem in eene naauwe Kloosterbewaring op te fluiten." Men, kan niet bepaaldelijk zeggen, welke bijzon- dere reden den Paus innocentius III bewogen heb- ben, om deze geheime of zoogenoemde Oorbiecht^ ( Confesfio Auricularh ^ ) aan alle Christenen vaa zijne Kerk als eenen pligt voor te fchrijven. Het is genoeg, dat door dezelve het gezag der Geestelijk- heid op eene verbazende wijze werd uitgebreid, ge- lijk hcL ook vervolgens zeer gewoon is, dat 'er van de regterlijke magt in den Bkchtftoel gefproken vi'orJt. Dat zijne wet iets nieuws en ongewoons in de Kerk behelsde , wordt thans door verfcheidene Roomfche Schrijvers zelven erkend; ook fpreken 'er de Scholastieken in de XlIIde eeuw op diezelfde wijze van , gelijk thomas van Aquhio , eonavan- TURA enz. Hier en daar liet zelfs wel eene zachte flem zich tegen deze nieuwigheid hooren , welke echter fpoedig tot zwijgen gebragt werd. Zoo we- derleide THOMAS van Aquino ^ op bevel van den Generaal ziincr Orde, in eert bijzonder gefchrift, dt forma ahfolutionis^ hex gevoelen van eenen Onge-« noemdtn , dat de Priester bij de ahfolutie zich niet behoorde te bedienen van het Formulier: ,, Ik ab^ fokeer u ! " maar liever van dit : „ De almagtiga God fciieiike u vrijfpreking en vergeving!" welk ge- voe* GESCHIEDENIS. 3*1 i?oelcn deze Ongenoemde met 17 redenen verkerkt V had, welke thomas poogt optelosfen, en daartegen ^J^-" het nu aangenomene formulier op zijne wijze te hand- pioofdfl, haven. na C. G. Met dit al was dit gezag van den Biechtfloel niet J^t" 517! zoo gevestigd, of het werd door de menigvuldige • uitgeftrekte aflaten dikwerf afgebroken. /Iflaat is Aüateoo een ontflag van de Kerkeboete of ftraffe , welke vaa tene Gemeente , van Bisfchoppen of Kerkvergaderin- gen aan eenen groven zondaar was opgelegd. Dus was reeds in de oudfte Kerk, in welke men eene Kerkeboete en eene Kerketucht had , door welke een berouwhebbend zondaar, die uit de Kerk was uitgefloten, tot boete verpligt was, (aan de Kerk, niet aan God,) aflaat, ontflag, vergeving bekend. De geoorloofd - of ongeoorloofdheid derzelve maakte den twist uit tusfchen de Regtzinnigen en de Nö' vatianen. Het is wel zoo , dat de Kerkleeraars van TERTÜLLIANUS af tot AUGUSTINUS tOC dik- wijls deze Kerkelijke voldoening als zoodanig voor- Hellen , die met betrekking tot God bewezen wordt, doch hunne geheele leerwijze toont, dat zij dit van het opregt berouw en dadelijke bekeering" Verftonden , welke de Kerk bij hare boetelingen on- derftelde. Bij deze mengeling van ftrengheid en zachtheid in de Kerkelijke tucht bleef het genoegzaam gedurende de zes eerfte eeuwen der Kerk; ja ook voor heime- lijke zonden werd nog dikwijls genoeg openlijke boete gedaan. Doch tevens moet niet vergeten worden , dat, terwijl aan de ééne zijde het Monnikenleven XVIII. Deel. X boe:- 3ft2 KERKELIJKE V boetdoeningen zonder eenigen aflaat en zonder op^ BosK houden invoerde, aan de andere zijde de nieuwe Hoofdft. godsdienlligheden en zoogenaamde goede werken , na C. G. bij voorbeeld , Bedevaarten , ftichten van Kerken eii 10^? 17 Kloosters , en het begiftigen van dezelve , allengs 1 zelve middelen werden om ontflag te hebben van de Kerkelijke boete. Hoe zeer deze middelen door de Geestelijken werden aangeprezen , leert ecne plaats van SALviANUS in zijn werk tegen de gierigheid d^r Geestelijken , dat „ de meesten het der moeite niet waardig achtten , hunne ondeugden door belijdenis en voldoening , noch , het welk het gemakkelijkfte was , ten minde door giften en milddadige handelin- gen af te koopen." Sedert het einde der Vide eeuw maakten de Boekan van joannes jejunator , of -den Faster ^ theodorus van Cilicië , beda den Verwaardigen, en egbert Aartsbisfchop van 2V ■ ... betrof dezen Paus de derde aflaat , welken hij reeds in het jaar 1506, toen hij den grond tot den nieu- wen heerlijken bouw der Pieterskerk Iddt^ bijna ge- heel door Franciskaner Monniken fchijnt verkondigd te hebben , om de daar toe noodige verbazende kos- ten te bekomen. Dit gelukte hem wel, maar het werd in het vervolg voor de Pausfen de ongeluk- kigfle van alle aflaten, welke zij uitgefchreven heb- ben ; zoo als onder andere Schrijvers van zijne Kerk ook de Kardinaal pallavicini klaagt. Te weten, toen zijn opvolger leo X in de jaren 1514, 1515 en 1516 denzelfden aflaat vernieuwde, onder het voorwendfel van den oorlog met de Tur- ken, brak hier een vuur uit, hetwelk de helft van zyn Rijk verteerd heeft. De' zoo fchlelijke herhaling van deze aflaatskramerij moest reeds velen tegen de borst fpringen. De verkwistende pracht van den Paus deed ieder opmerken, dat hij den aflaat noo- dig had, om zijne geldverfpillingen goed te maken. Men wist, dat hij een deel der inkomfl:en van den- zelven aan zijne Zuster magdalena gefchonken had , die weder den Pausfelijken Protonotarius , Doctor der Regten en Proost joan angelo arcii\ï- BOLDi volmagtigde, om ten dezen voor hare voor- deden jn ^uitschland te zorgen , wiens Onderkom-» GESCHIEDENIS. 345 roisraris joan tezel was. Dit verhaal van eenen V Tijdgenoot (*) wordt wel door pallavicini tegen- ^^^ gefproken, doch enkel omdat men 'er geene aantee- Hoofdft. kening van vindt in de Pausfeliike Kanfelarijboeken ; "^ C. G, waar men ze trouwens ook niet wachten kan. Maar l^Vlri^' daartegen beklaagt de Kardinaal zich, dat voor de ■ Christen Natiën aan dezen aflaat eene andere ergernis zoo niet gegeven ten minfte genomen is , te weten , om het verkoopen of verpachten van denzelven , doch tevens geeft hij deze ontfchuldiging op, dat immers elk Vorst dus handelt met de belastingen, wel e hij ingevoerd heeft , en welke hij doorgaans aan den meestbiedende verpacht , dus inderdaad belijden- de, dat deze aflaat niet anders dan een koophan- del geweest is van de Pausfelijke Kamer ! Nog merkt guicciardini aan, dat, dewijl het bekend was , dat eene geldverzameling hier de hoofdzaak was, en dewijl de Aflaatpredikers hunnen last vrij onbefchaamd ten uitvoer bragten, alzoo zij de ver- geving der zonden voor overledenen goedkoop ver- kochten , en zich in de herbergen en kroegen met het fpel vermaakten, daar door op vele plaatfen er- gernis en ongenoegen ontdaan is. Men weet ook , dat de Duitfche Rijksftanden zich reeds meermalen beklaagd hebben over de Pausfelijke aflaten, en nog in het jaar 15 10 die klagten luidkeels herhaalden. Het fcheen dus , dat het geduld der Natie ten einde moest loopen. Evenwel kon leo X , die meer be- mind was , dan zijn twee voorzaten , deze klagten , dit fpre* (*) CüICCiARD. la Hiftoria iTItaHa L. XIII. />. 379, Y 5 34^ KERKELIJKE V fpreken en fchrijven , die reeds meer dan loo jaren Boek vruchteloos herhaald waren, gerust aanzien; trou- Hoofdft. wens, men had reeds op vele plaatfen eene verach- na C. G. ting voor de Pausfelijke aflaten betoond, men dreef 10^1?!^* '^'" ^^" ^^'^^ mede, en — men betaalde, platina, I zelfs een Pausfelijke Hof bediende , zegt reeds van de tijden van bonifacius JX: de volkomene aflaat was op zulke wijze verkocht geworden, dat het ge- zng (Ier Apostolifche Sleutels en Brieven begon te dalen. Het is bekend, dat erasmus reeds voor het jaar 1516 zich vermaakte met over deze aflaten te fpotten , anderen wederleiden hem , en de aflaat bleef in zijne vastheid ftaande. Het was nog ge- heel niet te voorzien , en zelfs niet te gelooven , dat binnen korten tijd een wel ernftige , maar toch met onderzoekende befcheidenheid ingerigte , en aan het oordeel der Kerk onderworpene aanval , niet juist op den Pausfelijken aflaat in het gemeen, als wel op deszelfs te groote uitgeftrektheid en op de misbruiken, welke bij de aanprijzing en toediening van denzelven begaan werden , niettegenflaande alle ftemming van vele tijdgenooten tot vrijer onderzoek, en al de bekwaamheid van den ondernemer van de- zen aanval, om de leere der aflaten met de echt Christelijke leere van de vergeving der zonden te vergelijken, op, eene voor elk een bevatbare wijze, zoo groote uitwerking hebben, en het zoo ongemeen ver brengen zou , als met der daad gebeurd is. Kanoni- Hoe menigvuldig en uitgefirekt de aflaten waren, zeringof welke de Paufen , inzonderheid na de XlIIde eeuw, fprekïng uitdeelden , evenwel bleef de Schat der Kerk , uit wel'. GESCHIEDENIS. 347 Weiken zij dezelve namen, zoo als men toen begon V te gelooven , dat is, de verdienden van Christus, ^^F-^ der Maagd maria , en zoo vele duizend Heiligen Hoofdft, zamengenomen , onuitputtelijk ; ja dezelve vi'erd door ^^ C. G. de oververHien (lelijk e goede werken, (^opera f^P^^^- \q^ -.J^ rogatoria ^') van ontalJijke nieuwe Heiligen nog da- gelijks vermeerderd. De Asketifche vroomheid en ^^" "'^'^' we Heili* de roem van wonderwerken gaven wel regt op de- ggn. zen verlievenen rang in den hemel , doch tevens was 'er eene plegtige verklaring, Kanonizering ^ noodig, ^r zulk een nieuwe Heilig door de Kerk vereerd en als voorfpraak bij God aangemerkt kon worden. Elk Bisfchop had tot zoodanige Heiligverklaring voorheen in zijn Kerspel regt, doch reeds in het jaar 993 begonnen de Pausfen zich dit regt aan te matigen; nogtans vinden wij nog in het jaar 1099 een voorbeeld , dat de Aartsbisfchop van Keulen van zijn regt gebruik maakte; het laatfle voorbeeld is de Heiligfpreking van den Abt güaltherius, ( waarfchijnlijk gauthier,) in het jaar 11 53 door den Aartsbisfchop van Rkeims en andere Franfche BisCchoppen. Men houdt gemeenelijk Paus alex- ANDER III voor den eerden, die in het jaar 1170 dit regt van Zaligfpreking aan zijnen Stoel bij uit- buiting heeft toegewezen , in eenen Brief aan de • Monniken van een Fransch Klooster, welke hij be- ftraft , dat fommigen van hen , door een duivelsch bedrog misleid, een mensch, die in dronkenfchap vermoord was, als eenen Heiligen vereerden, daar de Kerk ter naauwernood toelaat, dat 'er voor zulk f enen gebeden worde. Hij verbiedt hen dus, zulks ver- 348 K E R K E L IJ K E V verders te doen , nademaal zij hem , zonder bewtl- BOEK Uging der Roomfche Kerk , ook alsdan niet als Hoofdft. ^^^'^^^ Heiligen vereeren mogten , wanneer ''er zelfs na C. G. wonderen door hem gedaan waren. Door dezen "i^»'^!^,^' Paus is in het jaar 1161 eduard. Koning van tot 15 17* ? o — ■ Engeland^ en thëobald , een Kluizenaar bij Vi- cenza\ in het jaar 1164 eene weduwe in Zweden^ HELENA, als ook KNUT de Jongere, Koning van Denemarken; in het jaar 1173 thomas becket, Aartsbisfchop van Canterhury; en in het volgende jaar bernhard, Abt van Clairvaux ^ onder de Hei» ligen geplaatst. PASCHALis III, Tegenpaus van alexander , fchonk in het jaar 1165, op verzoek van Keizer FREDERIK I, aan KAREL den Grooten insgelijks de» rang van Heiligen. Doch , alzoo hij in het vervolg als een fcheurings Paus befchouwd is geworden , zoo is deze Kanonizering meer ftilzwijgend geduld, en KARELS godsdienftige vereering hier en daar toe- gelaten, dan in de geheele Roomfche Kerk aange- nomen. Met een meer algemeen gezag benoemde KLEMENS II[ in het jaar 1189 den voormaligen Apostel der Pommeranen , otto , Bisfchop van Bamberg^ toteenen Heiligen van zijne Kerk. bern- • WARD, Bisfchop v3iX\ Hildesheim , verkreeg dit voor- regt in het jaar 1192 van coelestinus III. In het jaar 1193 werd deze eer door denzelfden Paus be- wezen aan gualbert, (lichter der Congregatie van Falombrofe, De Keizerin kunigunda. Gemalin van Keizer henrik II, welke Keizer reeds in het jaar 1152 door EUGENius III voor Heilig verklaard was, I werd GESCHIEDEN IS. 34$^ werd in het jaar 1202 van innocentius III verhe- v ven tot dezelfde eer, omdat beide gedurende hun ^°^* huwelijk eene aanhoudende kuischheid zouden be- Hoofdlt. tracht hebben , hetwelk echter van leibnitz (*) na C. G. en anderen met recht voor een vertelfeltje gehouden 1^^^^°^^' wordt. „ De XlIIde eeuw was boven andere vruchtbaar in Heiligfprekingen. Behalve de beroemde Ordensllich- ters DOMiNicus en franciscus , als ook hunne voorname Leerlingen , antonius van Padua en KL ARA , hebben niet weinige Aartsbisfchoppen en Bisfchoppen daar deel aan gehad. Onder de Groo- ttn is bijzonder lodewyk IX, Koning van Frank-- ryk ^ die in het jaar 1297 Heilig verklaard is, door Paus BONiFACius VIII, nadat men federt het Jaar 1252 over zijne verdienden gefchreven en gewreven had, zoodat een ezel al de papieren niet zou heb- ben kunnen dragen, zoo als bonifacius zich uit- drukte in eene zijner Predikatien. Zijn Feestdag is gefield op den asften Augustus, en aan allen, die op dien dag zich bij zijn graf aan zijne voorbidding zouden aanbevelen, is een jaar en 40 dagen aflaat toegezegd. — elizabeth, Landgravin van Thurin' genhhardifche Hiflorie of Legende^ omdat op de laatfte Levensbufchrijving van den 'Heiligen pelagiüs eene Korte Langobar- difche Gefchiedenis volgt. Zij is zeer dikwijls ge- drukt, en in verfcheidene hedendaagfche talen over- gezet. Maar met de XVlde eeuw verviel haar roem. MELCHiOR CANUS ondcr anderen, de vermaarde Spaan fche Dominikaner ^ oordeelde van den Schrij- ver dus verachtelijk : Hanc homo f:rlpjit , ferrei vris , plumbei cordis , animi certe parum feveri et prudentis ^ en zoo meer andere Schrijvers uit de Roomfche Kerk , en met regt , wegens de menigvul* dige laffe verdichtfelen , in dezelve vervat. Niemand zal zich, na al het bovewftaande , ver- Veieering wonderen , dat de vereering der Heiligen in deze ^^"^ H^^i^^" eeuwen van Bijgeloof ten hoogden top geftegen i's. ^*^"* Daar toe gaven de Predik atien op de Feestdagen der Heiligen ongemeen veel voedfel, alzoo de Predikers op dezelve gelegenheid namen om den lof en ver- diende van den Heiligen te vermelden. Men heeft nog vele verzamelingen van zulke Feest- Kerkrede- nen, bij voorbeeld, van hildebert, Aartsbisfchop van Tours j bernhard van Clairvaux^ rupert, Z 5 Abt S62 K E R K E L IJ K E V Abt van Duits, de Kardinaal eonaventura, ja- BOEK COBUS DE VORAGINE J VVClkcn IlOOgen priiS BERN- Hoofdrt. HARD bij voorbeeld ftelde op de voorbidding der na C. G. Heiligen , blijkt onder anderen uit zijne Feestrede jaar]o73 malachias, zijnen voormaligen vriend, wiens ïot 151 7 "^ -7 j ö 7 ... Camnij'atie eerst naderhand gevolgd is : „ Laten wij ons verheugen en juichen,'* zegt hij, „ dat het Hertielhof, (^Coelestis illa Curia^') thans ééneu uit ons heeft , die voor ons zorgt , en ons door zijne verdienden bcfchut ! " Hij fpreekt vervolgens den Heiligen zelven aan : „ ó Heilige inialachias! behoud dit huis in heiligheid en geregtigheid , ter» wijl gij u over ons ontfermt, die wij, onder zoo vele en zoo groote ellende , de gedachtenis aan uwe overvloeijende liefelijkheid levendig uitdrukken! (iï/e- tnoriam abundantiae fuavitatis Tune eructamus^ Wees ons, bidden wij u, Heilige malacmias! een andere riozes ! of een andere elias ! deel ons ook iets van uwen geest mede! want gij zijt in hunnen geest en in hunne kracht gekomen. O gij vrucht- bare olijfboom in het Huis des Heeren! ö gij zal- vende en lichtende vreugdeolie! door weldaden be- gunftigende ! door wonderen fchitterende ! maak ons dés lichts en des geestes deelachtig, welke gij ge- niet! O gij welriekende lelie, in eeuwigheid voor den Heere voortfpruitende , bloeijende, en overal levendmakenden , aangenamen geur verfpreidendel wiens gedachtenis bl; ons in zegening, wiens fegen- woordigheid in den hemel vereerd is; geef, üat de genen , die uwen lof zingen , hun deel aan eene zoo groote volmaaktheid niet verliezen 1 '* Tor GESCHIEDENIS. SÖ3 Tot de vereering der Heiligen behoort ook het V bewaren en vereeren van derzelver OverblijffeJen of ^9^^ ■' VII ReUquien , van welke men in deze eeuwen zoo veel i^loofdft. werks maakte, gelijk wij daar reeds vele voorbeel- "^ C. G. Tnnr TQ^^ èiw van ontmoet hebben, als ook dat men reeds in \^^ x^^vj, de VJde eeuw bedriegerijen met dezelve begon aan te risten. Deze vermeerderden met nieuwe Relinui- I^^^liq^ii- en van en en nieuwe Heiligen in dit Tijdvak van dag tot christus dag. VoornameiLjk hielden zich de Grieken daar- en de mede op , in de tijden der kruisvaarten , om Reli- ^ ^° * fj'iïen te koop te veilen , gelijk ook in het Westen zoodanige handel in ReUquien gedreven werd , dat verfcheidene Franfche Kerkvergaderingen daar tegen beQuiten hebben genomen, en ook de Pausfen de- zelve verbieden moesten. Men behoeft fommige ReUquien flechts te hooren veroni» noemen , om derzelver onechtheid te voelen. Reeds ^^ ^^" • j j jj Reliquie in de voorgaande eeuwen wendde men voor, zweet' doeken te bezitten van christus , met de afbeel- diüg van zijn wezen, op dezelve gedrukt; geen van dezelve was echter zoo geëerd , als het zoogenoem* de HciUge aangezigt , ( Sancta Facies , ) of Fero^ fiica , in de St. Pieterskerk te Rome. Men vertel- de, dat, toen de Zaligmaker zijn kruis uitdroeg ter kruifiging , eene vrouw, veronica , hem haren linnen fluijer aangeboden zal hebben, om daarmede zijn bloed en zweet af te veegen ; dat jezus te gelijk zijn aangezigt daar in gedrukt en haar dit ter gedachtenis zijner liefde terug gegeven hebbe. Dit zal bewaard gebleven zijn, en fchijnt te Rome reeds federt het jaar 101 1 vertoond te zijn. tille- MONT 3^4 KERKELIJKE V MONT (*) heeft dit reeds voor eene Fabel verklaard, ^\rn ^" ^^ ^^^'' waarrchijnlijke gisfing geopperd, dat ve- Hoofdft. R-ONiCA , in plaats van een vrouwenaara te zijn, na C. G. liever uit misverftand en zacnenknooping van twee 1^^''°^^ Woorden, Fera kon, (^de ware afbeelding van ■■.. CHRISTUS op die Zweetdoek,) ontRaan is. Hoe het zij, in het tegenwoordig Tijdvak was deze Re- liquie wezenlijk eene der ailerheiligften. Paus ho- MORius III gebood in het jaar 1223, dat de2e beeld- tenis jaarlijks op zekeren Zondag in een' kistje van goud , zilver en juweelen , in flatelijke Procesfie uit de Pieterskerk naar het Hospitaal van den H. Geest gedragen moest worden door de Kanunniken der Pieterskerk, en dat men bij die gelegenheid onder de armen geld zou uitdeelen , en door den Paus de Mis bediend en eene Kerkrede gehouden zou wor- den. Van deze f >ort van godsvrucht is ook boven * bij den oorfprong van het Jubeljaar eene fpoor \oot* gekomen. Bloed vsn Sedert de Xde eeuw wilde men ook op meer dan CHRbTus ^^ue plaats iets van het bloed van Christus be- zitten. Doch zoodanige Reliquien vermenigvuldigden lleeds. In het jaar 1247 ontving henrik III, Ko- ning van Engeland, van de Hoofden der Tempe- liers en Hospitaliers van Jeruzalem een krijftallen kruikje met bloed van christus, hetwelk bij zelve in eenen plegtigen omgang in de Westmun ft erker k bragt , hetwelk mattheus paris wijdloopig be- fchrijft, doch tevens meldt, dat velen niet gelooven wil- (*) Mem, pour fervir a l'Hht. Eccles. T. I- p. 471» GESCHIEDENIS. 395 wilden, dat het waarlijk bloed van den Zaligmaker V was , en het tegenfpraken ; Obgunnire is het ^^J^ woord, hetwelk deze Gefchiedrchrijver hier gebruikt. Hoofdft. Ook werd , toen de Franfchen en Venetianen Kon- na C. G^ flaminopolen veroverden , in het jaar 1404 , door J^^ j°^^' den Abt martin in het liisdom Bazel wat van het ■ bloed van Christus medegebragt. Wij zullen ver- der geene lijst opgeven van dergelijke Reliquien, als bij voorbeeld , hoofden der Apostelen , de voorhuid des Heilands , en haar van de Maagd mar ia , het- welk in het jaar 1280 alles te Rome 'm de Kerk van Lateraan te vinden was , alzoo dit genoeg is , om te bewijzen, dat deze eeuwen tijden waren, waar in men alles geloofde. Nuttiger is het aan te merken, dat te midden van deze duisternisfen , hier en daar een enkel helderder brein de waarheid zag, en de bedriegerijen durfde ten toon ftellen, hoewel altijd met huiverigheid, en met inmengfelen van de toen algemeene ligtgeloovig- beid. Zoodanig een was guibert , Abt van No' gent fous Concy, die behalve andere fchriften eene Levensbefchrijving van zich zclven, (^de vita fua five Monodiarum Lihri tres ^') en een werk over de Reliquien^ of gelijk hij het noemt, over de onder- panden der Heiligen^ heeft nagelaten, (^Lihri gtia- tuor de Pignorihm Sanctorum. ) Uit het eerfte weten wij, dat hij geboren is, in het jaar 1053, uit een adelijk geflacht, en dat hij Abt van het bo« vengemelde Klooster geworden is in het jaar 1104, en overleden in het jaar 1124. Ten aanzien van het laatfte zegt hij ons, dat vele vragen over eenen tand 66 K E R K E L IJ K E V tand van Christus , welken de naburige Monniken BOEK yan het Klooster van den Heiligen medardus voor- Hoo^^dft. g^ven te bezitten , hem aanleiding hadden gegeven na C. G tot het opftellen van dit Botk. In het eet/Ie Boek toTi?i*7 ^^'^"^ ^^J ^^'^ ^^ geoorloofdheid ja noodzakelijkheid , v;in dit onderzoek, en bewijst, dat 'er omtrent zoo- genoemde Heiligen menigvuldige fprookjes en fabe- len verdicht zijn, dat de Kerk om die reden daar- omtrent behoedzaamheid wil gebruikt hebben. Zij gaat, zegt hij, in hare behoedzaamheid zoo ver, dat zij zich niet verftout te zeggen , dat het lig- chaam der Bloeder- Gods tot heerlijkheid opgewekt is geworden^ dewijl het haar aan bemjzen daar toe ontbreekt; vervolgens komt hij tot de ReJiqiiien ^ en meldt verfcheidene voorbeelden van bedrog, met dezelve gepleegd. Hem zelven was het gebeurd, dat een Geestelijke in eene Kerk , waar hij tegen- woordig was, een kistje vertoonde, waar in iets van het brood zou zijn , daar de Zaligmaker van gegeten had , en daar bij de ftoutheid had , om zich op het getuigenis van guibert te beroepen, zonder dat de* ze, gelijk hij bekent, het durfde wagen, om den Geestelijken voor eenen Bedrieger te verklaren, ge- lijk hij inderdaad was. In het t:veede Boek komt hij weder op den tand, welke aanleiding tot zijn gefchrift gegeven had. In het derde Boek handelt hij bepaalder van de gewaande Reliquien van Chris- tus, welke hij Godslasteringen noemt. Op het derde Boek volgt een vierde ^ (de interiori mundo ^^h&lw(^V& echter vroeger dan de overige gefchreven is, en een bijzonder werk op zich zelve uitmaakt. Het han- GESCHIEDENIS. 367 handelt over gezigten en verfchijningen , en hoe zij v naar de ffefteldheid der inwendige wereld verklaard ''^^^^ VII mo.ten worden. Dit werk van guibert, hoewel éïoofdft. hij meestal halverwege ftaan bleef, kon echter na C. G. zeer gewigtig geweest zijn, om het Bijgeloof tegen P^rï°73- te gaan , maar de tijden lieten niet toe , dat het veel ■ afgefclireven werd , dus bleef het flechts in eenige Kloosterboekciijen bewaart, en werkte weinig uit. De Benedictijner lukas d'aciiery heeft het met andere werken van guibert in druk uitgegeven te Parys in 1651 in Folio ^ Veeleer ging het Bijgeloof in de volgende eeu- wen nog voort, met Reliquien te vereeren, zelfs zoo, dat men daar mede volhardde, niettegeiiftaan- de het bedrog openlijk aangetoond werd; hetwelk de gefchiedenis van het Heilige Bloed te Wihnack voornamelijk bewijst. Dit dorp in de Priegnitzer Mark Brandenhiirg was in het Jaar 1383 door een roofzuchtig Edelman met de Kerk verbrand. Toen de Priester van hetzelve vervolgens ging zoeken, of 'er ook iets van de Kerkegoederen gered was, vond hij in een gat van den fteenen Altaar drie Hostien, van welke hij terftond uitflrooide, dat zij gewijd en met het bloed van Christus geverfd waren. Spoedig kwamen hem de wonderen te hulp , welke door deze Hostien verrigt werden , en zijn Bisfchop te Havehberg bevestigde de waarheid van dit alles. Thans was de toeloop van Bedevaart- gangers derwaarts zoo groot, dat niet alleen het Dorp maar ook de Kerk prachtig weder opgebouwd konden worden. Paus urbanus VI zelve fchonk aan 308 K,%JR, f^iE L g K E V aan de Pelgrims eeneji aflaat. Het Dorp kreeg ftads»» BOEK regten, en werd met muren en poorten omringd. Hoofdd. Eiii^-'^^llj'^ begonnen verftandjge manüen dit bedrog na C. G. in te zien, onder welken joannes Hus,die vermaar- jaario73. ^^ Hervormer , in liet begin der XVde eeuw de tot 1517. j sa „ de eerfte was , die zich openlijk in gefchrifc daar over verklaarde , en voorbeelden bijbragt van ge- pleegde bedriegerijen. Onder anderen: Een Burger van Praags die eene lamme hand had, btagt 9?» het Heilige Bloed eene zilveren hand ten offer , en wachtte tot op den derden dag, wat de Geestelijken daar vaii. openlijk zeggen zouden. Ook trad werke- lijk één van hen voor de Gemeente op, en.rpem^e het wonder, hetwelk aan de hand gewrocht was; maar de burger logenftrafte hem voor elks gezigt, door het vertoonen van zijne hand, die lam vv^s als te voren enz. Vervolgens werden verfcheidene onderzoekingen in het werk gefield, en het bedrog bleek bij elke derzelve, ook verklaarden zich vele aanzienlijke mannen daaromtrent allerduidelijkst; doch alles vruchteloos, dewijl de ftad te veel voordeel van de Bedevaarten trok , en zelfs nog in het jaar 1500 aflaten van Rome wist te verkrijgen voor de Bedevaartgangers. Dit duurde tot 1550, wanneer de Euangelifche Predikant te Wihnack ^ joannes ELLEFELD dezc Hostien verbrandde, maar hij ge- raakte daar over eenigen tijd in gevangenis , ea verloor zijn ambt , omdat hij het zonder weten vaa den Keurvorst gedaan had, en omdat het Domka- pittel te Hnvelberg nog Roomsch-katholijk en heel vermogend was. Kei- GESCHIEDENIS. 365 Keizer karel IV, een geleerd Vorst, was echter V ïoo bijgeloovig ingenomen met Relignien, dat hij "^* een groot aantal van dezelve bijeenbragt. Dus ge- Hoofdft, loofde hy de fpeer of lanfie te bezitten , waar mede na C. G^ de zijde van jezus doorftoken was, als ook nagels ^q^^^J^\\ van zijn kruis. Van Koning lodewyk van Honga- — ryê kreeg hij in het jaar 1359 het tafcïlaken ^ daar de tafel mede gedekt zou geweest zijn , bij het laat- fte Paaschmaal van jezus. Nog bezat hij een ftuk van het kruis, een (luk van de koorde, waar mede JEZUS aan de geefelpaal gebonden was ; van de fpongie, waar mede hij aan het kruis gedrenkt werd en meer dergelijke, en daar aan fchreef deze Vorst toe, dat het hem gelukt was, zijn Koningrijk Bo' hemen zoo zeer uit te breiden. Over den trouW' ring, welken jozef aan maria gefchonken had , ont* ftond een twist tusfchen de (leden Siena en Perugia , welke in het jaar 1484 door innocentius VIII ten voordeele van Perugia werd uitgewezen. Groot was ondertusfchen de verlegenheid, wan-* neer een dubbel of meer van fommige ReJiguien op onderfcheidene plaatfen vertoond werden, waar van vele voorbeelden voorkomen, gerson werd dus in 140B in een verfchil betrokken over het ligchaam ten minde over het hoofd van den Heiligen diony*- sius , hetwelk de Abdij van St, Denys , maar ook eene Kerk te Parys beweerde te bezitten. Wij heb- ben van hem over dit onderwerp in zijne werken eenen Brief, waar in hij (lout weg fchreef: ,, Het zou 'er met de vereering der Reliquien bij vele Ker- ken flecht uitzien, indien men elke verfcheidenheid XVIII. Deel, Aa om* 370 K E R K E L r[ K E V omtrent dezelve eene onverdra gelijke dwaling v;il de BOEK noemen ; men moet bovendien het dekfel des harte Hoofdft. ^^^ ^^"^ goddelijke uitlegging wegnemen, wanneer na C. G, twee Kerken of Ordens van Monniken mogten voor- tot"?!'?' g'^ven 5 dezelfde Reliquk te bezitten, waar van on- ■ tallijke voorbeelden zijn. Niets verhindert dus ^ dat de heide firijdige verhalen naast elkander flaan kmi' nen; fchoon al niet in waarheid, evenwel in zulke waarfchijnlijkheid van gronden , welke genoegzaam is , om de beide voorgevens prijfelijk te maken , en ze tegen de btfchuldiging van leugen of dwaling te befchermen; nademaal eene dwaling in godsdienst^ zaken en een leugen uitdrukkelijk fchuld te kennea geven." De geleerde man dacht niet aan de uit- vlugt , welke men reeds in de IVde eeuw hier op gevonden liad , dat de Reliquien fomtijds v^^onder- dadig vermenigvuldigden. Honderd jaren , nadat GERSON , ter eere van den Heiligen dionysius, deze zeldzame Logica had gebruikt , ( mhil prohibet , ntrumque contradictoriortim flare jimul ciim altero , ) hebben verflandige lieden deze hooggefchatte Reli- quien openlijk befpot. Vereering Onder al de Heiligen beklom de Maagd maria derMaagd ^gn hoogden trap van vereering ; zij was reeds in het vorig Tijdvak met den hoogden eerbied ver- eerd, maar in het tegenwoordige ging dit zoo ver, dat 'er weinig aan fcheelde, of zij werd als eene Perfoon der Godheid befchouwd. Zij heette door- gaans de Koningin des Hemels'^ door haar moest men bij Christus alle genade zoeken, die haar even niin iets kon of mogt weigeren , als een Zoon aan 2^- GESCHIEDENIS. 371 ajne Moeder; de Roozenkrans was bijzonder a&ti V haar gewijd. Zij gaf aan de Karmeliten hun Sca- ^^^ pulier en aan de Dominikanen hun Ordenskleed. Hoofdft. In hare Kerken , op hare Feesten en Altaren was "^ C. O. de Godsvrucht der Christenen veel vuriger dan in [0^1517! en op die, welke tot den dienst van God en 1 CHRISTUS beftemd waren. Aan het Hof des he- mels was zij als de Moeder Gods de eigenlijke be. gunftigde van God en christus , allengs zelfs meng- de zich galanterij in hare vereering. De Schrijvers van dien tijd verliezen zich in haren lof, bijzonder de Heilige bernhard en rupert , Abt van Duits , die haar de hrtiid van God den Vader noemt; maar ook de meer verlichte Abt guibert fchreef een bij- zonder werk over haren lof, (^de Lande S. Blariae Liher ,') alwaar onder anderen een gebed aan haar, grootendeels op rijm, voorkomt, in hetwelk deze regels gevonden worden : O Maria! quamvis ore te polluto nominera, Audi tarnen , et a culpis interim da requiem , Jugem quoque liac in vita da Tui memoriam. Da, Maria, dulcis tota, in futura gloriara , Da, Maria, Tuis fervis animae munditiam , Da, Johannes, adverforum vincere molestiam; Nosmet ambo ad virtutis lineam reducice , Ut conjungi merearaur claritati coelicolae. Men behoeft zich niet te verwonderen , dat , bij Onbe- zoodanigen hoogen eerbied voor de Moederniaaffd , ^'"^"^ * ^ ^ ' ontvangen de Kanunniken te Lions tot de (lelling kwamen, nis van dal zij alleen onder alle menfchen zonder erfzonde ->iaria, mtvangen was. guibert in het zoo even aange- haalde gefchrift zeide , dat zij door den H, Geest Aa 2 vaa tot 15 17. 37a KERKELrjKE V van de erfzonde , gelijk van de dadelijke zonden, ^^^ volkomen bevrijd was; maar paschasius radeert Hoofdft. li^'d reeds 200 jaren vroeger beweerd , dat biaria na C. G. noodzakelijk van alle erfzonde vrij geweest moet rnt^Tci^ ^y" » dewijl zij reeds in moeders lijf geheiligd was , waarom ook de geheele Kerk hare geboorte vierde. Van waar de Domheeren van Liof^s hunne meening ook ontleend mogen hebben, zij voerden in het jaar 1140 in hunne Kerk het Feest der onbevlekte ont- vangenis der Maagd maria , (^Festum jjnmaculatae concept ionis B, M, Firg.') in. Men heeft wel een' ouder oorfprong van dit Feest willen zoeken, maar zonder grond , trouwens , de Franfche Geleerde ma- BiLLON heeft te regt opgemerkt, dat men in fom- mige oude Kalenders de bewoording: Conceptio B, Mariae^ welke de ontvangenis van jezus door ma- ria beduidde , kwalijk verflaan hebbe van de ont- vangenis van MARIA zelve. Hoe het zij, naauwe- lijks had de Heilige bernhard de inftelling van het Feest door deze Kanunniken vernomen , of hij fchreef hun eenen langen Brief, om hen te bcflraf- fen en te wederleggen , met welken Brief later Roomschgczinde Schrijvers zeer verlegen zijn ge- weest, omdat dernhard zich daar in vrij duidelijk verklaart, dat maria even gelijk andere menfchen erfzonde gehad hebbe, waarom fommigen zich be- holpen hebben met eene fijne onderfcheiding tusfchen Conceptio activa en pasjiva. Behalven bernhard waren 'er meer anderen, die van deze onbevlekte ontvangenis van maria niet wilden hooren; maar als de Domitiikanen 'm de Xlllde eeuw de leer vaa dea GESCHIEDENIS. 373 dêfT^ffeiligen bernhard begonnen te verdedigen, v en dair tegen de Hooge School te Parys de Kerk ^o^z van Lions voorilond, werden de twisten heviger, Hoofdft. zonder dat de Paufen dit in langen tijd durfden be* na C. G. Ilisfen; ook de Franciskanen voerden dit Feest i^-\},'^J ' tot 1517. dëft het jaar 12Ö2 in hunne Kerken in. -■'Niettegenftaande deze twisten, ging men voort , DePfalter niet MARIA hoogelijk te vereeren; bijzonder was al- ^'^"^^^^ R.-.RT de Groote in de Xlllde eeuw werkzaam in fcliriften tot haren lof, onder anderen in een, het- welk den titel heeft: Super Euaugelium: Misfus est , fuhtiliter et eleganter oflendens inejfabiles gloriofae Virgitiis Marine Latides ^ in hetwelk hij niet minder dan 230 vragen aangaande maria be- handelt; op gelijke wijze heeft thomas van /Iquino heel breedvoerig de leere van de Maagd maria in zijn godgeleerd zamenflel met vele fpitsvinnigheden en muggezifterijen voorgedragen. Inzonderheid heeft de beroemde Franciskaner bonaventura hier in uitgemunt, in wiens werken eens geheele reeks van fchriften tot lof van maria gevonden wordt, fchoon omtrent de echtheid van eenigen derzelve getwijfeld wordt. — Dus heeft men hem , bij voorbeeld , ook toegefchreven het Pfahnboek , de Pfalter van ma- ria, hetwelk, fchoon niet van hem, evenwel een ftuk uit deze eeuw is, waar in veel op maria wordt toegepast , hetwelk in de oorfpronkeliike Pfalmen van God en Christus gemeld wordt. Wij zullen alleen , tot eene proeve , den CXden Pfalm geven: ,, De Heere heeft tot mijne Lieve Vrouw ^, gezegd: Zit, mijne Moeder, aan mijne regter- Aa 3 „hand! 374 K E R K E L IJ K E V „ hand! Gij hebt lust in goedheid en hcih'gheid; Bö^'' ,, daarom zult gij met mij regeren. Op uw heilig Hoofdft. >9 hoofd ftaat de kroon der onfterfelijkheid , wier Hn C. G. „ fchittering en glans niet uitgebluscht worden. ]2ario;r3. Vrouwe , ontferm u mijner ! Moeder van licht tot 1517, " ' ■' , „ en glans ! ftort ons uit uwe ichatten wijsheid ,, Gods in 5 kennis van fchranderheid en een voor- „ beeld van tucht ! " Hetheili- Behalve menigvuldige verhalen van verfchijningen ge huisje ^^ wonderen van de Heilige Maagd, is bijzonder rgtto. berucht de gefchiedenis van haar huis en deszelfs overvoering uit Nazareth naar Europa. Namelijk, dus luidt hoofdzakelijk de vertelling: De Apostelen hadden de kamer of het vertrek, waar in maria te Nazareth woonde , in eene Kerk veranderd , aan haar toegewijd. De Euangelist lukas maakte daar in een houten beeld der Maagd, met haar Kind op den arm , in deze Kerk werd lang de godsdienst geoefend ; maar toen nu alles in het Heilig Land Muhammedaamch was geworden, droegen de En- gelen dit huis of Kerk in het jaar 1291 uit Naza^ reth door de lucht over naar Terfeto in Dalmatiê^ aan de Kust der Adriatifche Zee, Hier ftond het eenigen tijd, doch, alzoo het niet behoorlyk ver- eerd werd, namen de Engelen het Heilige huis in het jaar 1294 weder op, en voerden het over Zee in Italië^ digt bij Recanati, in een woud, hetwelk aan zekere vrouw laureta toebehoorde, van waar dit huis of Kerk den naam gekregen heeft der H. MARIA van Loretto. Doch nu (tond de Kerk te penzaam en te digt aan zee, en was dus niet veilig voor GESCHIEDENIS. 375 iroor de zeeroovers, die de Pelgrims kwamen plun- V deren; de Engelen verplaatsen ze nogmaals in hei ^^^* jaar 1295, duizend Ichreden digter bij Recanati , Hoofdll. op een' heuvel, welke aan twee broeders toekwam. ^^ C G. Wegens de rijkelijke gefchenken, welke het Heilige ^^^ isi7. huis ontving, kregen deze Broeders twist, en vat- ■ ten de wapenen tegen malkanderen op; om derhalve verdere onheilen voor te komen, verplaatsen de he- mellingen , na eenige maanden, het gebouw voor het laatst in het jaar 1295, een boogfchoot verder op eenen nabijgelegen heuvel, alwaar het nog (laat, doch zoo dat het Heilige Huis , ( la cafa fania van de Italianen genoemd ,) in eene groote Kerk geplaatst is , welke men 'er over gebouwd heeft, en welke eenen rijken fchat van kostbaarheden in zich bevat- te , doch al hetwelk in de laatllie omwentelingen van onzen tijd verftrooid is geraakt , zoodat van het H. Huis alleen de m.uren overgebleven zijn. Doch laat ons wederkeeren tot de twisten , welke Vervolg gevoerd zijn geworden over de leere van de onbe- vandeon- ,7 . r^ 1 j bevlekte vlekte ontvangenis van riaria. Dezelve werd meer ontvange- en meer voortgeplant. De beroemde Schoolgeleerde uisvan uit de Orde der Franciskanen , joannes duns sco- ^ Tus , die in het jaar 1308 dezer wereld overleed, verdedigde dit leerftuk met zoo veel fcherpzinnig- heid , dat hij daar door den titel van Doctor Subti' lis verkreeg. Maar de Dominikanen of Thomisten bleven echter ook bijzonder in dit (luk verfchillen van de Scotisten. Doch in het jaar 1387 beflreed zekere joannes van Montefono , of Blongon , een geboren Arragonier ^ een Dominikaner Monnik en Aa 4 Leer- 57Ö KERKELIJKE V Leeraar der Godgeleerdheid te Parys, deze leer ia \?n ^^"^ openlijke Disputatie^ waar in Iiij XIV ftellins. Hoofdft. g^"» {Thefes,') voordroeg, onder welke ook deze m C. G was: „ Het is uitdrukkelijk tegen het geloof, te iü"isi7 beweeren, dat niet ieder mensch , behalve chris- «-'^ Tus, de erfzonde van adam ontvangen hebbe." De-? ze en eenige andere der gemelde ftellingen werden door de Univerliteit te Parys veroordeeld , en zij ver- wees den fteller ter ftraffe. Maar montesono be- riep zich op den Paus , en vlugtte naar Avignon , werwaarts de Univerfireit vier afgevaardigden zond , en onder dezen pietkr d'ailly, die hare zaak met grooten ijver bepleitte, zoodat montesono be- merkende, welken keer de dingen namen, naar zijn vaderland Arragon terug keerde, en daar de partij van den Tegenpaus urban us VI omhelsde. Door deze overwinning der Hooge School verloren de Dominikanen veel van hun aanzien in Frankryk ^ waar het bijna algemeen tot eenen opftand tegen hen kwam. Ook kwamen op vele plaaifen wonderen de leer der onbevlekte ontvangenis van imaria te hulp, zoodat dezelve hoe langer hoe meer ingang vond. Dewijl 'er evenwel tot nog toe geene beflisfende iiitfpraak over dezen twist voorhanden was, noch van de Kerk, noch van den Paus, geloofden de Vaders der Kerkvergadering van Bazeï^ dat zij zich deze zaak behoorden aan te trekken, ook nam deze vergadering in hare 36fte Zitting in September 1435! ^en beQuit, dat de leere, volgens welke de Heilige ï^laagd door eene voorkomende en werkende bijzon* de- 0 GESCHIEDENIS. 377 dere genade Gods (leeds van de erfelijke en dadelij- V -ke fchuld onbevlekt gebleven is, als eene godvruch- "^^* tige, met den Godsdienst, het Katholijk Geloof, f{oofd(t, de gezonde Rede en de Heilige Schrift overeenko» na C. G. mende leere van alle Katholijken moet goedgekeurd 10^1 ?f 7* en aangenomen worden , en dat het in het vervolg ■ aan niemand geoorloofd zou zijn, het tegendeel daar vaii voor te dragen. Te gelijk vernieuwde zij het vieren van het Feest der ontvangenis van mar ia op .den Sften December. Paus sixtus IV, zonder ech- ter eenig gewag te maken van dit befluit, omdat hetzelve door de Kerkvergadering genomen was na hare fcheuring van den Paus , bevestigde het een an- der in twee Bullen . eene van het jaar 1477 , en de andere van het jaar i4>-18. Toenmaals en nog wat na het jaar 1500 leefde jn het Milaneefche de Franchkaner bernap.dinus DE BUSTi, de grootfte Lofredenaar van de Heilige Maagd boven alle anderen. Deze liet eene verzame- ling van 60 Predikatien drukken, ter harer eere ge- houden , onder den titel : Mariale eximii viri Ber- nardini ds Busti ^ Ordinis Seraphici Francisci ^ de (ingulis festivitatibus beata Firginis per modum Ser- fnonum tractans ^ omni TheoJogia copiofum ; denlgue utriusque juris auctoritatibus applicatis ^ et arte humanitatis refertum , in omnibus allegationibus promtisjimum. Uit den titel reeds kan men oordee- len , van welke waarde dit werk zij , en welk een bij- geloovige dweeper deze man zich betoont te wezen. Zeer merkwaardig ondcrtusfchen is het, dat ten aanzien van de leer der onbevlekte ontvangenis van Aa 5 MA- 378 K E R K E L IJ K E V MARIA de gewaande Hemelfche Openbaringen van BOEK i^QQ voorname Heiligen van dezen tijd zoo regel- Hoofdft. ^^g^ verfchüden. Aan de Heilige birgitta van na C. G. Zweden was door maria zelve de onbevlekte ont- jsario73. yjj.^ggyjjs geopenbaard geworden , maar de Heil. ka- . tharina van Sieim , welke 7 Jaren na birgitta ftierf, daarentegen had eene veifchijning van God den Vader, in welke weder maria zelve haar zeide, dat zij als alle andere menfchen in erfzonde ontvan- gen was. TRiTTENHEiM, die dit verhaalt (*), voegt 'er bij: „ Geen godvruchtig en aandachtig vereerder der onbevlekte Maagd mag zich daar door tot een ander gevoelen laten brengen; want perfo- nen, die God in waarheid vreezen, zien de waar- heid en niets valsch ; die genen , die hun eigene in- gevingen ftoutelijk boven de waarheid ftellen, wor- den met regt bedrogen. Doch ik ga dit voorbij, opdat het niet fchijne, dat ik Godgeleerdheid in de Gefchiedenis wille mengen." Nog ging men voort, over dit Leerftuk te twis- ten, over hetwelk verfcheidene twistfchriften voor en tegen het licht zagen, tot dat eene voor de Z)o- mnikanen fchandelijke gebeurtenis deze drift eenigen tijd ftremde. Eenige Opperden dezer Orde bedoten in een Ge- neraal - Kapittel in hst jaar 1506, om het gezag van hunne Orde, even gelijk de Franchkanen ^ door wonderwerken en verfchijningen , te verheffen. Zij verkozen tot het tooneel van hunne bedriegerijen de flad (*) Qhron, Hirfaug. ad a. 1358. GESCHIEDENIS. 379 flad Bern, en tot bun voorwerp zekeren jan jet- V ZER, een fnijders- gezel, dien zij in iiun Klooster ^°^^ aldaar aannamen , een' eenvoudigen , ligtgeloovigen Hoofdft; bloed. Vier der Monniken , de Prior , Lector , Sub- na C. G. prior en de Procurator of Schafmeester van het F^'^^°73» * cot 15 17, Klooster, fpeelden met dezen hun fpel. Na eenige . voorbereidingen verfcheen aan jetzer de Heilige Maagd, die hem verklaurde, dat haar Zoon niet langer wilde dulden, dat haar tot hare eere een voorregt werd toegefchreven , hetwelk hem alleen toekwam , namelijk zonder erfzonde ontvangen en geboren te zijn. Zij drukte hem ook de lidteeke- nen van jezus wonden in. Maar ongelukkig be- gon JETZER bedrog te vermoeden, zoo dat hij zich tegen hunne bedoelingen kantte , waarom zij hem meenden te vergeven. De zaak hier door ruchtbaar geworden, werd onderzocht, en de Paus zelve be- noemde in het Jaar 1508 twee Bisfchoppen en eenen Provinciaal der Dominikanen tot Rigters , die de vier Monniken veroordeelden , om ontwijd en aan den Wereldlijken Rigter ter ftraffe overgegeven te wor- den. Ook werden zij den 3ifl:en Mei des gemelden jaars buiten de poort van Bern verbrand, en jet- zer ten lande uitgebannen. Men zou menigmalen gelegenheid gehad hebben, om dergelijke ontdekkingen van de valschheid van voorgewende verfchijningen en wonderwerken te doen, indien de ligtgeloovigheid dier tijden en het belang der Geestelijken niet hadden medegewerkt , om het bedrog eer aan te moedigen. Een dervende Paus, GREGORius Xï , iu het Jaar 1378 , waarfchuw- de. 38o KERKELIJKE V t^e, terwijl hij de gewijde Hostie in de hand hield, ROEK de omRanders , voor mannen en vrouwen , die hun- VH Hoofdn. "^ eigene herfcnfchimmen voor goddelijke gezigten jna C. G. en openbaringen uitgaven , door welke hij klaagde , jaario73. ^^^ ^^^ ^^^ ^^^^ geleid te zijn (*); bedoelende , daar mede , gelijk Roomsch - Katholijke Schrijvers zelve erkennen, de Heiligen van zijnen tijd, pieter van Arragon, birgitta van Zweden en cathari- NA van Siena. De geest van ligtgeloovigheid fcheen wel door den onderzoekenden ernst en de gispende heekeling van valla, erasmus, hutten en ande- ren op het laatfte van dit Tijdvak te verminderen, maar de vruchten hier van waren eerst onder gun* ftiger om Handigheden te wachten. Men bleef derhalve voortgaan , met eene menigte wonderen en verfchijningen bijzonder van de Maagd MARIA te verhalen ; bijzonder werd daardoor een Beeld van de Lieve Vrouw te Halle in de Nederlanden ver- maard , aan wier lof de geleerde , maar in den Gods- dienst onvaste en eindelijk dweepzieke justus lip- sius zijne pen , gelijk bekend is , in loffchriften gewijd heefc. De vereering der Moedermaagd kon niet wel ver- meerderd worden, en evenwel wist het Bijgeloof nog iets uit te denken. De groetenis des Engels aan MARIA, gemeenelijk het Ave Maria ^ was reeds in een gebed veranderd, en befloeg in den Roozenkrans of het zoogenoemd Pater Noster eene aanzienlijke plaats , zoodat het tienmaal het getal der Onze Va- den (*3 GERSON de Examinat. Doctr, T, I. Qpp. p. 16. GESCHIEDENIS. 381 dtrs overtrof; maar de ingezetenen van Xanien in V het Kleeffche vonden hier bij nog dit uit, op voor- ^°^* gang van hunne Geestelijkheid, dat 'er bij het in- Hoofdfl. vallen van den nacht door klokkengelui een teeken ^^ C. G. gegeven werd, om dit Ave Maria op te zeggen; ^^j. j^,fj jOANNES XXII fchonk in het jaar 131 8 aan de ge- — — — nen , die lietzelve driemaal knielende onder ernfiig berouw hunner zonden bidden zouden, een' aflaat van tien dagen. In de volgende eeuw beval calix- Tus III, gelijk men gewonelijk gelooft, ook op den middag de klok te luiden, opdat ieder een deMaa^ia MARIA op deze wijze mogt begroeten. Eenigen tijd te voren had de beroemde Heilige vincentius fer- RERi deze groetenis des Engels door zijn voorbeeld tot een gewoon begin der Kerkredenen gemaakt. Eindelijk werd, door het invoeren van nog twee nieuwe Feesten , dat van mar i a's bezoek, (vijtta^ tionis ,) op den aden Julij , ter gedachtenis van haar bezoek bij hare Nicht elizabeth, en van maria's voorfldling, (^praefentationis ,^ ter gedachtenis dat MARIA door hare ouderen in den Tempel aan God was voorgefteld, het getal van zeven Feesten ter eere van maria voltooid; welke zijn conceptionis ^ nativiiatis, praefentationis , annunciationii , vïfita- tJotjis, purificatiofiis et asfumtionis. Over het geheel vermenigvuldigden in dit Tijdvak Nieuwe de Feesten en Heilige dagen ; gelijk men daar van ^"£j^^.*;" ,r. 1 .. , n of Heilige de fprekendlte bewijzen heeft , in den Sacraments- dagea. dagy de Feesten ter eere van maria, maar ook van eiken nieuwen Heiligen, en die van bijzondere Be- fcherm- 38a K E R K E L IJ K E V fchermheiligen van enkele Kerken en Kloosters , tn BOEK andere lieten naauwelijks eenen dag in het jaar open , Hoofdft. ^^^ "'^^ ^^" ^^ vereering van den eenen of anderen na C. G. Heiligen gewijd was. tori?i7* ^^^J mogen ook niet geheel met llllzwijgen voor* — ... - bijgaan een zeer ergerlijk Feest ^ hetwelk wel niet Het Feest Qj-,(5ej. ^q Godsdienflige Feesten behoort, maareven- ken. wel van de Geestelijkheid midden in de Kerken ge- vierd werd , het Feest der Gekken , ook onder den naam Festum fatuorum , vel FoUorum , of la Fêt€ des Foux bekend. Het vond ongetwijfeld zijnen oorfprong van de Saturnalien der Oude Romeinen, welke met buitenfporige dartel - en wulpsheid ge- vierd werden. Het was hunnen Christelijken Na- komelingen niet mogelijk, de vreugde van zulk een: Volksfeest, hetwelk in December viel, vaarwel te zeggen. Hoe zeer ook , federt augustinus, de Kerkvaders daar tegen geijverd, en Kerkvergaderin» gen ze verboden hadden, men ging voort dit Feest te vieren, met zich op hetzelve als beesten te ver- mommen, en allerhande dartelheden te bedrijven 5 en deze gewoonte, die eerst in den Kersnacht, vervolgens op den eerden Januarij gevierd werd, eiï ten laaifte in openlijk zingen , danfen en brasfeii veranderde, bleef vele eeuwen lang zelfs te Roms in zwang. De zoo flecht beruchte Patriarch vtn KonftanthwpoUn ^ in de Xde eeuw, theofylac» Tus, verordende zelfs , dat op de aanzienlijkde Feesten vermakelijke en dartele liedjes onder de Geestelijken in de Kerken gezongen v/erden, die met GESCHIEDENIS. 3^3 met danfen verzeld gingen (*). Maar in de Wes- V terfche Landen was het eigenlijk, waar de potfen *'^^* der Saturnalien in een Kerkelijk Feest van de Gees- HoofdH. lelijkheid zelve veranderden ; van dit fchouwfpel "^ C. G. was Fratikryk het hoofd tooneel , hetwelk op den |qj"°j|' eerfien Januarij , en in fomraige Kerken op het Feest ■ van JEZUS Verfchijning of op drie Koningen dag gehouden werd van de lagere Geestelijkheid, en het welk daar van den naam kreeg van Festum HypO' diaconorum^ ook Festum Calendarum, Deze On- dergecstelijken verkoren in de Kathedraalkerken eenen Bisfchop of Anrtshisfchop der Gekken , dien zij met belagchelijke plegtigheden inwijdden, den dienst in zijne Kerkelijke kleeding verrigten en ten laatfte den zegen lieten uitfpreken, waar bij men het Aartsbis- fchoppelijke kruis, de Bisfchopsmuts en Bisfchops- ftaf voor hem uitdroeg. In geëximeerde Kerken , die dus onmiddelijk van den Paus afhingen, verko- zen zij zelfs eenen Paus der Gekken , dien zij even zoo grappig de Pausfelijke kleeding aantrokken, en hem als Paus in de Kerk handelen lieten. Zij zel- ve, en met hen ook de Priesters, bedreven, gedu- rende dezen Godsdienst , eene menigte zotheden , welke den Godsdienst onteerden. Vermomd of als Tooneelfpelers gekleed, met befmeerde aangezigten, of in vrouwenkleêren , dansten zij op het Koor, en zongen ontuchtige liedjes; voornamelijk aten de Diakenen en Onderdiakenen, of de Koorjongens, worst voor het oog van den Priester, die de mis deed; (*} CEDRENi Compend, Hiit, p. 638. 384 K E R K E L IJ K E V deed ; zij fpeelden met dobbelfteenen ; en wierpen *v?r allerhande ontuig in derzelver wierookvat. Als de Hoofdft. Mis gedaan was , fleeg de onbefchaamdheid in na C. G. woorden, gebaarden en daden nog hooger; tot ein- {qj*^ °j^* delijk deze buitenfporigheden zich ook op ftraat ver- ■ fpreidden en 'er deLeeken insgelijks deel aan namen. Naardien deze moedwil in de Xllde eeuw reeds in vele Kerken in Frankryk ingevoerd was, gaf de Pausfelijke Legaat aldaar, de Kardinaal pieter , in het jaar 1198 aan odo, Biifchop van Parys^ en eenigen van deszelfs Kanunniken , last , om dit Feest der Gekken in het Kerspel aldaar af te fchaf- fen; gelijk zij het ook wezenlijk in het jaar 1199 verboden. Ook verbood de Parijfche Sijnode van het jaar 12 12 dezelfde klugten,vvaar bij de Bisfchop der Gekken zijn' Bisfchoppelijken Staf ontving, (uhi haculus accipittir ;') en nog nadrukkelijker aan de Monniken en Nonnen; want ook deze en de Ka- nunniken van zekere Kathedrale Kerken verkozen fomtijds eenen zoogenoemden Abt der Gekken , ( abbas flultorum. ) Evenwel hebben deze gewoon- ten zich nog eenige eeuwen ftaande gehouden. In Engeland was nog in het jaar 1530 zulk een Spot- bisfchop , ( Episcopus puerorum genoemd ; ) en in de Franfche Kerken vond men nog in de XV^IIda eeuw vele overblijffelen van deze kluchten, niette- genftaande vele Kerkvergaderingen gepoogd hadden, die te vernietigen. Ezeli- D^^'" toe behoort ook het Ezels -feest ^ {Festum feest. aftnorum^') hetwelk gevierd werd ter eere van den ezel, op welken christus in Jeruzalem was bin- nen- GESCHIEDENIS. 3R5 nen gereden. Men voerde in Kersnacht in vele Ker- V ken van Frrnkryk een Ezel met een Koorhemd of ^°^* Koorkap op den rug bedekt de Kerk in, onder het Hoofdü. zingen van een grappig Latijnsch Lied, waar van ^ C. G. TssriOT^ elke firofe eindigde met de woorden Hèï Sire Ane! [^^ i. 911. GESCHIEDENIS. 389 den in kroegen, met danfen en andere dartelheden, y welke de ledigheid leert, bedreven werden; als de- boek VII wijl de werkdagen voor de arme lieden naauwelijks Hoofdft genoegzaam zijn , om zich de behoeften des levens na C. G. te verwerven. Zijn leerling joan gerson ftelde wel I^^''ïo73» op diezelfde Kerkvergadering voor , te overwegen , .—_« * of 'er niet een Feestdag behoorde verordend te wor- den ter eere van jozef, den Maagdelijken Bruide- gom der Maagd maria, alzoo dit toch ter harer eer en ter eere van christus zelven ftrekken zou: „ niet, dus gaat hij echter voort, als of wij de ver- menigvuldiging der Feesten voor den gemeenen man, die van zijnen handenarbeid leeft, wilden aanraden; het zou veel meer te wenfchen zijn , dat voor dezen het getal der Heilige dagen minder was, zoo als reeds bij de voorflagen ter Hervorming aangemerkt is; maar wij fpreken dit voor den Geestelijken ftand en van denzelven (*). Maar boven anderen muntte door nadrukkelijke voorftellen over dit onderwerp uit clemangis , in een bijzonder gefchrift (f): Met oorlof van wijze mannen , zegt hij , geloof ik , dat thans zonder nood- zake nieuwe Feestdagen in de Kerk ingefteld worden. Want (*) Sermo de vativitate gloriofa Ftrginis Marite , et de Cotnmentatione virginei fponfi ejii% Jofeph. Opp, Tom, III. P. III. pag. 1358. (t) -Dtf novis celebritatibtis non iujiituendis» Opp. p, 143-160. Bb3 390 K E R K E L IJ K E V Want daar zijn 'er reeds zoo vele, dat men ze veel BOEK meer behoorde te verminderen , omdat zij door hun' Hoofdd "^ menigte in minachting Itomen. God liet den Is- na C. G.faeliten^ behalve den Sabbath, flechts drie hooge Jaario73. peesten voorfchrijven ; maar des te menigvuldiger en I ijveriger baden zij in den Tempel. De godsvrucht der Christenen op Heilige dagen beflaat daar in, dat zij zelden in de Kerk komen , heel zelden eene Mis hooren, en ook deze niet ten einde toe. Het is velen genoeg , als zij knielend de Lieve Vrouw groeten; den meesten, als zij een aan den muur ge- fchilderd Beeld van eenen Heiligen gekuscht heb- ben; maar die, welke het ligchaam van chPvIStus door den Priester in de hoogte hebben zien hefFen, gelooven, dat Christus hun daar voor zeer ver- pligt zij, even als of zij hem een groot ofFer ge- bragt hadden. Dikwijls kan de Priester niet ééns de Mis lezen , omdat 'er niemand bij de hand is , die dienen kan. Ondertusfchen vermaken zich de fatzoe- nelijke lieden met maaltijden en fchouwfpelen ; maar de gemeene man brengt de vierdagen in de kroeg door met zuipen , fpelen , razen en tieren en andere buiten- fporigheden. Het is reeds een fpreekwoord geworden: Geen Heilige dag zonder vechten en bloedvergieten. Voor de jeugd van beide kunnen zijn Feesten en Ker- ken de gefchiktfte bekooringen en verleidingen tot dar- telheid en wellust, welke met alle fchaamteloosheid uitgeoefend worden. De Geestelijke Gerigtshoven ftraf- fen wel den Landman zeer fcherp, die op deze dagen op zijn land of in zijnen wijnberg arbeidt; maar niet dig GESCHIEDENIS. 391 die genen , die ze door ondeugden ontheiligen. Bij den V Nachtgodsdienst ,( /^^///^ff , ) ziet men inzonderheid ^^^-^ fchaamtelooze topneelen zelfs van Priesteren. cleman- fioofdfi, GIS dringt nu des te meer aan op een waardig vieren na C. G. der Heilige dagen, en beantwoordt verders de Tegen- J^^''^°73. werpingen, welke hem konden gemaakt worden, en hij * befluit, dat men liever de oude Christenen behoorde na te volgen , die de vereering der Heiligen niet zoo ver hebben uitgcftrckt , dat God daardoor veronachtzaamd werd; en dat het niet geoorloofd is, de Heilige dagen enkel te begunlligen , om het voordeel en den winst, welke de Kerken daar van trekken. Ehiiie van het Achttiende Deel, »i. ■■ "^^'-r^'-'i *■:<■■ <■■■■■'.' v',,f' • •< ^.•'■■^*^'-'-.« '.*■:, r i * ' . -;»,•-» S - ■ f'. .ï^; ••*,.•;;•.■, A", ■'";■ '■ -'••; •; }\ r '. »•■ ■■ ' ». ■. .' '-■■.■" ' •• •' • '.' * ' •■>■, .■• ■ -, *.- '■ • • • .'i ■ ^'•,.?/^.- \-\'-.u' >i.':-r.